Het primaire doel van dit onderzoek bestaat uit het evalueren van het effect van 75 mg azimilide versus placebo op de incidentie van ongeplande (niet-electieve) cardiovasculaire ziekenhuisopnames, ongeplande cardiovasculaire bezoeken aan de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartritmestoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire effectiviteitseindpunt is de tijd tot het eerste event van
ongeplande cardiovasculaire ziekenhuisopnames, ongeplande cardiovasculaire
bezoeken aan een spoedafdeling of cardiovasculair overlijden.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire effectiviteitseindpunten zijn:
• Tijd tot de eerste shock; en
• Tijd tot het eerste ongeplande artsbezoek dat resulteerde in een
therapiewijziging (herprogrammering van de ICD of medicatiewijziging ten
gevolge van ICD-bevindingen)
Achtergrond van het onderzoek
ICD*s detecteren en beëindigen ventriculaire aritmieën door het hart een snelle
reeks impulsen te geven (antitachiycardie pacing, ATP) of door een elektrische
schok te geven.
Verschillende klinische studies hebben aangetoond dat een ICD de
voorkeursbehandeling is om een hartstilstand te voorkomen bij patiënten die een
hoog risico hebben op ventriculaire aritmieën (primaire preventie) of bij
patiënten waarbij een voortdurende ventriculaire tachycardie (VT) of ventrikel
fibrilleren (VF) is vastgesteld (secundaire preventie).
Symptomatische aritmieën en ICD shocks zijn vaak de oorzaak van
cardiovasculaire ziekenhuisopnames / bezoeken aan de spoedafdeling.
Antiaritmica worden vaak gebruikt in combinatie met ICD therapie om de
terugkeer van (niet-) aanhoudende ventriculaire aritmieën te verminderen.
Het nut van antiaritmica voor patiënten met een ICD blijkt uit het feit dat na
verloop van tijd 30% tot 50 % van de patiënten antiaritmica krijgen om een
symptomatische tachycardie te voorkomen en om het aantal ICD therapieën voor
die reden te verminderen.
De mogelijke voordelen van antiaritmica als bijkomende therapie bij patiënten
met een ICD zijn vermindering van de terugkeer van aritmieën, met als gevolg
minder symptomen, minder ICD therapieën en daardoor minder bezoeken aan de
Spoedeisende hulp afdeling en minder ziekenhuis opnames.
Er is een behoefte aan antiaritmicum zonder beta-blokkerende eigenschappen,
die het aantal symptomatische aritmieën en de bijbehorende ICD therapieën
vermindert (door het aantal VT/VF en VT stormen te verminderen) en daarbij een
bijwerkingenprofiel heeft die aansluit bij lange termijn gebruik bij patiënten
met een ICD.
De resultaten van een eerder klinisch onderzoek (SHIELD-1) toonde aan dat een
dagelijkse dosis van 75 mg azimilide een klinisch significante positieve
bijdrage levert aan de reductie van klinisch relevante eindpunten bij patiënten
met een ICD. Dit onderzoek wordt uitgevoerd om de effectiviteit te bevestigen
van een 75 mg dosis azimilide eenmaal daags oraal toegediend op de reductie van
ongeplande ziekenhuisopnames / bezoeken zoals gezien in het SHIELD-1 onderzoek.
Daarnaast is het de bedoeling om aanvullend bewijs van effectiviteit te
verzamelen.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van dit onderzoek bestaat uit het evalueren van het effect
van 75 mg azimilide versus placebo op de incidentie van ongeplande
(niet-electieve) cardiovasculaire ziekenhuisopnames, ongeplande
cardiovasculaire bezoeken aan de spoedafdeling of cardiovasculair overlijden
bij patiënten met een ICD.
Het primaire effectiviteits seindpunt is de tijd tot het eerste event van
ongeplande cardiovasculaire ziekenhuisopnames, ongeplande cardiovasculaire
bezoeken aan een spoedafdeling of cardiovasculair overlijden.
