Food2Learn: Effect van omega-3 LCPUFA interventie op leren, cognitie, gedrag en visuele verwerking

Eerder onderzoek bij (ongeboren) baby*s, kinderen met een stoornis en ouderen
suggereert dat de zogenaamde visvetzuren/omega-3 vetzuren een rol spelen in
hersenfunctioneren. Tot op heden is nog geen onderzoek gedaan naar de rol van
de omega-3 vetzuren tijdens de adolescentie. Dit is een groot gemis omdat het
brein van adolescenten en met name de prefrontale cortex nog volop in
ontwikkeling is. Omdat de omega-3 vetzuren DHA en EPA belangrijke bouwstenen
zijn van de neurale celmembraan en op deze wijze de membraanvloeibaarheid, de
signaaloverdracht en uiteindelijk leren, cognitie en gedrag zouden kunnen
beïnvloeden is onderzoek hiernaar onontbeerlijk.
In voorliggend onderzoek wordt het effect van een jaar suppletie met omega-3
vetzuren uit Krill olie onderzocht op leerprestaties, cognitieve prestaties en
gedrag van gezonde 14-15 jarige adolescenten die op de MAVO/VMBO zitten.
Dit onderzoek geeft antwoord op de vraag of omega-3 vetzuursuppletie bij
gezonde adolescenten zinvol is in het kader van verbetering van schools
functioneren.

Het primaire doel van dit onderzoek is de korte (6 maanden) en lange termijn
(12 maanden en wellicht 24 maanden) effecten vast te stellen van een omega-3
vetzuursupplement op basis van krill olie op leren, cognitie en gedrag.
Het secundaire doel van dit onderzoek is het effect van bovenstaand supplement
te onderzoeken op de visuele informatieverwerking met behulp van eye tracking.
We verwachten dat in de suppletiegroep de omega-3 status significant zal
stijgen en dat dit tot gevolg zal hebben dat de schoolprestaties, de cognitieve
prestaties en het gedrag verbeteren.

Conform een dubbelblind gerandomiseerd design worden 350 deelnemers met een
lage omega-3 index toegewezen aan een suppletie- of een placebogroep. Na 6, 12
en (wellicht) 24 maanden wordt het effect op het schools presteren (gemiddeld
schoolcijfer voor Nederlands, Engels en wiskunde), de cognitieve prestaties
(prestatie op diverse cognitieve tests), het gedrag (lesverzuim, motivatie,
doeloriëntatie, stemming en zelfvertrouwen) en in een subgroep de visuele
informatieverwerking, gemeten met eye tracking, onderzocht.
Op baseline, na 3 maanden en na 12 maanden wordt aan de hand van een vingerprik
de vetzuurstatus bepaald.
Indien nodig zal op basis van de vetzuurstatus in het bloedmonster de dosering
van het supplement na 3 maanden aangepast worden.
Tevens wordt op baseline een speekselmonster verzameld. Recent onderzoek wijst
steeds vaker in de richting van het feit dat reactie op een vetzuursupplement
afhankelijk is van de ApoE status. In geval van nulbevinding van de overall
study zal na afloop van het onderzoek de ApoE status in het speeksel bepaald
worden.

Deelnemers worden ad random toegewezen aan een placebogroep of een suppletiegroep. De suppletie bestaat uit de dagelijkse consumptie van 2 g krill olie. Dit zal resulteren in een inname van de aanbevolen hoeveelheid van 450 mg EPA/DHA per dag. De placebo zal een vetzuurcompositie hebben die overeenkomt met het gemiddelde Europese dieet.

Deelnemers lopen geen of minimaal risico met het deelnemen aan dit onderzoek.
Deelnemers wordt gevraagd dagelijks een supplement in te nemen tijdens de
hoofdmaaltijd. Daarnaast wordt gevraagd wat tijd te investeren om de
neuropsychologische tests te maken en de vragenlijsten in te vullen. Dit zal
echter klassikaal gebeuren onder de reguliere schooltijd (4 keer 1 lesuur (50
min) in een kalenderjaar). Daarnaast wordt een subgroep van 60 leerlingen
gevraagd driemaal 25 minuten tijd te investeren om deel te nemen aan het eye
tracking gedeelte van het onderzoek.
Alle deelnemers wordt gevraagd een speekselmonster aan te leveren en viermaal
een vingerprik te ondergaan.