Onderzoekshypothese: Behandeling met nivolumab (BMS-936558) leidt tot een klinisch voordeel, aangetoond door een klinisch zinvol objectief responspercentage, waaronder een duurzame respons met een aanzienlijke vermindering van de tumorlast.Primaire…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Non-Hodgkin B-cel lymfomen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire doelstelling wordt gemeten met het primaire eindpunt van het
objectief responspercentage (ORR) zoals beoordeeld door een onafhankelijke
radiologische toetsingscommissie (IRRC). Het wordt gedefinieerd als het aantal
proefpersonen met een beste algehele respons (Best overall response, BOR) of
een volledige respons (CR) of partiële respons (PR), overeenkomstig de herziene
criteria van de internationale werkgroep voor non-Hodgkin-lymfoom
(International Working Group Criteria for non-Hodgkin Lymphoma) gedeeld door
het aantal behandelde proefpersonen. De uiteindelijke analyse van het primaire
eindpunt vindt plaats minstens 6 maanden na de eerste dosis van de
onderzoeksbehandeling van de laatst ingeschreven proefpersoon. De BOR is
gedefinieerd als de toekenning van de beste respons die geregistreerd is tussen
de datum van de eerste dosis en de datum van objectief gedocumenteerde
progressie overeenkomstig de herziene criteria van de internationale werkgroep
voor non-Hodgkin-lymfoom of de datum van de volgende therapie, welk van de
gebeurtenissen het eerste plaatsvindt. Voor proefpersonen zonder
gedocumenteerde progressie of volgende therapie zullen alle beschikbare
toekenningen van respons bijdragen aan het bepalen van de BOR. Met het oog op
de analyse wordt een proefpersoon in de noemer meegeteld (als non-responder),
als een proefpersoon één dosis krijgt en zonder een beoordeling met het
onderzoek stopt, of volgende therapie krijgt vóór de beoordeling.
Secundaire uitkomstmaten
De eerste secondaire doelstelling wordt gemeten aan de hand van de duur van ORR
(DOR) op basis van de beoordeling door de IRRC. DOR wordt gedefinieerd als de
tijd vanaf de eerste respons (CR of PR) tot de datum van de eerste objectief
gedocumenteerde progressie zoals bepaald overeenkomstig de herziene criteria
van de internationale werkgroep voor non-Hodgkin-lymfoom of overlijden door
welke oorzaak dan ook, welk van de twee het eerste gebeurt. Van de
proefpersonen die geen progressie tonen noch overlijden, wordt de DOR op de
datum van de laatste evalueerbare tumorbeoordeling achtergehouden. Dit eindpunt
wordt alleen beoordeeld bij proefpersonen met een objectieve CR of PR respons.
Het tweede secundaire eindpunt wordt gemeten aan de hand van het percentage
volledige remissie (CRR) op basis van de beoordeling door de IRRC. De CRR wordt
gedefinieerd als het aantal proefpersonen met een BOR of CR, overeenkomstig de
herziene criteria van de internationale werkgroep voor non-Hodgkin-lymfoom,
gedeeld door het aantal behandelde proefpersonen. De BOR wordt op dezelfde
wijze als hierboven gedefinieerd.
De derde secundaire doelstelling wordt gemeten aan de hand van progressievrije
overleving (PFS) op grond van beoordeling door de IRRC. Dit is gedefinieerd als
de tijd vanaf de eerste dosis tot aan de datum van de eerste gedocumenteerde
progressie, zoals bepaald door de IRRC, of tot aan het overlijden door welke
oorzaak dan ook, welk van de twee het eerste gebeurt.
Voor proefpersonen die overlijden zonder dat er ziekteprogressie gemeld is, zal
de dag van hun overlijden als de datum van progressie worden beschouwd. Voor
proefpersonen die geen progressie hadden noch overleden zijn, worden geen
gegevens meer geregistreerd vanaf de datum van de laatste evalueerbare
beoordeling. Voor proefpersonen die tijdens het onderzoek geen enkele
beoordeling hebben gehad en niet zijn overleden, worden geen gegevens meer
geregistreerd vanaf de datum van de eerste dosis. Voor proefpersonen die met
welke volgende anti-kankertherapie dan ook zijn begonnen zonder dat er eerder
progressie gemeld is, worden geen gegevens meer geregistreerd vanaf de laatste
evalueerbare beoordeling vóór de aanvang van de volgende anti-kankertherapie.
