- Onderzoeken van de toepasbaarheid en veiligheid van een sequentieel behandelschema waarbij intensieve chemotherapie direct gevolgd wordt door een standaard allogene stamceltransplantatie (T cel gedepleteerd RIC alloSCT met donor lymfocyten infusie…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Leukemieën
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- aantal patiënten die eligible zijn voor DLI op 6 maanden na transplantatie
- Incidentie van niet-hematologische graad 3-4 toxiciteit vanaf de start van de
chemotherapie tot 9 maanden na transplantatie
- Incidentie van serious adverse events vanaf de start van de chemotherapie tot
9 maanden na de transplantatie
- Incidentie van graad 3 of 4 acute GvHD en incidentie van uitgebreide
chronische GvHD gedurende de eerste 9 maanden na transplantatie.
- Non-relapse mortality op 3 en 12 maanden na transplantatie
Secundaire uitkomstmaten
- 1- jaar progressievrije overleving na transplantatie
- 1 jaar totale overleving na transplantatie
Achtergrond van het onderzoek
Patiënten ouder dan 60 jaar met AML of hoog risico MDS hebben een slechte
prognose. De enige kans op een langdurige overleving is een transplantatie met
een allogene donor nadat er een complete remissie met intensieve chemotherapie
is bereikt. De meeste patiënten die met intensieve chemotherapie starten worden
niet getransplanteerd. Dit komt omdat ze geen complete remissie bereiken met de
intensieve chemotherapie, omdat ze conditioneel achteruitgaan gedurende de
meervoudige kuren met intensieve chemotherapie waarbij lange perioden van
neutropenie optreden of omdat er kort na de chemotherapie een recidief
optreedt. Patiënten die in remissie zijn na de eerste inductie chemotherapie
en in remissie blijven na de tweede inductie chemotherapie zijn goede
kandidaten voor standaard reduced intensity conditionering en allogene
stamceltransplantatie. Patiënten die niet in remissie zijn na de eerste
inductie chemotherapie (50% van de patiënten die met inductie chemotherapie
start) hebben een slechte prognose zelfs als ze behandeld zijn met de bedoeling
om een allogene stamcel transplantatie te ondergaan. Ze stoppen met de
chemotherapie door afname van conditie, het optreden van een recidief
voorafgaand aan de transplantatie of het optreden van een recidief vroeg na de
transplantatie.
In deze studie willen we de toepasbaarheid onderzoeken van het sequentieel
gebruik van FLAMSA chemotherapie en onze standaard allogene
stamceltransplantatie, met T-cel depletie en reduced intensity conditionering,
gevold door onze standaard donor lymfocyten infusie voor hoog risico ziekten op
drie maanden na transplantatie. Deze behandeling combineert zowel effectieve
inductie (amscrine-cytarabine) met een weinig toxische conditionering bij
allogene transplantatie gecombineerd met donor lymfocyten infusie op drie en
zes maanden na de transplantatie.
Met dit TCD FLAMSA-RIC alloSCT schema hopen we patiënten te genezen die niet in
remissie komen na de eerste inductie therapie. De genoemde groep patiënten
staat bekend om een slechte prognose als ze behandeld worden met verdere
chemotherapie kuren gevolgd door een allogene stamceltransplantatie. Patiënten
die in remissie zijn na inductie chemotherapie en in voortdurende remissie na
consoliderenede behandeling hebben een goede genezingskans met standaard RIC
alloSCT en zullen om deze reden niet in aanmerking komen voor deze studie.
