Het evalueren van klinisch relevante bloeding (d.w.z. ernstige of klinisch relevante niet-ernstige bloeding) die optreedt tijdens de behandeling of binnen 3 dagen na het onderbreken of stopzetten van het gebruik van het onderzoeksgeneesmiddel.Het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Arteriosclerose, stenose, vaatinsufficiëntie en necrose
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair doel:
* Het evalueren van klinisch relevante bloeding (d.w.z. ernstige of klinisch
relevante niet-ernstige bloeding) die optreedt tijdens de behandeling of binnen
3 dagen na het onderbreken of stopzetten van het gebruik van het
onderzoeksgeneesmiddel.
* Het evalueren van restenose/reocclusie [gedefinieerd als systolische
pieksnelheid (PSV) ratio >/= 2,4] in het/de behandelde segment(en), gemeten 1,
3 en 6 maanden na randomisatie met gebruik van een kleurenduplex
ultrasonografie-scan (DUS).
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire doelstellingen:
* Het evalueren van bloedingen (ernstige, klinische relevante niet-ernstige,
en kleine bloedingen) die optreden tijdens de behandeling of binnen 3 dagen na
het onderbreken of stopzetten van het gebruik van het onderzoeksgeneesmiddel.
* Het evalueren van alle andere klinische en laboratoriumonderzoeken voor de
veiligheid, inclusief bijwerkingen (adverse events, AE's), ernstige
bijwerkingen (serious adverse events, SAE's), en andere voorvallen van
bijzonder belang (d.w.z. hepatische voorvallen).
*Het karakteriseren van de farmacokinetiek (PK) en farmacodynamica (PD) van
edoxaban bij patiënten met PAD.
Andere doelstellingen: Het evalueren van:
* De verandering in de PSV-ratio in het/de behandelde segment(en) na 3 en 6
maanden in vergelijking met na 1 maand;
* De verandering ten opzichte van de baseline in enkel-brachialis index (arm
brachial index, ABI) na 3 maanden en 6 maanden; voor de definitie van ABI, zie
Bijlage 17.1.2;
* Rutherford stadium na 1, 3 en 6 maanden; voor de stadia van de Rutherford
classificatie, zie Bijlage 17.1.1.;
* Symptomatische acute trombose;
* Revascularisatie van doellaesie (percutaan of chirurgisch);
* Ernstige ongewenste cardiovasculaire voorvallen (major adverse cardiovascular
events, MACE) (een composiet van niet-fataal myocardinfarct (MI)/niet-fatale
beroerte en overlijden door cardiovasculaire oorzaken);
* Fatale en niet-fatale systemische embolische voorvallen (systemic embolic
events, SEE)
* Amputaties;
* Overlijden door alle oorzaken.
Achtergrond van het onderzoek
De huidige medicatie na een endovasculaire ingreep bestaat uit levenslang
aspirine en clopidogrel gedurende 1 tot 3 maanden. Deze huidige behandeling is
niet gestaafd op resultaten van klinische onderzoeken.
Door de endovasculaire behandeling kleven de bloedplaatjes aan het
subendothelium, dit is blootgelegd na dilataie van het bloedvat.
het subendothelium collageen activeert de bloedplaatjes en bloedplaatjes
aggregatie wordt gemedieerd door fibrinogeen receptor GBIIb/IIIa. Hierbij
wordt subendothelium weefsel factor TF vrijgegeven en dit vormt een complex met
factor VIIa (FVIIa), deze circuleert in het plasma.
Zo wordt de aanmaak van coagulatiefactoren en vorming van fibrine getriggerd.
Het remmen van plaatjesaggregatie en het afremmen van coagulatie en
fibrinevorming kan een optimale strategie zijn ter preventie van thrombose en
restenose na endovasculaire interventie.
Daarom stellen we voor in deze studie edoxaban dosis 60 mg QD gedurende 3
maanden samen met aspirine te nemen om te evalueren om deze behandeling
effectief is om de doorgankelijkheid van het bloedvat na een femoropopliteale
endovasculaire ingreep te behouden. Dit in vergelijking met behandeling met
clopidogrel.