Onderzoeksopzet
Dit is een event gedreven, gerandomiseerd, multicenter, dubbelblind,
placebogecontroleerd onderzoek met parallelgroepen naar de veiligheid en
werkzaamheid van een eenmaal daags oraal toegediende dosis van 75 mg azimilide
op de incidentie van cardiovasculaire ziekenhuisopnames, cardiovasculaire
bezoeken aan de spoedafdeling of cardiovasculair overlijden bij patiënten met
een transveneuze ICD die een levensbedreigende ventriculaire aritmie (VA)
hebben gehad.
Patiënten worden willekeurig toegewezen in een 1:1 verhouding om een dagelijkse
orale dosis
placebo of 75 mg azimilide te ontvangen.
De verwachting is dat ongeveer 890 patiënten (445 patiënten per groep) zullen
worden gerandomiseerd en behandeld voor maximaal 365 dagen (1 jaar). Omdat dit
een event gedreven onderzoek is kan het werkelijk aantal patiënten kleiner of
groter zijn dan 890. De onderzoekers zullen worden gestimuleerd om de patiënten
op de onderzoeksmedicatie te houden gedurende de resterende onderzoeksbezoeken
tot een behandelingsperiode van één jaar, zelfs nadat de patiënt een primair
eindpunt event heeft ervaren dat door de geblindeerdeClinical Events Committee
(CEC) werd bevestigd. Geen enkele patiënt dient de onderzoeksmedicatie voort te
zetten wanneer de onderzoeker vaststelt dat de klinische toestand van de
patiënt vereist dat het onderzoeksmedicatie moet worden stopgezet. De inclusie
in het onderzoek zal worden stopgezet wanneer minstens 330 patiënten een
bevestigd event hebben ervaren; deze trigger voor het stopzetten van de
inclusies is bedoeld om te resulteren in 388 patiënten met een bevestigd
primair eindpunt event aan het einde van het onderzoek. De CEC zal alle
protocolgedefinieerde primaire effectiviteit eindpunten beoordelen /
bevestigen. De behandelingsperiode van het onderzoek zal voor elke patiënt een
maximum van 365 dagen (1 jaar) bedragen of een minimum van 6 maanden na
beëindiging van de inclusieperiode (dat wil zeggen dat de laatste patiënt die
in het onderzoek wordt opgenomen, gedurende 6 maanden zal worden opgevolgd voor
de protocol gedefinieerde effectiviteit eindpunten).
Patiënten worden geëvalueerd bij de baseline, in week 2, 4, 6, 8 en 10 en in
maand 3, 6, 9 en 12 of bij het terugtrekkingsbezoek. Daarnaast worden de
patiënten gedurende 30 dagen na de terugtrekking of beëindiging van de
behandeling met het onderzoeksgeneesmiddel, gevolgd voor de veiligheid en
bijwerkingen, maar niet voor effectiviteit eindpunten. Wanneer patiënten een
door het protocol gedefinieerd primair eindpunt ervaren (ongeplande
cardiovasculaire ziekenhuisopname, ongepland cardiovasculair bezoek aan
spoedafdeling of cardiovasculair overlijden), zal de onderzoeker ervoor zorgen
dat alle gegevens over het event onmiddellijk en volledig in de CEC-pagina('s)
van het elektronische Case Report Form (eCRF) worden ingevoerd. Zelfs wanneer
het event wordt bevestigd door de CEC, zal de patiënt in het onderzoek blijven
voor observatie van door het protocol gedefinieerde secundaire eindpunten. Als
er tussen de onderzoeker en de CEC een discrepantie bestaat over het
effectiviteit eindpunt, zal de beoordeling van de CEC worden gebruikt voor de
effectiviteitsanalyse.
Bij alle geplande bezoeken na de baseline, wordt er aan de patiënten gevraagd
of ze opgenomen zijn geweest of dat ze een bezoek aan een spoedafdeling moesten
brengen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De patiënten zullen het onderzoeksgeneesmiddel (de tabletten placebo of azimilide 75 mg) eenmaal daags oraal innemen op elk moment van de dag, maar steeds op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag. De medicatie kan worden ingenomen zonder rekening te houden met maaltijden.
