De primaire doelstellingen van het onderzoek zijn:o De werkzaamheid van een eenmaal daagse toediening van GFT505 80mg en GFT505 120mg (volgens een aanpasbaar design, na een 6-maanden interim veiligheidsanalyse van de gegevens van 80mg bij 50% van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Metabolismestoornissen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Na een eenmaal daagse toediening van GFT505 80mg of GFT505 120mg gedurende 52
weken, een vergelijking maken van de veranderingen tegenover de aanvang van het
onderzoek met diegene die werden waargenomen in de placebogroep.
Primaire Eindpunt:
- Percentage respondenten van bij de aanvang tot week 52 gekenmerkt door de
verdwijning van steatohepatitis (d.w.z. patiënten die
niet langer symptomen van steatohepatitis vertonen) zonder
fibrosering.
- Fibrosering wordt vastgesteld aan de hand van het NASH-CRN-scoring systeem
en gedefiniëerd als:
o Progressie naar fase 3 of 4 bij patiënten in fase 0, 1
of 2 bij diagnostische leverbiopsie
o Progressie naar fase 4 bij patiënten in fase 3 bij
diagnostische leverbiopsie.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire Eindpunten:
- Percentage respondenten vanaf de aanvang tot week 52 gekenmerkt door de
verdwijning van steatohepatitis (d.w.z. patiënten die
niet langer symptomen van steatohepatitis vertonen).
- Verandering in de NAS-score van bij aanvang tot week 52.
- Veranderingen van bij aanvang tot week 52 in scores van steatose,
leveractiviteit (lobulaire ontsteking + gezwollen hepatocyten).
- Veranderingen van bij aanvang tot week 52 in fibrosering (NASH-CRN-scoring
systeem).
- Veranderingen in fibrosering aan de hand van morfometrie
- Veranderingen in leverenzymen van bij aanvang tot week 52.
- Veranderingen in niet-invasieve merkers van fibrose en steatose van bij
aanvang tot week 52.
- Veranderingen in lipideparameters van bij aanvang tot week 52.
- Veranderingen in lichaamsgewicht van bij aanvang tot week 52.
- Veranderingen in de insulineresistentie van bij aanvang tot week 52.
- Veranderingen in ontstekingskenmerken van bij aanvang tot week 52.
- Veranderingen in veiligheidsparameters van bij aanvang tot week 52 (nier- en
hartfunctieparameters).
- Veranderingen in het cardiovasculaire risicoprofiel van bij aanvang tot week
52.
- De PK-parameters van GFT505 en GFT1007 bepalen na een behandeling van 52
weken.
- SAE/AE ((ernstige) ongunstige gebeurtenissen), medisch onderzoek, vitale
functies, medisch verleden, ECG.
Achtergrond van het onderzoek
Klinische gegevens bevestigden het gunstig effect van GFT505 op
insuline-resistentie door een verbetering van gevoeligheid voor insuline in
lever- en adipoos weefsel en toonden belangrijke dalingen in de merkers van
leverlijden zoals GGT en ALT, en in onstekingsmerkers. Ze toonden ook een
verbetering in het vetprofiel met als resultaat een positieve balans tussen
pro- en anti- atherogeen merkers.
De gegevens toonden een goed veiligheidsprofiel van GFT505, daar er geen enkele
belangrijke bijwerking of geen grote bezorgdheden over de veiligheid werden
gerapporteerd tijdens deze onderzoeken.
De veiligheid voor het gebruik (toxicologische en klinische resultaten), het
gericht zijn op de lever van GFT505 en GFT1007 en de erg gunstige effecten van
de orale toedining van GFT505 op talrijke merkers van het metabool syndroom en
NASH in beschouwing genomen, is het huidig fase II onderzoek ontworpen om de
werkzaamheid te evalueren van GFT505 op het herstel van de histoligische
afwijkingen in de lever door NASH.