Doel van het onderzoek
Het evalueren van klinisch relevante bloeding (d.w.z. ernstige of klinisch
relevante niet-ernstige bloeding) die optreedt tijdens de behandeling of binnen
3 dagen na het onderbreken of stopzetten van het gebruik van het
onderzoeksgeneesmiddel.
Het evalueren van restenose/reocclusie [gedefinieerd als systolische
pieksnelheid (PSV) ratio >/= 2,4] in het/de behandelde segment(en), gemeten 1,
3 en 6 maanden na randomisatie met gebruik van een kleurenduplex
ultrasonografie-scan (DUS).
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is een gerandomiseerde, open-label, multicentrische
proof-of-concept studie met parallelle groepen en een actieve controle bij
patiënten met PAD, ter evaluatie van de veiligheid en de potentiële
werkzaamheid van enerzijds edoxaban/aspirine of de huidige
behandelingspraktijk (dubbele plaatjesremmende therapie) met
clopidogrel/aspirine na een femoropopliteale endovasculaire interventie.
Geschikte proefpersonen zijn patiënten met symptomatische PAD die een geslaagde
interventie hebben ondergaan (met of zonder stentplaatsing). De proefpersonen
zullen tijdens de randomisatie gestratificeerd worden volgens klinisch
centrum/onderzoekscentrum, interventie met/zonder stentplaatsing, en volgens
factoren waarvoor een dosisaanpassing van edoxaban vereist is. Nadat bevestigd
is dat de proefpersonen aan alle inclusiecriteria voldoen en aan geen van de
exclusiecriteria voldoen, en na afronding van de schriftelijke geïnformeerde
toestemming, zullen de proefpersonen zo snel mogelijk na een adequate hemostase
(d.w.z. 4 uur na hemostase) gerandomiseerd en gedoseerd worden via een
interactief voice/web antwoordsysteem (interactive voice/web response system)
en in een verhouding 1:1 aan een van de twee behandelingsgroepen worden
toegewezen:
1. Edoxaban 60 mg per dag (QD) op een achtergrondtherapie van aspirine 100 mg
per dag. (Zie Rubriek 3.2.1.2 voor instructies over dosisaanpassingen), of,
2. Clopidogrel 75 mg per dag op een achtergrondtherapie van aspirine 100 mg per
dag.
De eerste dosis edoxaban 60 mg per dag zal zo snel mogelijk na een adequate
hemostase (d.w.z. binnen 4 uur na hemostase) worden toegediend en daarna
eenmaal per dag gedurende 3 maanden. Er zal een oplaaddosis clopidogrel van 300
mg worden toegediend als eerste dosis (d.w.z. binnen 4 uur na hemostase) daarna
gevolgd door 75 mg per dag gedurende 3 maanden;
De proefpersonen zullen een kleurenduplex ultrasonografie-scan (DUS) ondergaan
na 1, 3 en
6 maanden. Deze echografische beeldvorming zal dienen om het primaire eindpunt
van werkzaamheid vast te leggen (restenose gedefinieerd als PSV-ratio >= 2,4)
in de/het behandelde segment(en) gemeten na 1, 3 en 6 maanden.
Onderzoeksproduct en/of interventie
1. Edoxaban 60 mg per dag (QD) op een achtergrondtherapie van aspirine 100 mg per dag. (Zie Rubriek 3.2.1.2 voor instructies over dosisaanpassingen), of, 2. Clopidogrel 75 mg per dag op een achtergrondtherapie van aspirine 100 mg per dag.
