Voornaamste doelstellingen: 1) Het op neuronaal en cognitief niveau bestuderen van EF in het algemeen en specifiek de WG capaciteit bij intelligente adolescenten met HFA, zowel voor abstracte informatie als voor sociaal relevante informatie, met…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ontwikkelingsstoornissen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten: De neuropsychologische en gedragsmatige WG parameters
zoals verkregen uit het neuropschologische onderzoek en de vragenlijsten. De
uitkomstmaten van de neuropsychologische taken en gedrag gegevens uit de
vragenlijsten zijn gestandaardiseerde (z-) scores. Deze gegevens zullen worden
verwerkt in termen van: (i) de samenhang tussen neuropsychologische
testresultaten en de gedragsmatige gegevens uit de vragenlijsten, (ii)
verschillen tussen adolescenten met HFA en normale controle adolescenten.
AMENDEMENT
De neuropsychologische werkgeheugenparameters en MRI-techniek parameters zoals
verkregen door de neuropsychologische taak en de MRI-scan. De eindpunten voor
de neuropsychologische taak zijn gestandaardiseerde (z-) scores. De
MRI-gegevens vooraf worden bewerkt, er zullen activerings kaarten worden
gemaakt en deze zullen worden vergeleken tussen de normale controles en
adolescenten met HFA (GLM). Functionele connectiviteit waarden van ROIs zullen
worden vergeleken en functionele connectiviteits kaarten zullen worden
gegenereerd. Dit alles zal worden verwerkt in termen van: (i) correlatie tussen
neuropsychologische testresultaten, MRI-resultaten en de resulaten op de
gedragsvragenlijsten, (ii) verschillen tussen adolescenten met HFA en normale
controles.
Secundaire uitkomstmaten
De studie parameters van de Delphi procedure bestaan uit de antwoorden van de
experts op de (op de hoofd studie gebaseerde) vragenlijsten. Het eindpunt van
deze procedure zijn de gemiddelde scores van de laatste ronde van de
voorspellingen van de experts.
Achtergrond van het onderzoek
Autisme Spectrum Stoornis (ASS) is een heterogeen neurologisch
ontwikkelingssyndroom in de categorie van de pervasieve
ontwikkelingsstoornissen. De etiologie van ASS is nog onbekend, en in weerwil
van vele studies, lukt het de belangrijkste cognitieve theorieën van ASS -
Theory of Mind tekort hypothese, zwakke centrale coherentie-account en de
executief disfunctioneren theorie - niet om het brede spectrum van aan ASS
gerelateerde symptomen te verklaren.
In Nederland komt een groeiend aantal hoog-gemiddeld intelligente (havo/vwo)
adolescenten met autisme in aanmerking voor speciaal voortgezet onderwijs
vanwege hun sociale, executieve functies (EF) en specifieke leerproblemen.
Hoewel deze jongeren veel problemen in hun dagelijks leven ervaren, is het zeer
moeilijk om deze problemen in een klinische of laboratorium setting te
objectiveren, omdat hoog-gemiddeld intelligente (havo/vwo) adolescenten met
autisme in deze gestructureerde situaties vaak compensatie strategieen
inzetten. Dit maakt het belang voor het vinden van nieuwe manieren om hun
problemen te objectiveren en om de nieuwe informatie te relateren aan de
problemen die de jongeren ervaren buiten de onderzoekssetting noodzakelijk.
Hoewel er veel studies zijn geweest naar het werkgeheugen (WG) (een kerndomein
van EF) bij hoogfunctionerende jongeren met autisme (HFA), kunnen er nog geen
eenduidige conclusies getrokken worden. In deze eerdere studies wordt
aangenomen dat het WG alleen abstracte informatie verwerkt, en slechts twee
studies leggen een directe link tussen het gedrag van jongeren met HFA buiten
het laboratorium en EF en/of het WG. Echter, naar onze mening is een goede
werking van het WG niet alleen belangrijk voor de 'koude' cognitieve processen,
maar is het ook essentieel voor het succesvol navigeren in de sociale wereld.
