Vaststellen van de lange-termijn veiligheid, verdraagbaarheid en werkzaamheid van adalimumab in patiënten met matige tot ernstige hidradenitis suppurativa.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Huid- en onderhuidaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Om de werkzaamheid te bepalen zullen de volgende metingen worden gedaan:
HiSCR
Hoeveelheid abcessen
Hoeveelheid drainerende fistels
Hoeveelheid niet-drainerende fistels
Hoeveelheid inflammatoire nodules
Hoeveelheid niet-inflammatoire nodules
Hoeveelheid hypertrofische littekens
AN-telling
Aangepaste Sartorius-score
erythema
Hurley Stage op elke aangedane anatomische regio
Globale beoordeling van huidpijn door de patiënt
DLQI
WPAI:SHP
TSQM
Secundaire uitkomstmaten
nvt
Achtergrond van het onderzoek
Hidradenitis Suppurativa (HS) is een pijnlijke, chronische huidaandoening
gekenmerkt door terugkerende ontstoken nodules en abcessen, die kunnen scheuren
en zo fistels en littenkenvorming kunnen veroorzaken. De meest voorkomende
aangedane anatomische regio's zijn de liezen en de oksels. Ook kan het
voorkomen in de huidplooien onder de borsten (bij vrouwen) en de anus.
HS heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van leven van de patiënt. Het
wordt gekenmerkt door pijnlijke, diepgelegen nodules die of spontaan genezen,
of blijven zitten als niet-gevoelige nodulesm of abcessen gaan vormen. Abcessen
scheuren normaal gesproken waarbij pus vrijkomt. Abcessen en nodules genezen
met littekens en de vorming van fistels of gangen. Derhalve kunnen veel
patiënten permanente gevolgen hebben die alleen genezen kunnen worden met
behulp van chirurgische excisie van de aangedane huid. De fysieke en
psycho-sociale morbiditeit die gepaard gaat met en bloc excisie van littekens
uit de oksel of de lies is groot. Zeldzame complicaties van HS kunnen zijn:
fistelvorming naar de urinebuis, blaas, rectum of peritoneum, lymfoedeem in de
ledematen, elefantiasis van het scrotum of plaveiselcelcarcinoom van de huid
afkomstig uit HS lesies.
Hidradenitis Suppurativa komt ongeveer bij 1% van de algemene populatie voor.
De ziekte vangt meestal aan na de puberteit. Prevalentie van ziekte is 1.5% in
patiënten < 25 jaar oud en neemt af tot 0.5% in patiënten ouder dan 55 jaar
oud. Het treft vrouwen 2 tot 5 keer meer dan mannen. verschillende factoren
kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van HS, variërend van genetische factoren
tot roken en overgewicht. De histopathologische kenmerken van HS zijn een
dicht infiltraat van ontstekingscellen (neutrofielen, lymfocyten, en
histiocyten). Tumor necrose factor-alfa (TNF-*), wat pro-inflammatoire
cytokines induceert en neutrofielen en lymfocyten activeert, kan een pathogene
rol spelen.
Doel van het onderzoek
Vaststellen van de lange-termijn veiligheid, verdraagbaarheid en werkzaamheid
van adalimumab in patiënten met matige tot ernstige hidradenitis suppurativa.
Onderzoeksopzet
Alle patiënten die deel hebben genomen aan de fase-3 studies M11-810 (wel in
Nederland uitgevoerd) en M11-313 (niet in Nederland uitgevoerd) kunnen
deelnemen aan deze studie, mits ze volgens de onderzoeksarts geschikt zijn om
door te gaan, en ze niet tijdens de studie exclusiecriteria hebben ontwikkeld
waardoor ze nu niet meer in aanmerking komen om deel te nemen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Vanaf baseline ontvangen alle patiënten open-label adalimumab 40mg per week, onafhankelijk van welke behandeling zij hebben ontvangen in een voorgaande fase-3 studie. Het doseringsschema kan gereduceerd worden tot 40mg om de week als de patiënt op of na week 24 van de open label extensie voldoet aan de volgende criteria: * Patiënt heeft een klinische respons (HiSCR) tijdens de open label extensie ten opzichte van de baseline visite van de eerdere fase-3 studie, EN * De patiënt heeft een telling van abcessen en nodules van 0 of 1 op 2 opeenvolgende visites, EN * De behandelend arts en de patiënt zijn het er samen over eens dan het risico/voordeel van reductie van wekelijks naar om de week in het voordeel van de patiënt is. De studieduur is tenminste 60 weken, of totdat marketing authorizatie of permanente terugtrekking daarvan in het land van deelname is geweest.
