De effecten van een bewegingsprogramma op het loopgedrag en spier kracht van ouderen

Het looppatroon van ouderen laat veranderingen zien in vergelijking met het
looppatroon van jongeren mensen, waaronder korte stap lengtes en langzamere
snelheden. Het is goed gedocumenteerd dat ouderen kunnen profiteren van de
kracht, power, Tai-Chi, balans, en specifieke loop training, wat resulteert in
sneller lopen. Echter, het onderliggende mechanisme van hoe deze verschillende
interventies te verbeteren loopsnelheid is onbekend. Om de effectiviteit van
interventies te verhogen, voor het verbeteren van loopsnelheid, en andere
kritische functies mobiliteit in ouderen is er behoefte aan een verschuiving
van conventionele uitkomsten meer geavanceerde biomechanische analyse die
gewrichtskinematica, kinetica en energetica onderzoeken vóór en na de
interventies.

De primaire doelstelling is om de effecten van de 12-weken krachttraining op
gang biomechanica en spierkracht in oude volwassenen bepalen. De tweede
doelstelling is het bepalen van de relatieve inspanning die nodig is voor
wandelen in ouderen en gezonde jongeren.

Randomized controlled trail met een voor, midden, en na-meeting. Als toevoeging
is er een cross-sectional arm waarbij de data op de voormeting vergeleken wordt
met de resultaten van een groep gezonde jongvolwassenen.

De trainingsgroepen (groep 1 en 2) trainen beide 3 keer in de week voor 12 weken lang. Groep 1 traint middels een krachttraining protocol. Groep 2 traint volgens een powertraining protocol. Daarnaast is er een niet-actieve controle groep. Deze groep zal alleen naar het bewegingslab komen om testen uit te voeren.

Het onderzoek wordt uitgevoerd bij het Centrum voor Bewegingswetenschappen. Er
is een voor, midden, en nameting, die individueel ongeveer 2 uur duren. Tussen
de testsessies zullen de proefpersonen mee doen aan een bewegingsprogramma.
Krachtmetingen worden gedaan volgens veilige en gestandaardiseerde protocollen.
Voor de loopanalyse lopen de proefpersonen heen en weer in een
bewegingslaboratorium. The waarschijnlijke risico's van vallen zijn laag,
aangezien de proefpersonen worden gevraagd om een normale beweging van het
dagelijks leven uit te voeren. De loopanalyse is kort van duur, proefpersonen
mogen rusten wanneer ze willen, er is dus weinig kans op vermoeidheid. Tijdens
de krachtmetingen en de loopanalyse zal er spieractiviteit d.m.v.
electromyography verzameld worden.