Deze studie is ontworpen om aan te tonen dat indacaterol niet inferieur is aan tiotropium (18 µg) in bronchodilatie en een efficiënte controle geeft van het aantal COPD exacerbaties over 52 weken van behandeling .
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bronchiale aandoeningen (excl. neoplasmata)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Om de superioriteit van 150 µg indacaterol eenmaaldaags versus tiotropium 18µg
eenmaaldaags aan te tonen, op basis van de ("Trough") Fev1 waarde 24 uur na
inname van de studiemedicatie, na 12 weken behandeling.
"Trough" wordt gedefinieerd als het gemiddelde van de FEV1 metingen op 23u10min
en 23u45min na inname van de studie medicatie.
Secundaire uitkomstmaten
Belangrijkste;
Om aan te tonen dat indacaterol 150 µg eenmaaldaags niet inferieur is aan
tiotropium 18 µg eenmaaldaags met betrekking tot het aantal exacerbaties
tijdens 52 weken van behandeling (zie Sectie 7.4.2 voor definitie van
exacerbaties)
Overige secondaire onderzoeksvariabelen te vinden op pagina 11
Achtergrond van het onderzoek
De frequente COPD exacerbaties worden geassocieerd met verminderde
levenskwaliteit met betrekking tot de gezondheid en een snellere daling in
longfunctie. (Wedzicha et al., 2003). De behandeling van COPD exacerbaties
geeft een grote last op de gezondheidstelsel. Daarom is het van belang dat er
een efficiënte beheer van COPD behandeling en preventie van COPD exacerbaties
is (GOLD, 2007).
Doel van het onderzoek
Deze studie is ontworpen om aan te tonen dat indacaterol niet inferieur is aan
tiotropium (18 µg) in bronchodilatie en een efficiënte controle geeft van het
aantal COPD exacerbaties over 52 weken van behandeling .
Onderzoeksopzet
Deze studie is een geblindeerd, multicentrum, dubbel dummy, parallel
gegroepeerd onderzoek dat tiotropium gebruikt als actieve controle. Op de
pre-screenings visite 1 wordt informed consent verkregen en de huidige COPD
medicatie wordt bekeken en indien nodig aangepast (wash-out periode van
ongeveer 1 week). Daarna begint de screening/run-in periode van 14 dagen.
Patienten die na de screening/run-in periode voldoen aan de protocol criteria
worden gerandomiseerd toegewezen aan 1 van de twee behandelgroepen. De
toegewezen behandeling zal 52 weken duren.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patienten zullen worden toegewezen aan een van de volgende twee behandelgroepen. 1) indacaterol 150mcg + placebo tiotropium 2) tiotropium 18mcg + placebo indacaterol Op visite 1 zullen alle patienten salbutamol noodmedicatie krijgen en geinstrueerd worden deze gedurende het onderzoek als noodmedicatie te gebruiken. Tevens zal er een persoon (niet geblindeerd) worden aangewezen die algemeen verantwoordelijk zal zijn voor de medicatie (zowel uitgifte van medicatie aan de patient als retourname van de medicatie van de patient, hierbij wordt gelijk gekeken of de patient dagelijks zijn/haar medicatie heeft ingenomen). De patient kan hier ook zijn/haar vragen mbt de studie medicatie kwijt. Dit om het onderzoek geblindeerd te houden. Deze niet geblindeerde persoon zal verder niet bij het onderzoek betrokken zijn. Zie pag 90 van het protocol
Inschatting van belasting en risico
Er wordt 2x een serum zwangerschapstest gedaan (indien van toepassing), 2x een
lichamelijk onderzoek uigevoerd, op 8 visites worden er ECG's gemaakt (in
totaal 28x, waarbij er meerdere ecg's op het zelfde tijdstip worden gemaakt de
patient ondervind hierbij weinig hinder) , op 3 visites wordt de urine
onderzocht, op 5 visites wordt bloed afgenomen, op 14 visites worden
longfunctietesten gedaan waaronder 2x een reversibiliteitstest en de patient
wordt gevraagd tweemaal daags een electronisch dagboek bij te houden.
Mogelijke bijwerkingen van indacaterol (QAB149) kunnen zijn: tremor, hoofdpijn,
hoesten, post-inhalatie hoesten, palpitaties, spierkrampen, misselijkheid, pijn
op de borst, slapeloosheid, nervositeit, droge mond, duizeligheid,
vermoeidheid, algemeen gevoel van niet lekker zijn, mogelijke veranderingen in
bloeddruk of kaliumgehalte of bloedsuiker.
Bijwerkingen van het andere geneesmiddel, tiotropium (Spiriva®), zijn: droge
mond, obstipatie, tremor, hoofdpijn, palpitaties, wazig zien, glaucoom
(verhoogde oogboldruk), moeite met plassen, het achterblijven van urine in de
blaas bij het plassen, spierkrampen en misselijkheid.
Ook bijwerkingen die nog niet bekend zijn kunnen voorkomen.
Bloedprikken en bloeddruk meten kunnen onplezierig zijn. De risico*s van
bloedafname kunnen onder meer zijn flauwvallen, pijn en/of bloeduitstorting. In
zeldzame gevallen kan er een klein bloedstolsel of een infectie op de
prikplaats ontstaan. In de zeldzame omstandigheid dat een medewerker in het
ziekenhuis middels een ongeluk wordt blootgesteld aan bloed van een patient,
kan het nodig zijn het bloed te laten testen op Hepatitis-B, Hepatitis-C en
HIV.
Publiek
Raapopseweg 1
6824 DP Arnhem
NL
Wetenschappelijk
Raapopseweg 1
6824 DP Arnhem
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) Mannen en vrouwen waarbij de diagnose COPD op hun 40ste of ouder is gesteld
2) Cooperatieve poliklinische patienten met een ernstige COPD diagnose volgens de GOLD criteria 2007 en;
a) een rookgeschiedenis van minstens 10 pakjaren, zowel rokers als ex rokers
b) Post bronchodilatoire FEV1 <50 en >/ 30% van de voorspelde normaalwaarde
c) Post bronchodilatoire FEV1/FVC <70%
d) Minimaal 1 gedocumenteerde matige tot ernstige exacerbatie hebben gehad in de laatste 12 maanden. (pg 14)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Voor een volledige lijst zie protocol sectie 5.2.
#. Patienten die voor COPD exacerbatie behandeld werden met systemische gluccorticosteroiden en/of antibiotica in de 6 weken voorafgaand aan de screening (visite 2).
#. Patienten die zuurstof therapie nodig hebben voor chronische hypoxemie.
#. Patienten die een luchtweg infectie hebben gehad in de 6 weken voorafgaand aan visite 2.
#. Patienten met een voorgeschiedenis (t/m visite 2) van astma aangeduid door (maar niet gelimiteerd tot):
a) start respiratoire symptomen suggestief voor astma voor de leeftijd van 40 jaar
b) diagnose astma in de voorgeschiedenis
#. Patienten met diabetes Type I of ongecontroleerde diabetes Type II inclusief patienten met een voorgeschiedenis van bloed glucose waarden consistent buiten de referentiewaarden of HbA1C>8.0 % van het totale Hb gemeten op visite 2.
#. Patienten met een voorgeschiedenis (of familiare voorgeschiedenis) van lang QT syndroom of wiens QTc interval (Fredericia) gemeten op visite 2 verlengd is.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2008-007944-33-NL |
CCMO | NL28149.060.09 |