Primair doel:Aantonen dat CHF 1535 tweemaal daags superieur is aan formoterol tweemaal daags wat de frequentie van COPD-exacerbaties na 48 weken van behandeling betreft en wat de longfunctie betreft (verandering van het vóór de medicatietoediening…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bronchiale aandoeningen (excl. neoplasmata)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Op longfuncties gebaseerd eindpunt:
Superioriteit van CHF 1535 ten opzichte van formoterol wat de verandering van
het vóór de medicatietoediening gemeten ochtend-FEV1 betreft vanaf de aanvang
van het onderzoek tot 12 weken.
Op symptomen gebaseerd eindpunt:
Superioriteit van CHF 1535 ten opzichte van formoterol wat de frequentie van
COPD-exacerbaties betreft.
Secundaire uitkomstmaten
Op longfuncties gebaseerde secundaire eindpunten:
Verandering van het vóór de medicatietoediening gemeten ochtend-FEV1 vanaf de
aanvang van het onderzoek tot 12 weken, binnen de behandelingsgroepen.
Verandering van het vóór de medicatietoediening gemeten ochtend-FEV1 vanaf de
aanvang van het onderzoek tot 48 weken.
Vóór de medicatietoediening gemeten ochtend-FEV1 bij alle klinische visites.
Vóór medicatietoediening gemeten FVC bij alle klinische visites.
Vóór medicatietoediening gemeten FEV1 over de behandelingsperiode (gemiddeld).
FEV1 2 uur na medicatietoediening.
Op symptomen gebaseerde secundaire eindpunten:
Tijd tot eerste COPD-exacerbatie.
St. George*s Respiratory Questionnaire (SGRQ).
Gebruik van noodmedicatie.
Achtergrond van het onderzoek
Chronische obstructieve longziekte (COPD) is een ruim verspreide ziekte waarbij
episodes van exacerbaties regelmatig voorkomen. Deze exacerbaties worden
gekenmerkt door acute verergering van de luchtwegklachten met toename van
luchtwegobstructie en air trapping. Dit vereist meestal behandeling met
bijkomende medicatie. Het verminderen van het aantal exacerbaties is een
belangrijk doel in de COPD behandeling aangezien dit een zware impact heeft op
de levenskwaliteit en prognose van de patiënt alsook op de COPD gerelateerde
kosten. Hoewel ziektepreventie het uiteindelijke doel is wanneer COPD is
gediagnosticeerd bevelen de laatste Global Initiative for Chronic Obstructive
Lung disease (GOLD) richtlijnen aan dat de belangrijkste therapeutische doelen
het verlichten van symptomen, het voorkomen van progressie van de ziekte, het
verbeteren van de inspanningstolerantie, het verbeteren van de
gezondheidstoestand, het voorkomen en behandelen van complicaties, het
voorkomen en behandelen van exacerbaties en het verminderen van de mortaliteit
moet zijn.
De eerstelijnsbehandeling voor de behandeling van klinische stabiele COPD zijn
momenteel brochodilatatoren. De tweedelijnsbehandeling zijn
inhalatiecorticosteroïden (ICS), afhankelijk van de ernst en frequentie van de
exacerbaties.
Bronchodilatatoren mogen indien nodig genomen worden door de patiënten om de
symptomen te verlichten. Ze mogen ook regelmatig genomen worden om
symptomatische verslechtering te voorkomen.
Vooral β2-agonisten en anticholinergica worden gebruikt als bronchodilatatoren.
Langwerkende β2-agonisten (LABAs) (bv. salmeterol en formoterol) tonen een
lange duur van de effecten, gemiddeld meer dan 12 uur, en laten daarom een
tweemaal daagse toediening toe.
ICSs hebben aangetoond een reeks inflammatoire indices te verkleinen. Het
gebruik van een vaste combinatie LABAs en ICSs vermindert de frequentie van de
exacerbaties en verbetert de longfunctie en symptomen alsook de algemene
gezondheidstoestand.
