Het doel van dit wetenschappelijk onderzoek is de drukverlagende capaciteit van Travoprost Oftalmologische Oplossing 0,004% (bewaard met POLYQUAD) te vergelijken met Timolol Oftalmologische Oplossing (0,5% of 0.25%) bij kinderen met glaucoom.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Glaucoom en oculaire hypertensie
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Verandering in IOD ten opzichte van de baseline in maand 3
Secundaire uitkomstmaten
Niet van toepassing
Achtergrond van het onderzoek
Glaucoom is een oogziekten die gepaard gaat met een abnormaal hoge druk
binnenin het oog (intraoculaire druk of oogdruk). Indien dit niet behandeld
wordt kan de verhoogde oogdruk leiden tot schade aan de oogzenuw en verlies van
gezichtsveld en tenslotte ook gezichtsscherpte. De behandeling van glaucoom
bestaat uit het verlagen van de oogdruk. Er bestaan verschillende types
medicatie om dit te doen waaronder oogdruppels. Oogdruppels kunnen
onderverdeeld worden in verschillende klassen op basis van hun werking.
Studies met het off-label gebruik van Travoprost Oftalmologische Oplossing,
0.004% (met bewaarmiddel BAK) of Latonoprost 0.005% bij kinderen met glaucoom
suggereren dat prostaglandine-analogen een significant IOD verlagende functie
hebben, goed worden verdragen met weining systemische bijwerkingen en een
langdurige werkzaamheid vertonen bij eenmalige inname per dag (Yanovitch 2009,
Helmanova 2007). Deze studies tonen aan dat een statistisch significante IOD
verlaging zich voordeed bij pediatrische populaties dewelke Travoprost
gebruikten als monotherapie dan wel samen met andere topische oculaire
drugverlagende medicatie. Oculaire bijwerkingen waren mild, er is geen
evidentie van iris pigmentatieveranderingen en geen klinisch relevante
systemische bijwerkingen werden gerapporteerd. Daarom is Travoprost
Oftalmologische oplosssing 0.004% (met bewaarmiddel POLYQUAD) de meest gepast
formulatie om te evalueren bij kinderen met glaucoom.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit wetenschappelijk onderzoek is de drukverlagende capaciteit van
Travoprost Oftalmologische Oplossing 0,004% (bewaard met POLYQUAD) te
vergelijken met Timolol Oftalmologische Oplossing (0,5% of 0.25%) bij kinderen
met glaucoom.
Onderzoeksopzet
Een ongeveer 4 maanden durende, multi-center, dubbel-geblindeerde,
gerandomiseerde studie met een parallel-groep.
Patiënten zullen worden gerandomiseerd op een 1:1 wijze om respectievelijk de
behandeling met Travoprost Oftalmologische Oplossing, 0.004% dan wel met
Timolol Oftalmologische oplossing, 0.5% (of 0.25% voor kinderen <3 jaar) te
krijgen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Niet van toepassing
Inschatting van belasting en risico
Er wordt van de proefpersonen gevraagd dat ze in ongeveer4 maanden tijd 5 keer
naar het ziekenhuis komen voor een oogheelkundig onderzoek. Elk bezoek zal
ongeveer 1/2 tot 2 uur duren. Geen enkele van de onderzoeken is experimenteel.
Met deelname aan deze studie kan wat risico en/of ongemak verbonden zijn.
Als de proefpersoon op dit ogenblik medicatie gebruikt om de druk in zijn/haar
ogen onder controle te houden, kan er een drukverhoging optreden tijdens het
onderzoek. Een verhoogde druk in het oog kan leiden tot schade aan de optische
zenuw en bijgevolg tot gezichtsverlies. Als de druk in de ogen van de
proefpersoon verhoogt, zal de onderzoeksarts van de proefpersoon bepalen of
hij/zij mag voortdoen met het onderzoek of uit het onderzoek verwijderd wordt.
Bovendien zal de onderzoeksarts andere therapieën met zijn/haar ouders
bespreken.
