- vaststellen van referentiewaarden per leeftijdsklasse (leeftijd 20-70 jaar) voor plasma renine (activiteit en directe concentratiebepaling), serum aldosteron en 24h urine aldosteron (vrij en metabolieten) bij gebruik van een normaal dieet en na…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Aandoeningen van de bijnier
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Veranderingen van het RAAS onder invloed van de orale zoutbelasting. De RAAS
parameters die worden gemeten zijn: plasma renine concentratie, plasma renine
activiteit, serum aldosteron, urine aldosteron (vrij + metabolieten)
Secundaire uitkomstmaten
Invloed OAC gebruik op bovenvermelde RAAS parameters voor en na zoutbelasting.
Achtergrond van het onderzoek
Volgens recente literatuur is primair hyperaldosteronisme (PHA) de meest
voorkomende oorzaak van secundaire hypertensie, met een opgegeven prevalentie
van circa 5-12% onder personen met hypertensie in zowel de eerste als tweede
lijn. Herkenning van PHA is van belang, omdat in principe een causale therapie
mogelijk is indien het PHA wordt veroorzaakt door een bijniertumor (aldosteron
producerend adenoom); normotensie kan dan worden bereikt met een
adrenalectomie. Indien het PHA berust op een bilaterale bijnierhyperplasie
(idiopatisch hyperaldosteronisme) komt een patiënt in aanmerking voor een
specifieke medicamenteuze therapie.
Het diagnostisch proces van het PHA omvat een 3-tal opeenvolgende fasen:
screening bij patiënten met hypertensie (plasma kalium, renine en aldosteron
meting), bevestigingstests (aantonen van verhoogd plasma en/of urine aldosteron
na zoutbelasting oraal/i.v., diverse testprotocollen) en lokalisatie onderzoek
(MRI/CT, bijniervenesampling).
Screening op aanwezigheid van PHA bij patiënten met hypertensie vindt
doorgaans plaats door meting van het plasma aldosterongehalte (bij PHA relatief
of absoluut verhoogd) en het plama renine (bij PHA verlaagd). Het quotiënt van
deze hormoonbepalingen - de aldosteron renine ratio (ARR) - is thans de meest
gebruikte screeningsmethode ter opsporing van PHA. Plasma renine kan worden
gemeten d.m.v. een enzym activiteitsbepaling (plasma renine activiteit, PRA),
waarbij in een plasmamonster de generatie van angiotensine 1 wordt gemeten met
behulp van een RIA. PRA meting heeft enkele nadelen: gekoelde
monsterverzameling, bewerkelijke procedure en een relatief grote intra- en
interassay variatie. In plaats van de enzymactiviteit kan ook de plasma renine
concentratie worden gemeten. Voordelen van de plasma renine
concentratiebepaling t.o.v. de PRA zijn: monsterverzameling bij
kamertemperatuur, geautomatiseerde uitvoering mogelijk,en een kleinere intra-
en inter assay variatie i.v.m. de PRA bepaling. Referentiewaarden voor plasma
renine bij gezonden en bij patiënten met hypertensie zijn echter tot dusverre
voornamelijk gebaseerd op PRA metingen. Ofschoon al geruime tijd bekend is dat
zowel plasma aldosteron als renine een leeftijdsafhankelijke variatie vertoont,
ontbreken leeftijdsafhankelijke referentiewaarden.
Orale anticonceptiva (OAC) beinvloeden het renine-angiotensine-aldosteron
systeem, via stimulatie van de hepatische angiotensinogeen productie door de
ethinyloestradiol component. OAC gebruik gaat gepaard met een geringe stijging
van de PRA (als gevolg van meer endogeen substraat) en een daling van de plasma
renine secretie (als gevolg van een negatieve terugkoppeling op de renine
afgifte door een lichte stijging van angiotensine-II).
Een alternatieve manier van screening op aanwezigheid PHA is het meten
van de aldosteronexcretie in de urine. Aldosteron wordt in de urine
uitgescheiden als vrij aldosteron en in de vorm van verschillende metabolieten
(met name aldosteron-18-glucuronide en 3alpha,5beta-tetrahydroaldosteron). Er
wordt in de literatuur gesuggereerd dat een normale aldosteronexcretie in 24h
urine (zonder voorafgaande zoutbelasting) een PHA uitsluit, maar gegevens zijn
hierover schaars.
Doel van het onderzoek
- vaststellen van referentiewaarden per leeftijdsklasse (leeftijd 20-70
jaar)
voor plasma renine (activiteit en directe concentratiebepaling), serum
aldosteron en 24h urine aldosteron (vrij en metabolieten) bij gebruik van
een
normaal dieet en na 3 dagen orale zoutbelastingstest
- validatie plasma renine concentratiebepaling ten opzichte van de PRA
- evaluatie in welke mate de meting van plasma renine concentratie en PRA
worden beinvloed door OAC gebruik
Onderzoeksopzet
Dieet interventie ondezoek.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Alle deelnemers krijgen een gestandaardiseerde 3 dagen zoutbelastingstest
Inschatting van belasting en risico
- 2 venapuncties (bloedvolume punctie 1: 21.5 ml, punctie 2: 19.5 ml)
- 24 uurs urine verzameling (2x)
- beantwoording enkele screeningsvragen:
a. medicatie gebruik
b. medische voorgeschiedenis
- kort lichamelijk onderzoek: bloeddruk (2x), lichaamsgewicht en -lengte
Publiek
Hanzeplein 1
Groningen 9700RB
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1
Groningen 9700RB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
gezonde mannelijke en vrouwelijke individuen met een normale bloeddruk (RR < 140/90 mmHg)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- hypertensie(RR>140/90mmHg)
- hartfalen in voorgeschiedenis
- verhoogde leverenzymen (ALAT, ASAT, gGT, AF > 1.5 URL)
- nierinsufficiëntie (serum creatinine > 110 micromol/l)
- diabetes mellitus (elk type)
- zwangerschap
- gebruik specifieke medicamenten: antihypertensiva, nonsteroidal anti-inflammatory drugs, diuretica, kalium supplementen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL13692.042.06 |