Primaire doelstellingBeoordeling van de werkzaamheid op basis van de proportie patiënten met SVR12, gedefinieerd als HCV-RNA < LOQ in follow-up week 12, voor alle patiënten geïnfecteerd met HCV-genotype 1 die eerdere non-responders waren op…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Lever- en galwegaandoeningen
- Virale infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire doelstelling
Beoordeling van de werkzaamheid op basis van de proportie patiënten met SVR12,
gedefinieerd als HCV-RNA < LOQ in follow-up week 12, voor alle patiënten
geïnfecteerd met HCV-genotype 1 die eerdere non-responders waren op pegIFNα
2a/RBV.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire doelstellingen
• Beoordeling van de werkzaamheid, zoals bepaald door de proportie patiënten
met SVR12 voor HCV-genotype 2, 3, en 4 eerdere non-responders op pegIFNα-2a/RBV
en behandelingsnaief HCV-genotype 1b;
• Beoordeling van de veiligheid, zoals gemeten door de frequentie van ernstige
bijwerkingen en het moeten stoppen met de studie als gevolg van bijwerkingen,
voor elk behandelingsregime;
• Beoordeling van de werkzaamheid, zoals bepaald door de proportie patiënten
die
HCV-RNA < LOQ bereiken (detecteerbaar of niet-detecteerbaar) in de weken: 1, 2,
4, 6, 8 en 12; weken 4 en 12 [VR (4 &12)], EOT, of follow-up week 24 (SVR24)
voor elk HCV-genotype en behandelingsregime;
• Beoordeling van de werkzaamheid, zoals bepaald door de proportie patiënten
die HCV-RNA niet-detecteerbaar bereiken in de weken: 1, 2, 4, 6, 8 en 12; weken
4 en 12 (eRVR), EOT, follow-up week 12, of follow-up week 24 voor elk
HCV-genotype en behandelings-regime;
• Beschrijving van geneesmiddelresistente varianten geassocieerd met
virologisch falen voor elk HCV-genotype en behandelingsregime.
Andere doelstellingen
• Verkenning van het verband tussen antivirale activiteitseindpunten en enkele
nucleotide polymorfismen (SNPs) in genen die eiwitten coderen van de IFN*-
familie (IL28A, IL28B, IL29)
• Beschrijving van veranderingen in immuunrespons tijdens behandeling (met
gebruikmaking van serum en/of RNA-markers.
Achtergrond van het onderzoek
De momenteel aanbevolen behandeling voor de meeste patiënten met chronische
HCV-infectie genotype 2,3,4,5 en 6 is een regime van gepegyleerd interferon
alfa (2a of 2b) en ribavirine (respectievelijk pegIFNα-2a/2b en RBV).5,6,7 In 2
baanbrekende klinische onderzoeken bij behandelingsnaïeve patiënten die
pegIFNα-2b of pegIFNα-2a krijgen gecombineerd met RBV, trad behandelingsfalen
(gedefinieerd als persisterende HCV-replicatie tot 24 weken na het eind van de
behandeling [EOT]) op bij respectievelijk 18% en 24% van de patiënten
geïnfecteerd naar genotype 2 of 3, en bij 58% en 54% van de patiënten
geïnfecteerd met genotype 1.Voor HCV genotype 1 patiënten is de standaard
behandeling pegIFNα-2a, ribavirine en telaprevir of boceprevir.
Naast het slechte responspercentage bij zowel naïeve als niet-responderende
patiënten geïnfecteerd met genotype 1, zijn de huidige behandelingen
geassocieerd met significante bijwerkingen die leiden tot hoge percentages
gebrek aan therapietrouw en angst voor het starten met de behandeling.