Inschatting van belasting en risico
Tijdens de studie zullen de patiënten ongeveer 11 keer naar het ziekenhuis
komen. Dit is afhankelijk van hoe lang ze in de studie blijven (zie opmerking
bij vraag E11). Tevens zal de patiënt terug moeten komen 4 en 8 weken na de
laatste visite (als patiënt echt stopt met gebruik van adalimumab) voor afname
van bloed voor een PK sample. Zeventig dagen na de laatste adalimumab injectie
zal telefonisch contact opgenomen worden met de patiënt. Tijdens baseline zal
ECG en röntgen van de thorax alleen herhaald worden als er volgens oordeel van
de onderzoeker aanleiding toe is (bijvoorbeeld vanwege een bijwerking) Bij de
visite week 12 zal een PPD (Mantoux) test gedaan worden. Deze zal jaarlijks
herhaald blijven worden zolang de patiënt in de studie blijft. Tijdens alle
visites zal een lichamelijk onderzoek gedaan worden. In totaal zal er 11 keer
3,5-21 ml bloed afgenomen worden. Het afnemen van bloed kan leiden tot
flauwvallen, ontstekingen van de ader, pijn, blauwe plekken en infecties. Ook
kan er een bloeding ontstaan op de plaats waar is geprikt. Verder wordt de
patiënt gevraagd om verschillende vragenlijsten in te vullen. Een vragenlijst
wordt bij alle visites afgenomen, de 3 anderen zullen in totaal 4 keer moeten
worden ingevuld. Verder zullen alle patiënten 9 maal een urinemonster mee
moeten nemen. Vrouwen die zwanger kunnen worden moeten elke visite een
urinemonster meenemen. De patiënt kan bijwerkingen ondervinden wanneer de
studiemedicatie gebruikt wordt. De meest voorkomende bijwerkingen van
adalimumab zijn reacties bij de injectieplaats. Patiënten kunnen last krijgen
van roodheid, jeuk, kneuzing, pijn en/of zwelling van de injectieplek. De
meeste reacties worden omschreven als mild en de meerderheid van de reacties
verdween zonder dat de behandeling met adalimumab gestaakt hoefde te worden.
Ook de volgende bijwerkingen werden vaker gerapporteerd: infectie van de
bovenste luchtwegen, hoofdpijn, huiduitslag, ontsteking van de neusbijholten,
bronchitis, misselijkheid, diarree, buikpijn, gewrichtspijn, rugpijn, infectie
van de urinewegen, hoge bloeddruk en griep. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd
dienen een betrouwbare anticonceptiemethode te gebruiken zoals omschreven in
het protocol. Het gebruik van bepaalde medicaties is niet toegestaan gedurende
de studie. Deze staan beschreven in het protocol. (Pagina 31-32, sectie 5.2.3.3
Protocol versie 30 november 2011)
Publiek
Wegalaan 9
Hoofddorp 2132 JD
NL
Wetenschappelijk
Wegalaan 9
Hoofddorp 2132 JD
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) Patiënten die voorheen deel hebben genomen aan een fase-3 HS studie (M11-810) en:
* de studie hebben voltooid of
* klinische respons hadden aan het begin van periode B, en daarna verlies van respons hadden, gedefinieerd als een abces/nodule telling groter dan de gemiddelde tellingen bij baseline en week 12 van de M11-810 studie; of
* geen klinische respons hadden bij het begin van periode B van de M11-810 studie, en daarna verslechtering of afwezigheid van verbetering op of na week 16 van de M11-810 studie, gedefinieerd als abces/nodule telling * Baseline telling bij 2 opeenvolgende visites (behalve week 12) * 14 dagen apart van elkaar
2) Vrouwelijke patiënten dienen:
* Ten minste 1 jaar postmenopausaal te zijn; of
* Chirurgisch steriel (door bilateraal afbinden van eileiders, bilateraal verwijderen van de eierstokken en/of verwijderen van de baarmoeder) te zijn; of
* Een goedgekeurde anticonceptiemethode the gebruiken gedurende de studie tot 150 dagen na beeindiging van de studie als ze wel in staat is kinderen te krijgen.