De tests die tijdens de onderzoeken uitgevoerd worden zullen niet veel ongemak
veroorzaken. Voor de oogdruktest worden oogdruppels met een kleine hoeveelheid
verdovend middel in het oog gedaan.
Het is belangrijk dat de proefpersoon niet in de ogen wrijft gedurende minstens
15 minuten na het inbrengen van de druppels in het oog, om te vermijden dat
kleine deeltjes of stof in het oog krassen maken op het hoornvlies en de
proefpersoon door de verdovende druppels de pijn niet kan voelen. Lichte
krassen in het oppervlak van het hoornvlies kunnen zich in zeldzame gevallen
voordoen wanneer de druk in het oog wordt gemeten. Gewoonlijk helen krasjes
deze zeer snel.
De oogdruppels die in de ogen van de proefpersoon gedaan worden om de pupil te
verwijden en zo een beter zicht te krijgen op de binnen- en achterkant van het
oog, kan wazig zicht veroorzaken voor een paar uur en kan ervoor zorgen dat het
kind gedurende een half uur tot een uur gevoeliger is voor hevig licht tot de
medicatie uitgewerkt is. De ogen van de proefpersoon moeten beschermd worden
tegen hevig licht voor de tijd dat ze verwijd zijn. Een zonnebril dragen kan
het ongemak van gevoeligheid voor licht helpen beperken.
Men moet zich ervan bewust zijn dat beide geneesmiddelen die in het onderzoek
getest worden, bijwerkingen kunnen veroorzaken. Travoprost is momenteel
commercieel verkrijgbaar (als TRAVATAN®) om de druk in de ogen te verminderen
bij volwassen patiënten met open-hoekglaucoom of oculaire hypertensie. Een vaak
voorkomende bijwerking gemeld bij het gebruik van Travoprost is een sterke
kleurverandering in de iris (oogkleur) waarbij blauwe ogen bruin worden. Ook
werden er kleurveranderingen in de oogleden gemeld, evenals verlenging,
verdikking en kleurverandering van wimpers, en/of verandering van het aantal
wimpers. Deze veranderingen kunnen blijvend zijn. Bij andere klinische
onderzoeken met Travoprost was de meest voorkomende bijwerking rode ogen
(hyperemie) bij 30-50% van de proefpersonen. Andere voorvallen gemeld bij 5-10
procent van de proefpersonen waren een slechter zicht, ongemakken aan de ogen,
een gevoel alsof er iets in het oog zit of jeuk aan de ogen (pruritus).
Bijwerkingen die gemeld werden met het gebruik van Timolol oogdruppels omvatten
duizeligheid, lagere hartslag, lagere bloeddruk, en kortademigheid.
Uitzonderlijk kan een allergische reactie optreden. Allergische reacties op de
onderzoeksoogdruppels zijn eerder lokaal (aan de ogen o.a. jeuk, roodheid,
enz.) dan algemeen (over het hele lichaam). Allergische reacties kunnen maken
dat de ogen jeuken en dat ze rood worden.
Door de aard van dit wetenschappelijk onderzoek en de ongekende bijwerkingen
van het onderzoeksgeneesmiddel op zwangere vrouwen, foetussen, ongeboren
kinderen, en kinderen die borstvoeding krijgen, mag het kind niet aan dit
onderzoek deelnemen als ze zwanger is, kans loopt om zwanger te worden, of
borstvoeding geeft. Als de proefpersoon een vruchtbaar meisje is, moet ze een
negatieve urinezwangerschapstest hebben vóór deelname aan het onderzoek en
akkoord gaan om een zeer doeltreffende vorm van anticonceptie te gebruiken voor
de hele duur van dit onderzoek. Adequate voorbehoedsmiddelen zijn: (A)
Onthouding; (B)hormonale methodes: implanteerbare anticonceptiva; (C)
mechanische methodes: spiraaltje; of (D) chirurgische sterilisatie van de
partner. De proefpersoon moet ook akkoord gaan om zwangerschap te vermijden
tijdens het verloop van het onderzoek, en moet onmiddellijk de medicatie
stopzetten en haar onderzoeksarts op de hoogte stellen als ze zwanger wordt.