BMS-790052 is een krachtige en selectieve remmer van het niet-structurele
5a-eiwit (NS5a) van HCV met 50% effectieve concentratiewaarden (EC50) van 9 en
50 pM tegen respectievelijk genotypen 1a en 1b. BMS-790052 heeft een brede
genotypedekking waaronder EC50-waarden van respectievelijk 28 en 103 pM voor
genotype 2a (JFH) infectieus virus en replicon (chimera); 7.6 nM voor genotype
2a-replicon (HC-J6CH, chimera); 146 pM voor genotype 3a-replicon (chimera) met
NS5A-coderingsvolgorden; en 12 pM voor genotype 4a (chimera). Geen activiteit
werd waargenomen tegen een panel van 10 RNA- en DNA-virussen, wat suggereert
dat BMS-790052 uiterst selectief is voor HCV. In-vitrostudies toonden de
opkomst van variant-HCV-stammen aan met resistentie voor BMS-790052.
Afhankelijk van de HCV-stam en het aantal substituties in het NS5A-gen,
varieerde de resistentie van 1 tot > 8000-voudig, hoewel dit in veel gevallen
was geassocieerd met een afname van het replicatievermogen.
BMS-650032, een remmer van het niet-structurele NS3-eiwit van HCV, remt de
HCV-replicatie met EC50-waarden van 4 nM tegen genotype 1a en 1.2 tot 2.9 nM
tegen genotype 1b in repliconassays. BMS-650032 remt ook genotype 4a HCV
protease replicon chimera met EC50 of 4.0 nM. BMS-650032 bindt selectief aan de
NS3-protease-actieve plaats van HCV, wat polyproteïneverwerking en daarop
volgende replicatie van viraal RNA voorkomt. In resistentiestudies leidde
selectie van repliconcellen van HCV-genotypen 1a en 1b met BMS-650032 tot de
vorming van cellen met een gedaalde antivirale gevoeligheid voor BMS-650032.
In combinatiestudies met gebruikmaking van het HCV-repliconsysteem resulteerde
BMS-650032 in interacties in aanvulling op synergistische interacties met IFNα
en 2 klinische kandidaten met als target HCV-NS5A-replicatiecofactor en
NS5B-replicase. Antagonisme van de antivirale activiteit noch belangrijke
verhoging van de cytotoxiciteit werd waargenomen bij geen van de combinaties.
Van de combinatie van zowel BMS-790052 als BMS-650032 (dat is gericht op
afzonderlijke eiwitten gecodeerd door het HCV-genoom) met pegIFNα/RBV wordt
daarom verwacht dat het op efficiënte wijze zorgt voor de onderdrukking van de
virale weerstand en mogelijk een hoger percentage SVR bereikt in de
niet-responderende populatie dan de toevoeging van een enkel DAA in combinatie
met pegIFNα/RBV
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling
Beoordeling van de werkzaamheid op basis van de proportie patiënten met SVR12,
gedefinieerd als HCV-RNA < LOQ in follow-up week 12, voor alle patiënten
geïnfecteerd met HCV-genotype 1 die eerdere non-responders waren op pegIFNα
2a/RBV.
Secundaire doelstellingen
• Beoordeling van de werkzaamheid, zoals bepaald door de proportie patiënten
met SVR12 voor HCV-genotype 2, 3, en 4 eerdere non-responders op pegIFNα-2a/RBV
en behandelingsnaief HCV-genotype 1b;
• Beoordeling van de veiligheid, zoals gemeten door de frequentie van ernstige
bijwerkingen en het moeten stoppen met de studie als gevolg van bijwerkingen,
voor elk behandelingsregime;
• Beoordeling van de werkzaamheid, zoals bepaald door de proportie patiënten
die
HCV-RNA < LOQ bereiken (detecteerbaar of niet-detecteerbaar) in de weken: 1, 2,
4, 6, 8 en 12; weken 4 en 12 [VR (4 &12)], EOT, of follow-up week 24 (SVR24)
voor elk HCV-genotype en behandelingsregime;
• Beoordeling van de werkzaamheid, zoals bepaald door de proportie patiënten
die HCV-RNA niet-detecteerbaar bereiken in de weken: 1, 2, 4, 6, 8 en 12; weken
4 en 12 (eRVR), EOT, follow-up week 12, of follow-up week 24 voor elk
HCV-genotype en behandelings-regime;
• Beschrijving van geneesmiddelresistente varianten geassocieerd met
virologisch falen voor elk HCV-genotype en behandelingsregime.
