Primair:Het evalueren van de werkzaamheid van RO5185426 als monotherapie in vergelijking met dacarbazine met betrekking tot de progressievrije overleving (*progression-free survival*, PFS), en de totale overleving (*overall survival*, OS) bij…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Huidneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De co-primaire effeciviteitseindpunten zijn progressievrije overleving
(*progression-free survival*, PFS) en totale overleving (*overall survival*, OS)
PFS en OS zijn gedefiniëerd volgens RECIST 1.1 criteria (voor definities zie
protocol pag. 70 en 71).
Secundaire uitkomstmaten
Secundair:
* De werkzaamheid van RO5185426 in vergelijking met dacarbazine nader
beoordelen aan de hand van het beste totale responspercentage (*best overall
response rate*, BORR), de tijd tot de respons, de duur van de respons en de
tijd tot therapiefalen.
* Het evalueren van het verdraagbaarheids- en veiligheidsprofiel van RO5185426
met behulp van de NCI CTCAE (versie 4.0).
* Het nader karakteriseren van het farmacokinetische (PK) profiel van RO5185426.
* Een bijdrage leveren aan de Roche Companion Diagnostic (CoDx) cobas® 4800
BRAF V600E-test voor de detectie van BRAF-mutaties in DNA dat uit met formaline
gefixeerde, in paraffine ingebedde tumormonsters is geëxtraheerd.
Definities volgens RECIST criteria 1.1 (zie protocol pag. 71 en verder).
Achtergrond van het onderzoek
Er zijn slechts een beperkt aantal behandelingen voor uitgezaaide melanomen
beschikbaar. En het respons op deze behandelingen zijn matig. In de EU is
dacarbazine het enige goedgekeurde middel met 10% tot 20% respons waarvan erg
gelimiteerde langduringe respons.
RO5185426 heeft in vroege fase studies positief resultaat geboekt bij melanoma
patienten. Waardoor de verwachting bestaat dat RO5185426 kan leiden tot een
verbetering van de PFS (progression-free survival) of de OS (overall survival)
in deze patienten populatie.
Doel van het onderzoek
Primair:
Het evalueren van de werkzaamheid van RO5185426 als monotherapie in
vergelijking met dacarbazine met betrekking tot de progressievrije overleving
(*progression-free survival*, PFS), en de totale overleving (*overall
survival*, OS) bij tevoren onbehandelde patiënten met gevorderd melanoom dat de
BRAF V600E-mutatie bezit.
Onderzoeksopzet
Een gerandomiseerde, open-label-, gecontroleerde, met actieve behandeling
gecontroleerde fase III-studie waarin de werkzaamheid en veiligheid van
vemurafenib (RO5185426) versus dacarbazine worden geëvalueerd bij tevoren niet
behandelde patiënten met histologisch bevestigd, gemetastaseerd melanoom
(niet-resectabel stadium IIIC of stadium IV) dat de BRAF V600E-mutatie bezit.
Data van deze studie wordt gevolgd door een Data Safety Monitoring Board
(DSMB). Op advies van deze DSMO kunnen patienten in Arm B (controle groep), die
dacarbazine krijgen, omgezet worden naar Arm A (experimenteel) om RO5185426 te
krijgen.
De patiënten worden gerandomiseerd naar ofwel:
* de experimentele arm A: oraal RO5185426, tweemaal daags (b.i.d.) toegediend
in een dosis van 960 mg,
* de controlearm B: dacarbazine, intraveneus toegediend in een dosis van 1000
mg/m2 op dag 1 van elke 3 weken (3-weekse cyclus).
De randomisatie naar de behandelingsgroepen vindt plaats in een verhouding van
1:1 voor de RO5185426- en de dacarbazinearm.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Regime onderzoeksmiddel: De patiënten krijgen 960 mg RO5185426 b.i.d. oraal. Regime vergelijkingsmiddel: Dacarbazine 1000 mg/m2 intraveneus toegediend gedurende maximaal 60 minuten op dag 1 van elke 3 weken.
Inschatting van belasting en risico
BIJWERKINGEN VAN RO5185426
Bij een onderzoek met gezonde vrijwilligers de meest voorkomende bijwerkingen:
hoofdpijn, duizeligheid/licht gevoel in het hoofd, jeukende uitslag,
slaperigheid, verlaagd aantal witte bloedcellen en misselijkheid.
Bij een onderzoek met kankerpatiënten:
Bij ten minste 30% van de patiënten: vermoeidheid, misselijkheid, diarree,
uitslag, jeuk, haarverlies, overgevoeligheid voor zonlicht, zonnebrand, droge
huid, gewrichts- of spierpijn, huidpapilloom (goedaardige huidtumor),
hyperkeratose (verdikking van de buitenste laag van de huid).
Bij 25% van de patienten: ontwikkeling van een plaveiselcelcarcinoom van de
huid.
