Te onderzoeken of verhoogde aldosteronwaarden in personen met obesitas microvasculaire dysfunctie veroorzaken via een reductie van NO-beschikbaarheid, en of deze microvasculaire dysfunctie een rol speelt in de pathogenese van zoutgevoeligheid van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Glucosemetabolismestoornissen (incl. diabetes mellitus)
- Vasculaire hypertensieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire eindpunten zijn capillaire rekrutering in de huid tijdens reactieve
hyperemie, zowel nuchter als gedurende hyperinsulinemie, insuline-gemedieerde
microvasculaire rekrutering in de skeletspier, aldosteron waarden en
zoutgevoeligheid. Deze worden vergeleken tussen obese en slanke proefpersonen,
onder omstandigheden van lage en hoge zoutinname.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire eindpunten zijn verschillen in andere metingen van microvasculaire
functie (baseline capillaire dichtheid, vasomotie, hitte-geïnduceerde
microvasculaire dilatatie, glycocalyx dikte) voor en tijdens hyperinsulinemie,
insuline gevoeligheid, bloeddruk, andere RAAS componenten, biomarkers van
endotheelactivatie en inflammatie, en renale excretie van albumine en producten
van NO metabolisme. Deze worden eveneens vergeleken tussen obese en slanke
proefpersonen onder omstandigheden van lage en hoge zoutinname.
Achtergrond van het onderzoek
De incidentie van obesitas en obesitas-gerelateerde aandoeningen neemt
momenteel epidemische proporties aan. Dit vormt een toenemende belasting voor
de gezondheidszorg. De term metabool syndroom wordt vaak gebruikt om te
verwijzen naar de associatie van obesitas met andere risicofactoren voor type 2
diabetes en hart- en vaatziekten. De laatste jaren is gebleken dat
zoutgevoeligheid van de bloeddruk een additionele risicofactor voor hart- en
vaatziekten is die gerelateerd is aan obesitas en het metabool syndroom. De
onderliggende verbanden tussen deze risicofactoren zijn complex en onvoldoende
opgehelderd. Meer inzicht is echter noodzakelijk om mensen met een verhoogd
risico voor hart- en vaatziekten tijdig te herkennen en te behandelen.
Microvasculaire dysfunctie lijkt een oorzaak te zijn van zowel
insulineresistentie als hypertensie in personen met obesitas. Ook is
microvasculaire dysfunctie geassocieerd met zoutgevoeligheid van bloeddruk. Een
gestoorde NO-gemedieerde vasodilatatie is een belangrijk kenmerk van
microvasculaire dysfunctie en zou kunnen bijdragen aan het ontstaan van
zoutgevoeligheid. Daarnaast lijkt een verminderde insuline-gemedieerde
microvasculaire NO-productie betrokken bij de afname in insuline-geïnduceerde
glucose opname in de skeletspier, die karakteristiek is voor insuline
resistentie. Verhoogde aldosteronwaarden kunnen een oorzaak zijn van
microvasculaire dysfunctie in mensen met overgewicht, en daarmee van
zoutgevoeligheid en insulineresistentie. Aldosteron veroorzaakt namelijk niet
alleen zoutretentie, maar ook endotheeldysfunctie en daarmee een verminderde
NO-beschikbaarheid. Te hoge aldosteronconcentraties zijn tevens geassocieerd
met zowel hypertensie als insuline-resistentie. Dit is aangetoond in patiënten
met primair aldosteronisme, die gekarakteriseerd worden door een overproductie
van aldosteron, maar ook in de algemene populatie. Of en hoe microvasculaire
dysfunctie daadwerkelijk leidt tot zoutgevoeligheid van bloeddruk is nooit
onderzocht in humane studies, en meer specifiek, in personen met overgewicht.
De rol van aldosteron in de pathogenese van microvasculaire dysfunctie is ook
niet bekend.