Andere doelstellingen
• Verkenning van het verband tussen antivirale activiteitseindpunten en enkele
nucleotide polymorfismen (SNPs) in genen die eiwitten coderen van de IFN*-
familie (IL28A, IL28B, IL29)
• Beschrijving van veranderingen in immuunrespons tijdens behandeling (met
gebruikmaking van serum en/of RNA-markers.
Onderzoeksopzet
Deze studie omvat drie perioden (screening, korte en lange termijn) en is een
open-label herbehandelingsstudie. Na de korte screeningsperiode zullen in
aanmerking komende patiënten beginnen met een 24 weken durende korte
behandelingsperiode. Hun genotype wordt bevestigd, en ze zullen dan worden
toegewezen aan een behandelingsregime. In totaal zullen ongeveer 300 patiënten
worden behandeld. Patiënten geïnfecteerd met HCV-genotype 1 en 4 zullen
gedurende 24 weken worden behandeld met BMS-790052, BMS-650032 en peginterferon
alfa-2a en ribavirine. Patiënten geïnfecteerd met HCV-genotype 2 en 3 zullen
gedurende 24 weken worden behandeld met BMS-790052 en peginterferon alfa-2a, en
ribavirine. De inschrijving van met genotype 2 en 3 geïnfecteerde patiënten zal
pas plaatsvinden na de geplande tussentijdse analyse in week 16 van studie
AI444031 die SVR4 zal omvatten uit de behandelingsarm die 12 weken behandeling
krijgt en de EOT-gegevens uit de behandelingsarm die 16 weken behandeling
krijgt voor patiënten die voldoen aan de responsgeleide therapiecriteria in
studie AI444031. Er is geen randomisatie in deze open-label studie.
Duur van de therapie: Alle patiënten zullen gedurende 48 weken worden gevolgd
na 24 weken behandeling of vroege staking van de deelname. Het doel van langere
follow-up is het mogelijk maken van beoordeling van de duurzaamheid van SVR
voor dit regime. Elke proefpersoon die virologisch falen vertoont (ongeacht de
duur van de behandeling), moet ook deelnemen aan in totaal 48 weken follow-up
na behandeling om te monitoren op geneesmiddelresistente HCV-varianten. Zo is
de maximale duur van de studie voor elke proefpersoon 72 weken. Na het
doorlopen van de follow-up periode zal de patiënten worden gevraagd deel te
nemen aan een afzonderlijke observatiestudie voor een extra follow-up van 3
jaar ter beoordeling van de SVR op lange termijn, resistentie en
HCV-gerelateerde complicaties.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Behandeling: Bij de screening wordt het HCV-genotype van de patiënten bevestigd en worden zij toegewezen aan een behandelingsregime. Ongeveer 200 patiënten, eerdere non-responders op pegIFN&alfa;-2a/RBV, zullen worden behandeld. Patiënten geïnfecteerd met HCV-genotype 1 en 4 zullen gedurende 24 weken worden behandeld met BMS-790052, BMS-650032 en pegIFN&alfa;-2a/RBV. Patiënten geïnfecteerd met HCV-genotype 2 en 3 zullen worden behandeld met BMS-790052 en pegIFN&alfa;-2a/RBV gedurende 24 weken. Inschrijving van patiënten met genotype 2 en 3 zal alleen plaatsvinden na de eerste tussentijdse analyse van studie AI444031 die SVR4 zal omvatten uit de behandelingsarm behandelingsarm die 12 weken behandeling krijgt en EOT-gegevens uit de behandelingsarm behandelingsarm die 16 weken behandeling krijgt voor patiënten die voldoen aan de responsgeleide therapiecriteria in studie AI44403
Inschatting van belasting en risico
Omdat er voor alle relatief nieuwe geneesmiddelen sprake kan zijn van onbekende
bijwerkingen, worden alle patiënten in het patiënteninformatieblad geïnformeerd
over mogelijke risico's van een onderzoeksprocedure en over de bijwerkingen.
