In een gerandomiseerde single-blinded studie vergelijken wij twee behandelingen voor GTS en CTD patiënten. Het voornaamste doel van deze studie is de effecten van het medicament risperidon te vergelijken met ERP. Drop-out rates en bijwerkingen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
neuropsychiatrische aandoening (syndroom van Gilles de la Tourette en aanverwante chronische ticstoornissen)
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaat is de ernst van tics volgens de Yale Global Tic Severity
Scale (YGTSS), direct na behandeling (na 12 weken). De YGTSS is een
veelgebruikte klinische schaal die informatie over ernst van motorische en
vocale tics in kaart brengt op vijf dimensies: aantal, frequentie, intensiteit,
complexiteit en interferentie. Voorts wordt een inschatting gegeven van hinder
van tics. Dit leidt tot een totale ernstscore die varieert van 0 (geen tics)
tot 55 (ernstige tics). Deze score, zoals vastgesteld na afloop van de
behandeling door een onafhankelijke, getrainde expert die blind is voor de
aangeboden behandeling, zal dienen als primaire uitkomstmaat.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten zijn onder andere ticfrequentie thuis en op het
instituut na 12 weken, en ernst van tics en ticfrequentie thuis en op het
instituut na 6 en 12 maanden (follow-up). Beoordeling van het functioneren en
kwaliteit van leven, kosteneffectiviteit, ernst van premonitore sensaties,
bijwerkingen en mate van comorbiditeit worden eveneens gemeten, evenals
resultaten halverwege de behandeling (na 6 weken). Er zal tevens worden
getracht prognostisch factoren voor respons op de 2 verschillende behandelingen
(medicatie of gedragstherapie) te bepalen met multivariatie analyse. Tot slot
zullen ook lange termijn effecten gemeten worden middels follow-up metingen
(week 24 en 52).
Ticfrequentie thuis wordt gemeten middels dagboekregistraties door een van de
ouders/ partner van patient. Dagelijks wordt gedurende een vast tijdstip en
bezigheid een kwartier lang het aantal tics geteld. Ticfrequentie op het
instituut wordt gemeten middels het tellen van tics van video-opnamen van de
YGTSS. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat gestandaardiseerde tictellingen
van 5 minuten video opnamen betrouwbare en stabiele metingen zijn van
ticfrequentie en voldoende correleren met scores op de YGTSS (Chapell et al.,
2004).
Kwaliteit van leven wordt gemeten middels de Gilles de la Tourette Syndrome*
Quality of Life Scale(GTS-QOL, Cavanna et al, 2008), een zelfrapportage
instrument van 27 items. De GTS-QOL meet GTS specifieke kwaliteit van leven op
4 subschalen, en toont een hoge betrouwbaarheid, test-hertest betrouwbaarheid
en validiteit. Ten behoeve van de kosteneffectiviteit worden directe en
indirecte medische kosten en produktiviteitsverlies meegenomen. De TIC-P
(Trimbos/iMTA questionnaire for costs associated with psychiatric illness,
Hakkaart-van Roijen, 2002) wordt hiertoe afgenomen. Ernst van premonitore
sensaties wordt gemeten middels de Premonitory Urge for Tics Scale (PUTS, Woods
et al, 2005). De PUTS is een korte zelf-invulvragenlijst. Bijwerkingen worden
gemeten middels de UKU Side Effects Rating Scale (Lingjaerde et al., 1987) en
de Extrapyramidal Symptom Rating Scale (ESRS, Chouinard et al, 1980). Tot slot
wordt comorbiditeit gemeten middels klachtspecifieke vragenlijsten/ interviews.
In het geval van comorbide obsessieve compulsieve stoornis wordt de Yale Brown
Obsessive Compulsive Scale (Y-BOCS, Goodman et al., 1989) of Children*s Yale
Brown Obsessive Compulsive Scale (CY-BOCS, Scahill et al, 1997) afgenomen. In
het geval van comorbide ADHD, wordt de ernst hiervan vastgesteld middels de
Conners' Adult ADHD Rating Scales (CAARS, Conners et al, 1999), en bij kinderen
middels de Conners' rating scales-revised (CRS-R, Conners, 1997). Bij comorbide
autisme wordt de Adults Social Behavior Questionnaire (VIS-V, van den Bosch et
al, 2002) danwel de Children*s Social Behavior Questionnaire (VISK, Luteijn et
al, 2002) afgenomen.