Inschatting van belasting en risico
Deelname aan de studie zal 180 dagen (6 maanden) duren. De patiënt zal 7x naar
het ziekenhuis komen in het kader van de studie. Deze studievisites zullen
ongeveer 2 uur duren. Gedurende deze studievisites zullen volgende onderzoeken
uitgevoerd worden:
- duplexechografie
- lichamelijk onderzoek
- parameters (bloeddruk, hartfrequentie, ademhalingsfrequentie, temperatuur)
- er zullen vragen gesteld worden
- bloedstaal afnemen
- urinestaal afnemen
- ECG
Edoxaban heeft een snelle en voorspelbare start van anticoagulerende actie.
Het heeft het potentieel om even effectief te zijn als LMWH en vitamine K
antagonisten omdat het direct FX& remt.
Bijkomende voordelen van Edoxaban zijn dat het een oraal in te nemen
geneesmiddel is, en hierdoor is het dus makkelijker in gebruik dan andere
anticoagulantie die intraveneus of subcutaan toegediend worden.
In tegenstelling tot vitamine K antagonisten moet er bij het gebruik van
edoxaban geen regelmatige labcontrole (bloedname) gedaan worden om het
anticoagulerend effect te bekijken en om het risico op serieuze bloedingen te
minimaliseren.
Het doel van de studie is het evalueren of het toevoegen van edoxaban aan
behandeling met aspirine na een femoropopliteale endovasculaire ingreep de
doorganklijkheid van het bloedvat kan behouden en nieuwe stenosevorming kan
voorkomen. De effectiviteit zal vergeleken worden met de huidige therapie=
clopidogrel (Plavix) + Aspirine.
De meest voorkomende bijwerkingen van Edoxaban zijn bloeding en verandering in
leverbloedwaarden.
De meest voorkomende bijwerking van clopidogrel is bloedingen. Dit kan in zeer
zeldzame gevallen ook een bloeding in het hoofd/hersenen veroorzaken (een
zeldzame aandoening die beroerte of dood kan veroorzaken). Aspirine
(acetylsalicylzuur) kan ook bijwerkingen hebben. Mensen die allergisch zijn
aan dit medicijn of mensen met astma, aanhoudende maagproblemen (zure
oprispingen, maaglast, maagpijn), zweren, bloedingsproblemen mogen geen
aspirine nemen, tenzij anders voorgeschreven door de arts.
Publiek
Chiltern Place, Chalfont Park x
Gerrards Cross, Buckinghamshire SL9 0BG
GB
Wetenschappelijk
Chiltern Place, Chalfont Park x
Gerrards Cross, Buckinghamshire SL9 0BG
GB
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1.Mannelijke of vrouwelijke proefpersonen ouder dan de minimumleeftijd van meerderjarigheid (landspecifiek);
2.Rutherford stadia 2-5; enkel als er geen ulcers zijn thv de hiel en/of blootliggende pezen en/of bot
3.Oppervlakkige femorale popliteale laesie boven de knie (3 cm proximaal aan de mediale femorale condyle) en >= 50% stenose of occlusie;
4.Ten minste één run-off bloedvat naar de voet met of zonder bijkomende endovasculaire interventie;
5.Geslaagde interventie, gedefinieerd als bevestiging op een angiografie van <= 30% residuele stenose en afwezigheid van een flowbeperkende dissectie;
6.Adequate hemostase op het vasculaire toegangspunt binnen 24 uur na de interventie;
7.Proefpersonen zijn ook geschikt als ze een geslaagde bijkomende endovasculaire interventie(s) hebben ondergaan tijdens de index interventie;
8.In staat om een ondertekende geïnformeerde toestemming te bezorgen
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1.Berekende creatinineklaring (CrCL) < 30 ml./min
2.Femoraal of popliteaal aneurysma;
3.Adjunctief gebruik van trombolytica;
4.Alle extravasatie of distale embolisatie die niet succesvol werd behandeld;
5.Ongecontroleerde hypertensie volgens het oordeel van de onderzoeker (bv. systolische bloeddruk >170 mmHg of diastolische bloeddruk > 100 mmHg ondanks antihypertensiva)
6.Intolerantie voor aspirine;