3) Patiënt dient dagelijks een antiseptisch wasmiddel te gebruiken gedurende de gehele studie
op de delen van het lichaam die aangedaan zijn door HS. Toegestane wasmiddelen zijn: chloorhexidine gluconaat, triclosan, benzoyl peroxide, of verdunde bleek in badwater (verkrijgbaar zonder recept).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Eerdere behandeling met een andere anti-TNF therapie (bv infliximab, etanercept), of deelname in een andere adalimumab trial dan de M11-810/M11-313.
2. Een huidaandoening anders dan HS (bv. bacteriële, schimmel of virale infectie) die de beoordeling van de HS kan hinderen.
3. Patiënt ontving orale antibiotica tegen HS binnne 28 dagen voor de baseline visite van studie M12-555 anders dan de antibiotica die toegestaan waren in de voorgaande (M11-810) studie.
4. Patiënt ontving voorgeschreven topicale behandeling voor de behandeling van HS binnen 14 dagen voor de baseline visite van de M12-555 studie.
5. Patiënt ontving een systemische, niet-biological therapie met mogelijke therapeutische gevolgen voor HS < 28 dagen voor baseline van de M12-555 studie.
6. Patiënt ontving orale pijnstillers (waaronder opiaten) voor HS-gerelateerde pijn binnen 14 dagen voor de baseline visite van de M12-555 studie, behalve voor pijnstillers toegestaan in de voorgaande fase-3 studie.
7. Patiënt is behandeld met een onderzoeksmiddel (chemisch of biological) binnen 30 dagen of 5 halfwaardetijden (welke het langste is) voor de Baseline visite anders dan het onderzoeksmiddel dat genomen is in de M11-810 studie.
8. Gebruik van natalizumab (Tysabri®) of efalizumab (Raptiva®).
9. Infectie(s) waarvoor behandeling met intraveneuze (IV) infectieremmers (antibiotica, antivirale middelen, antischimmelmiddelen) binnen 30 dagen voor de Baseline visite, of orale infectieremmers (antibiotica, antivirale middelen, antischimmelmiddelen) binnen 14 dagen voor de Baseline visite, behalve daar waar het noodzakelijk is als onderdeel van een anti-TB behandeling of indien het toegestaan was in de voorgaande M11-810 studie.
10. Geschiedenis van matig tot ernstig hartfalen (New York Health Association [NYHA] klasse III of IV), recente cerebrovasculaire accidenten en elke andere conditie die, naar de mening van de onderzoekend arts, de patiënt extra risico opleveren bij deelname aan deze studie.
11. Geschiedenis van demyeliniserende ziekte (waaronder myelitis) of neurologische symptomen die duiden op demyeliniserende ziekte.
12. Geschiedenis van invasieve infecties (bv. listeriose, histoplasmose), humaan immunodeficiëntie virus (HIV).
13. Patiënt heeft een actieve systemische virale infectie of een andere actieve virale infecie die het, naar de mening van de onderzoekend arts, onmogelijk maken voor de patiënt om deel te nemen aan de studie.
14. Chronisch terugkerende infecties of actieve TB.
15. Bekende overgevoeligheid voor adalimumab of de hulpstoffen, zoals beschreven in protocol section 5.5.2, Table 3.
16. Positieve zwangerschapstest bij Baseline.
17. Vrouwelijk patiënten die borstvoeding geven of overwegen zwanger te worden gedurende de studie.
18. Bewijs van dysplasie of geschiedenis van kwaadaardige aandoeningen (waaronder lymfoom en leukemie) anders dan een succesvol behandelde niet-metastatische cutane plaveiselcelcarcinoom, basaalcel carcinoom of lokale carcinoom in situ van de baarmoederhals.
19. Een verleden van klinisch significant drug/alcoholmisbruik in de afgelopen 12 maanden.
20. Klinisch significante abnormale labwaarden zoals beoordeeld door de onderzoekend arts.
21. Patiënt wordt door de arts beschouwd als een ongeschikte kandidaat voor de studie, om welke reden dan ook, en niet in staat om zich aan het protocol te houden.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2011-003478-98-NL |
CCMO | NL39105.018.12 |