AMENDEMENT:
Ook functionele MRI studies ondersteunen de theorie dat werkgeheugen
capaciteitsproblemen ten grondslag liggen aan het brede spectrum van problemen
die hoog functionerende adolescenten met ASS hebben. Echter, structurele
beeldvorming studies wijzen op een meer globaal connectiviteits probleem in het
autistische brein. Abnormale groei patronen lijken een verklaring te geven voor
de werkgeheugenproblemen die gevonden worden bij adolescenten met ASS, maar
helaas zijn er, bij ons weten, geen studies gedaan die de gedrags-, functionele
en structurele beeldvorming gegevens uit hetzelfde subject cohort combineert,
zodat er tot nu toe nog geen directe conclusies kunnen worden gertokken over de
klinische implicaties van deze bevindingen.
Onze hypothese is dan ook dat het werkgeheugen een meer centrale rol speelt bij
het herinneren, uploaden en het selecteren van sociale signalen uit de
omgeving, en dus bij de verwerking van zowel 'koude' als 'warme' cognitieve
informatie. WG capaciteit problemen kunnen dan ook een centrale rol spelen in
de brede range van symptomen (zowel 'koude' als 'warme' cognitieve problemen)
zoals die gezien worden bij intelligente adolescenten met HFA.
Doel van het onderzoek
Voornaamste doelstellingen: 1) Het op neuronaal en cognitief niveau bestuderen
van EF in het algemeen en specifiek de WG capaciteit bij intelligente
adolescenten met HFA, zowel voor abstracte informatie als voor sociaal
relevante informatie, met behulp van (neuro) psychologisch onderzoek en MRI
technieken, en 2) het binnen deze groep adolescenten vinden van een verband
tussen WG capaciteit, het functionele werkgeheugennetwerk, microstructurele
veranderingen en hun dagelijks gedrag (vragenlijsten). En als secundaire
doelstellingen: 3) een nieuwe methode vinden om de problemen van deze
specifieke groep adolescenten te objectiveren en 4) pogen om deze resultaten te
vertalen naar de sociale (school) omgeving waar deze jongeren hun problemen
ervaren.
Primaire doelstelling (en):
• Hebben intelligente adolescenten met HFA meer EF problemen op gedragsniveau
(vragenlijsten) en/of cognitief niveau dan vergelijkbare normaal ontwikkelende
adolescenten?
• Hebben intelligente adolescenten met HFA meer WG capaciteits problemen dan
vergelijkbare normaal ontwikkelende adolescenten?
• Vinden de sociale en specifieke leerproblemen, zoals deze worden gevonden bij
intelligente adolescenten met HFA, hun oorsprong in WG capaciteits problemen?
• Is er bij adolescenten met HFA een relatie tussen hun gedragsproblemen en de
druk die er ligt op het WG en zo ja, bestaat er een verschil in het verwerken
van sociaal relevante en abstracte informatie?
• Bestaan er verschillen in eigenschappen van functionele
werkgeheugen-netwerken tussen hoog functionerende adolescenten met ASS en
normale controles? En zo ja, kan dit worden gerelateerd aan micro-structurele
veranderingen in de hersenen en / of met de problemen die deze jongeren hebben
in het dagelijks leven?
Secundaire doelstelling (en):
• Als deze intelligente adolescenten met HFA WG capaciteits problemen hebben,
zijn er dan nieuwe en betere manieren om hun problemen te objectiveren?
• Pogingen zullen worden ondernomen om de resultaten van deze studie te
vertalen naar de sociale (school) omgeving waar deze jongeren hun problemen
ervaren.
Onderzoeksopzet
Het gaat hier om een case-control (observationele) studie. De studie zal worden
uitgevoerd binnen Epilepsie Centrum Kempenhaeghe te Heeze, SVO de Berkenschutse
te Heeze en Radboud Universiteit Nijmegen.
