Primair Onderzoeken van het effect van fluvoxamine, een CYP1A2 remmer, op de *steady state* farmacokinetiek van dovitinib (TKI258) bij patiënten met gevorderde solide tumoren, met uitzondering van borstkankerSecundair• Onderzoeken van de veiligheid…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Diverse en niet plaatsgespecif. neoplasmata, maligne en niet-gespecif.
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
TKI258 (dovitinib) farmacokinetiek parameters:
Primair - AUC 0-72h, Cmax; en secondair - T1/2, Cmin,ss, Tmax, AUC 0-24h
Secundaire uitkomstmaten
- Type, ernst en frequentie van bijwerkingen (AE's) volgens CTCAE criteria
versie 4.03, tenzij ander gespecificeerd veranderingen ten opzichte van
baseline in laboratoriumuitslagen, lichamelijke onderzoeken, vitale functies,
ECGs en MUGA / Echocardiogram
-Overall response gebaseerd op de beoordeling door de onderzoeker en best
overall response volgens RECIST versie 1.1
Achtergrond van het onderzoek
Dovitinib (TKI258) is een remmer van 3 receptor tyrosinekinases (VEGF, FGF en
PDGF) die betrokken zijn bij de tumorcelgroei. Dovitinib wordt als monotherapie
onderzocht in vele studies bij patiënten met solide tumoren op basis van de
orale beschikbaarheid en de potentie om in vitro en in vivo deze RTK*s te
inhiberen.
Bij een continue dagelijkse dosering leidt de tijdsafhankelijke en
niet-lineaire PK tot een dosisafhankelijke tijd tot *steady state*, evenals een
dosisafhankelijke accumulatie op *steady state*. Na een doseringsschema van *5
dagen op / 2 dagen af* werd geen accumulatie gezien bij de geteste doses van
500 mg/dag en 600 mg/dag. De maximale tolerabele dosis (MTD) van het *5 dagen
op / 2 dagen af* doseringsschema is gesteld op 500 mg/dag vanwege 2
geobserveerde dosis limiterende toxiciteiten (DLT*s) op 600 mg/dag. Bij de MTD
werd *steady state* bereikt na de 2e week en de *steady state* halveringstijd
was ongeveer 13 uur.
De MTD van dovitinib is 400 mg/dag voor de continue dagelijkse dosering en 500
mg/dag voor het *5 dagen op / 2 dagen af* schema.
Gebaseerd op veiligheidsgegevens en tekenen van klinische effectiviteit in de
fase 1 en fase 2 studies, wordt 500 mg/dag (MTD) in een *5 dagen op / 2 dagen
af* doseringsschema gebruikt in de lopende fase 3 studie in patiënten met
gevorderd niercelcarcinoom, evenals in de lopende fase 2 studies.
In studie CTKI258A2101, een fase 1 dosisescalatie studie in patiënten met
gevorderde solide tumoren, werd bewijs gevonden dat CYP1A2 een relevante
metabole route is voor dovitinib.
Er zijn geen formele drug-drug interactie studies uitgevoerd met dovitinib. De
beschikbare data van zowel humane als van in vitro studies laten zien dat
dovitinib geen of een lage potentie heeft tot inhibitie van CYP450s. Echter
dovitinib induceert wel CYP1A2, CYP2C9 en CYP2C19, evenals CYP3A4 mRNA;
derhalve kan co-administratie met substraten van CYP1A2/2C9/2C19/3A4 wel leiden
tot verminderde blootstelling aan deze substraten.
In de huidige studie is de geselecteerde dovitinib dosis met name gebaseerd op
veiligheidsaspecten, terwijl nog steeds een robuuste evaluatie van de
klaringsroute van dovitinib mogelijk is. Fluvoxamine is een sterke CYP1A2
remmer. Gegeven het feit dat circa 1/3 van de toegediende dosis van dovitinib
wordt geëlimineerd via de CYP1A1/A2 route, kan complete remming van CYP1A2 door
fluvoxamine leiden tot een circa 33% toename van de blootstelling aan dovitinib
op de dag dat fluvoxamine wordt toegediend. Vanwege het mogelijke
veiligheidsrisico door deze toename van de blootstelling aan dovitinib, is in
deze studie gekozen voor een dosis van 400 mg in plaats van de MTD van 500 mg
tijdens de drug-drug interactie (PK) fase.
Tijdens de drug-drug interactie fase zal dovitinib worden gedoseerd in een
doseringsschema van 400 mg *5 dagen op / 2 dagen af*. Bij deze dosering van
400 mg zijn reeds farmacodynamische activiteit en voorlopige tekenen van
effectiviteit waargenomen. Na de drug-drug interactie fase krijgen patiënten de
mogelijkheid om de behandeling met dovitinib te continueren in een dosis van
500 mg/dag (MTD) in het *5 dagen op / 2 dagen af* doseringsschema, mits deze
patiënten geen toxiciteit (hebben) ervaren die een behandeling met 500 mg zou
uitsluiten.
