De belangrijkste doelstelling van dit protocol is te onderzoeken in welke mate oxytocin specifieke aspecten van toenaderingsgedrag, mimicry en communicatie in gezonde vrijwilligers met verschillende maten van sociale angst moduleert. De resultaten…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Milieuaangelegenheden
Synoniemen aandoening
Aandoening
social anxiety
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De resultaten van de Liebowitz, Social Anxiety Scale (LSAS; Liebowitz, 1987),
de Fear of Positive Evaluation Scale (FPE; Weeks, Heimberg, & Rodebaugh, 2008),
de Social Interaction Anxiety Scale (SIAS; Mattick, & Clarke, 1998), de Center
of Epidemiologic Studies Depression Scale (CES-D; Ratloff, 1977), de trait
versie van de Spielberger State/Trait Anxiety Scale (Spielberger, Gorsuch,
Lushene, Vagg, & Jacobs, 1983), de UCLA Loneliness Scale (Russell, 1996), de
partner questionnaire (Newman-Norlund, et al., 2009), de Need for Cognition
Scale (NCS, Cacioppo, 1996), de Empathy Quotient (EQ, Baron-Cohen &
Wheelswright, 2004)/Systemizing Quotient (SQ-R, Wheelswright, et al., 2006), de
the Interpersonal Reactivity Index (IRI, Davis, 1983), de Inclusion of Other in
the Self Scale (Aron, Aron, & Smollan, 1992) en verschillende Visual Analogue
Scales (VAS). Verder zal er testosteron/cortisol via speeksel monsters worden
gemeten als ook de 'second-to-fourth-digit' ratio van de dominante hand.
Hiermee kunnen hormonen worden gemeten die verdacht worden sociale gedragingen
te beïnvloedden.
De test batterij bestaat uit vijf verschillende paradigma's: (1) een Immersive
virtual environment (IVE) taak om interpersoonlijke afstand te meten (2) een
IVE taak die mimicry meet (3), een taak die reacties op het betreden van
persoonlijke ruimte meet, een (4) taak die freeze-gedrag meet en een (5) taak
die non-verbaal communicatiegedrag meet. Deze taken meten gedragingen die aan
sociale interactie gerelateerd zijn van zeer verschillende perspectieven en
beogen de ecologische validiteit in laboratoriumstudies te verhogen.
Secundaire uitkomstmaten
n/a
Achtergrond van het onderzoek
Sociale angst stoornis (SAS) is aan veel voorkomende stoornis met een
prevalentie van tussen de 7 en 13%. Hoog sociaal angstigen (HSA) zijn bang om
door anderen negatief beoordeelt te worden. HSAs geloven dat deze beoordelingen
tot uitsluiting en sociaal isolement gaan leiden. Hierdoor gaan ze steeds vaker
sociale interacties vermijden of doorleven deze met veel angst. SAS heeft vaak
een chronische beloop, verstoord sociaal en beroepsmatig functioneren
aanzienlijk en is relatief moeilijk te behandelen. In de laatste jaren zijn een
aantal subtiele gedragingen geïdentificeerd die mogelijk de stoornis in stand
houden of misschien zelf veroorzaken. HSA houden bijvoorbeeld meer afstand in
een interactie of laten het na om anderen in een interactie te imiteren. Ook
wordt vermoedt dat hun non-verbale communicatie verschilt van die van gezonde
mensen. Deze gedragingen worden veronderstelt positieve beoordelingen juist te
te ondermijnen. Echter is dit nooit onderzocht in samenhang met het beleven van
sociale affiliatie hoewel dit juist hetgeen is waarna HSAs streven.
Zeer recent heeft het neuropeptide oxytocine veel belangstelling gekregen.
Naast zijn rol bij het inzetten van ween en lactatie, blijkt het een cruciale
rol te spelen bij sociale gedragingen. Het verminderd de waarneming van sociale
bedreiging, verbeterd communicatie, affiliatie, vertrouwen en het verwerken van
positieve sociale cues. Kortom het heeft alle effecten die men zou mogen
verwachten van een succesvolle (psycho-)therapie maar dan zonder de
bijwerkingen waarvoor psychofarmacologische behandelingen vaak bekend staan.
Vandaar is meer kennis nodig om het samenspeel tussen sociale angst en sociale
gedragingen onder invloed van oxytocine nauwkeurig te onderzoeken.
De voorgestelde studie beoogd de effecten van oxytocine op gedragingen
onderzoeken die karakteristiek zijn bij SAS. Hierbij woord gekeken naar (a)
interpersoonlijke afstand, (b) imitatiegedrag (mimicry), (c) persoonlijke
ruimte en (d) communicatie bij vrouwen met verschillende niveaus van sociale
angst.
Doel van het onderzoek
De belangrijkste doelstelling van dit protocol is te onderzoeken in welke mate
oxytocin specifieke aspecten van toenaderingsgedrag, mimicry en communicatie in
gezonde vrijwilligers met verschillende maten van sociale angst moduleert. De
resultaten van deze studie zullen leiden tot het ontwerpen van een toekomstige
studie over de effecten van oxytocine op gebiasde cognities en op patiënten met
een sociale angst stoornis.
Onderzoeksopzet
Het gaat om een dubbelblind, placebo-gecontroleerd, bidirectioneel cross-over
experiment. Veertig vrijwilligers zullen willekeurig toegewezen worden aan een
van twee behandelingsopeenvolgingen. Elke vrijwilliger zal een neusspray
ontvangen die oxytocine of placebo bevat. Tussen de twee onderzoekdagen is er
een interval van 28 dagen. De vrijwilligers zullen een testbatterij uitvoeren.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Per sessie: 2 x 24 intranasale eenheden (IU) van oxytocine, die via een neusspray wordt toegediend en 2 IU- oxytocine per 'puff' bevat. Er wordt tijdens een sessie 2 x12 keer met 6 puffs per neusgat toegediend. De placebo (PLC) zal bestaan uit de vloeistof in de oxytocine neusspray zonder daadwerkelijke oxytocine. In het hele onderzoek ontvangen de proefpersonen 96 IUs.
Inschatting van belasting en risico
n/a
Publiek
Montessorilaan 3
Nijmegen 6525 HR
NL
Wetenschappelijk
Montessorilaan 3
Nijmegen 6525 HR
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
18-30 jaar oud, vrouwelijk, lichamelijk en mentaal gezond
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Zwangerschap
- Borst-voedend
- Hormonale anticonceptie
- Geschiedenis van medicatie binnen 1 maand voorafgaand aan het begin van behandeling met uitzondering van occasioneel gebruik van paracetamol.
- Medische of chirurgische geschiedenis die in de mening van de onderzoeker het resultaat van de proef beduidend kan beïnvloeden; zoals ernstige visuele stoornis (met inbegrip van kleurenblindheid).
- Koortsachtige ziekte binnen 3 dagen vóór de eerste dosis.
- Participatie in een andere drugstudie binnen 3 maanden voorafgaand aan participatie in de huidige studie/
- Onvermogen om de aard en de omvang van de vereiste proef en de procedures te begrijpen.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2011-003257-26-NL |
CCMO | NL37553.091.11 |