Bij ten minste 10% van de patiënten: schilferende huid, droge huid, huidreactie
aan de handen of voeten (tintelend of branderig gevoel in handen en voeten),
verminderde eetlust en gewichtsverlies, hoofdpijn, veranderde smaak.
Andere minder vaak voorkomende bijwerkingen (bij < 10% van de patiënten):
behandelbare huidkanker (basocellulair carcinoom), het plotseling stoppen met
de werking van de nieren (acuut nierfalen), gewrichtsontsteking (artritis),
blokkering van de bloedstroom naar een deel van het oog (retinavene occlusie),
ontsteking/infectie van de huid (cellulitis), probleem met zenuwen waardoor
pijn, verlies van gevoel of spierzwakte kunnen optreden (perifere neuropathie),
verwarring (delirium), een bepaalde vorm van hartritmestoornis (daarzijnde
verlenging van het QTc-interval op een ECG), afwijkende leverfunctiewaarden
(waarden die erop kunnen wijzen dat uw lever niet op de juiste manier werkt),
koorts, gevoelige rode bultjes of knobbeltjes.
Overige risico*s: In een ander onderzoek ontwikkelden patiënten die werden
behandeld met vemurafenib voor een kwaadaardige huidkanker (een melanoom), een
nieuw primair melanoom.
De overige, minder voorkomende bijwerkingen en risico's van PCC zijn in meer
detail beschreven in de patienteninformatie.
RISICO'S VAN HET GEBRUIK VAN DACARBAZINE
De meest voorkomende bijwerkingen: roodheid van het gelaat, gevoelloosheid of
tintelen, gebrek aan eetlust, metaalachtige smaak in de mond, spierpijn of
zwakheid, misselijkheid, tijdelijk haarverlies en overgeven.
Minder vaak voorkomende bijwerkingen zijn: diarree, uitslag, galbulten, moeite
met ademhalen, benauwdheid op de borst, zwelling van mond, gezicht, lippen of
tong, donkere urine, koorts, koude rillingen, zere keel, gewrichtspijn,
maagpijn, opmerkelijke blauwe plekken of bloeden, opmerkelijke vermoeidheid of
zwakheid, geel worden van huid of ogen en overgevoeligheid voor licht.
RISICO'S VAN ONDERZOEKSPROCEDURES
Huidbiopsie en/of huidtumorverwijdering: tot de risico's behoren pijn, ongemak,
irritatie, roodheid, zwelling, bloeden, blauwe plekken en/of drainage op de
plaats van de biopsie, abnormale wondgenezing, koorts, infectie of allergische
reactie op de verdoving van de huid op de plaats van de biopsie. ECG: de huid
kan licht geïrriteerd raken, een beetje rood worden en jeuken op de plekken
waar de registratieplakkers worden aangebracht. Bloedonderzoek: bij de meeste
mensen veroorzaakt een prik met een naald ten behoeve van bloedonderzoek geen
ernstige problemen. Een dergelijke prik kan echter de oorzaak zijn van
flauwvallen, bloeden, blauwe plekken, ongemak, duizeligheid, infecties en/of
pijn op de plaats van de injectie.
Publiek
Beneluxlaan 2a
Woerden 3446 GR
NL
Wetenschappelijk
Beneluxlaan 2a
Woerden 3446 GR
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Mannelijke of vrouwelijke patiënten (>= 18 jaar).
2. Patiënten met histologisch bevestigd, gemetastaseerd melanoom (chirurgisch incurabel en niet-resectabel stadium IIIC of stadium IV, AJCC). Het niet-resectabele stadium IIIC van de ziekte moet door een chirurg- oncoloog zijn bevestigd.
3. Therapienaïeve patiënten (d.w.z. GEEN eerdere systemische antikankerbehandeling voor gevorderde ziekte; stadium IIIC en IV). Alleen eerdere adjuvante immunotherapie is toegestaan.
4. De patiënten moeten positief zijn voor de BRAF V600E-mutatie, vóór toediening van studie medicatie vastgesteld met de Roche CoDx BRAF- mutatietest.
5. ECOG-performancestatus van 0 of 1.
6. Levensverwachting > 3 maanden.
7. Meetbare ziekte (middels de RECIST-criteria versie 1.1) vóór de toediening van studie medicatie.
8. De patiënten moeten ten minste 14 dagen voor de eerste dosis van de studiemedicatie zijn hersteld van de effecten van een grote operatie of substantieel traumatisch letsel.
9. Cutane SCC-laesies die bij aanvang van de studie worden geïdentificeerd, moeten worden geëxcideerd. Vóór inclusie moet(en) de wond(en) goed zijn genezen. Bij aanvang van de studie moet bij alle patiënten een huidonderzoek plaatsvinden.