Doel van het onderzoek
De primaire doelstellingen van het onderzoek zijn:
o De werkzaamheid van een eenmaal daagse toediening van GFT505 80mg en GFT505
120mg (volgens een aanpasbaar design,
na een 6-maanden interim veiligheidsanalyse van de
gegevens van 80mg bij 50% van de proefpersonen) gedurende 52 weken
vaststellen versus placebo bij de behandeling van
histologische steatohepatitis zonder fibrosering.
o Fibrosering wordt vastgesteld aan de hand van het NASH-CRN- fibrose scoring
systeem en wordt gedefiniëerd als:
o Progressie naar fase 3 of 4 bij patiënten in fase 0, 1
of 2 bij diagnostische leverbiopsie.
o Progressie naar fase 4 bij patiënten in fase 3 bij
diagnostische leverbiopsie.
Onderzoeksopzet
Gerandomiseerd, dubbelblind, drie parallelle groepen: placebo, GFT505 80mg en
GFT505 120mg ( in een tweede fase na een interim veiligheidsanalyse van de
gegevens van 80mg bij 50% van de proefpersonen) eenmaal daags gedurende 52
weken.
Er zal een screening (van 4 tot 16 weken) voorafgaan aan een 52-weken durende
dubbelblinde behandelingsperiode en een 3-maanden durende opvolgingsperiode:
• Screening: Week-16 tot week-4 voorafgaand aan de randomisatie
• Pre-randomisatie: ten minste 1 week voor de randomisatie
• Week 0 tot week 52: behandelingsperiode met GFT505 80mg of GFT505 120mg of
placebo gedurende 52 weken
• Week 52 tot week 64: opvolgingsperiode van 12 weken
Patiënten die voldoen aan alle bekwaamheidscriteria zullen gerandomiseerd
worden in een van volgende groepen: placebo, GFT505 80mg of GFT505 120mg (na
een interim veiligheidsanalyse van de gegevens van 80mg bij 50% van de
proefpersonen). Een centrale randomisatie zal gehanteerd worden (IWRS).
Om de inclusie in de twee fasen mogelijk te maken worden er twee
randomisatielijsten opgesteld: een eerste fase van 80mg versus placebo, gevolgd
door een tweede fase waarin 120mg wordt toegevoegd, na een interim
veiligheidsanalyse en de aanbeveling van de DSMB om door te gaan met een hogere
dosis.
Wanneer de arm met 120mg wordt toegestaan, wordt de randomisatie aangepast
volgens de aanbevelingen van de DSMB, om uiteindelijk een gelijke spreiding
over de 3 behandelingsgroepen te bekomen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Het geneesmiddel in onderzoek is GFT505: Propanoic acid, 2-[2,6-dimethyl-4-[3-[4-(methylthio)phenyl]-3-oxo-1(E)-propenyl] phenoxy]-2-methyl Het is een dubbelblind onderzoek met drie parallelle groepen: - placebo - GFT505 80mg - GFT505 120mg ( na een interim veiligheidsanalyse) GFT505 wordt geleverd in harde gelatine capsules van 40mg. Bijhorende placebo wordt in identieke capsules gepresenteerd. De patiënt wordt verzocht de behandeling (3 capsules per dag) oraal in te nemen voor het ontbijt met een glas water.
Inschatting van belasting en risico
Risico's en ongemakken gerelateerd aan de onderzoeksmedicatie:
Tijdens de toxicologische onderzoeken bij dieren, werden de belangrijkste
bijwerkingen gemeld bij ratten en muizen (toename van leverenzymes, vergroting
van de lever en verhoogde incidentie van levertumoren). Vergeleken met apen en
mensen echter, zijn deze knaagdieren overgevoelig aan dit soort lange termijn
levertocixiteit. Een 1 jaar durende behandeling van apen met hoge dosissen
GFT505 toonde geen enkel teken van levertoxiciteit en in alle klinische
onderzoeken, tot vandaag, toonde GFT505 eerder tekenen van leverbescherming die
van medisch belang zijn voor de behandeling van NASH.