Inschatting van belasting en risico
Adolescent, ouder/verzorger, en leerkracht/mentor worden gevraagd om thuis of
op school twee vragenlijsten in te vullen. Het neuropsychologische onderzoek in
de HFA groep zal ongeveer 4 uur duren. Het neuropsychologische onderzoek in de
normale controle groep zal ongeveer drie uur duren. Hiervoor zal één afspraak
gemaakt worden. Het neuropsychologisch onderzoek is niet- invasief en
nauwelijks belastend. Daarom zijn de risico's van deelname aan deze studie
minimaal. Alle tests en taken zijn in een quiz of spel vorm en zullen worden
aangeboden op een computer of als een papier-pen taak. De adolescent kan werken
in zijn/haar eigen werktempo, en indien gewenst zullen extra pauzes worden
ingelast. Aam deze studie zullen minderjarigen van 12 jaar en ouder deelnemen.
Naar aanleiding van de WHO-richtlijnen, pleiten wij ervoor dat het 'niet,
tenzij'-beginsel van toepassing is op deze studie en dat er op basis van dit
beginsel toestemming voor deze studie verleend moet worden.
AMENDEMENT
Als de adolescent en zijn ouder (s) / verzorger (s) wensen deel te nemen aan de
MRI studie van het Swaan onderzoek, zal een datum voor een MRI-scan sessie en
de ADI-R worden gepland. Tijdens MRI sessie (van 1 uur) zal een ouder/verzorger
in de buurt aanwezig zijn. De MRI-technieken en het neuropsychologische
onderzoek dat wordt toegepast in deze studie zijn niet-invasief en nauwelijks
belastend. Daarom zijn de risico's van deelname aan het onderzoek minimaal. De
adolescent kan werken in zijn / haar eigen tempo, en indien gewenst zullen
extra pauzes worden ingelast. Deze studie betreft minderjarigen van 12 jaar en
ouder. De WHO-richtlijnen volgend, stellen wij dat het "niet tenzij" principe
van toepassing is op deze studie.
Waarom adolescenten: Tijdens de adolescentie vinden er grote veranderingen
plaats in de neurale systemen die nodig zijn voor het aansturen van de hogere
cognitieve functies zoals EF. Een normale ontwikkeling van deze neurale
systemen en EF is noodzakelijk om op te kunnen groeien tot een zelfstandig
volwassene. Tot nu toe is de relatie tussen de neurale veranderingen, de
cognitieve problemen en gedragsproblemen bij adolescenten met HFA onbekend,
maar de gevolgen van deze afwijkende ontwikkeling zijn enorm: Naarmate deze
jongeren opgroeien van vroeg- adolescenten naar jong-volwassenen, groeit ook
het verwachtingspatroon (ten aanzien van deze jongeren) van zelfstandigheid en
sociale competentie vanuit de omgeving; verwachtingen waar deze jongeren vaak
niet aan voldoen. Dit maakt de noodzaak om meer inzicht te krijgen in de
neurocognitieve systemen die schuilgaan achter de problemen van deze jongeren
met HFA, nieuwe manieren te vinden om hun problemen te objectiveren en om
nieuwe manieren te vinden om deze problemen tegen te gaan, erg hoog. Een
mogelijke manier om deze problemen in de toekomst tegen te gaan zou een vorm
van werkgeheugentraining kunnen zijn. Omdat de impact van training groter is in
een niet volgroeid brein, zou deze training het beste gegeven kunnen worden
tijdens de adolescentie wanneer het WG volop in ontwikkeling is. Deze
combinatie van factoren zorgen ervoor dat het bestuderen van de problemen van
mensen met HFA het beste tijdens de adolescentie periode kan plaatsvinden.
Omdat er tussen volwassenen en adolescenten verschillen bestaan in WG
strategieën, WG capaciteit en neurale netwerken, is het niet mogelijk om deze
studie uit te voeren bij volwassenen.