De vierde secundaire doelstelling wordt gemeten aan de hand van de ORR op grond
van beoordeling door de onderzoeker. Door de onderzoeker beoordeelde ORR wordt
gedefinieerd zoals hierboven werd beschreven voor het primaire eindpunt.
Achtergrond van het onderzoek
Nivolumab (BMS-936558) is in klinische ontwikkeling voor de behandeling van
proefpersonen met solide tumoren en hematologische maligniteiten als zowel een
monotherapie als in combinatie met ipilimumab. Het doel van dit onderzoek
(CA209-139) is te bepalen of behandeling van patiënten met diffuus grootcellig
B-cellymfoom (DLBCL) met nivolumab kan leiden tot een klinisch voordeel. De
beoogde patiënten zijn eerder gerecidiveerd of reageerden niet op een autologe
stamceltransplantatie (ASCT), of faalden ten minste twee voorafgaande
chemotherapeutische behandeling met meerdere middelen en komen niet in
aanmerking voor ASCT. Naast onderzoek CA209139 beoordelen onderzoeken in het
programma voor hematologische maligniteiten de doeltreffendheid van nivolumab
bij proefpersonen met refractair folliculair lymfoom. Nivolumab heeft
voorlopige activiteit aangetoond bij proefpersonen met DLBCL en folliculair
lymfoom (FL).
DLBCL is de meest voorkomende lymfoïde maligniteit bij volwassenen en hoewel er
velen op initiële chemotherapie reageren, faalt 30-40% de eerstelijnstherapie
en hebben een verminderd succes met verdere behandelingen of ASCT, waardoor
10-15% een slechte prognose heeft. De eerste aanpak voor het behandelen van
gerecidiveerd of refractair DLBCL is het bepalen of de patiënt een kandidaat is
voor ASCT. In het algemeen kan bij patiënten die bij tweedelijnsbehandeling een
volledige respons (CR) of partiële response (Partial response, PR) bereiken een
ASCT, worden overwogen. Veelgebruikte exclusiecriteria zijn onder andere
gevorderde leeftijd (ouder dan 70 tot 75 jaar), co-morbiditeit en onvoldoende
sociale steun om te helpen bij de verzorging na een transplantatie. Aan de hand
van deze criteria, komt ongeveer 60% van recidiverende/refractaire patiënten in
aanmerking voor HD ASCT maar slechts 20 tot 25% van deze patiënten wordt door
chemotherapie met hoge dosis en ASCT genezen. Hoewel chemische gevoeligheid
duidelijk de belangrijkste determinant is voor het resultaat van ASCT bij
gerecidiveerd of refractair DLBCL, heeft een belangrijk deel van patiënten met
chemisch gevoelige ziekte na ASCT progressieve ziekte. Behandelingsopties na
falen van ASCT zijn beperkt voor patiënten met DLBCL; zoals verwacht blijft
terugkeer van de ziekte de belangrijkste reden voor het falen van de
behandeling. Optimale behandelingsstrategieën voor deze patiënten moeten nog
worden vastgesteld en resultaten voor patiënten die volgende lijnen van
behandeling nodig hebben, blijven bijzonder slecht. De mediaan van de totale
overleving van niet-reagerende patiënten na ASCT of reddingstherapie bij
patiënten die niet voor een transplantatie in aanmerking komen is ongeveer 4,3
maanden.
Doel van het onderzoek
Onderzoekshypothese: Behandeling met nivolumab (BMS-936558) leidt tot een
klinisch voordeel, aangetoond door een klinisch zinvol objectief
responspercentage, waaronder een duurzame respons met een aanzienlijke
vermindering van de tumorlast.
Primaire doelstelling
Het beoordelen van het klinisch voordeel van nivolumab, gemeten met een
objectief responspercentage (Objective response rate, ORR) zoals beoordeeld
door een onafhankelijke radiologische toetsingscommissie (Independent
radiologic review committee, IRRC)
bij proefpersonen met DLBCL die refractair of gerecidiveerd zijn na
ASCT (autologe stamceltransplantatie) of na falen van ten minste twee
voorafgaande chemotherapeutische behandeling met meerdere middelen bij
patiënten die geen kandidaat zijn voor ASCT.