Het studiegeneesmiddel, CHF 1535, is een vaste combinatie van volgende actieve
bestanddelen:
- Beclometasondipropionaat (BDP), een inhalatie corticosteroïd (ICS)
- Formoterol (FF), een langwerkende β2-agonist (LABA), dat werkt als
bronchodilatator
CHF 1535 is wereldwijd al goedgekeurd voor de standaard behandeling van
volwassen astmatische patiënten. Deze studie wordt uitgevoerd met de intentie
om het product te registeren voor de behandeling van COPD.
Het doel van deze studie is om de superioriteit van CHF 1535 (BDP + FF 100/6 µg
2 puffs 2x/dag) versus Formoterol alleen (FF 12 µg 1 puff 2x/dag) te bewijzen
in de behandeling van COPD patiënten voor de reductie van het aantal
exacerbaties en het verbeteren van de longfunctie in termen van pre-dose FEV1.
De studie wordt in de winter uitgevoerd omdat er dan een piek is in het aantal
voorvallen. Om gegevens te bekomen over de werkelijke last van de ziekte worden
gegevens over de gezondheidstoestand van de patiënten ook bekomen door het
gebruik van een elektronisch dagboek, de EXACT-PRO.
Doel van het onderzoek
Primair doel:
Aantonen dat CHF 1535 tweemaal daags superieur is aan formoterol tweemaal daags
wat de frequentie van COPD-exacerbaties na 48 weken van behandeling betreft en
wat de longfunctie betreft (verandering van het vóór de medicatietoediening
gemeten ochtend-FEV1 vanaf de aanvang van het onderzoek tot 12 weken) bij
patiënten met ernstig COPD.
Secundaire doelen:
Het beoordelen van de werkzaamheid van CHF 1535 met betrekking tot
longfunctieparameters (verandering van het vóór de medicatietoediening gemeten
ochtend-FEV1 vanaf de aanvang van het onderzoek tot 12 weken binnen de
behandelingsgroepen, verandering van het vóór de medicatietoediening gemeten
ochtend-FEV1 vanaf de aanvang van het onderzoek tot 48 weken, het vóór de
medicatietoediening gemeten ochtend-FEV1 en de vóór medicatietoediening gemeten
FVC bij alle klinische visites, het vóór medicatietoediening gemeten FEV1 over
de behandelingsperiode (gemiddeld), het 2 uur na medicatietoediening gemeten
FEV1), tijd tot de eerste COPD-exacerbatie, gezondheidstoestand van de patiënt
zoals beoordeeld met de St. George*s Respiratory Questionnaire (SGRQ), gebruik
van noodmedicatie, alsmede het beoordelen van het veiligheidsprofiel in termen
van ongewenste voorvallen (AE*s), ongewenste reacties op de medicatie (ADR*s),
hematologie/chemie en vitale functies.
Onderzoeksopzet
Dubbelblinde, gerandomiseerde, multinationale, multicentrische, klinische
studie met 2-armige parallelgroep.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Tijdens de inloopperiode van 2 weken ontvangen alle patiënten formoterolfumaraat 12 µg, één inhalatie tweemaal daags. Tijdens de behandelingsperiode krijgt groep A beclomethasondipropionaat 100 µg plus formoterol 6 µg (CHF1535), twee inhalaties tweemaal daags, en groep B formoterol 12 µg (Atimos®), één inhalatie tweemaal daags, plus placebo, één inhalatie tweemaal daags.
Inschatting van belasting en risico
De studie bestaat uit een inloopperiode van 2 weken en een behandelingsperiode
van 48 weken. Gedurende de studie zullen er 8 bezoeken plaatsvinden.
- Bij bezoek 0 zal de arts instructies geven aan de patiënt voor het volgende
bezoek:
Patiënten moeten de hele nacht nuchter blijven voor het volgende bezoek.