Doel van het onderzoek
- Onderzoeken van de toepasbaarheid en veiligheid van een sequentieel
behandelschema waarbij intensieve chemotherapie direct gevolgd wordt door een
standaard allogene stamceltransplantatie (T cel gedepleteerd RIC alloSCT met
donor lymfocyten infusie op 3 en 6 maanden), bij oudere patiënten met AML of
hoog risico MDS (IPSS >= 1.5)
- Evalueren van de incidentie van non-relapse mortality
- Evalueren van de progressie vrije overleving en totale overleving
Onderzoeksopzet
Fase 1-2 feasibility studie
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten krijgen FLAMSA chemotherapie gedurende 5 dagen. Na een pauze van 3 dagen start de conditionering van de allogene stamceltransplantatie. T cell depletie van de patiënten bestaat uit alemtuzumab bij patiënten die worden getransplanteerd met een verwante donor en alemtuzumab in combinatie met konijn ATG (Thymoglobulin) bij patiënten die worden getransplanteerd met een onverwante donor. Er worden geen verdere inmmunosuppresieve middelen gegeven na transplantatie. Alle patiënten zullen behandeld worden met donor lymphocyten infusies op 3 en 6 maanden na transplantatie. In totaal zullen 15 patienten in de studie worden geincludeerd.
Inschatting van belasting en risico
Oudere patiënten met AML of een hoog risico MDS hebben een slechte prognose; de
enige kans op een langere overleving is een transplantatie met een allogene
donor na het bereiken van een complete remissie met intensieve chemotherapie.
De meeste patiënten die met intensieve chemotherapie starten worden echter niet
getransplanteerd omdat ze geen complete remissie bereiken met intensieve
chemotherapie, door verminderde conditie gedurende de kuren van intensieve
chemotherapie met lange perioden van neutropenie of door een vroeg recidief
nadat ze een complete remissie hebben bereikt.
Vooral patiënten die niet in remissie zijn na de eerste inductie chemotherapie
hebben een slechte prognose hebben met de huidige behandelingen. In een
retrospectieve analyse van 20 patiënten die niet in remissie waren na de eerste
inductie chemotherapie, kregen 16 patiënten een tweede inductie chemotherapie;
10 van deze patiënten bereikten een complete remissie, 7 patiënten ontvingen
een derde chemotherapie kuur ter consolidatie, en 4 ondergingen een
non-myeloablatieve allogene stamceltransplantatie. Echter, in de groep van 20
patiënten waren er geen patiënten die langdurig hebben overleefd.
Vanwege de sombere prognose die patiënten hebben als ze niet in complete
remissie komen na de eerste inductiekuur, is het de vraag of deze patiënten
gebaat zijn bij verdere behandeling met standaard chemotherapie en
transplantatie.
In deze studie onderzoeken we de toepasbaarheid van sequentieel gebruik van
FLAMSA chemotherapie en T cel gedepleteerde non-myeloablatieve allogene
stamceltransplantatie gevolgd door donor lymfocyten infusie op 3 en 6 maanden
na tranplantatie bij patiënten die niet in complete remissie zijn na de eerste
inductie chemotherapie. Deze behandeling combineert een effectief chemotherapie
schema (amsacrine-cytarabine) en een korte tijd tussen chemotherapie en het
moment van DLI (3 maanden). Met deze TCD FLAMSA-RIC alloSCT hopen we dat we in
staat zijn meer oudere patiënten met AML en hoog risico MDS te behandelen en te
genezen. Het voordeel dat deze behandeling biedt is een kans op genezing, het
risico op non-relapse mortality zal tussen de 10 en 20% liggen.
Publiek
Albinusdreef 2
Leiden 2333 ZA
NL
Wetenschappelijk
Albinusdreef 2
Leiden 2333 ZA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- patienten met AML of hoog risico MDS
- niet in remissie na 1e intensieve inductie chemotherapie
- 60-75 jaar
- HLA identieke broer of zus of een onverwante donor compleet gematched (10/10 voor HLA A, B, C, DR, DQ)
- WHO performance status 0-2
- schriftelijk informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- eerdere autologe of allogene stamceltransplantatie
- acute promyelocyten leukemie
- ernstige long disfunctie
- ernstige hart disfunctie
- ernstige lever disfunctie
- ernstige nier disfunctie
- gelijktijdige ernstige of ongecontrolleerde medische condities
- ernstige neurlogische of psychiatrisch ziekte
- psychologisch, familiaire, sociologische of geografische condities die compliance met het studie protocol en het follow-up schema in de weg staan
- patient bekend met HIV-positiviteit
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2012-004421-24-NL |
CCMO | NL42222.058.13 |