In de eerdere klinische onderzoeken bij de mens verricht, heeft de
behandeling met GFT505 geen ernstige bijwerkingen vertoond. Er werden
bijwerkingen gemeld, maar zeer zelden, en alle van zwakke of middelmatige
intensiteit, zoals maag- en darmstoornissen, hoofdpijn en lichte spierpijn.
Buiten de verwachte verbeteringen van vetten en glucose in plasma, werden er
geen relevante wijzigingen in klinische en biologische parameters gemeld.
Risico's en ongemakken gerelateerd aan de onderzoeksprocedures:
• Bloedafname: kan wat oncomfortabel zijn en pijn veroorzaken of een blauwe
plek of zwellingen op de plaats waar het bloed is
afgenomen. Sommige personen kunnen zich ook zwak voelen.
Het 12 uur nuchter blijven voor voor elk bezoek kan
duizeligheid, hoofdpijn, buikpijn en zelden flauwvallen veroorzaken.
• ECG: mogelijke irritatie van de huid op de plek waar een elektrode geplaatst
is.
• Leverbiopsie : na de biopsie, moet de patiënt gedurende 2 uur blijven liggen
op de rechterzijde om het risico op bloeding te
verminderen. De patiënt zal daarna nog tussen 2 en 4 uur
geobserveerd worden voor hij/zij weer naar huis kan. Pijn is het meest
voorkomende ongemak wat bij ongeveer één op vijf patiënten
voorkomt. In zeldzame gevallen kunnen andere ongemakken
optreden, zoals een bloeding, een klaplong of een
perforatie (aanprikken) van de galblaas.
Een leverbiopsie wordt meestal onder lokale verdoving
uitgevoerd. Bij een algemene verdoving kunnen bepaalde bijwerkingen
optreden, zoals misselijkheid, braken, keelpijn,
duizeligheid, hoofdpijn en pijn op de plek van de injectie. In zeldzame
gevallen
kunnen problemen bij het urineren, longinfectie, letsel
aan de mond of aan het zenuwstelsel, een allergie of zelfs overlijden
optreden.
Voordelen van deelname:
Deze nieuwe behandeling zou een verbetering in het weefsel van steatohepatitis
kunnen laat zien wat de gezondheidstoestand ten goede kan komen. Dit kan echter
niet gegarandeerd worden.
Publiek
Parc Eurasanté - avenue Eugène Avinée 885
Loos 59120
FR
Wetenschappelijk
Parc Eurasanté - avenue Eugène Avinée 885
Loos 59120
FR
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Schriftelijke geïnformeerde toestemming kunnen voorleggen voor de inschrijving.
2. Mannen of vrouwen die kunnen lezen.
3. Vrouwen die deelnemen aan het onderzoek moeten ofwel niet in de mogelijkheid zijn om kinderen te krijgen (operatief gesteriliseerd ten minste 6 maanden voorafgaand aan de screening of postmenopauzaal zijn) ofwel gebruik maken van een geschikte dubbele anticonceptie: hormonale anticonceptie (waaronder pleister, anticonceptiering, etc.), een intra-uterien apparaat of een andere mechanische vorm van anticonceptie + condoom of pessarium of spermicide tijdens de gehele duur van het onderzoek.
4. Leeftijd van 18 tot en met 75 aan het begin van de screening.
5. BMI <= 45 kg/m².
6. Patiënten gaan ermee akkoord om tijdens de screening een leverbiopsie te laten nemen voor diagnostische doeleinden (indien er geen eerdere leverbiopsie beschikbaar is binnen de 6 maanden voor de randomisatie) en een aan het einde van de behandelingsperiode om de behandelingseffecten vast te stellen.
7. Bij patiënten met een te hoge bloeddruk moet de bloeddruk onder controle worden gehouden door een stabiele dosis antihypertensiva gedurende ten minste 2 maanden voorafgaand aan de screening (en dezelfde dosis moet behouden blijven doorheen het onderzoek).
8. Patiënten die vitamine E (>400IU/dag), MOVZ (>2g/dag) of ursodeoxycholzuur nemen, mogen deelnemen aan het onderzoek indien de medicatie wordt stopgezet ten minste drie maanden voorafgaand aan de diagnostische leverbiopsie tot aan het einde van het onderzoek.