Patiënten mogen volgende geneesmiddelen niet inhaleren:
o kortwerkende β2-agonisten (bijv. salbutamol) 8 uur voorafgaand aan het
volgende bezoek
o langwerkende beta-2-agonisten of combinaties van een langwerkende
beta-2-agonist en geïnhaleerde corticosteroïde 12 uur voorafgaand aan het
volgende bezoek,
o kortwerkende anticholinergica of combinaties van een kortwerkende b2-agonist
en een kortwerkend anticholinergicum 12 uur voorafgaand aan het volgende bezoek,
o langwerkende anticholinergica (tiotropium) in de 72 uur voorafgaand aan het
volgende bezoek.
- Bij bezoek 1 zal de arts vragen naar de medische voorgeschiedenis van de
patiënt.
- Bij alle bezoeken behalve bezoek 0 zal de arts vragen naar veranderingen in
de huidige medische behandeling van de patiënt.
- Bij alle bezoeken behalve bezoek 0 zal er een lichamelijk onderzoek
uitgevoerd worden.
- Bij alle bezoeken behalve bezoek 0 worden de longfuncties getest (FEV1 vóór
medicatietoediening en FVC)
- Bij bezoek 1 wordt FEV1 na toediening van bronchusverwijder salbutamol getest.
- Bij bezoek 2 t.e.m. 7 wordt FEV1 2 uur na toediening van onderzoeksmedicatie
getest.
- Bij alle bezoeken behalve bezoek 0 worden de bloeddruk en hartslag gemeten.
- Dagelijks vullen de patiënten 's avonds de EXACT-PRO vragenlijst in op hun
BlackBerry®.
- Bij bezoek 2 en 7 vullen de patiënten de St. George's respiratory vragenlijst
in.
- Bij bezoek 1 en 7 wordt een electrocardiogram gemaakt.
- Bij alle bezoeken behalve bezoek 0 zal de arts vragen naar eventuele
bijwerkingen.
- Bij bezoek 1 en 7 wordt een bloedmonster genomen voor routinematige
laboratoriumtests.
- Bij bezoek 1 en 7 wordt ook een bloed-zwangerschapstest uitgevoerd bij
vrouwen die zwanger zouden kunnen worden.
- Bij bezoek 1 en 2 wordt de patiënt getraind in het gebruik van de inhalator
en de BlackBerry®.
- Bij bezoek 1 t.e.m. 6 zal de arts instructies geven aan de patiënt voor het
volgende bezoek: de patiënt wordt gevraagd het onderzoeksgeneesmiddel niet in
de 12 uur vóór het volgende bezoek te nemen en de rescue salbutamol niet in de
8 uur vóór dit bezoek en de tiotropium niet in de 72 uur vóór dit bezoek.
Alle geneesmiddelen kunnen bijwerkingen veroorzaken. Beclomethasondipropionaat
en formoterol zijn medicinale producten die al vele jaren in talloze landen op
de markt zijn. Het onderzoeksgeneesmiddel CHF 1535 is een combinatie
vergelijkbaar met andere combinaties (Symbicort®, Seretide®) verkrijgbaar op de
markt; daarom kunnen bijwerkingen worden verwacht die optreden bij elk van de
verbindingen en vergelijkbaar met die gemeld voor de andere combinaties.
De meest frequente bijwerkingen zijn:
• Vaak (bij minder dan 1 op de 10 mensen):
Hoofdpijn, schorheid, zere keel.
• Soms (bij minder dan 1 op de 100 mensen):
Hartkloppingen, ongewoon snelle hartslag en hartritmestoornissen, bepaalde
veranderingen in het elektrocardiogram (ECG),
Griepsymptomen, schimmelinfecties (in mond en keel), schimmelinfecties in de
vagina, holteontsteking, neusverkoudheid, oorontsteking, geïrriteerde keel,
hoesten en slijm ophoesten, astma-aanval.
Misselijkheid, abnormale of veranderde smaak, brandende lippen, droge mond,
slikproblemen, indigestie, last van de maag, diarree.