Doel van het onderzoek
Primair
Onderzoeken van het effect van fluvoxamine, een CYP1A2 remmer, op de *steady
state* farmacokinetiek van dovitinib (TKI258) bij patiënten met gevorderde
solide tumoren, met uitzondering van borstkanker
Secundair
• Onderzoeken van de veiligheid en de verdraagbaarheid van dovitinib in het *5
dagen op / 2 dagen af* doseringsschema bij patiënten met gevorderde solide
tumoren, met uitzondering van borstkanker
• Onderzoeken van tekenen van anti-tumor activiteit van dovitinib bij patiënten
met gevorderde solide tumoren, met uitzondering van borstkanker
Onderzoeksopzet
Een multi-center, open-label, drug-drug interactie (DDI)studie om het effect te
onderzoeken van CYP1A2-remmer fluvoxamine op de farmacokinetiek van dovitinib
in patiënten met gevorderde solide tumoren (met uitzondering van borstkanker).
De studie bestaat uit 2 fasen: een farmacokinetiek (PK) fase en een
behandelfase.
De DDI test zal gedaan worden in de PK fase. Door middel van de DDI test zal de
*steady state* PK profiel van dovitinib (alleen en samen met fluvoxamine, een
CYP1A2 remmer) worden onderzocht. De PK fase duurt 28 dagen. Op dag 19 en dag
26 wordt een volledig farmacokinetiek profiel afgenomen. Op dag 26, 27 en 28
wordt naast dovitinib ook fluvoxamine ingenomen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Dovitinib (TKI258) capsules in een 5 dagen inname/ 2 dagen geen inname schema PK fase: 300mg Behandel fase: 500mg Fluvoxamin 100mg op dag 22, 23, 24, 25, 26, 27 en 28 in de Pk fase
Inschatting van belasting en risico
Bijwerkingen van TKI258 (dovitinib) en fluvoxamine.
de belangrijkste bijwerkingen van dovitinib zijn: misselijkeheid, braken,
diarrree, vermoeidheid, zwakte, verminderde eetlust, hoofdpijn,
kortademigheid, bloedarmoede, obstipatie, huiduitslag, buikpijn, koorts,
hoesten, verstoorde smaak, gewichtsverlies, verhoogde bloeddruk, duizeligheid,
vochtophoping in de ledematen, urineweginfecties, rugpijn, indigestie, droge
mond en afwijkingen / verhoging van leverfunctiewaarden en triglyceriden en
verlaging van bloedplaatjes.
Onverwachte ernstige bijwerkingen van dovitinib: afasie van voorbijgaande aard,
pneumonitis, cardiale tamponade, colonfistel, asymptomatische aorta dissectie,
osteonecrosis van de kaak en leucoencephalopathy syndroom (reversibel).
Belangrijkste bijwerkingen van fluvoxamine: slaperigheid, moeilijk in slaap
komen, zenuwachtigheid, trillingen, misselijkheid, slechte spijsvertering,
verminderde eetlust, braken, abnormale zaadlozing, zwakte, en zweten.
Fluvoxamine kan de bijwerkingen van andere middelen versterken of de werking
van andere middelen verminderen,
Overige risico's: pijn, bloedingen, lokale bloeduitstortingen als gevolg van
bloedafnames - blootstelling aan straling (CT-scan, MUGA-scan en
röntgenopnames). De blootstelling aan straling zal niet hoger zijn dan de
maximale toegestane waarden die in Nederland zijn vastgesteld. De gemiddelde
frequentie van onderzoeken met stralenbelasting bij deze patiëntenpopulatie is
1 x per 8 weken.
Allergische reactie op het gebruikte contrastmiddel bij een CT-scan.
Publiek
Raapopseweg 1
Arnhem 6824 DP
NL
Wetenschappelijk
Raapopseweg 1
Arnhem 6824 DP
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Patiënten met gevorderde solide tumoren (met uitzondering van borstkanker) of gevo derd hepatocellulair carcinoom, progressief na standaardbehandeling of voor wie geen standaardbehandeling meer is.
2. ECOG performance status <= 2
3. (absolute) neutrofielen >=1.5 x 109/L
4. Thrombocyten >= 100x109/L
5. Hemoglobine >= 8 g/dl = 4.96 mmol/L
6. Serum kreatinine <= 1.5 x ULN of 24-uurs klaring>= 30 ml/min/1.73m2 (indien proteïnuria >= 50 mL/min/1.73m2 zoals gedefinieerd onder inclusie criterium 9) of,
Serum creatinine > 1.5 - 3 x ULN met een kreatinine klaring >= 30 mL/min (Cockcroft-Gault)
7. Totaal bilirubine <= 1.5 x ULN
8. AST en ALT <= 3.0 x ULN
9. Urine dipstick met negatieve eiwit of een totaal eiwit in urine <= 500 mg en een 24-uurs urine kreatinine klaring >= 50 L/min/1.73m3 bij een eiwit van 1+ (2+ voor niercelcarcinoom)
10. Levensverwachting > 3maanden
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Patiënten met hersenmetastsen gediagnostiseerd bij screening