De effecten van het onderzoeksgeneesmiddel op de ontwikkeling van een ongeboren
kind zijn ongekend. Indien de proefpersoon een jongen is en zijn partner
vruchtbaar is, moet hij er voor zorgen dat de partner een zeer betrouwbare vorm
van anticonceptie gebruikt om zo zwangerschap te vermijden tijdens de deelname
aan deze studie.
Publiek
Rijksweg 14
Puurs 2870
BE
Wetenschappelijk
Rijksweg 14
Puurs 2870
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Patiënten van 2 maanden tot < 18 jaar oud
2. Diagnose pediatrisch glaucoom
3. Patiënten met aandoeningen waarvoor chronische behandeling met glucocorticoïden noodzakelijk is wat resulteert in door steroïden veroorzaakt glaucoom, kunnen ingeschreven worden mits de patiënt gedurende ten minste 30 dagen voorafgaand aan het screeningsbezoek een stabiele dosis steroïden gebruikte.
4. De kwalificerende gemiddelde IOD (na wash-out) bij het bezoek voor bepaling van de geschiktheid in ten minste één oog (hetzelfde oog) moet zijn als volgt:
* * 20 mmHg bij het tijdpunt 9.00 uur (± 60 minuten)
Opmerking: De gemiddelde IOD is het gemiddelde van 2 opeenvolgende IOD-metingen in hetzelfde oog, zoals beschreven in de Procedurehandleiding. Een derde meting is vereist indien het verschil van de eerste 2 metingen meer dan 4 mmHg bedraagt.
5. Afakiepatiënten met contactlenzen mogen ingeschreven worden. Als onderzoeksdruppels met de lens in situ toegediend moeten worden, zal de patiënt een contactlens krijgen die tijdens het onderzoek gebruikt moet worden.
6. Schriftelijke geïnformeerde toestemming, waaronder, indien van toepassing, bekrachtiging, MOET van de ouder of wettelijk vertegenwoordiger verkregen zijn voordat er procedures die gespecificeerd worden in het protocol, waaronder screeningsprocedures, uitgevoerd worden.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Vrouwelijke proefpersonen die zwanger kunnen worden zijn uitgesloten van deelname aan de studie indien zij aan een van de volgende voorwaarden voldoen:
a. Ze zijn momenteel zwanger
b. Ze hebben een positief resultaat op de zwangerschapstest bij het screeningsbezoek
c. Ze zijn van plan om zwanger te worden tijdens de onderzoeksperiode
d. Ze geven borstvoeding
e. Zij gebruiken geen van de volgende zeer effectieve anticonceptiemethoden:
* echte onthouding * als dit overeenstemt met de gekozen en gebruikelijke levenswijze van de deelnemer. Indien de proefpersonen seksueel actief worden, moeten ze akkoord gaan om een van de hieronder vermelde anticonceptiemethodes (hormonale, mechanische, of chirurgische) te gebruiken voor het resterende gedeelte van de studie.
* hormonale * geïmplanteerde contraceptiva.
* mechanische * spiraaltje met progestogeen.
* chirurgische * gevasectomeerde partner (de vascetomie moet * 6 maanden geleden hebben plaatsgevonden).
Opmerking: Alle vrouwelijke proefpersonen die zwanger kunnen worden moeten akkoord gaan om een zwangerschapstest in urine te doen bij het screeningsbezoek en bij het verlaten van de studie.
Opmerking: Vrouwelijke proefpersonen die zwanger kunnen worden zullen opdracht krijgen om de onderzoeker onmiddellijk te informeren indien zij tijdens de studie zwanger worden. Indien dit zou gebeuren, moet de onderzoeker onmiddellijk contact opnemen met de Sponsor.
2. Patiënten bij wie eerder langdurige behandeling met een prostaglandine-analoog of timolol gefaald heeft voor het onder controle houden van de IOD of patiënten bij wie redelijke IOD-controle niet verwacht wordt met farmacologische behandeling.