Patiënten ondervinden het ongemak van meer frequente en soms langere bezoeken
aan het ziekenhuis dan gebruikelijk voor routinematige klinische zorg.
BMS-650032, een remmer van het niet-structurele NS3-eiwit van HCV, remt de
HCV-replicatie met EC50-waarden van 4 nM tegen genotype 1a en 1.2 tot 2.9 nM
tegen genotype 1b in repliconassays. BMS-650032 remt ook genotype 4a HCV
protease replicon chimera met EC50 of 4.0 nM. BMS-650032 bindt selectief aan de
NS3-protease-actieve plaats van HCV, wat polyproteïneverwerking en daarop
volgende replicatie van viraal RNA voorkomt. In resistentiestudies leidde
selectie van repliconcellen van HCV-genotypen 1a en 1b met BMS-650032 tot de
vorming van cellen met een gedaalde antivirale gevoeligheid vergeleken met
BMS-650032.
Publiek
Vijzelmolenlaan 9
Woerden 3447
NL
Wetenschappelijk
Vijzelmolenlaan 9
Woerden 3447
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusiecriteria
1) Ondertekende schriftelijke geïnformeerde toestemming
a) Uit vrije wil gegeven geïnformeerde toestemming moet worden verkregen van patiënten voorafgaand aan deelname aan een klinisch onderzoek, waaronder geïnformeerde toestemming voor screeningsprocedures die worden uitgevoerd om vast te stellen of een proefpersoon in aanmerking komt voor de studie.
2) Doelpopulatie
a) Patiënten moeten hebben deelgenomen aan klinisch onderzoek BMS-650032, BMS-790052 of BMS-791325 en moeten tijdens het onderzoek zijn toegewezen aan de controle arm.
b) Patiënten die chronisch zijn geïnfecteerd met HCV-genotype 1, 2, 3, of 4 (gemengde genotypen zijn niet toegestaan);
c) HCV-RNA virale lading detecteerbaar.
3) Geslacht en voortplantingsstatus
a) Mannen of vrouwen, >= 18 jaar;
b) Anticonceptie-eisen: Mannen en vrouwen in de vruchtbare leeftijd (VVL) moeten 2 afzonderlijke methoden van anticonceptie gebruiken gedurende
de gehele studie en gedurende 24 weken na de laatste dosis RBV (of een tijd aangegeven op het landspecifieke RBV-label, welk van beide perioden het langst is) op een zodanige manier dat het risico op een zwangerschap zo klein mogelijk is.
i) Voor patiënten met HCV-genotypen 1 en 4: Orale anticonceptiepillen kunnen worden gebruikt maar kunnen niet worden beschouwd als één van de twee vereiste effectieve vormen van anticonceptie, omdat geneesmiddelinteractiestudies waarin de effectiviteit van orale anticonceptiepillen wordt onderzocht bij gebruik met BMS-650032 niet zijn voltooid.
ii) Voor patiënten met HCV-genotypen 2 en 3: Eén (1) vorm van anticonceptie moet een effectieve barrièremethode zijn (bijv. condoom, pessarium, cervixkapje). Orale anticonceptiepillen kunnen in deze studie gebruikt worden als een van de twee effectieve methoden voor anticonceptie.
Voorbeelden van zeer effectieve anticonceptie zijn:
• condoom met spermadodend middel;
• pessarium en spermadodend middel;
• cervixkapje en spermadodend middel
• vrouwencondoom;
• spiraaltje (IUD);
Deze anticonceptie-eis is van toepassing in alle gevallen van heteroseksuele geslachtsgemeenschap waarbij de vrouwelijke partner een VVL is, behalve als de mannelijke partner minimaal 6 maanden geleden is gesteriliseerd en de onderzoeker azoöspermie heeft bevestigd;
c) VVL moeten een negatieve zwangerschapstest in serum of urine hebben (minimale gevoeligheid 25 IE/L of equivalente eenheden HCG) binnen 24 uur vóór aanvang van het gebruik van het onderzoeksproduct. Vrouwelijke patiënten moeten instemmen met de eisen voor zwangerschapstests van dit protocol.