Secundaire doelstelling(en)
- Het beoordelen van de duur van de respons (Duration of Response, DOR) op
grond van IRRC-beoordelingen
- Het beoordelen van het percentage volledige remissie (Complete remission
rate, CCR) op grond van IRRC-beoordelingen
- Het beoordelen van de progressievrije overleving (Progression free survival,
PFS) op grond van IRRC-beoordelingen
Het beoordelen van de ORR, op grond van beoordelingen door de onderzoeker
Verkennende doelstelling(en)
- Het beoordelen van de algemene veiligheid en verdraagbaarheid van nivolumab
zoals gemeten door de incidentie en ernst van bijwerkingen, ernstige
bijwerkingen en specifieke laboratoriumafwijkingen
- Het beoordelen van het objectief responspercentage en de duur van objectieve
respons op nivolumab bij PD-L1-positieve en PD-L1-negatieve deelgroepen, met
behulp van beoordelingen van zowel de onderzoeker als de IRRC
- Het beoordelen van progressievrije overleving van alle behandelde
proefpersonen, en ook van PD-L1-positieve en PD-L1-negatieve deelgroepen, met
behulp van beoordelingen van zowel de onderzoeker als de IRRC
- Het beoordelen van totale overleving bij alle behandelde proefpersonen, en
ook van PD-L1-positieve en PD-L1-negatieve deelgroepen
- Het karakteriseren van de farmacokinetiek van nivolumab en het verkennen van
de relaties tussen blootstelling en respons met betrekking tot eindpunten van
veiligheid en werkzaamheid
- Het karakteriseren van de immunogeniciteit van nivolumab monotherapie
- Het beoordelen van zowel generieke gezondheidsgerelateerde kwaliteit van
leven zoals beoordeeld door de EQ-5D en van kanker-specifieke kwaliteit van
leven zoals beoordeeld door de EORTC QLQ-C30
- Het beoordelen van de farmacodynamische activiteit van nivolumab monotherapie
in het perifere bloed en tumorweefsel zoals gemeten door middel van
flowcytometrie, immunohistochemie, oplosbare factoranalyse en genexpressie
(microarray technologie, kwantitatieve RT-PCR)
Onderzoeksopzet
Dit is een fase 2-onderzoek met één enkele groep bij proefpersonen * 18 jaar
oud met gerecidiveerd of refractair DLBCL of getransformeerd lymfoom (TL) na
falen van ASCT of na falen van ten minste twee voorafgaande chemotherapeutische
behandelingen met meerdere middelen bij proefpersonen die niet in aanmerking
komen voor ASCT. Er worden ongeveer 120 proefpersonen behandeld met nivolumab 3
mg/kg IV elke 2 weken. De proefpersonen worden in behandelingsgroepen geplaatst
op basis van eerder falen van ASCT [n=90] of het niet in aanmerking komen voor
ASCT [n=30].
Voor de cohort met gefaalde ASCT wordt een ontwerp met twee stappen gebruikt om
te testen of nivolumab een klinisch overtuigend objectief responspercentage
oplevert. In de eerste stap wordt de respons door de IRRC bij de eerste 37
behandelde proefpersonen beoordeeld. Als er bij deze 37 proefpersonen 8 of
minder responsen zijn, wordt het onderzoek stopgezet. In dat geval wordt het
onderzoek in zowel het gefaalde ASCT-cohort als in de cohort dat niet in
aanmerking kwam voor ASCT beëindigd. Anders zullen er ongeveer 53 extra
proefpersonen bij het gefaalde ASCT-cohort worden toegevoegd voor een totaal
van 90 behandelde proefpersonen.
De verdraagbaarheid van de behandeling wordt verder door de sponsor en de
onderzoekers beoordeeld om er zeker van te zijn dat het aanvaardbaar is voor
verdere inschrijving. De werving en behandeling van proefpersonen in beide
groepen (gefaalde ASCT en niet in aanmerking komen voor ASCT) gaat gedurende de
beoordeling van de eerste 37 behandelde proefpersonen met gefaalde ASCT door
zoals beschreven.
Voor de cohort die niet in aanmerking kwam voor ASCT wordt een ontwerp met een
enkele stap gebruikt om het objectieve responspercentage te schatten aan de
hand van ongeveer 30 behandelde proefpersonen.
Deze studie zal bestaan uit drie fasen: screening, behandeling en opvolging.
De proefpersonen zullen binnen 28 dagen voorafgaand aan de eerste dosis
screeningsbeoordelingen ondergaan om de geschiktheid voor deelname te bepalen.
