De hypothese zal getoetst worden door middel van antwoorden op de volgende vraag:Heeft nierdonatie bij leven langetermijngevolgen in vergelijking met een representatieve populatie voor:nierfunctie, overleving, incidentie van hypertensie, incidentie…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Angststoornissen en -symptomen
- Nieraandoeningen (excl. nefropathieën)
- Vasculaire hypertensieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Nierfunctie, uitgedrukt in serum creatinine en geschatte GFR (berekend met
behulp van de MDRD en CKD-EPI-formule).
Secundaire uitkomstmaten
o Overleving van donoren
o Incidentie van hypertensie
o Incidentie van diabetes mellitus
o Systolische en diastolische bloeddruk gemeten met de datascope
o Incidentie van fatale en non-fatale cardiovaculaire events
o Echografische grootte van de contralaterale nier (maximale lengte as,
maximale breedte as, maximale dikte)
o Kwaliteit van leven gemeten met de SF-12 en EuroQoL vragenlijsten
o Eiwit/kreatinine ratio en microalbuminurie
o Glucose in serum en urine
o Kreatinine in portie urine
o Psychisch welzijn: depressie, angststoornissen, geluk, seksualiteit,
slaapstoornissen (alleen depressie bij donoren onder de 45 jaar)
Achtergrond van het onderzoek
Transplantatie is de enige behandeling voor patiënten met eindstadium nierfalen
die ook op de lange termijn effectief is. Een donatie bij leven maakt een
pre-emptieve transplantatie mogelijk, resulterend in een betere overleving van
het transplantaat. Door het blijvende tekort aan donor organen is er een sterke
toename in levende nierdonoren. Nederland vervult een pioniersfunctie wat
betreft nierdonatie bij leven binnen Europa. Het Erasmus MC heeft het grootste
programma van Europa. In het Erasmus MC worden jaarlijks meer dan 130
niertransplantaties met levende donoren verricht. De verwachting is dat er in
2015 meer dan 180 van deze procedures per jaar zullen plaatsvinden. Levende
nierdonatie wordt verricht bij gezonde personen die daar niet direct een
voordeel van ondervinden. Er is echter weinig bekend over de lange termijn
gevolgen van nierdonatie bij leven met betrekking tot nierfunctie, diabetes,
hypertensie en cardiovasculaire events. Dit geldt zeker voor donoren die een
voorgeschiedenis hebben van hypertensie of vaatlijden, ook al zijn ze op het
moment van donatie in goede gezondheid, al dan niet medicamenteus ondersteund.
Om alle toekomstige donoren goed te kunnen informeren, is het van essentieel
belang dat deze gevolgen goed onderzocht worden. Tot nu toe zijn alle
onderzoeken op dit gebied retrospectief en gebaseerd op kleinere cohorten. Met
het mogelijk uitbreiden van de inclusiecriteria is het belangrijk om de
effecten van levende nierdonatie te onderzoeken.
Het is van essentieel belang om de langetermijneffecten van levende nierdonatie
te onderzoeken binnen het huidige protocol alvorens verruiming van
inclusiecriteria voor donoren te overwegen. Om inzicht te krijgen in de
gevolgen van het huidige beleid hebben we de volgende hypothese opgesteld:
Na nierdonatie bij leven heeft een donor geen verhoogde kans op negatieve
langetermijneffecten in vergelijking met personen met een identieke
gezondheidsstatus uit een normale populatie. Deze risicoschatting geldt voor
nierfunctie, hypertensie, diabetes mellitus, cardiovasculaire events, psychisch
welzijn en overleving.
Doel van het onderzoek
De hypothese zal getoetst worden door middel van antwoorden op de volgende
vraag:
Heeft nierdonatie bij leven langetermijngevolgen in vergelijking met een
representatieve populatie voor:
nierfunctie, overleving, incidentie van hypertensie, incidentie van diabetes
mellitus, bloeddruk, incidentie van fatale en non-fatale cardiovaculaire
events, echografische grootte van de contralaterale nier, kwaliteit van leven,
microalbuminurie, eiwit/lkreatine ratio, glucose in serum en urine, kreatinine
in de urine, psychisch welzijn: depressie, angststoornissen, geluk,
seksualiteit, slaapstoornissen.