Spierpijn en spierkrampen, roodheid van het gezicht, toegenomen bloedtoevoer
naar bepaalde weefsels in het lichaam, excessief zweten, trillerigheid,
rusteloosheid, duizeligheid.
Veranderingen van sommige bestanddelen van het bloed: afname van het aantal
witte bloedcellen, toename van het aantal bloedbloedplaatjes, daling van het
kaliumgehalte in het bloed, stijging van de bloedsuikerspiegel, toename van
insuline, vrije vetzuren en ketonen in het bloed.
De risico's van dit onderzoek zijn minimaal daar alle geneesmiddelen
geregistreerd zijn en alle patiënten op elk moment van de studie onder
behandeling staan met actieve medicatie.
Publiek
Via Palermo 26/A
43122 Parma
IT
Wetenschappelijk
Via Palermo 26/A
43122 Parma
IT
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Mannen en vrouwen > 40 jaar die vóór de start van welke onderzoekgerelateerde procedure dan ook een formulier voor geïnformeerde toestemming hebben getekend of voor wie een wettelijke vertegenwoordiger schriftelijke geïnformeerde toestemming heeft gegeven (indien van toepassing).
2. Poliklinische patiënten met ernstig COPD (stadium III van de GOLD-richtlijnen 2008), gekenmerkt door kortademigheid, verminderde inspanningscapaciteit, moeheid en herhaaldelijke exacerbaties die bijna altijd invloed op de kwaliteit van leven van de patiënt hebben, en tevens:
a) Rookgeschiedenis van ten minste 10 pakjaren, waarbij zowel actuele als ex-rokers in aanmerking komen. Ex-rokers zijn gedefinieerd als rokers die minstens 6 maanden voor de screening met roken zijn gestopt.
b) 30% <= FEV1 < 50% van de voorspelde normale waarde na toediening van bronchusverwijder.
c) FEV1/FVC < 0,7 na toediening van bronchusverwijder.
3. Een gedocumenteerde (bijv. dossier dat bij een ziekenhuisopname van de patiënt is gemaakt) geschiedenis van ten minste één exacerbatie in de laatste 12 maanden.
Een COPD-exacerbatie is als volgt gedefinieerd:
*Een langdurige verergering van de conditie van de patiënt (dyspnoe, hoesten en/of productie/purulentie van sputum), vanuit stabiele toestand en buiten de normale dagelijkse variaties, die acuut begint en die een verandering van de reguliere medicatie bij een patiënt met onderliggend COPD nodig maakt, bestaande uit het voorschrijven van systemische corticosteroïden en/of antibiotica, of de noodzaak tot een bezoek aan de Spoedeisende Hulp of ziekenhuisopname*.
4. Een coöperatieve houding en het vermogen om te worden geschoold in het juiste gebruik van dosisaerosolen.
5. Een coöperatieve houding en het vermogen om te worden geschoold in het herkennen van verergering van de symptomen van COPD en het op de juiste wijze vastleggen van de veranderingen in het digitale platform (BlackBerry®), dat de EXACT-PRO-vragenlijst bevat.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven. Vrouwen die zwanger zouden kunnen worden en geen effectieve anticonceptie toepassen, TENZIJ ze aan de volgende definitie van postmenopauzaal voldoen: gedurende 12 maanden natuurlijke (spontane) amenorroe of 6 maanden spontane amenorroe met serum-FSH-spiegel > 40 mIE/ml of toepassing van een of meer van de volgende acceptabele anticonceptiemethoden:
a) chirurgische sterilisatie (bijv. bilaterale tubaligatie, hysterectomie);
b) hormonale anticonceptie (implantaat, pleister, oraal, injectie);
c) dubbele-barrièremethoden (elke combinatie van twee van de volgende: IUD, mannen- of vrouwencondoom, ring, spons, cervixkapje).
