Het doel van het onderzoek is om de PK variabiliteit van vemurafenib, dabrafenib en trametinib te beschrijven en verband te leggen tussen de PK en effectiviteit. Meer inzicht in de PK-PD relatie kan worden gebruikt om therapie te optimaliseren en om…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Huidneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het beschrijven van de PK variabiliteit van vemurafenib, dabrafenib en/of
trametinib behandeling en van het verband tussen de PK en effectiviteit
(Radiologische beoordeling volgens RECIST Version 1.1)/ toxiciteit (gegradeerd
op basis van de National Cancer Institute Common Toxicity grading Criteria for
adverse events (CTC, versie 4.03)) in een *real life* cohort van melanoom
patienten.
Secundaire uitkomstmaten
- evalueren van de invloed van verschillende parameters op de farmacokinetiek
en farmacodynamiek variabiliteit.
- identificeren van genotypes van metaboliserende enzymen en
transporters om te onderzoeken of deze genotypes invloed hebben op de
farmacokinetiek en farmacodynamiek.
- identificeren van metabolieten, die eventueel invloed op de
farmacokinetiek en -dynamiek hebben, om zo meer inzicht in de biotransformatie
te krijgen.
- monitoren van de invloed van voedsel op de farmacokinetiek.
- bepalen van de geneesmiddel concentratie (vemurafenib en dabrafenib)
in huid en plasma samples, om zo de relatie tussen geneesmiddel concentraties
in de huid en de ontwikkeling van cutaan plaveiselcelcarcinoom (CSCC) te
onderzoeken.
- prospectief valideren van een methode om vemurafenib, dabrafenib en
trametinib concentraties te bepalen in dried blood spots (DBS).
Achtergrond van het onderzoek
BRAF- en MEK-remmers zijn nieuwe geneesmiddelen bij de behandeling van
melanoom. Inter- en intrapatient variabiliteit in farmacokinetiek bij de
behandeling met BRAF remmers (BRAFi) kan een grote invloed hebben op de
respons. In een fase I met vemurafenib werd een grote interpatient
variabiliteit van plasma concentraties gevonden. Hier was al bewijs aanwezig
dat er een relatie bestaat tussen de plasma concentraties en de
respons/toxiciteit. Er wordt momenteel ook onderzoek gedaan naar de interactie
met voedsel. Door meer te weten te komen over de PK-PD relatie, kan de
behandeling wellicht worden geoptimaliseerd waardoor resistentie en
toxiciteiten voorkomen kunnen worden. Cutaan plaveiselcel carcinoom (CSCC) is
één van de veel voorkomende bijwerkingen (in 18% van de patiënten). Door
bijwerkingen werd bij 38% van de patiënten de dosis gereduceerd. Dit geeft aan
dat de aanbevolen dosering nog niet optimaal is. Door meer inzicht te krijgen
in de farmacokinetiek van BRAF remmers, kan de dosering worden geoptimaliseerd.
Hetzelfde geldt voor MEK remmers (MEKi).
Momenteel is er nog niet genoeg data beschikbaar om TDM toe te passen in de
kliniek. Er is nog geen bevestigende data dat routinematig TDM de de uitkomst
van de therapie verbetert. Door in deze real life cohort van melanoom patiënten
de plasma spiegels to monitoren komen we meer te weten over de farmacokinetiek,
verminderde respons, resistentie en het ontstaan van toxiciteiten bij BRAFi
en/of MEKi behandeling.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is om de PK variabiliteit van vemurafenib,
dabrafenib en trametinib te beschrijven en verband te leggen tussen de PK en
effectiviteit. Meer inzicht in de PK-PD relatie kan worden gebruikt om therapie
te optimaliseren en om resistentie te voorkomen. Daarnaast wordt er onderzocht
welke parameters invloed kunnen hebben op de farmacokinetiek en
farmacodynamiek. Om therapeutic drug monitoring minder invasief te maken zal er
dried blood spot methode worden gevalideerd.
Onderzoeksopzet
Dit is een longitudinale follow-up van een cohort melanoom patiënten die in het
Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis worden behandeld met vemurafenib, dabrafenib
en/of trametinib. Patiënten worden behandeld met vemurafenib, dabrafenib en/of
trametinib zoals is voorgeschreven door de behandelend arts. Er worden verder
geen interventies gedaan. Er zullen samples worden afgenomen gedurende routine
follow-up, tenzij er een incident plaatsvindt. In dit geval zal de afname van
samples worden geïntensifieerd.
Inschatting van belasting en risico
- Bloed zal worden afgenomen voor farmacokinetisch (vingerprik + 4 mL bloed,
maandelijks) onderzoek en voor farmacogenetisch onderzoek (1 x 4 mL).
- Patiënten die deelnemen kunnen worden gevraagd om éénmalig urine en faeces
mee te nemen.
- Patiënten worden gevraagd om dagelijks te noteren of de dosering met of
zonder voedsel is ingenomen.
Publiek
Plesmanlaan 121
Amsterdam 1066 CX
NL
Wetenschappelijk
Plesmanlaan 121
Amsterdam 1066 CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Alle geschikte patiënten die vemurafenib, dabrafenib en/of trametinib gebruiken (al zijn begonnen of nog moeten starten) bij de behandeling van kanker. Patiënten die in een (gesponsorde) klinische studie zijn geïncludeerd en met dabrafenib en/of trametinib worden behandeld worden niet geïncludeerd, tenzij anders is aangeven in het andere protocol).
• Leeftijd 18 jaar of >18 jaar
• Patiënten waarbij het mogelijk is om bloed af te nemen.
• Patiënten die in staat/bereid zijn om middels een vingerprik een dried blot spot (DBS) sample af te staan.
• Patiënten die in staat/bereid zijn om een geschreven *informed consent* te tekenen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Het doel is om vemurafenib, dabrafenib en trametinib therapie in een *real life* cohort te volgen en te beschrijven. Daarom worden er geen strikte exclusie criteria gehanteerd.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL43364.031.13 |