Inschatting van belasting en risico
De meest voorkomende bijwerkingen geassocieerd met het gebruik van azimilide
zijn:
- verstopte neus
- diarree
- zwakte
- flauwte of flauwvallen
- trage hartslag
- uitslag
- allergische reactie
- verhoogde eosinophielen in het blooed
- geringe veranderingen in uitslagen van leverfunctietesten, die van
voorbijgaande aard zijn.
- veranderingen in uitslagen van nierfunctietesten (deze werden voornamelijk
gezien bij een hogere dosering dan gebruitk wordt in dit onderzoek).
Daarnaast zijn de volgende meer ernstige bijwerkingen gemeld bij het **gebruik
van azimilide en andere geneesmiddelen uit deze klasse:
- Azimilide is geassocieerd met een lage incidentie van neutropenie
- het ontstaan van nieuwe en vaak serieuze hartritme stoornissen, door het
gebruik van azimilde en andere geneesmiddelen uit deze klasse.
Publiek
Harborside Financial Center, Plaza V -
Jersey City, New Jersey 070311
US
Wetenschappelijk
Harborside Financial Center, Plaza V -
Jersey City, New Jersey 070311
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Mannen of vrouwen van minstens 18 jaar oud met een linker ventrikel ejectiefractie (LVEF) <= 40% zoals bepaald door echocardiografie (ECHO), nucleaire scan, links ventriculografie of cardiale magnetische resonantie (CMR) beeldvorming binnen 120 dagen voorafgaand aan de randomisatie
2. Een ICD geïmplanteerd hebben die voldoet aan de volgende criteria:
a. Genereert een bifasische golfvormige ontlading
b. heeft de mogelijkheid tot registratie van intracardiale electrocardiogrammen
c. heeft de mogelijkheid tot zowel anti-tachycardie pacing als anti-bradycardie pacing
d. heeft ten minste 2 anti-tachycardie detectie zones en een ventriculaire fibrillatie zone
e. Heeft aritmie-discriminerende algoritmen (bijvoorbeeld: hoog ritme, plotseling ontstaan of ritme stabiliteit);3. A) Patiënten die hun kwalificerende event hadden vóór hun eerste ICD-implantatie ("Nieuwe ICD Patiënt"): moeten een gedocumenteerde episode van spontane aanhoudende VT (ventriculaire aritmie >= 150 slagen per minuut gedurende ten minste 30 seconden of een interventie tijdens de aanhoudende VT) , of hartstilstand, of VF tijdens de 42 dagen voorafgaand aan hun eerste ICD-implantatie hebben gehad en moeten worden gerandomiseerd in de 60 dagen onmiddellijk na het event. OF
B) Patiënten die hun kwalificerend event na hun eerste ICD implantatie of een latere re-implantatie ("Bestaande ICD Patiënt"): moeten een ICD schok hebben gehad, veroorzaakt door een spontane VT of VF na implantatie en moeten worden gerandomiseerd in de 180 dagen na deze schok
4. Het ICD dient als volgt geprogrammeerd te worden:
a. a) Anti-tachycardie pacing moet op het moment van randomisatie voor alle patiënten op *aan* zijn geprogrammeerd (zie uitzondering in 4[b]).
b) Het apparaat moet ingesteld zijn op een minimum van twee ATP-pogingen in de laagste detectiezone. Alles moet in het werk worden gesteld om de ATP tijdens het onderzoek op *aan* geprogrammeerd te houden, tenzij het naar oordeel van de onderzoeker medisch noodzakelijk is om de ATP *uit* te schakelen, de reden hiervoor moet worden opgenomen in de eCRF.
c) De eerste shock zal worden gegeven met een energie die niet lager is dan de laagste succesvolle defibrillatie-energie bij implantatie of onmiddellijk vóór randomisatie.