d) Vrouwen mogen geen borstvoeding geven;
e) Eisen voor mannelijke patiënten (op basis van RBV-label):
i) Mannelijke patiënten (tenzij gesteriliseerd) met vrouwelijke partners die VVL zijn, moeten ermee instemmen om hun vrouwelijke partner te informeren over de in het protocol aangegeven anticonceptie-eis en zwangerschapstestaanbevelingen tijdens de behandeling en na de behandeling en ermee instemmen om zich te houden aan deze aanbevelingen, zowel tijdens de behandeling zelf als tijdens de opvolgingsperiode na dosering;
ii) Mannelijke patiënten moeten bevestigen dat hun vrouwelijke seksuele partner niet zwanger is ten tijde van de screening.
Naast de bovengenoemde inclusiecriteria zijn de volgende inclusiecriteria van toepassing op alle rescue-patiënten voorafgaand aan het begin van de QUAD-behandeling:
f) patiënten met genotype 1b die alleen ASV+DCV krijgen, EN
g) patiënten die voldoen aan de definitie van virologische doorbraak of behandelingsfutiliteit,
EN
h) HCV-RNA < 400,000 IE/mL bij de laatste beoordeling voorafgaand aan de start van het QUAD-regime
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusiecriteria
1) Uitzonderingen op doelziekte
a) Staken van een eerder klinisch onderzoek naar HCV van BMS als gevolg van een pegIFNα/RBV-gerelateerd voorval;
b) Positief voor HBsAg of hiv-1/hiv-2-antilichaam bij screening.
2) Medische voorgeschiedenis en gelijktijdige ziekten
a) Levertransplantaatontvangers;
b) Gedocumenteerde of vermoede HCC aangetoond door beeldvorming of leverbiopsie;
c) Bewijs van gedecompenseerde cirrose gebaseerd op radiologische criteria of biopsieresultaten en klinische criteria;
d) Bewijs van een medische aandoening die geassocieerd is met een andere chronische leverziekte dan HCV (zoals bijvoorbeeld: hemochromatose, auto-immuun hepatitis, metabole leveraandoening, alcoholische leverziekte en blootstelling aan toxine);
e) Voorgeschiedenis van chronisch hepatitis B-virus (HBV) zoals gedocumenteerd door HBV-serologie (bijv. HBsAg-seropositief). Patiënten met genezen HBV-infectie kunnen deelnemen (bijv. HBsAb-seropositief);
f) Huidige of bekende voorgeschiedenis van kanker (behalve carcinoma in situ van de cervix of adequaat behandeld basaalcel- of plaveiselcelcarcinoom van de huid) binnen 5 jaar voorafgaand aan inschrijving;
g) Gastro-intestinale ziekte of chirurgische procedure die van invloed kan zijn op de absorptie
van onderzoeksgeneesmiddel. (Patiënten die een cholecystectomie hebben ondergaan mogen deelnemen aan de studie);
h) Een andere medische, psychiatrische en/of sociale reden waaronder actief drugsgebruik zoals gedefinieerd door DSM-IV, Diagnostic Criteria for Drug and Alcohol abuse (Bijlage 1), die volgens de onderzoeker de kandidaat ongeschikt zou maken voor deelname aan deze studie;
i) Het niet kunnen verdragen van orale medicatie;
j) Slechte veneuze toegang; NB: De volgende aandoeningen zijn exclusiecriteria voor het gebruik van pegIFNα-2a en/of RBV, op basis van hun respectievelijke labels:
k) Ernstige psychiatrische ziekte, met name onbehandelde of instabiele depressie die gebruik van pegIFNα-2a naar het oordeel van de onderzoeker zou verhinderen;
l) Voorgeschiedenis van hemoglobinopathieën (bijv. thalassemia major of sikkelcelanemie), diagnoses geassocieerd met een verhoogd baseline-risico op anemie (bijv. sferocytose), hemolytische anemie of ziekten waarbij anemie medisch problematisch zou zijn;
m) Voorgeschiedenis van chronische longziekte geassocieerd met functiebeperking;
n) Voorgeschiedenis van cardiomyopathie, ziekte van de kransslagader (inclusief angina), interventionele procedure voor ziekte van de kransslagader (waaronder angioplastiek, stentprocedure of hartbypasschirurgie), ventriculaire aritmie of andere klinisch significante hartziekte;
o) Eerdere of huidige ECG-bevindingen die indicatief zijn voor cardiovasculaire instabiliteit, waaronder onder meer bewijs van myocardischemie, instabiele re-entry verschijnselen, andere significante aritmieën en/of hypertensie die niet onder controle is;
p) Reeds bestaande oogaandoeningen die als klinisch significant worden beschouwd bij oogonderzoek waaronder onderzoek van de retina. NB: Alle patiënten met een voorgeschiedenis van diabetes of hypertensie moeten een gedocumenteerd oogonderzoek ondergaan binnen 12 maanden voorafgaand aan behandeling;
q) Voorgeschiedenis van diabetes mellitus die niet onder controle is;
r) Elke bekende contra-indicatie voor pegIFNα-2a of RBV die niet anderszins is gespecificeerd.
