Deel I van het onderzoek: Het doel van dit onderzoek is om 1) het voorkomen en de ernst van objectief gemeten comorbiditeit (spiermassaverlies, glucose intolerantie, cardiovasculaire risico, osteoporose, chronisch nierfalen, metabool syndroom,…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Onderste luchtwegaandoeningen (excl. obstructie en infectie)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Deel I van het onderzoek: markers voor veroudering in het bloed, objectieve
maat voor het voorkomen van comorbiditeit. Deel II van het onderzoek:
hepatokines in het bloed. Deel III van het onderzoek: het microbioom van de
longen.
Secundaire uitkomstmaten
systemische gevolgen van COPD; ontstekingsmarkers en markers voor oxidatieve
stress; het microbioom gerelateerd aan klinsiche karakteristieken.
Achtergrond van het onderzoek
COPD (chronische obstructieve longziekten) heeft als belangrijkste kenmerk een
beperking in de luchtwegen. Echter, naast kortademigheid en verminderd
inspanningsvermogen hebben patiënten met COPD vaak symptomen in het hele
lichaam. COPD wordt daarom meer en meer gezien als een multi-orgaan ziekte,
waarbij verschillende organen in het lichaam betrokken kunnen zijn. Zo komen
hart- en vaatziekten en diabetes meer voor bij patiënten met COPD dan bij
gezonde leeftijdsgenoten. Ook osteoporose, spiermassaverlies, nierfalen, het
metabool syndroom en depressieve symptomen komen meer voor bij patiënten met
COPD dan bij gezonden leeftijdsgenoten. Het voorkomen van deze aandoeningen
wordt ook COPD gerelateerde comorbiditeit genoemd. Waarom comorbiditeit in COPD
meer voorkomt is niet duidelijk. Roken is een belangrijke risicofactor voor
zowel COPD en andere comorbiditeit, maar ook na correctie voor roken komt
comorbiditeit meer voor bij patiënten met COPD. Kennelijk spelen ziekte
gerelateerde factoren een rol in deze. In het huidige onderzoek proberen we
meer inzicht te krijgen in de factoren die een rol spelen in de ontwikkeling
van COPD gerelateerde comorbiditeit. Hiervoor relateren we onderliggende
gevolgen van de ziekte, zoals ontstekingen en oxidatieve stress, met een
objectieve meting naar het voorkomen en de ernst van comorbiditeit. Omdat het
ziektebeeld van COPD veel gelijkenissen heeft met het verouderingsproces,
willen we onderzoeken of stoffen in het bloed die iets zeggen over de
veroudering van lichaamscellen gerelateerd zijn met COPD en de gerelateerde
comorbiditeit. Uit onderzoek blijkt dat vnl. het ziektebeeld van patiënten met
COPD en emfyseem gecorreleerd is met versnelde veroudering. In patiënten met
COPD zonder emfyseem trekt de rol van het vetmassa in de lever de aandacht. Er
wordt gedacht dat de hoeveelheid levervet en daaruit gevormde stoffen
(hepatokines) een belangrijke bijdrage kan leveren aan complexiteit van de
ziekte. Met toename van leeftijd, stijgt het risico op frequente en ernstigere
infecties van de luchtwegen. O.a. infecties met S. pneumoniae en H. influenza
lijken een rol te spelen in colonizatie van de luchtwegen. Uit recent onderzoek
is gebleken, dat bij zowel COPD patiënten als gezonde controles een rijk
microbioom in de longen aanwezig is, zonder dat er tekenen zijn van een
infectie. Bij COPD patiënten wordt gedacht dat dit gerelateerd is aan ziekte
progressie en exacerbaties. De vraag is of het microbioom verschilt tussen COPD
patiënten en gezonde controles, en of dit gerelateerd is aan klinische
karakteristieken.