Het onderzoeksgeneesmiddel wordt op behandeldag 1 van elke cyclus als een
IV-infusie toegediend. Elke doseringsperiode van 14 dagen vormt een cyclus. De
proefpersonen worden vanaf week 9 (dag 1 van cyclus 5) op tumorrespons
beoordeeld door middel van spiraal-CT-/MRI-scan en verder elke 8 weken (+/- 1
week) gedurende de eerste 8 maanden, elke 12 weken (+/- 2 weken) gedurende
maand 9-24 en vervolgens elke 6 maanden (+/- 3 weken) tot de documentatie van
ziekteprogressie.
Het verzamelen van vers tumorweefsel (FFPE tumorweefselblokje of 10 niet
gekleurde coupes van een biopsie die tijdens de screeningsfase werd uitgevoerd
of die binnen 90 dagen na het verkrijgen van geïnformeerde toestemming werd
afgenomen bij een procedure die deel uitmaakte van de zorgstandaard) voor het
bepalen van PD-L1-expressiestatus is verplicht. Indien beschikbaar moet
archiefweefsel voor alle proefpersonen worden opgestuurd. De behandeling gaat
door totdat er ziekteprogressie wordt verkregen, de behandeling wordt stopgezet
als gevolg van toxiciteit, de toestemming wordt ingetrokken of het onderzoek
eindigt. Na de beëindiging van de opvolgingsbezoeken wordt de overleving van de
proefpersonen elke 3 maanden opgevolgd.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De medische interventie is BMS-936558 (nivolumab) dat door de sponsor wordt geleverd. BMS-936558 zal via een intraveneuze infusie gedurende 60 minuten op dag 1 van de behandeling worden toegediend. Een behandelingcyclus is voor BMS-936558 gedefinieerd als 2 weken.
Inschatting van belasting en risico
Als onderdeel van de studie zal van patiënten worden verwacht dat ze meerdere
bezoeken aan de kliniek bijwonen, waar ze lichamelijke onderzoeken, meting van
vitale functies zoals zuurstofverzadigingsniveau, bloedtesten voor de
veiligheidsbeoordeling, een zwangerschap test (voor vrouwen in de vruchtbare
leeftijd) en controle op bijwerkingen zullen ondergaan. Daarnaast zullen
patiënten elke 8 weken (vanaf week 9) een radiografische beoordeling van de
tumor(en) ondergaan (door middel van spiraal-CT-/MRI-scan) gedurende de eerste
8 maanden, elke 12 weken gedurende maand 9-24 en vervolgens elke 6 maanden tot
ziekteprogressie of stopzetting van de behandeling indien dat later valt. Een
aanvullende PET-scan zou nodig zijn om CR te bevestigen.
Bij bepaalde bezoeken zullen ook bloedmonsters worden afgenomen voor
onderzoeksdoeleinden (FK en immunogeniciteit) waaronder biomarkers. De
frequentie van de bezoeken en het aantal procedures dat tijdens dit onderzoek
plaatsvindt, zouden in het algemeen als boven-de-standaard zorg beschouwd
worden. Deze procedures worden door opgeleide medische deskundigen uitgevoerd,
en zij zullen alles in het werk stellen om risico's of ongemak voor de patiënt
tot een minimum te beperken. Behandelingen tegen kanker hebben vaak
bijwerkingen, waaronder enkele die levensbedreigend zijn. Vanwege de kans op
klinisch belangrijke bijwerkingen als gevolg van nivolumab waarvoor een vroege
herkenning en snelle interventie noodzakelijk zijn, zijn behandelingsalgoritmes
ontwikkeld voor vermoede longvergiftiging, GI-toxiciteit, hepatotoxiciteit,
endocrinopathie, huidtoxiciteit, neurologische toxiciteit en nefrotoxiciteit.
Het klinisch voordeel van nivolumab, zoals gemeten aan de hand van het
objectief responspercentage (ORR) zoals beoordeeld door een onafhankelijke
radiologische toetsingscommissie (IRRC), zal worden gebruikt.
Publiek
Bristol-Myers Squibb Pharmaceuticals Ltd Uxbridge Business Park, Sanderson Road
Uxbridge UB81DH
GB
Wetenschappelijk
Bristol-Myers Squibb Pharmaceuticals Ltd Uxbridge Business Park, Sanderson Road
Uxbridge UB81DH
GB
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. a) Schriftelijke, ondertekende geïnformeerde toestemming
b) Proefpersonen moeten bereid en in staat zijn om zich te houden aan de geplande bezoeken, het behandelingsschema, de laboratoriumtests en andere vereisten voor het onderzoek.