9. Histologische bevestiging van steatohepatitis door een diagnostische leverbiopsie (biopsie afgenomen binnen de 6 maanden voorafgaand aan de randomisatie of tijdens de screening). Histologische diagnose wordt bevestigd door een analyse van de objectplaatjes door een medisch centrum (steatose >= 5% + lobulaire ontsteking, eender welke fase + gezwollen hepatocyten, eender welke fase).
10. Bij type-2-diabetespatiënten moet de glycemie onder controle worden gehouden (HbA1c<=8.5%). Indien de glycemie onder controle is door antidiabetische geneesmiddelen, zijn kwalitatieve veranderingen (d.w.z. implementatie van een nieuw antidiabetisch geneesmiddel) niet toegelaten binnen de 6 maanden voorafgaand aan de randomisatie en moeten vermeden worden tijdens het onderzoek. Behandelingen met metformine, DPP-IV-inhibitoren, GLP-1-agonisten, sulfamiden en insuline zijn toegelaten. Sulfamiden en insuline zijn toegelaten indien de glycemie door de patiënt zelf wordt gecontroleerd.
11. De patiënten verbinden er zich toe om op de afgesproken tijdstippen op visite te komen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Gekend hartfalen (NYHA-klasse I tot IV).
2. Een gewichtsverlies van meer dan 5% binnen de 6 maanden voorafgaand aan randomisatie.
3. In het verleden bariatrische chirurgie ondergaan hebben.
4. Ongecontroleerde bloeddruk (RR > 160/95 mm Hg).
5. Type-1-diabetespatiënten .
6. Patiënten die een acute cardiovasculaire aandoening hebben gehad tijdens de 6 maanden voorafgaand aan de screening, of patiënten met een verleden van coronaire angioplastie, beroerte, TIA (voorbijgaande ischemische aanval), coronaire hartziekte (angina pectoris, myocardinfarct, revascularisatieprocedures).
7. Gecompenseerde en gedecompenseerde levercirrose (klinische en/of histologische tekenen van levercirrose). Met name, NASH-patiënten die zich bevinden in fibrosestadium 4 volgens het NASH-CRN-scoring systeem mogen niet deelnemen.
8. Gekend alcohol- en/of drugsmisbruik of verslaving gedurende de laatste 5 jaar. Een alcoholgebruik van meer dan 2 eenheden per dag bij vrouwen en 3 eenheden per dag bij mannen wordt als te veel beschouwd. Eén drankeenheid is gelijk aan 30 ml sterkedrank, 120 ml wijn, of 330 ml bier.
9. Patiënten die bloed of bloedproducten hebben gegeven tijdens de maand voorafgaand aan de screening of die van plan zijn om bloed of bloedproducten te geven tijdens het onderzoek en binnen de drie maanden na het onderzoek.
10. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven.
11. Andere, goed gedocumenteerde oorzaken van chronische leverziektes volgens de standaard diagnostische procedures met inbegrip van, maar niet beperkt tot: positieve HBsAg, positieve HCV RNA, een vermoeden van drugs-geïnduceerde leverziekte, auto-immune hepatitis, de ziekte van Wilson, primaire galcirrose, primaire scleroserende cholangitis, genetische hemochromatose bij aanwezigheid van homozygositeit voor de C282Y HFE-mutatie.
12. Patiënten die geen ziekteverzekering hebben en/of die niet handelen volgens de nationale wetgeving.
13. Indien van toepassing en volgens de huidige nationale wetgeving, meerderjarige patiënten die niet in staat zijn om toestemming te geven of met een wettelijk geregeld beschermingsstatuut of die door een rechterlijk of administratief besluit van hun vrijheid werden beroofd.
14. Patiënten die niet kunnen worden gecontacteerd in noodgevallen.
15. Bekende intolerantie of contra-indicatie voor de excipiënten in GFT505.
16. Patiënten die momenteel deelnemen aan, die plannen hebben om deel te nemen aan of die 30 dagen of vijf keer de halveringstijd, dat wat het langste duurt, voorafgaand aan de screening, deelgenomen hebben aan een geneesmiddelenonderzoek of onderzoek naar een medische hulpmiddel.