Ook totale onthouding kan een acceptabele anticonceptiemethode zijn, mits de leeftijd, carrière, leefstijl of seksuele gerichtheid van de patiënt naar het oordeel van de onderzoeker garandeert dat de patiënt zich eraan houdt. Periodieke onthouding (bijv. kalender-, ovulatie-, symptothermale, post-ovulatiemethode) en terugtrekking zijn geen acceptabele anticonceptiemethoden. De betrouwbare anticonceptie moeten tijdens de hele studie en gedurende 30 dagen nadat met het onderzoeksgeneesmiddel is gestopt worden volgehouden.
2. Diagnose astma.
3. Allergische rhinitis of andere atopische ziekte (bijv. eczeem) in de anamnese.
4. Obstructieve klachten die vroeg in het leven (bijv. op kinderleeftijd) zijn begonnen.
5. Instabiele concomitante ziekte: bijv. ongecontroleerde hyperthyreoïdie, ongecontroleerde diabetes mellitus of andere endocriene ziekte; substantiële leverfunctiestoornis; substantiële nierfunctiestoornis; belangrijke niet-COPD-longaandoening (bijv. tuberculose, longkanker of dergelijke); cardiovasculair lijden (bijv. coronairlijden dat niet onder controle is, ongereguleerde hypertensie); gastro-intestinale aandoening die niet onder controle is (bijv. actief ulcus pepticum); neurologische aandoening; hematologische aandoening die niet onder controle is; auto-immuunziekte die niet onder controle is, of een andere aandoening die naar het oordeel van de onderzoeker invloed op de bruikbaarheid van de resultaten van de studie zou kunnen hebben.
6. Tekenen van hartfalen (NYHA-klasse IV).
7. Klinisch relevante, afwijkende laboratoriumuitslagen die wijzen op een belangrijke of instabiele concomitante ziekte die naar het oordeel van de onderzoeker invloed op de bruikbaarheid van de resultaten van de studie zou kunnen hebben.
8. Patiënten met een serumkaliumspiegel < 3,5 mEq/l (of 3,5 mmol/l).
9. Patiënten met nauwe-kamerhoekglaucoom.
10. Patiënten met COPD-exacerbaties waarvoor systemische corticosteroïden nodig zijn in de 4 weken die aan de screening voorafgaan en tijdens de inloopperiode van 2 weken.
11. Patiënten die langdurig (minstens 12 uur per dag) zuurstoftherapie nodig hebben voor chronische hypoxemie.
12. Patiënten die in de 2 maanden die aan de screeningvisite (visite 1) voorafgaan en tijdens de inloopperiode van de studie met depot-corticosteroïden worden behandeld.
13. Veranderingen in de dosis, het toedieningsschema, de formulering of het tiotropium-preparaat binnen 3 maanden voor de screeningvisite (visite 1) en tijdens de inloopperiode.
14. Veranderingen in de dosis, het toedieningsschema, de formulering of het orale theofylline-preparaat binnen 3 maanden voor de screeningvisite (visite 1) en tijdens de inloopperiode van de studie.
15. Patiënten die met langwerkende antihistaminica (bijv. astemizol, terfenadine) worden behandeld in de 2 maanden die aan de screeningvisite (visite 1) voorafgaan en tijdens de studieduur van 50 weken.
16. Patiënten die met bètablokkers worden behandeld in de week die aan de screeningvisite (visite 1) voorafgaat en tijdens de studieduur van 50 weken.
17. Patiënten met allergie, gevoeligheid of intolerantie voor sympathicomimetische geneesmiddelen of corticosteroïden of voor een van de hulpstoffen in de onderzoeksgeneesmiddelen.
18. Patiënten met tekenen van alcohol- of drugsmisbruik, of die zich naar het oordeel van de onderzoeker niet aan het studieprotocol houden of niet trouw de onderzoeksmedicatie gebruiken.
19. Deelname aan een andere klinische studie met een experimenteel geneesmiddel in de 4 weken die aan de screeningvisite (visite 1) voorafgaan.
20. Patiënten die vanwege COPD chronische mechanische beademing nodig hebben.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2009-012546-23-NL |
CCMO | NL32536.060.10 |