Het is deze combinatie van factoren (neurologische veranderingen, cognitieve
ontwikkelings factoren, en gedrags-en omgevingsfactoren), waardoor het van
essentieel belang is om de EF problemen en sociale problemen van bij personen
met HFA tijdens de adolescentie te bestuderen. Dit alles met het doel om meer
inzicht te krijgen in het neurocognitieve systeem achter de HFA problemen van
deze jongeren, en om een nieuwe manier te vinden om hun problemen te
objectiveren en interventiemethoden te ontwikkelen.
Omdat alle effecten die in deze studie gevonden zullen worden relatieve
effecten (niet absoluut) zijn, is een vergelijking met een gematchte groep
jongeren met een normale ontwikkeling nodig om de resultaten te kunnen
begrijpen en interpreteren.
Publiek
Sterkselseweg 65
5591 VE
NL
Wetenschappelijk
Sterkselseweg 65
5591 VE
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Voor adolescenten met HFA:
- Leeftijd van 12 tot 16 jaar
- Een diagnose Autisme stoornis of stoornis van Asperger gesteld conform de diagnostische criteria zoals geformuleerd in de DSM-IV.
- Een ondertekend geïnformeerde toestemmingsformulier van de adolescent en de ouder / verzorger.
- Een hoge gemiddelde intelligentie conform een havo / vwo-niveau.;Voor normale controle adolescenten:
- Leeftijd van 12 tot 16 jaar
- Een ondertekende geïnformeerde toestemmingsverklaring van de adolescent en de ouder / verzorger.
- Een hoge gemiddelde intelligentie conform een havo / vwo-niveau.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Voor adolescenten met HFA:
- Een diagnose voor andere (co-morbide) psychische stoornissen of psychiatrische ziekten zoals geformuleerd in de DSM-IV, zoals: Aandachtstekort- en gedragsstoornissen, angststoornissen en stemmingsstoornissen.
- Het voorkomen van extra variabelen die het cognitief functioneren kunnen beïnvloeden, zoals pathologie van het centrale zenuwstelsel (CNS), een aanzienlijke slechthorendheid, en medicinale behandeling van epilepsie.
- Het gebruik van methylfenidaat. In overleg met de verantwoordelijke arts, ouder / verzorger en adolescenten wordt gevraagd of zij bereid zijn om het geneesmiddel niet op de dag van het neuropsychologisch onderzoek in te nemen. Als iedereen hier mee akkoord gaat, kan de adolescent deelnemen aan de studie.
- Onvermogen om de Nederlandse taal te spreken / begrijpen.
- Visus minder dan +4.5 D of - 4.5D.
• Claustrofobie.
• Metale implantaten of andere contraindicaties voor MRI;Voor normale controle adolescenten:
- Een diagnose voor een psychische stoornis of psychiatrische ziekte, zoals geformuleerd in de DSM-IV, zoals pervasieve ontwikkelingsstoornissen, aandachtstekort- en gedragsstoornissen, separatieangst, selectief mutisme, hechtingsstoornis, angststoornissen en stemmingsstoornissen.
- Het voorkomen van extra variabelen die het cognitief functioneren kunnen beïnvloeden, zoals pathologie van het centrale zenuwstelsel, significante slechthorendheid, en medicinale behandeling van epilepsie.
- Het gebruik van methylfenidaat. In overleg met de verantwoordelijke arts, ouder / verzorger en adolescenten wordt gevraagd of zij bereid zijn om het geneesmiddel niet op de dag van het neuropsychologisch onderzoek in te nemen. Als iedereen hier mee akkoord gaat, kan de adolescent deelnemen aan de studie.
- Onvermogen om de Nederlandse taal te spreken / begrijpen.
- Visus minder dan +4.5 D of - 4.5D.
• Claustrofobie.
• Metale implantaten of andere contraindicaties voor MRI
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL32788.068.10 |
Ander register | TC2519 |