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectief cohort onderzoek. Alle donoren in het Erasmus MC worden
sinds 1981 prospectief gevolgd en zullen worden gevraagd om naar de polikliniek
te komen voor een follow-up. Alwaar er bloed en urine zal worden verzameld en
een echo worden vervaardigd van de resterende nier. Bloeddruk, gewicht en
lengte worden gemeten en vragenlijsten zullen worden ingevuld. Tevens zal de
volledige medische geschiedenis nagegaan worden. Dit cohort van 1080
nierdonoren bestaat uit 2 randomised controlled trials en 2 prospectieve cohort
studies. Uit deze populatie zullen alle donoren ouder dan 44 jaar vergeleken
worden met het RS-II en RS-III cohort van de Rotterdam Studie. Deze
prospectieve cohort studie, bestaande uit 14926 personen ouder dan 44 jaar,
registreert cardiovasculaire, endocriene, hepatische, neurologische,
oogheelkundige, psychiatrische en respiratoire ziektes. Voor donoren met een
leeftijd <45 zal de SHIP-study uit Duitsland als controle groep worden
gebruikt. Deze prospectieve cohort studie, bestaande uit 4310 personen van
20-70 jaar, registreert de prevalentie en incidentie van veelvoorkomende
(tandheelkundige, medische, sociale, en milieu) risico factoren, subklinische
aandoeningen en klinische ziektes. Daarnaast wordt er onderzocht hoe de
veelvoorkomende risico factoren geassocieerd zijn met de subklinische
aandoeningen en klinische ziektes. De uitkomstmaten die onderzocht worden zijn
de nierfunctie uitgedrukt in serum kreatinine en eGFR (estimated glomerular
filtration rate), de incidentie van hypertensie, incidentie van diabetes, de
incidentie van fatale en niet-fatale cardiovasculaire events, overleving,
kwaliteit van leven en het psychisch welbevinden. Alle donoren die hebben
aangegeven niet mee te willen doen met de studie door een bezoek aan de
polikliniek te brengen of waar geen reactie van is vernomen na de uitnodiging
voor deelname zullen per post benaderd worden met de vraag of ze bezwaar hebben
indien bestaande gegevens uit hun medisch dossier verwerkt worden binnen het
onderzoek. Dit betreft hun meest recente nierfunctie (bloed- en urine
onderzoek), bloeddruk en gewicht, huidige medicatie en het verdere beloop na
donatie zoals bv het ontstaan van suikerziekte of hoge bloeddruk en eventuele
operaties. Daarnaast wordt gevraagd of een vragenlijst over hun kwaliteit van
leven willen invullen.
Tien-jaars follow-up van kwaliteit van leven.
Alle 143 donoren die geïncludeerd zijn in de LiDo-studie tussen 2001 en 2003
zijn geschikt voor inclusie. Donoren die zijn overleden of geëmigreerd zullen
niet worden geïncludeerd. Al deze donoren zijn preoperatief gescreend door een
nefroloog. Een medisch psycholoog was op indicatie beschikbaar en in het geval
van anonieme donatie. Echo, MRI of CT-A werd gebruikt ter evaluatie van de
anatomie van de nieren. Binnen deze studie werd zowel de laparoscopische als de
mini-incisie techniek toegepast.
Methoden: Donoren hebben preoperatief twee vragenlijsten over hun kwaliteit van
leven ingevuld. Dezelfde vragenlijsten werden ingevuld op maand 1, 3, 6 en 12
na de operatie. Tien jaar na donatie zullen donoren gecontacteerd worden per
post.
Statistische analyse: Categorische variabelen, zoals geslacht, het al dan niet
optreden van complicaties, ASA-classificatie, en operatietechniek zullen worden
vergeleken met de Chi-square test. Continuë variabelen, zoals SF-36 score,
MFI-20 score, leeftijd, BMI, nierfunctie en operatieduur zullen worden
vergeleken met de Mann Whitney U test of de Student*s T test, indien geschikt.
Herhaalde metingen op zowel de SF-36 als de MFI-20 zullen worden getoetst met
een repeated measurements ANOVA, met behulp van SPSS mixed models. Herhaalde
metingen zullen worden gecorrigeerd voor geslacht en baseline waarden. Een
P-waarde <0.05 zal als statistisch significant worden beschouwd.
Inschatting van belasting en risico
Niet van toepassing.
Publiek
's-Gravendijkwal 230
Rotterdam 3015 CA
NL
Wetenschappelijk
's-Gravendijkwal 230
Rotterdam 3015 CA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Alle donoren die tussen 1981 en 2010 een donornefrectomie in het Erasmus MC ondergingen zijn geschikt voor inclusie. Donoren die in de tussenliggende periode zijn overleden zullen niet worden benaderd.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Donoren moeten voldoende bij machte zijn om de Nederlandse vragenlijsten in te vullen.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL42270.078.12 |
Ander register | TC 3795 |
OMON | NL-OMON24471 |