2. a) Een bevestiging van gerecidiveerd of refractair DLBCL, of getransformeerd lymfoom (Transformed lymphoma, TL), door middel van een tumorbiopsie voorafgaand aan de start met het onderzoeksgeneesmiddel.
i) TL is beperkt tot DLBCL. Proefpersonen met graad 3b folliculair lymfoom zijn uitgesloten.
ii) DLBCL of TL moet pathologisch worden bevestigd door middel van standaard immunohistochemische of flowcytometrische technieken.
iii) Documentatie van bovengenoemde moet in het medisch dossier van de proefpersoon aanwezig zijn.
b) Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG)-performancestatus van 0-1
c) Meetbare ziekte: Proefpersonen moeten minstens één laesie hebben met een grootste diameter van > 1,5 cm in kruissectionele beeldvorming en meetbaar in twee loodrechte richtingen in computertomografie (spiraal-CT).
d) Voorafgaande behandeling zoals hieronder beschreven:
i) Proefpersonen met gerecidiveerd DLBCL of TL na conditionering met chemotherapie met een hoge dosis en ASCT, OF
ii) Proefpersonen met gerecidiveerd of refractair DLBCL of TL na ten minste 2 voorafgaande chemotherapeutische behandelingen met meerdere middelen als de proefpersoon niet voor ASCT in aanmerking komt. Het niet in aanmerking komen voor ASCT zal volgens plaatselijke institutionele criteria worden bepaald.
Definitie van gerecidiveerd DLBCL
- het verschijnen van nieuwe laesies > 6 maanden na een volledige respons (Complete Response, CR)
- een toename van < 50% in de grootte van de eerder betrokken plekken > 6 maanden na het voltooien van geplande therapie.
Definitie van refractair DLBCL:
- < 50% afname in de grootte van de plek na geplande therapie
- het verschijnen van nieuwe laesies < 6 maanden na het voltooien van geplande therapie
- een toename van > 50% in de grootte van de eerder betrokken plekken > 6 maanden na
het voltooien van geplande therapie.
e) Opnieuw inschrijven van proefpersonen: Bij dit onderzoek mag een proefpersoon opnieuw worden ingeschreven als hij/zij
met het onderzoek stopte als gevolg van het falen van een voorbehandeling (d.w.z., de proefpersoon werd niet gerandomiseerd / werd niet behandeld). Indien een proefpersoon opnieuw wordt ingeschreven, moet hij of zij opnieuw een toestemmingsformulier ondertekenen.
3. De laboratoriumwaarden bij de screening moeten aan de volgende criteria voldoen en binnen
14 dagen voor de randomisatie verkregen worden:
i) Absoluut aantal neutrofielen * 750/µl (geen groeifactoren voor witte bloedcellen in de voorafgaande 14 dagen)
ii) Bloedplaatjes * 50 x103/µl (geen transfusies met bloedplaatjes in de voorafgaande 14 dagen)
iii) Hemoglobine > 8,5 g/dl (geen transfusies met rode bloedcellen in de voorafgaande 7 dagen)
iv) Serumcreatinine * 1,5 x ULN of creatinineklaring (CrCl) * 40 ml/min (bepaald
met behulp van onderstaande formule van Cockcroft-Gault):;Vrouwelijke CrCl = (140 - leeftijd in jaren) x gewicht in kg x 0,85
72 x serumcreatinine in mg/dl
Mannelijke CrCl = (140 - leeftijd in jaren) x gewicht in kg x 1,00
72 x serumcreatinine in mg/dl
v) AST / ALT * 3 x ULN
vi) Totaal bilirubine * 1,5 x ULN (met uitzondering van proefpersonen met het syndroom van Gilbert, die een
totaal bilirubine < 3,0 mg/dl kunnen hebben).;4. a) Mannen en vrouwen * 18 jaar oud.
b) Vrouwen die kinderen kunnen krijgen moeten een negatieve zwangerschapstest op serum of urine hebben (minimale gevoeligheid 25 IE/l of equivalente eenheden van HCG) binnen 24 uur voordat ze met het onderzoeksgeneesmiddel beginnen.
c) Vrouwen mogen geen borstvoeding geven.
d) Vrouwen die kinderen kunnen krijgen moeten instemmen met het volgen van de instructies voor het gebruik van anticonceptiemethode(n) vanaf de inschrijving en voor de duur van de behandeling met nivolumab plus 5 halfwaardetijden van nivolumab plus 30 dagen (de duur van de ovulatiecyclus) voor een totaal van 23 weken na het voltooien van de behandeling.