10. Binnen 28 dagen voor toediening van de eerste dosis moet een goede hematologische, renale en leverfunctie zijn vastgesteld, zoals gedefinieerd op basis van de laboratoriumwaarden:
- absoluut aantal neutrofielen (ANC) >= 1,5 x 109/l;
- aantal bloedplaatjes >= 100 x 109/l;
- hemoglobine >= 9 g/dl;
- serumcreatinine <= 1,5 X ULN (bovengrens van normaal);
- AST en ALT <= 2,5 X ULN;
- bilirubine <= 1,5 X ULN (voor patiënten met het syndroom van Gilbert bilirubine <= 3 X ULN);
- alkalische fosfatase <= 2,5 X ULN (<= 5 keer ULN voor patiënten met concomitante levermetastasen).
11. Negatieve serumzwangerschapstest binnen 10 dagen voor de start van de medicatietoediening bij premenopauzale vrouwen. Vrouwen die niet zwanger kunnen worden, mogen worden geïncludeerd indien zij ofwel operatief zijn gesteriliseerd, ofwel >= 1 jaar postmenopauzaal zijn.
12. Vruchtbare mannen en vrouwen moeten een effectieve anticonceptiemethode toepassen tijdens de behandeling en tot minstens 6 maanden na beëindiging van de behandeling, zoals aangegeven door hun behandelend arts (conform de lokale eisen).
13. Afwezigheid van psychische, familiale, sociologische of geografische omstandigheden die eventueel belemmeren dat de patiënt zich aan het studieprotocol en follow-upschema houdt; dergelijke omstandigheden dienen vóór opname in de studie met de patiënt te worden besproken.
14. Vóór opname in de studie moet schriftelijke geïnformeerde toestemming van de patiënt zijn verkregen, voordat welke studiegerelateerde verrichting dan ook plaatsvindt.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Patiënten met actieve CZS-laesies (d.w.z. patiënten met radiografisch instabiele, symptomatische laesies) worden uitgesloten. Patiënten die met een stereotactische ingreep of operatie zijn behandeld, komen echter wel in aanmerking, indien zij >= 3 maanden geen tekenen van ziekteprogressie in de hersenen hebben. Tevens mogen zij >= 3 weken niet met corticosteroïden zijn behandeld. Radiotherapie van de gehele hersenen is niet toegestaan, behoudens bij patiënten bij wie een definitieve resectie of stereotactische behandeling van alle radiologisch detecteerbare parenchymlaesies heeft plaatsgevonden.
2. Geschiedenis van carcinomateuze meningitis.
3. Regionale infusie van een extremiteit of perfusietherapie.
4. Verwachte en actuele toediening van andere antikankermedicatie dan in deze studie wordt gegeven.
5. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven.
6. Refractaire misselijkheid en braken, malabsorptie, externe biliaire shunt of een grote dunne-darmresectie die voorkomt dat RO5185426 goed wordt geabsorbeerd. De patiënten moeten in staat zijn om pillen te slikken.
7. Gemiddeld QTc-interval >= 450 msec bij de screening.
8. Graad 3-bloeding volgens NCI CTCAE versie 4.0 binnen 4 weken voor de start van de studiemedicatie.
9. Een van de volgende aandoeningen binnen 6 maanden voor toediening van de studiemedicatie: myocardinfarct, ernstige/onstabiele angina, bypass van coronaire/perifere arterie, symptomatisch congestief hartfalen, ernstige cardiale aritmie waarvoor medicatie nodig is, hypertensie die niet onder controle is, cerebrovasculair accident of *transient ischemic attack*, of symptomatische pulmonale embolie.
10. Bekende, klinisch relevante, actieve infectie.
11. Geschiedenis van allogene beenmergtransplantatie of orgaantransplantatie.
12. Andere ernstige, acute of chronische medische of psychiatrische aandoeningen of laboratoriumafwijkingen die het risico dat met deelname aan de studie of toediening van de studiemedicatie verband houdt, zouden kunnen vergroten, of die de interpretatie van de studieresultaten zouden kunnen verstoren, en die de patiënt naar het oordeel van de onderzoeker ongeschikt maken voor opname in deze studie.
13. Patiënten met een eerdere maligniteit binnen de laatste 5 jaar zijn uitgesloten, behoudens patiënten met een basaal- of squameuze-celcarcinoom (SCC) van de huid, melanoma in situ, en carcinoma in situ van de cervix. Een geïsoIeerde PSA-verhoging zonder radiografische tekenen van gemetastaseerde prostaatkanker is toegestaan.
14. Patiënten die eerder met een BRAF-remmer zijn behandeld.
15. Bekende hiv-positiviteit of een aidsgerelateerde aandoening, of actieve HBV en actieve HCV.
16. Patiënten die eerder naar deze studie zijn gerandomiseerd in een andere deelnemend centrum.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2009-012293-12-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01006980 |
CCMO | NL30253.031.09 |