Achtergrond van het onderzoek
Het syndroom van Gilles de la Tourette (GTS) en chronische ticstoornissen (CTD)
zijn neuropsychiatrische aandoeningen die ontstaan voor het 18de jaar en worden
gekenmerkt door tics. Tics kunnen veel lijdensdruk veroorzaken, interfereren
met werk en sociale contacten, en pijn- en gewrichtsklachten veroorzaken.
Effectieve behandeling van tics is dan ook noodzakelijk om de kwaliteit van
leven te vergroten. Medicamenteuze behandeling met behulp van Dopamine-2
receptorblokkerende antipsychotica is tot nu toe de de meest toegepaste
behandeling, maar wordt door meer dan 70% van de patiënten binnen 1 jaar
gestaakt vanwege bijwerkingen. Ook staan veel patienten aarzelend tegenover
medicatie. Uit verschillende gerandomiseerde, gecontroleerde trials is gebleken
dat gedragstherapie een effectieve behandelmethode is voor tics. Een van deze
methoden is exposure en responspreventie (ERP). Van ERP is de effectiviteit als
behandelmethode voor het syndroom van Gilles de la Tourette (GTS) en chronische
ticstoornis (CTD) in recent onderzoek aangetoond. ERP bestaat uit exposure aan
premonitore sensaties die vaak aan de tic voorafgaan. Door het tegenhouden van
tics (responspreventie) ontstaat de mogelijkheid te wennen aan deze sensaties,
met ticreductie tot gevolg. Op dit moment zijn er nog geen vergelijkende
studies tussen medicatie en ERP bij patiënten met GTS en CTD.
Doel van deze studie is om het effect van ERP te vergelijken met risperidon in
de behandeling van tics. Verwacht wordt dat ERP superieur is aan medicatie,
mede gelet op grotere effectiviteit t.o.v. placebo in eerdere studies, minder
bijwerkingen, lagere dropout en betere follow-up resultaten. Van medicatie is
bekend dat eventueel bereikt effect vaak verdwijnt na stoppen van de medicatie.
Met gedragstherapie wordt een strategie aangeleerd die patienten levenslang
kunnen gebruiken, ook na stoppen van de behandeling. In dit onderzoek wordt
tevens beoogd prognostische factoren met betrekking tot behandelresultaat te
identificeren.
80 patiënten met GTS of CTD worden gerandomiseerd naar behandeling middels
risperidon (2-6 mg. per dag) of ERP (12 wekelijkse sessies). Na een baseline
meting van 2 weken en behandeling van 12 weken wordt het effect van behandeling
gemeten. De primaire uitkomstmaat is de Yale Global Tic Severity Scale (YGTSS,
Leckman et al, 1989) na 12 weken behandeling. Deze wordt bepaald door getrainde
experts, geblindeerd voor de toegewezen behandeling. Secundaire uitkomstmaten
zijn videotape tic tellingen, kwaliteit van leven metingen, bijwerkingen,
dropout en kosteneffectiviteit. Tot slot zullen lange termijn effecten
meegenomen worden middels follow-up metingen (week 24 en 52).
Doel van het onderzoek
In een gerandomiseerde single-blinded studie vergelijken wij twee behandelingen
voor GTS en CTD patiënten. Het voornaamste doel van deze studie is de effecten
van het medicament risperidon te vergelijken met ERP. Drop-out rates en
bijwerkingen worden hierin meegenomen. Ook willen wij kosteneffectiviteit
meenemen en voorspellende factoren met betrekking tot behandelresultaat
identificeren. Tot slot willen wij lange termijn effecten vaststellen door
middel van follow-up.
Onderzoeksopzet
Het betreft een gerandomiseerde single-blinded effectiviteitsstudie bij 2
groepen van 40 patienten, om verschillen tussen twee behandelmethodes, te
weten Risperidon en ERP te detecteren. Tevens wordt een vergelijking in
uitvalspercentages en bijwerkingen profielen meegenomen.