d. De ventriculaire tachycardia detectie frequentie ( de detectiezone waarbij ATP zal worden gegeven) dient volgens de volgende parameters geprogrammeerd te worden, waarbij aanpassingen mogen worden gedaan aan de hand van de klinische toestand van de patiënt en de mening van de hoofdonderzoeker (VT= ventriculaire tachycardie):
i. Indien de traagste VT frequentie <=150 spm is, dan moet de ondergrens 10 spm trager zijn dan de VT-frequentie en de bovengrens 200 spm
ii. Indien de traagste VT frequentie ligt tussen 151 en 194 spm, dan moet de ondergrens 20 spm lager zijn dan de VT frequentie en de bovengrens 200 spm
iii. Indien de traagste VT frequentie >= 195 spm is of er sprake was van een hartstilstand zonder gedocumenteerde VT frequentie, dan moet de ondergrens 175 spm zijn en de bovengrens 200 spm
e. Voor biventrivulaire ICD*s dient ten minste 1 VT discriminator ingesteld te worden (bijvoorbeeld AV dissociatie detectie)
5. Vrouwen die aan één van volgende criteria voldoen:
a) Vrouwen die zwanger kunnen worden en een negatieve serum zwangerschapstest hebben bij screening, die geen borstvoeding geven, die niet van plan zijn zwanger te worden tijdens het onderzoek en die akkoord gaan om één of meer goedgekeurde anticonceptiemethoden te gebruiken tijdens het onderzoek, geschikt bevonden door de onderzoeker. Goedgekeurde anticonceptiemethoden zijn: hormonale anticonceptie, oraal, via pleisters, injecteerbaar of implanteerbaar; spiraaltje; diafragma plus zaaddodend middel; of vrouwencondoom plus zaaddodend middel. Onthouding, een partner die condooms gebruikt en een partner die een vasectomie heeft ondergaan, zijn geen aanvaardbare anticonceptiemethoden.
b) Vrouwen die al minstens 1 jaar in de menopauze zijn (met amenorroe gedurende minstens 1 jaar) of een hysterectomie, bilaterale salpingo-ovariëctomie, of afbinding van de eileiders hebben ondergaan, ten minste 6 maanden voor het ondertekenen van de geïnformeerde toestemming.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patiënten bij wie een van de volgende criteria van toepassing is, zijn uitgesloten van deelname:
1. Een New York Heart Association (NYHA) klasse IV congestief hartfalen (CHF) of gedecompenseerde CHF hebben op het moment van randomisatie;
2. Een instabiele angina pectoris hebben of een myocardinfarct hebben in de 30 dagen voor randomisatie;
3. Een voorgeschiedenis hebben van torsade de pointes of een harttransplantatie;
4. Bij de screening chronisch atrium fibrilleren of atrium fibrilleren/flutter hebben, waarvan het ritme naar het oordeel van de onderzoeker niet voldoende onder controle is;
5. Een elektrocardiogram (ECG) hebben met een QTc-waarde >460 msec (met een QRS *120 msec), of JTc-waarde >340 msec (met een QRS >120 msec) (QT- en JT-intervallen gecorrigeerd door de formule van Bazett voor de hartslag), opgenomen tijdens de screening;
6. Afwijkingen hebben (bij screening) in de volgende klinische laboratoriumparameters: kreatinine >2,5 mg/dl (221 µmol/l); serum alanine aminotransferase, aspartaat aminotransferase, of gamma-glutamyltransferase *3 * bovengrens van de normaalwaarde (ULN), of bilirubine *2 * ULN; kalium <4,0 mEq of >5,5 mEq, of magnesium onder de ondergrens van de normaalwaarde (kalium- en magnesiumgehalten kunnen naar het normale bereik worden herleid als de onderzoeker, in samenspraak met de medische monitor van het onderzoek, van oordeel is dat deze gestabiliseerd zijn vóór randomisatie);
7. Een absoluut aantal neutrofielen (ANC) <1000/µl hebben voorafgaand aan de randomisatie;
