1. Het visualiseren van de biodistributie van rituximab in diverse weefsels door injectie van [89Zr]rituximab en PET-CT bij reumatoïde artritis patiënten die starten met rituximab behandeling.2. Het bestuderen van de relatie tussen de biodistributie…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Auto-immuunziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Visualiseren van weefsel biodistributie patronen van rituximab therapie bij RA
patiënten met [89Zr]rituximab PET-CT bij aanvang van de behandeling.
Secundaire uitkomstmaten
1. [89Zr]rituximab PET-CT beelden van RA ' responders' en ' non-responders'
op rituximab behandeling.
2. Reactie van lymfeklierweefsel op rituximab behandeling in relatie tot de
klinische uitkomst en beeldvorming.
Achtergrond van het onderzoek
De laatste jaren is gebleken dat reumatoïde artritis (RA) succesvol kan worden
behandeld met biologicals, waaronder rituximab. Rituximab is een anti-B cel
therapie en wordt gegeven aan RA patiënten die eerder op anti-tumor necrosis
factor (anti-TNF) therapie gefaald hebben, dan wel intolerant hiervoor waren.
Ondanks het succes van de behandeling met rituximab bij RA, is er nog steeds
een belangrijke groep patiënten waarbij deze behandeling niet aanslaat. Om meer
inzicht te kunnen verkrijgen waardoor het verschil in effect van de behandeling
wordt bepaald, richt dit onderzoek zich op het visualiseren van de
lichaamsverdeling van rituximab met PET-CT. In het bijzonder wordt in dit
onderzoek aandacht besteed aan het effect van rituximab op lymfeklierweefsel
omdat het waarschijnlijk is dat de lymfeklier een belangrijke plaats van
aangrijpen van rituximab is maar niet eerder onderzocht is in relatie tot
rituximab behandeling bij RA.
Doel van het onderzoek
1. Het visualiseren van de biodistributie van rituximab in diverse weefsels
door injectie van [89Zr]rituximab en PET-CT bij reumatoïde artritis patiënten
die starten met rituximab behandeling.
2. Het bestuderen van de relatie tussen de biodistributie van [89Zr]rituximab
op de PET-CT scan en de klinische uitkomst van de therapeutische effectiviteit
van rituximab.
3. Het bestuderen van de relatie tussen de lymfeklieropname van [89Zr]rituximab
in het lymfeklierweefsel en de histologische reactie van het lymfeklierweefsel
op de rituximab behandeling alsmede de relatie tussen klinische response en
histologische response van het lymfeklierweefsel op de rituximab behandeling.
Onderzoeksopzet
Er zullen twintig anti-B cel therapie naive RA patienten met een klinische
indicatie tot het starten van anti-B cel therapie geincludeerd worden. De
patienten zullen volgens het standaard klinische infusie protocol van rituximab
behandeld worden (bij inclusie (t=0) en op dag 14); het eerste rituximab infuus
(t=0) gevolgd door infusie van [89Zr]Rituximab. PET-CT images zullen op dag 6
worden gemaakt. Daarnaast zullen voor en 4 weken na rituximab behandeling
lymfeklierbiopten uit de lies onder echo-geleide worden afgenomen voor
immunohistochemische analyse. Klilnische follow-up zal tot en met 24 weken
plaatsvinden. PET-CT data zullen met klinische respons en met
immunohistochemische worden vergeleken.
Inclusie van patienten, infusie van (radioactief) rituximab en PET-CT scanning
(inclusief bloed afnamens) alsmede klinische follow-up zullen in het VU Medisch
Centrum (VUMC) worden verricht. De lymfeklier biopsieen en immunohistochemische
analyse van het lymfeklier weefsel zullen in het Academisch Medisch Centrum
(AMC) worden uitgevoerd.