Doel van het onderzoek
Te onderzoeken of verhoogde aldosteronwaarden in personen met obesitas
microvasculaire dysfunctie veroorzaken via een reductie van NO-beschikbaarheid,
en of deze microvasculaire dysfunctie een rol speelt in de pathogenese van
zoutgevoeligheid van bloeddruk.
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerde, dubbel-blinde, placebo-gecontroleerde cross-over
studie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Na inclusie starten proefpersonen met ofwel een laag zout dieet van 50 mmol NaCl per 24 uur of een hoog zout dieet van 250 mmol NaCl per 24 uur gedurende 1 week. Hierna vinden metingen van microvasculaire functie plaats, gevolgd door een wash-out periode van 2 weken van ad-libitum zoutinname. Vervolgens gebruiken proefpersonen die gestart zijn met een laag zout dieet een hoog zout dieet en vice versa, eveneens gedurende een week, waarna de metingen van microvasculaire functie worden herhaald. De volgorde van de variatie in zoutinname wordt bepaald door middel van blok randomisatie.
Inschatting van belasting en risico
Proefpersonen zullen het onderzoekscentrum in totaal 3 keer bezoeken; 1 keer
voor screening en 2 keer voor metingen van microvasculaire functie voor en
tijdens hyperinsulinemie. Tijdens de screening wordt er 9 mL bloed afgenomen
voor bepaling van elektrolyten, nierfunctie, lipidenspectrum en glucose. Na
inclusie worden proefpersonen gerandomiseerd tot het volgen van een laag (50
mmol NaCl/24u) of hoog (250 mmol NaCl/24u) zout dieet gedurende 7 dagen. Ten
gevolge hiervan kan er een lichte bloeddrukdaling of -stijging optreden;
proefpersonen zullen dit zeer waarschijnlijk niet bemerken en het vormt ook
geen risico voor hun gezondheid. Mogelijke bijwerkingen van het hoog zout dieet
zijn gastro-intestinale klachten; de kans op het optreden hiervan is echter
klein vanwege het gebruik van slow-release capsules. Voorafgaand aan de
initiële metingen zal eventuele antihypertensieve therapie tijdelijk worden
gestaakt, het is niet te verwachten dat dit tot gezondheidsproblemen leidt.
Na het volgen van een laag of hoog zout dieet gedurende een week wordt er
24-uurs urine gespaard om de compliantie aan het dieet vast te stellen; tevens
worden er 24-uurs bloeddrukmetingen verricht.
Hierna vindt de eerste studiedag plaats, waarop metingen van microvasculaire
functie (contrastecho van de skeletspier, capillair microscopie, vasomotie
analyse, meting van hitte-geïnduceerde microvasculaire dilatatie, bepaling van
de glycocalyx dikte) worden verricht in nuchtere staat, voor en tijdens een
hyperinsulinemische clamp voor bepaling van insuline gevoeligheid. Deelnemers
worden verzocht nuchter te zijn op deze studiedagen vanaf 20 uur de avond van
tevoren, 1 dag voor de metingen geen alcohol te gebruiken, en geen zware
inspanning te verrichten gedurende 2 dagen voorafgaand aan de studiedagen.
De meeste microvasculaire metingen zijn non-invasief; uit eerdere onderzoeken
is gebleken dat het contrastmiddel dat wordt toegediend tijdens de contrastecho
van de skeletspier veilig kan worden toegepast. De meest voorkomende
complicatie van de hyperinsulinemische clamp is hypoglykemie.
Er wordt in totaal ongeveer 140 mL bloed afgenomen voor bepaling van
elektrolyten, nierfunctie, lipidenspectrum, insuline, markers van
endotheelactivatie en inflammatie, componenten van het RAAS en glucosewaarden
tijdens de clamp; van deze hoeveelheid zullen proefpersonen geen hinder
ondervinden. De eerste studiedag wordt gevolgd door een 2-weken durende
wash-out periode van ad-libitum zoutinname. Daarna zullen de proefpersonen die
gestart zijn met het laag zout dieet, nu een week lang een hoog zout dieet
gebruiken, en vice versa. Hierna worden de 24-uurs urine verzameling, 24-uurs
bloeddrukmetingen en alle procedures van de eerste studiedag herhaald.