8. Momenteel systemische klasse I of andere klasse III anti-aritmische medicatie innemen (moeten *5 dosisintervallen gestopt zijn vóór randomisatie), inclusief maar niet beperkt tot quinidine, procaïnamide, disopyramide, systemische lidocaïne, fenytoïne, mexiletine, dofetilide, ibutilide, dronedarone, propafenon, moricizine, ranolazine en sotalol; zie exclusiecriterium 11 wat betreft amiodarone;
9. Momenteel systemische geneesmiddelen innemen die het QT-interval verlengen (moet 5 halfwaardetijden gestopt zijn vóór de dosering), inclusief maar niet beperkt tot claritromycine, azitromycine, erytromycine, hydroxyzine, fenothiazines en probucol;
10. Momenteel immuunmodulerende geneesmiddelen innemen of hebben ingenomen (bv. azathioprine, methotrexaat, TNF-α modifiërende geneesmiddelen, of soortgelijke geneesmiddelen die het immuunsysteem of witte bloedcellen kunnen beïnvloeden) binnen 90 dagen voor randomisatie;
11. Oraal amiodarone hebben ingenomen binnen de 60 dagen voor randomisatie of intraveneuze amiodarone binnen de 14 dagen voor randomisatie, of als de amiodaron behandeling (orale of IV) <= 24 uur was, deze hebben ontvangen binnen de 5 dagen vóór de randomisatie;
12. Ticlopidine 30 dagen vóór de randomisatie hebben gebruikt;
13. Ongecontroleerde of onbehandelde hypertensie hebben (systolische >170 mmHg, diastolische >100 mmHg). Als een patiënt een medische behandeling ontvangt voor hypertensie moet zijn of haar bloeddruk stabiel zijn gedurende minstens 1 week vóór de randomisatie;
14. Voor vrouwelijke patiënten, die momenteel zwanger zijn of borstvoeding geven, of van plan zijn zwanger te worden in de loop van het onderzoek;
15. Neoplasie, immuunziekten, infectieziekten, of degeneratieve aandoeningen hebben die waarschijnlijk tot de dood leiden of een aanzienlijke morbiditeit veroorzaken tijdens het klinisch onderzoek;
16. Een systemische aandoening hebben die, naar het oordeel van de onderzoeker, van invloed kan zijn op de therapietrouw of de onderzoeksresultaten;
17. Een kwalificerende VF (episode die een ICD-implantatie rechtvaardigt) hebben tijdens de acute fase (binnen 48 uur) van een myocardinfarct;
18. Momenteel een nieuw experimenteel geneesmiddel nemen, of aan een ander klinisch onderzoek (met een goedgekeurd of niet-goedgekeurd geneesmiddel) hebben deelgenomen binnen 30 dagen voor randomisatie;
19. Een niet-erkend ICD-systeem hebben (lead of generator);
a. Een ICD-systeem (lead of generator) hebben dat momenteel door de fabrikant wordt teruggeroepen; als een onderdeel van het ICD-systeem zich onder *intensieve monitoring* van de fabrikant bevindt, moet het geval vóór randomisatie met de medische monitor van het onderzoek worden besproken.
b. Een ICD-pulsgenerator hebben met een batterijniveau die een ERI (electieve vervangingsindicator), EOL (end-of-life), of een andere indicatie heeft die aangeeft dat de vervanging waarschijnlijk binnen de 12 maanden na randomisatie moet gebeuren.
20. Momenteel een diagnose van psychose hebben;
21. Een door een geneesmiddel veroorzaakte orgaantoxiciteit hebben;
22. Bewijs van een actieve leveraandoening, of één van de volgende aandoeningen: positieve test voor HIV antistoffen, hepatitis-C-antistoffen of hepatitis-B-oppervlakte-antigeen;
23. Gebruik van illegale drugs of alcoholmisbruik (naar oordeel van de onderzoeker); of
24. Niet bereid of niet in staat zijn om geïnformeerde toestemming te geven of begrijpen.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2011-004376-11-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01464476 |
CCMO | NL39046.078.12 |