Statistische analyse:
Bij 2 groepen van 40 patiënten is, uitgaande van een SD van 6 en correlatie van
.78 tussen baseline en nameting, de power om een verschil van 2 punten tussen
beide groepen te detecteren .65, voor een verschil van 2.5 .84 en voor een
verschil van 3 punten .94 bij analyse met ANCOVA, waarbij baseline YGTSS scores
als co-variaat worden meegenomen. De YGTSS score zal hierin de primaire
uitkomstmaat zijn, met een (tweezijdig) significantieniveau van p<0,05.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Randomisatie begint nadat de in- en exclusiecriteria gecontroleerd zijn. Stratificatie wordt toegepast voor patiënten onder en boven de 18 jaar oud. Er zijn twee behandelcondities: 1) Exposure en responspreventie (ERP); 2) Risperidon. Behandeling begint 2 weken na inclusie met een baselinemeting van ticregistratie thuis. De ERP conditie bestaat uit 12 sessies van 1 uur. Patiënten leren in 2 intrainsessies om systematisch hun tics te onderdrukken (d.w.z. responspreventie). In de 10 daaropvolgende sessies vindt tegelijkertijd blootstelling (exposure) plaats aan het onaangename zintuiglijke gevoel (sensorische sensatie), dat vaak aan de tic voorafgaat. Er zijn aanwijzingen gevonden dat patienten door de tic tegen te houden leren dit onaangename gevoel te dulden. Op deze manier kunnen zij hieraan wennen (habituatie). De therapeut moedigt de patiënt aan om alle tics te onderdrukken en tegelijkertijd de concentratie op dit nare gevoel vast te houden. Tijdens sessies wordt informatie over de sensorische sensatie verzameld, waaronder het bestaan ervan, de precieze anatomische locatie, aard en ernst ervan. De ernstbeleving wordt iedere vijf minuten op een vijf-puntsschaal nagevraagd en in een grafiek gezet. Wanneer er toch een tic optreedt, wordt deze geregistreerd. Integriteit van behandeling wordt gegarandeerd door het gebruik van behandelprotocollen (Verdellen et al, 2004), intensieve training en supervisie van therapeuten en het bekijken van opnames van sessies. Het resultaat van ERP is reeds bewezen in 1 gecontroleerde, gerandomiseerde studie en enkele gevalsbeschrijvingen (voor een overzicht zie Cook& Blacher, 2007) De medicatie conditie bestaat uit een flexibele dosis risperidon (2-6 mg per dag). Patiënten in de medicatie conditie zullen wekelijks gecontacteerd worden over resultaten en bijwerkingen. Integriteit van medicatiebehandeling wordt gegarandeerd door een compliance check middels bloedonderzoek na 6 weken. Ook de werkzaamheid van risperidon is reeds bewezen in verschillende studies (voor een overzicht van verschillende medicatie bij tics zie Cath et al., 2008).
Inschatting van belasting en risico
Belasting zit met name in extra tijd voor meetmomenten door diverse
professionals. De meetmomenten, uitgevoerd door onafhankelijke assessoren,
zullen echter zo veel mogelijk gekoppeld worden aan momenten dat patienten toch
voor behandeling moeten komen. Ook bloedonderzoek als onderdeel van compliance
check en reguliere videoopnamen kunnen voor wat extra belasting zorgen. De
behandeling zelf levert geen extra belasting of risico op voor de patient; de
behandelingen zijn beiden reeds aangetoond effectieve behandelwijzen voor tics.
Ook wanneer zij niet deelnemen aan het onderzoek, zullen zij een van beide
behandelwijzen aangeboden krijgen.
Publiek
Leyweg 275
2545 CH Den Haag
NL
Wetenschappelijk
Leyweg 275
2545 CH Den Haag
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patienten met het syndroom van Gilles de la Tourette of een chronische ticstoornis, zoals gesteld middels DSM-IV criteria, worden geincludeerd in de studie. Zowel kinderen als volwassenen worden geincludeerd, in leeftijd van 6 tot 65 jaar oud. Een door de patient getekende informed consent is noodzakelijk om mee te kunnen doen in de studie. In het geval de patient jonger dan 16 jaar is, is tevens een getekende informed consent van de ouders noodzakelijk.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusie criteria zijn ernstige depressieve stoornis, psychose, verslaving, mentale beperkingen bekende cardiovasculaire aandoeningen,positieve familieanamnese voor verlengd QT-interval, bradycardie, andere medicatie die een verlengd QT-interval kan veroorzaken, en het niet beheersen van geschreven en gesproken Nederlandse taal. Exclusiecriteria zullen worden vastgesteld middels toepassing van het Mini International Neuropsychiatric Interview (volwassenen) of de KIDDIE-SADS (kinderen). Patienten dienen tenminste vier weken voor aanvang van de studie geen antipsychotica te gebruiken.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2009-011134-96-NL |
CCMO | NL27245.098.09 |