2. Patiënten bekend met een andere primaire maligniteit welke klinisch significant is of actieve interventie vereist.
3. Eerdere anti-kanker behandelingen met:
•Gerichte *small molecule* therapie <= 2 weken voor eerste inname van studiemedicatie,
•Monoclonale antilichamen, immunotherapie, hormonale therapie, of chemotherapie <= 4 weken voor eerste inname van studiemedicatie,
•Nitrosoureum en mitomycine-C <= 6 weken voor eerste inname van studiemedicatie,
•Radiotherapie <= 4 weken voor eerste inname van studiemedicatie (palliatieve radiotherapie bij botmetastasen <= 2 weken voor eerste inname van studiemedicatie is toegestaan)
En niet hersteld van toxiciteit gerelateerd aan een anti-kanker behandeling
4. Grote operaties <= 4 weken voor eerste inname van studiemedicatie of niet hersteld van deze operatie of van de eventuele complicaties.
5. Bekend met een longembolie of onbehandelde diep veneuze thrombose binnen 6 maanden voor eerste inname van studiemedicatie
6. Verminderde hartfunctie of klinisch significante hart ziekten inclusief:g:
•Bekend met /of aanwezigheid van ernstige ventriculaire arrithmieën (niet goed onder controle)
•Klinisch significante bradycardia in rust
•Linker ventrikel Ejectie fractie < 50% (Echocardiogram)of < 45% (MUGA)
•Myocardinfarct, ernstige niet-stabiele angina pectoris, coronair bypass, hartfalen, cerebrovasculair accident (CVA) of TIA binnen 6 maanden voor eerste inname van studiemedicatie
•Niet goed gecontrolleerde hypertensie (systolisch >= 160 mm Hg en/of diastolisch >= 100 mm Hg) met of zonder gebruik van anti-hypertensiva. Het is toegestaan om voor start studie te starten met anti-hypertensiva of de medicatie aan te passen
7. Verminderde functie van het maagdarmstelsel of een ziekte van het maagdarmstelsel dat de opname van dovitinib significant kan verstoren.
8. Levercirrhosis, chronische actieve hepatitis of aanhoudende chronische hepatitis.
9. Gebruik van prasugrel, clopidogrel of gebruik van anti-stolling met therapeutische doses warfarine (coumarinederivaat). Behandeling met lage doseringen warfarine (<= 2 mg/dag) of lage dosering acetylsalicylzuur (tot 100mg/dag) is toegestaan.
10. Andere ernstige en/of niet goed gecontrolleerde ziekten
11. Gebruik van matige CYP1A2 remmers of potente en matige CYP3A remmers binnen 5 dagen voor de eerste inname van studiemedicatie of gedurende de Pk fase (dagen 1-28 van de Pk fase).
12. CYP1A2 induceerders (incl. tabak) of CYP3A induceerders binnen 30 dagen voor de eerste inname van studiemedicatie of gedurende de Pk fase (dagen 1-28 van de Pk fase).
13. Actief gebruik van antidepressiva, benzodiazepines, serotonines en / of monoamine oxidase remmers (MOAIs).
14. De te verwachten inname van alcohol van meer dan 1 eenheid per dag binnen 3 dagen voor de afname van bloed voor farmacokinetiek (dagen 19 en 26 van de pk fase) en gedurende de inname periode van fluvoxamine (dagen 26-27 en 28 van de pk fase)
15. Grapefruit, granaatappels, stervruchten, Seville sinaasappelen (bittere sinaasappelen die gebruikt worden voor marmelade) of producten gemaakt met / van deze vruchten binnen 3 dagen voor de afname van bloed voor farmacokinetiek gedurende de Pk fase (dagen 19 en 26 van de pk fase).
16. Homeopatische middelen en/of kruidenpreparaten binnen 5 dagen voor de afname van bloed voor farmacokinetiek gedurende de Pk fase (dagen 19 en 26 van de pk fase). Vitamine supplementen zijn toegestaan
17. Non-steroidale anti-inflammatoire medicijen (NSAID*s) en/of aspirine op de dagen dat fluvoxamine ingenomen wordt (dagen 26, 27 en 28 van de PK fase). lage dosering acetylsalicylzuur (tot 100mg/dag) is toegestaan.
18. Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven
19. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd die een geen effectieve (dubbele) anti-conceptie methode willen toepassen.
20. Mannen die geen condoom met zaaddodend middel gebruiken gedurende het onderzoek. (Dit dient tot 3 maanden na stoppen van de studiemedicatie gebruikt te worden.)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2012-001546-18-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01596647 |
CCMO | NL40697.031.12 |