3. Voorgeschiedenis van chronische, recurrente of ernstige inflammatoire oogziekte (d.w.z. scleritis, uveïtis, herpes keratitis).
4. Oculair trauma waarvoor medische behandeling nodig was binnen drie maanden voorafgaand aan het screeningsbezoek.
5. Oculaire infectie of oculaire ontsteking binnen de afgelopen 30 dagen voorafgaand aan het screeningsbezoek.
6. Klinisch significante of progressieve retinale ziekte zoals retinale degeneratie, diabetische retinopathie, of retinaloslating in het onderzoeksoog.
7. Ernstige oculaire pathologie (waaronder een bijzonder droog oog) naar mening van de onderzoeker, wat het toedienen van een topisch prostaglandine-analoog of een topische bètablokker zou uitsluiten.
8. Intraoculaire chirurgie in het onderzoeksoog binnen de afgelopen 30 dagen voorafgaand aan het screeningsbezoek.
9. Elke afwijking die een betrouwbare applanatietonometrie onmogelijk maakt, waaronder een voorgeschiedenis van penetrerende keratoplastiek.
10. Patiënten met een voorgeschiedenis van eerdere cyclodestructieprocedure.
11. Alle andere aandoeningen inclusief ernstige ziekte waardoor de patiënt, naar de mening van de onderzoeker, niet geschikt is voor het onderzoek.
12. Overgevoeligheid voor een bestanddeel van de onderzoeksmedicatie, inclusief medicatie die tijdens studie-onderzoeken wordt toegediend, naar de mening van de onderzoeker.
13. Voorgeschiedenis van congenitale cardiovasculaire anomalieën of abnormaliteiten die het veilig toedienen van een topische bètablokker verhinderen. In het geval dat de effecten van de onderzoeksmedicaties onduidelijk zijn, kan de patiënt deelnemen met schriftelijke goedkeuring van de cardioloog van de patiënt.
De mogelijkheid van additieve effecten bestaat, resulterend in hypotensie en/of opvallende bradycardie als oogdruppels met timolol tegelijkertijd worden toegediend met orale calciumkanaalblokkers, quanethidine of bètablokkers, anti-aritmica, digitalisglycosiden of parasympathomimetica. De hypertensiereactie op plotseling stoppen met clonidine kan worden versterkt wanneer bètablokkers worden gebruikt. Versterkte werking van systemische bètablokkade (bijv. verlaagde hartslag) is gemeld tijdens gecombineerde behandeling met CYP2D6-remmers (bijv. quinidine, cimetidine) en timolol. Bètablokkers kunnen het hypoglykemische effect van antidiabetica doen toenemen. Bètablokkers kunnen de tekenen en symptomen van hypoglykemie maskeren.;Onderzoekers moeten hun klinische oordeel toepassen op het gebruik van deze producten tijdens de studie.;14. Gebruik van aanvullende topische of systemische oculaire hypotensieve medicatie tijdens de studie.
15. Minder dan 30 dagen stabiel doseerschema voorafgaand aan het screeningsbezoek van om het even welk geneesmiddel (met uitsluiting van de IOD-verlagende behandelingen) of een stof, toegediend via om het even welke toedieningsweg en met chronisch gebruik, die de IOD kan beïnvloeden (d.w.z. *-adrenerge remmers). Het doseerschema van deze medicaties mag tijdens het onderzoek niet veranderd worden.
16. Therapie met een ander onderzoeksmiddel binnen de 30 dagen voorafgaand aan het screeningsbezoek.
17. Patiënten met een reactieve luchtwegen aandoening, inclusief bronchiale astma of een geschiedenis van bronchiale astma, ernstige chronisch obstructief longlijden; sinusbradycardie; syndroom van de zieke sinusknoop, sino-atriale blok, tweede of derdegraads atrio-ventriculaire blok dat niet gecontrolleerd wordt mbv een pace-maker; zichtbaar hartfalen; en cardiogenische shock.
18. Patiënten met ernstige allergische rhinitis
19. Patiënten met cornea dystrofie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2012-001324-34-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01652664 |
CCMO | NL43025.078.13 |