17. Glitazones (rosiglitazone en pioglitazone) zijn niet toegelaten vanaf 6 maanden voor de diagnostische leverbiopsie tot aan het einde van het onderzoek.
18. Niet-statine lipidenverlagende geneesmiddelen, zoals fibraten, zijn niet toegelaten vanaf 8 weken voor de randomisatie tot aan het einde van het onderzoek. De effecten van niet-statine lipidenverlagende geneesmiddelen kunnen geneutraliseerd worden tijdens de screening. Patiënten die reeds statines gebruikten voor de screening mogen deelnemen indien de dosis de voorbije drie maanden dezelfde is gebleven en indien die tijdens het onderzoek dezelfde blijft.
19. De inname van vitamine E (>400IU/dag), MOVZ (>2g/dag) en ursodeoxycholzuur moet 3 maanden voor de diagnostische leverbiopsie stopgezet worden (de effecten ervan kunnen tijdens de screening geneutraliseerd worden indien er geen histologische biopsie beschikbaar is). De geneesmiddelen mogen niet meer worden ingenomen tot aan het einde van het onderzoek.
20. Patiënten die momenteel geneesmiddelen innemen die steatose/steatohepatitis kunnen veroorzaken: corticosteroïden (enkel parenterale toediening), amiodaron (Cordarone), Tamoxifen (Nolvadex), methotrexaat (Rheumatrex, Trexall).
21. Patiënten die momenteel geneesmiddelen innemen die zouden kunnen interfereren met absorptie, distributie, metabolisme of excretie van het onderzochte geneesmiddel of die zouden kunnen leiden tot inductie of inhibitie van microsomale enzymen.
In vitro vertoonden GFT505 en zijn metaboliet GFT1007, 2C8 en 2C19 P450-cytochromen met een zwakke tot gematigde inhibitie. Daarom is elk geneesmiddel met een lage therapeutische index dat beschouwd kan worden als substraat van die twee cytochromen verboden tijdens het onderzoek . Tot op heden werd er geen enkele andere geneesmiddeleninteractie met de behandeling uit dit onderzoek gemeld. Lees ook de Investigator*s Brochure voor meer informatie.
22. Plaatjesremmers en antistollingsmedicatie zijn niet toegelaten vanaf de week voorafgaand aan de screening tot het einde van de studie.
23. Tekenen van enige andere onstabiele of onbehandelde, klinisch belangrijke immunologische, neoplastische, endocriene, hematologische, gastro-intestinale, neurologische of psychiatrische aandoening.
24. Patiënten met ernstige of onstabiele medische of psychologische aandoeningen die, volgens de onderzoeker, de patiënt ertoe aan zouden kunnen zetten om de regels niet na te leven of om niet mee te werken tijdens het onderzoek of die de veiligheid van de patiënt in gevaar zouden kunnen brengen of een succesvolle deelname zouden kunnen verhinderen.
25. Positieve HBsAg, positieve anti-HIV, positieve HCV-RNA.
26. Ongecontroleerde hypotyroïdie gekenmerkt door TSH > 2X de bovenste grens van de normaalwaarden (ULN). Aandoeningen van de schildklier die gecontroleerd zijn gedurende ten minste 6 maanden voorafgaand aan de screening zijn toegelaten.
27. Belangrijke nierziekten, waaronder het nefritisch syndroom, chronisch nierfalen (gekenmerkt door creatinineklaring < 60 ml/min. volgens de MDRD-formule en serum creatinine >180 µmol/l).
28. Onverklaarde serum creatinefosfokinase (CPK) > 3X de bovenste grens van de normaalwaarden (ULN). Patiënten met een verklaarbare verhoogde CPK mogen voor de randomisatie een tweede meting ondergaan; een tweede CPK-test > 3X ULN leidt tot exclusie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2012-000295-42-NL |
CCMO | NL41771.091.12 |