Het aantonen van frontale dysfunctie en de mate hiervan drie maanden na een cerebellaire beroerte door middel van een beperkt aantal neuropsychologische testen.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
- Persoonlijkheids- en gedragsstoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Uitkomsten neuropsychologisch analyse
Secundaire uitkomstmaten
grootte en lokalisatie van de laesie ten opzichte van neuropsychologische
uitkomst
Achtergrond van het onderzoek
Het cerebellum speelt een belangrijke rol in de coördinatie en timing van
motoriek. Laesies in het cerebellum veroorzaken daardoor diverse motorische
stoornissen zoals ataxie, dysarthrie en oogbolmotoriekstoornissen. Hoewel deze
neurologische uitvalsverschijnselen bij cerebellaire laesies uitgebreid
beschreven zijn, bleven de klinische en neuropsychologische gevolgen in de
literatuur lange tijd onderbelicht. De afgelopen decennia is hier verandering
in gekomen en komen steeds meer studies die cognitieve stoornissen beschrijven
na een focale schade in het cerebellum. Er zijn zelfs studies die een rol van
het cerebellum suggereren in verschillende neuropsychiatrische ziektebeelden
zoals attention deficit-hyperactivity disorder (ADHD), Autisme en Schizofrenie.
Deze cognitieve en neuropsychiatrische aspecten van het cerebellum worden
veroorzaakt door de verbindingen met frontale en limbische cortex. Het
cerebellum kent hierin twee systemen: De afferente banen die projecteren vanuit
de cortex via de pontiene kernen naar het cerebellum en de efferente banen
vanuit de diepe cerebellaire kernen via de thalamus naar de cortex. Deze
cerebello-thalamo-corticale banen eindigen voornamelijk in motorische en
niet-motorische gebieden van de prefrontale cortex. Daarbij is nog een verdere
onder verdeling mogelijk binnen het cerebellum waarbij rechterhemisfeer laesies
meer leiden tot taalstoornissen en verbaal geheugen. Terwijl laesies in de
linker cerebellaire hemisfeer leiden tot visuospatiële stoornissen.
Neuropsychiatrische stoornissen zouden echter meer geassocieerd zijn met schade
in het mediale deel van het cerebellum. De cognitieve gevolgen die optreden als
gevolg van een infarct of bloeding in het cerebellum worden in een klinische
setting veelal verwaarloosd, omdat de motorische problemen op de voorgrond
staan. Studies met kleine aantallen toonden wel cognitieve stoornissen aan
zonder dat dit consequenties heeft gehad voor de manier waarop patiënten met
een cerebellaire stroke worden behandeld. Het blijft door de kleine studies
(vaak slechts enkele patiënten) en heterogene groep binnen die studies
onduidelijk of er inderdaad cognitieve problemen zijn en zo ja op welk gebied.
Doel van het onderzoek
Het aantonen van frontale dysfunctie en de mate hiervan drie maanden na een
cerebellaire beroerte door middel van een beperkt aantal neuropsychologische
testen.
Onderzoeksopzet
Observationeel, prospective, single centre studie
Inschatting van belasting en risico
geen risico, matige belasting. Patienten worden poliklinisch teruggezien en
moeten gedurende 45 minuten meerdere neuropsychologische testen maken.
Publiek
s-Gravendijkwal 230
Rotterdam 3015 CE
NL
Wetenschappelijk
s-Gravendijkwal 230
Rotterdam 3015 CE
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
18 jaar of ouder
cerebellaire of frontale beroerte
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Pre-existente cognitieve stoornissen (zoals Alzheimer, Parkinson of frontale laesies), Spraakproblemen die normale communicatie verstoren (Afasie of ernstige dysarthrie)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL45753.078.13 |