3) Resultaten van lichamelijke onderzoeken en laboratoriumonderzoeken
a) Bevestigde ANC < 750 cellen/µL;
b) Bevestigde bloedplaatjes < 50,000 cellen/µL;
c) Bevestigde hemoglobine < 10 g/dL;
d) Bevestigde INR >= 1.7;
e) Bevestigd albumine < 3.5 g/dL (35 g/L);
f) Bevestigde creatinineklaring (CrCl) <= 50 mL/min (zoals geschat door Cockcroft en Gault);
g) Totaal bilirubine >= 34 µmol/L (of >= 2 mg/dL) tenzij de proefpersoon een gedocumenteerde voorgeschiedenis van de ziekte van Gilbert heeft;
h) Alfafetoproteïne (AFP)
i) AFP > 100 ng/mL OF
ii) AFP >= 50 en <= 100 ng/mL vereist een leverecho en patiënten met resultaten op basis waarvan HCC wordt vermoed, zijn uitgesloten.
Naast de exclusiecriteria op basis van lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoek zijn de volgende exclusiecriteria van toepassing of gaan voor voor behandelingsnaïeve patiënten met genotype 1b voorafgaand aan de start van DUBBELE therapie.
NB: Groeifactoren mogen niet worden gebruikt voor het bereiken van deelnamecriteria.
i) Bevestigde ALT >= 5 x ULN;
j) Bevestigde ANC < 500 cellen/µL;
k) Bevestigd hemoglobine < 8.5 g/dL
4) Allergieën en bijwerkingen van de medicatie
a) Voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor geneesmiddelen met een soortgelijke biochemische structuur als BMS-790052, of BMS-650032, pegIFNα, of RBV.
5) Verboden behandelingen en/of therapieën (zie rubriek 3.4.1 voor een volledige lijst van verboden/beperkte therapieën naast 5a en 5b hieronder)
a) Elke anti-HCV-therapie na initiële behandeling met BMS-650032, BMS-790052, of BMS-791325 in klinisch onderzoek;
b) Blootstelling aan een onderzoeksgeneesmiddel of placebo binnen 4 weken na onderzoeksgeneesmiddel toediening.
6) Geslacht en voortplantingsstatus
a) Mannen en vrouwen die niet voldoen of niet kunnen voldoen aan de eisen aangegeven in Inclusiecriterium nr. 3;
7) Overige exclusiecriteria
a) Gevangenen of patiënten die onvrijwillig zijn opgesloten;
b) Patiënten in gedwongen opname ter behandeling van een psychiatrische of lichamelijke (bijv. een infectieziekte) aandoening.
De deelnamecriteria voor deze studie zijn zorgvuldig overwogen om de veiligheid te verzekeren van de patiënten en te verzekeren dat de resultaten van de studie kunnen worden gebruikt. Het is van zeer groot belang dat de patiënten voldoen aan alle deelnamecriteria
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2011-0008376-2-NL |
CCMO | NL40401.018.12 |