Inschatting van belasting en risico
1. Blootstelling aan radioactiviteit.
Gebaseerd op de preliminaire data van [89Zr]rituximab en andere 89-Zr gelabelde
antilichamen zoals [89Zr]U36 cMab (effectieve dosis = 0.53 ± 0.03 mSv/MBq,
wordt een effectieve dosis van 10 mSv verwacht. CT scans, gebruikt voor
attenuatie correctie, leveren een extra dosis van 2 mSv per RA patiënt. De
totale effectieve dosis zal hiermee rond 12 mSv per patiënt liggen, hetgeen
overeenkomt met 6 maal de jaarlijkse achtergrondsstraling in Nederland. Volgens
het ICRP-62 model, zal het risiconiveau corresponderen met "matig" , terwijl
het sociale voordeel als "substantieel" wordt beschouwd.
2. Idiosyncratische reactie van de tracer.
Er wordt een lage dosis [89Zr]rituximab toegediend. [89Zr]rituximab is reeds
veilig aan oncologie patiënten toegediend. In het algemeen zijn 89-Zr gelabelde
antilichamen zonder bijwerkingen aan > 100 patiënten toegediend.
3. Vena punctie en bloedafname.
[89Zr]rituximab zal intraveneus worden toegediend. De benodigde vena punctie is
vergelijkbaar met dezelfde handeling in de klinische praktijk. Er zal een
infuusnaald in een vena worden ingebracht welke bruikbaar is voor meerdere
bloedafnames. Hierdoor hoeft patiënt niet herhaaldelijk te worden geprikt.
4. Ongemak tijdens het scannen.
Het kan lastig zijn om zonder te bewegen op het scanbed te liggen. Sommige
patiënten kunnen het scannen als beangstigend ervaren. Om patiënten zoveel
mogelijk op hun gemak te brengen, zullen zij voor het scannen bekend worden
gemaakt met de scanomgeving. Daarnaast zal de medische staf tijdens het scannen
aanwezig zijn en kan de patiënt te allen tijden van het scanbed worden gehaald
als dat wenselijk is.
5.Ongemak tijdens de lymfeklier biopsie.
Voorafgaande aan het verrichten van de lymfeklier biopsie, zal onder
plaatselijke verdoving een kleine incisie in de linker of rechter lies regio
worden gemaakt. Dit laat een litteken van ongeveer 0.5 cm achter. Er is een
klein risico op de ontwikkeling van een plaatselijk hematoom, welke spontaan
weer zal genezen. De gehele procedure zal niet meer dan 45 minuten in beslag
nemen. De groep van Prof. Tak in het AMC heeft uitgebreide ervaring met deze
procedure, welke door patiënten over het algemeen goed wordt verdragen en
welke eerder reeds goedgekeurd is door de IRB van het AMC.
Publiek
De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081HV
NL
Wetenschappelijk
De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081HV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Mannen en vrouwen, * 18 jaar
2. Diagnose reumatoïde artritis volgens ACR criteria (Arnett et al 1988)
3. Behandeling met disease modifying anti-rheumatic drugs (DMARDS), corticosteroiden tot 10 mg dd en non-steroidal anti-inflammatory drugs (NSAIDs) is toegestaan mits de dosering tenminste 2 weken stabiel is. Patiënten moeten eerder zonder afdoende effect behandeld zijn geweest met tenminste één anti-tumour necrosis factor (anti-TNF) of hierop een intolerantie ontwikkeld hebben. Anti-TNF moet tenminste 4 weken voor de rituximab behandeling gestaakt zijn.
4. Patiënten moeten zich kunnen houden aan de voorschriften van het studieprotocol en aan de studieafspraken.
5. Patiënten moeten in staat zijn een informed consent te geven. The informed consent moet voorafgaande aan de studie zijn verkregen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Behandeling met studiemedicatie in de 3 maanden voorafgaande aan de studie met rituximab.
2. Zwangerschap en borstvoeding.
3. Eerdere blootstelling aan radioactiviteit in het jaar voorafgaand aan inclusie in de studie.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL31575.029.10 |