Proefpersonen ondervinden geen specifiek gezondheidsvoordeel van de studie. De
periodes van lage en hoge zoutinname vergen een strikte compliantie, maar omdat
het dieet voor elke deelnemer wordt aangepast aan het individuele
voedingspatroon, en gezien de kortdurende interventie en de tussenliggende
wash-out periode wordt de belasting ietwat gereduceerd. De geïnvesteerde tijd
is echter aanzienlijk en er wordt een groot aantal metingen uitgevoerd
(bepaling van microvasculaire functie, laboratoriumonderzoeken, 24-uurs
bloeddrukmetingen). Dit is te rechtvaardigen doordat deze studie hopelijk een
bijdrage levert aan de kennis over het ontstaan van zoutgevoeligheid in
personen met obesitas, waardoor er gerichte therapeutische strategieën
ontwikkeld kunnen worden. Hiermee kan het risico op hart- en vaatziekten in
deze personen mogelijk gereduceerd worden, die nog steeds een belangrijke
doodsoorzaak zijn en ook een belasting vormen voor de gezondheidszorg.
De deelnemers krijgen tevens inzicht in hun individuele risicoprofiel voor type
2 diabetes en hart- en vaatziekten. Ze ontvangen een vergoeding van ¤ 250,- na
afronding van het onderzoek.
Publiek
Universiteitssingel 50
Maastricht 6229 ER
NL
Wetenschappelijk
Universiteitssingel 50
Maastricht 6229 ER
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Obese proefpersonen:
- Leeftijd 18-65 jaar
- Kaukasisch (in verband met etnische verschillen in microvasculaire functie en prevalentie van hart- en vaatziekten en geassocieerde risicofactoren)
- Middelomtrek > 102 cm (mannen)/>88 cm (vrouwen);Slanke proefpersonen:
- Leeftijd 18-65 jaar
- Kaukasisch (in verband met etnische verschillen in microvasculaire functie en prevalentie van hart- en vaatziekten en geassocieerde risicofactoren)
- Middelomtrek < 94 cm (mannen)/ < 80 cm (vrouwen)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Hart- en vaatziekten (beroerte, coronair lijden, perifeer arterieel vaatlijden, hartfalen, cardiale shunts, hartchirurgie, pulmonale hypertensie, aritmieën, familie-anamnese van aritmieën of plotse hartdood)
- Diabetes mellitus/gestoord glucose metabolisme (nuchtere glucose waarden > 6.1 mmol/L), aangezien niet alleen diabetes mellitus maar ook intermediaire hyperglycemie is geassocieerd met microvasculaire complicaties; dit bemoeilijkt het onderscheid tussen oorzaak en gevolg van microvasculaire dysfunctie
- Stadium III hypertensie (bloeddruk > 180/110 mm Hg) om deze personen niet aan onnodige risico's bloot te stellen
- Onvoldoende gecontroleerde of ernstige longaandoeningen
- Onvoldoende gecontroleerde of ernstige schildklieraandoeningen
- Inflammatoire aandoeningen
- Roken (verstoort microvasculaire functie)
- Alcohol consumptie > 2 eenheden/dag (vrouwen)/ > 3 eenheden/dag (mannen)
- Gebruik van anti-diabetica (zijn van invloed op microvasculaire functie)
- Gebruik van corticosteroiden (kunnen hypertensie veroorzaken en interfereren met elektrolyt homeostase en glucose metabolisme), en regelmatig gebruik van NSAID's (kunnen microvasculaire functie en elektrolytexcretie verstoren)
- eGFR < 60 mL/min
- Gestoorde leverfunctie
- Zwangerschap of lactatie
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT02068781 |
CCMO | NL47438.068.14 |