Doel:De hypothese van deze studie is dat laboratoriummarkers voor bloedstolling, bloedplaatjes en ontsteking kunnen helpen bij het identificeren van patienten at risk voor een recidief cardiovasculaire complicatie na het ACS. Dit in vergelijking met…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stollingsstoornissen en bloedingsdiathesen (excl. trombocytopenische)
- Kransslagaderaandoeningen
- Arteriosclerose, stenose, vaatinsufficiëntie en necrose
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Studie parameters/eindpunten:
een panel van stollingsmarkers zal worden bepaald: micropartikels, hsCRP,
interleukinen, NT-pro-BNP, D-dimer, flTFPI, proteine S. Waarbij gebruik wordt
gemaakt van verschillende technieken,de trombine generatie test en elisa's met
recombinant nanobodies. De eindpunten van de studie zijn cardiovasculaire dood,
recidief myocardinfarct, secundaire coronaire interventie (PCI of CABG) en
tromboembolische CVA.
Secundaire uitkomstmaten
not applicable
Achtergrond van het onderzoek
Achtergrond:
Ischemische hartziekten zijn een van de voornaamste doodsoorzaken in de
westerse wereld. Jaarlijks overlijden meer dan 6 miljoen mensen aan deze
aandoening, een aantal dat zal blijven stijgen tot in 2030. Verreweg de meest
voorkomende oorzaak van ischemische hartziekten is coronaire atherosclerose.
Ruptuur van een atherosclerotische plaque met als gevolg trombose van een
coronairarterie is de hoofdoorzaak van het acuut coronair syndroom (ACS),
bestaande uit instabiele angina pectoris, het myocardinfarct en plotselinge
dood. De directe overlevingskansen van een myocardinfarct zijn gedurende de
periode 1980-2008 fors verbeterd. Het aantal doden is gedaald met 62% van
20.352 tot 7.792, met name door snellere en adequatere behandelingsopties.
Desondanks hebben patienten na het ACS een verhoogd risico op het krijgen van
een recidief myocardinfarct en daarnaast op het krijgen van andere vasculaire
complicaties. Niet bij alle ACS patienten treden nieuwe cardiovasculaire
complicaties op, echter, tot op heden ontbreken er methoden ter selectie van
die groep patienten met een verhoogd risico op een complicatie. Hoewel
gebruikelijk bloedplaatjes worden beschouwd als de belangrijkste factor in
arteriële trombose, uitgelokt door ruptuur van een atherosclerotische plaque,
zijn er recent veel nieuwe inzichten gekomen in het belang van plasmatische
stoleiwitten in dit proces. Verschillende plasma markers voor geactiveerde
bloedstolling zijn reeds onderzocht in trombotische aandoeningen, waaronder
ACS. Meerdere studies hebben aangetoond dat er bij ACS patienten sprake is van
een verhoogde concentratie van bepaalde stollings- en firbrinolyse markers.
Echter, maar enkele studies hebben geprobeerd deze resultaten naar de kliniek
te vertalen.
Doel van het onderzoek
Doel:
De hypothese van deze studie is dat laboratoriummarkers voor bloedstolling,
bloedplaatjes en ontsteking kunnen helpen bij het identificeren van patienten
at risk voor een recidief cardiovasculaire complicatie na het ACS. Dit in
vergelijking met de huidige situatie, waar geen van deze markers worden
gebruikt. Daarnaast verwachten we, gebaseerd op de pathofysiologische
verschillen tussen de subgroepen van het ACS (instabiele angina pectoris en het
myocardinfarct), een verschil te vinden in laboratoriummarkers tussen deze
groepen. Uiteindelijk zou een betere risicovoorspelling zou kunnen leiden tot
een meer afgewogen keuze voor secundaire preventieve (orale antistolling of
plaatjesremming) bij deze patienten.
Onderzoeksopzet
Studie opzet:
Prospectieve cohort studie bij 350 patienten met het acuut coronair syndroom.
Inschatting van belasting en risico
Belasting en risico studiepopulatie:
Er zullen 3 venapuncties plaatsvinden. De eerste bij het stellen van de
diagnose, in de ambulance of op de eerste hart hulp (academisch ziekenhuis
Maastricht of Atrium ziekenhuis Heerlen), voor het toedienen van medicatie. De
tweede afname vindt plaats na 1 maand en de derde afname na 6 maanden. Voor de
bloedafname na 1 en na 6 maanden zullen patienten een bezoek moeten brengen aan
het hart- en vaatcentrum van een van de twee deelnemende centra. Na 12 en 24
maanden zal er tevens een telefonische vragenlijst worden afgenomen om
eindpunten te beoordelen.
Van de controlepopulatie wordt alleen het reeds in de ambulance afgenomen bloed
gebruikt, er zullen geen verdere venapuncties plaatsvinden
Publiek
Universiteitssingel 50
Maastricht 6229 ER
NL
Wetenschappelijk
Universiteitssingel 50
Maastricht 6229 ER
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Studiepopulatie = Patienten >18jaar die voldoen aan de criteria van het acuut coronair syndroom: instabiele angina pectoris, myocardinfarct zonder ST segment elevatie, myocardinfarct met ST segment elevatie;Controle populatie = Patienten >18jaar die NIET voldoen aan de criteria van het acuut coronair syndroom, waarbij het ambulance personeel bloed heeft afgenomen tijdens vervoer naar het ziekenhuis vanwege sterke verdenking op ACS.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Studiepopulatie =
1. Onvermogen om voor follow-up afspraken (na 1 en 6 maanden) naar een van de deelnemende centra te komen.
2. Patiënten die orale anticoagulantia gebruiken.;Controle populatie = Patiënten die orale anticoagulantia gebruiken.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL35413.068.11 |