Doel van het onderzoek
Deel I van het onderzoek: Het doel van dit onderzoek is om 1) het voorkomen en
de ernst van objectief gemeten comorbiditeit (spiermassaverlies, glucose
intolerantie, cardiovasculaire risico, osteoporose, chronisch nierfalen,
metabool syndroom, depressieve symptomen) te linken aan de onderliggende
ontsteking en oxidatieve stress in COPD; 2) te onderzoeken of markers voor
veroudering in het bloed correleren met de complexiteit van de ziekte; 3) te
onderzoeken of verouderingsmarkers het ontwikkelen of het verergeren van
comorbiditeit over 2 jaar in COPD kunnen voorspellen, en dit vergelijken met
gezonde controles. Deel II van het onderzoek: te onderzoeken of de stoffen
geproduceerd in de lever gerelateerd zijn met het ziekteverloop van COPD. Deel
III van het onderzoek: 1) Wat is het microbioom van COPD patiënten en verschilt
dit van het microbioom van gezonde controles? 2) Is er verschil in diversiteit
tussen het microbioom van COPD patiënten en gezonde controles? 3) Is er een
relatie tussen het microbioom en klinische karakteristieken in COPD patiënten
(bv. patiënten met frequente exacerbaties versus niet-frequente exacerbaties).
Onderzoeksopzet
Het betreft een observationeel cross-sectioneel onderzoek, gevolgd door een
longitudinale follow-up van 2 jaar.
Deelname aan deel I van het onderzoek houdt de volgende onderzoeken in Ciro
Horn in: een longfunctie meting, meting van de lichaamsamenstelling d.m.v. de
DEXA scan, een vaatonderzoek voor de inschatting van cardiovasculair risico,
het screenen voor het metabool syndroom, een vragenlijst, een bloedafname en
verzameling van de urine. Tijdens een tweede testdag zal u in het MUMC+
uitgenodigd worden voor een HRCT scan om de mate van emfyseem vast te stellen.
Tijdens deel II van het onderzoek wordt in een deel van de deelnemers, 50
patienten met COPD en 50 gezonde controle personen wordt de tijdens een tweede
bloedafname in het MUMC+ de hepatokines bepaald. Een deel van de onderzoeken
(longfunctie en lichaamsamenstelling) zal reeds in het assessment van de COPD
patiënten uitgevoerd worden. Deze onderzoeken dienen dus niet meer opnieuw
uitgevoerd te worden in deze groep. Gedurende de daaropvolgende 2 jaar vindt
elke 3 maanden een telefonisch contact plaats om de medische status van de
patiënt op te volgen. Twee jaar na de eerste meting wordt de patiënt opnieuw
uitgenodigd om alle testen nogmaals te ondergaan, met als toevoeging het
afnemen van een keelwat en sputumkweek.
Inschatting van belasting en risico
De bloedafname kan een blauwe plek tot gevolg hebben. Tijdens het bloedvat
onderzoek wordt de bovenarm tijdelijk (5 min) afgesloten voor doorbloeding. Dit
kan een tintelend gevoel in de arm geven, dat echter weggaat op het moment dat
de doorbloeding weer plaatsvindt. De straling van vb. de HRCT scan en de DEXA
meting is zeer klein en houdt geen risico in. Het afnemen van een keelwat kan
een kokhalsreflex veroorzaken. Spontaan sputum ophoesten is risicoloos, dient
er geinduceerd sputum afgenomen te worden, dan kan dit kortademigheid, angst en
hoesten veroorzaken. Verder zijn er geen risico*s verbonden aan deelname aan
het onderzoek.
Publiek
Postbus 616 616
Maastricht 6200 MD
NL
Wetenschappelijk
Postbus 616 616
Maastricht 6200 MD
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Voor COPD patienten: diangose van COPD hebben, zowel mannen als vrouwen met een leeftijdsrange van 45-75 jaar, geen respiratoire infectie hebben gehad ten minste 4 weken voor de start van het onderzoek, in staat om het informed consent te tekenen.
Voor de gezonden controles: personen zonder een van de ziekten waarop objectief onderzocht wordt in het kader van het onderzoek: COPD, onbehandeld diabetes of ernstig osteoporose, nierfalen of hartfalen. Beide mannen en vrouwen in de leeftijdsrange van 45-75 jaar.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Voor de COPD patienten en controles: elke vorm van carcinogene pathology minder van 5 jaar voor de start van het onderzoek, deelname aan een interventie onderzoek 4 weken voor de start van het onderzoek, onzekerheid van de onderzoeker dat de persoon geschikt is om de gevraagde procedure te volgen, chronisch gebruikt van orale corticosteroiden >10mg/dag.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ISRCTN | ISRCTN86049077 |
CCMO | NL30806.068.10 |