7.Intolerantie voor clopidogrel;
8.Contra-indicatie voor antistollingsmiddelen of plaatjesremmers en alle andere contra-indicaties die vermeld staan in de lokale etikettering van aspirine en/of clopidogrel
9. Actieve bloeding of bekend hoog risico voor bloedingen of voorgeschiedenis van intracraniale, of spontane intra-oculaire, spinale retroperitoneale of intra-articulaire bloeding; manifeste gastro-intestinale (GI) bloeding of actieve ulcus binnen het afgelopen jaar;
10.Proefpersonen die op het tijdstip van de randomisatie een dubbele plaatjesremmende of antistollingsbehandeling krijgen; proefpersonen die vóór de interventie een oplaaddosis clopidogrel of andere P2Y12-receptor antagonisten krijgen; zie Bijlage 17.5 voor details;
11.Behandeling met cilostazol binnen 24u na randomizatie
12.Proefpersonen die verboden gelijktijdige medicatie krijgen [fibrinolytica, chronisch gebruik van niet-steroïdale ontstekingsremmers (non-steroidal anti-inflammatory drugs, NSAIDS) > 4 dagen per week, en orale of parenterale niet-aspirine NSAID's en sterke P-gp-remmers];
13. Eerdere beroerte of MI of acuut coronair syndroom binnen 3 maanden;
14.Chronische leverziekte [alanine transaminase (ALT) en/of aspartaat transaminase (AST) >=
2 × de bovengrens van normaal (upper limit of normal, ULN); totaal bilirubine (TBL) >= 1,5 ×ULN]; proefpersonen met verhoogd TBL door bekend syndroom van Gilbert kunnen in het onderzoek worden opgenomen;
15.Voorgeschiedenis van een positieve test voor hepatitis B-antigeen of hepatitis C-antilichaam;
16.Proefpersonen die een experimenteel geneesmiddel of hulpmiddel hebben gekregen binnen 30 dagen vóór randomisatie, of die van plan zijn om een dergelijke experimentele behandeling te krijgen tijdens de onderzoeksperiode
17.Proefpersonen die reeds eerder werden gerandomiseerd naar een studie met edoxaban (DU-176b);
18. Vruchtbare vrouwen die geen afdoende anticonceptieve maatregelen treffen (d.w.z. een anticonceptiemethode met een falingsgraad < 1 % tijdens het verloop van de studie
inclusief de observationele periode) en vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven:
Opmerking: Deze anticonceptiemethodes zijn volgens het richtsnoer betreffende niet-klinische veiligheidsstudies voor onderzoeken naar farmaceutische middelen met mensen (CPMP/ICH/286/95, modificatie) consistent en correct gebruik van hormonen bevattende implantaten of injecteerbare middelen, gecombineerde orale anticonceptiemiddelen, hormonen bevattende spiraaltjes, chirurgische sterilisatie, seksuele onthouding, en vasectomie voor de mannelijke partner;
19.Proefpersonen met de volgende diagnoses of situaties:
*Actieve kwaadaardigheid uitgezonderd voor adequaat behandelde niet-melanome huidkanker of andere niet-invasieve of in-situ neoplasmata (bv. baarmoederhalskanker in situ);
*Gelijktijdige behandeling met een kankertherapie (geneesmiddelen, radiotherapie, en/of chirurgie);
*Andere significante actieve gelijktijdige medische aandoening of infectie;
*Levensverwachting < 12 maanden;
20.Proefpersonen die waarschijnlijk het protocol niet zullen naleven (bv. niet-coöperatief gedrag, niet in staat om terug te komen voor de volgende bezoeken, en/of maakt om een andere reden, naar mening van de onderzoeker, weinig kans om het onderzoek te voltooien);
21.Proefpersonen met een aandoening die, naar mening van de onderzoeker, de proefpersoon aan een verhoogd risico op letsel zou blootstellen indien de proefpersoon aan het onderzoek zou deelnemen
22.Voorgeschiedenis van door heparine geïnduceerde trombocytopenie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2012-003009-88-NL |
CCMO | NL42559.101.12 |