e) Mannen die seksueel actief zijn met vrouwen die kinderen kunnen krijgen moeten instemmen met het volgen van de instructies voor het gebruik van anticonceptiemethode(n) voor de duur van de behandeling met nivolumab plus 5 halfwaardetijden van nivolumab plus 90 dagen (de duur van de zaadcyclus) voor een totaal van 31 weken na het voltooien van de behandeling.
f) Mannen die geen zaadcellen (meer) hebben en vrouwen die kinderen kunnen krijgen en die heteroseksueel nooit actief zijn, worden van de anticonceptiemaatregelen vrijgesteld. Ze moeten echter toch wel de zwangerschapstests ondergaan die in deze rubrieken worden beschreven
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. a) Bekende lymfomen van het centrale zenuwstelsel.
2. a) Een voorgeschiedenis van interstitiële longziekte.
b) Elke ernstige of niet-gecontroleerde medische stoornis die naar het oordeel van de onderzoeker het risico kan verhogen dat gepaard gaat met deelname aan het onderzoek of toediening van het onderzoeksgeneesmiddel, of die zou verhinderen dat de proefpersoon de therapie volgens dit protocol kan ontvangen, of die een obstakel zou vormen voor het interpreteren van de onderzoeksresultaten.
c) Eerdere maligniteit die actief was in de afgelopen 3 jaar behalve wanneer het gaat om plaatselijke geneeslijke kankers die genezen lijken, zoals basaal- of plaveiselcelcarcinoom, oppervlakkige blaaskanker, of carcinoom in situ van de prostaat, baarmoeder of de borsten.
d) Proefpersonen met actieve, bekende of vermoedelijke auto-immuunziekte. Proefpersonen met vitiligo, diabetes mellitus type I, residuele hypothyreoïdie als gevolg van een auto-immuunstoornis die alleen hormoonsubstitutie vereist, psoriasis waarvoor geen systemische behandeling nodig is, of aandoeningen die naar verwachting niet terugkomen bij afwezigheid van een externe trigger, mogen ingeschreven worden.
e) Proefpersonen met een aandoening die binnen 14 dagen na de toediening van het onderzoeksgeneesmiddel een systemische behandeling met ofwel corticosteroïden (> 10 mg prednison per dag of een equivalent hiervan) ofwel andere immunosuppressiva vereisen. Inhalatie- of topische steroïden en bijnier vervangende doseringen > 10 mg prednison per dag of equivalent, zijn toegestaan in de afwezigheid van actieve auto-immuunziekte.
3. a) Een positieve test voor hepatitis B-virus of hepatitis C-virus hetgeen wijst op een acute of chronische infectie.
b) Gekende voorgeschiedenis van positief testen voor humaan immunodeficiëntievirus (hiv) of bekend verworven immunodeficiëntiesyndroom (aids).
4. a) Voorgeschiedenis van allergie tegen bestanddelen van het onderzoeksgeneesmiddel.
b) Voorgeschiedenis van ernstige overgevoeligheidsreactie op monoklonale antilichamen.
5. a) Een autologe stamceltransplantatie (ASCT) * 12 weken voorafgaand aan de eerste dosis van het onderzoeksgeneesmiddel.
b) Eerdere chemotherapie binnen 2 weken, nitrosourea binnen 6 weken, therapeutische antilichamen tegen kanker binnen 4 weken, radio- of toxine-immunoconjugaten binnen 10 weken, stralingstherapie binnen 3 weken of een grote operatie binnen 2 weken voorafgaand aan de eerste dosis met het onderzoeksgeneesmiddel.
c) Voorafgaande behandeling met anti-PD-1, anti-PD-L1, anti-PD-L2, anti-CTLA-4-antilichamen of gelijk welke andere antilichamen of geneesmiddelen die specifiek gericht zijn op T-cel-co-stimulatie of *checkpoint-geleidingswegen* van het immuunsysteem
d) Voorafgaande allogene stamceltransplantatie.
e) Radiotherapie van de borst 24 weken voor de eerste dosis toediening van de studie medicatie
f) Als onderdeel van het pre-plasplantatie regime dient Carmustine (BCNU) 1000mg te zijn toegediend.
6. a) Gevangenen of proefpersonen die tegen hun zin in opgesloten zijn
b) Proefpersonen die gedwongen worden vastgehouden voor behandeling van een psychiatrische of een lichamelijke ziekte (bv. besmettelijke ziekte)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2013-003621-28-NL |
CCMO | NL47125.041.14 |