Het doel van deze studie is de evaluatie van de werkzaamheid en veiligheid van regorafenib bij patiënten met HCC die progressie hebben vertoond na een behandeling met sorafenib.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Lever- en galwegaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire werkzaamheidseindpunt van deze studie is:
De primaire variabele in deze studie is de algemene overleving (OS).
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire werkzaamheidseindpunten van deze studie zijn:
• Tijd tot progressie (TTP)
• Progressievrije overleving (PFS)
• Percentage objectieve tumorrespons (ORR)
• Percentage ziektecontrole (DCR = CR + PR + SD)
De tertiaire werkzaamheidseindpunten van deze studie zijn:
• Responsduur
• Duur stabiele ziekte
• Gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en nuttigheidswaarden
• Farmacokinetiek (PK) van regorafenib
• Biomarkerevaluatie
Achtergrond van het onderzoek
Een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde, multicenter fase
III-studie naar regorafenib bij patiënten met hepatocellulair carcinoom (HCC)
na sorafenib. Het doel van deze studie is de evaluatie van de werkzaamheid en
veiligheid van regorafenib bij patiënten met HCC die progressie hebben vertoond
na een behandeling met sorafenib.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is de evaluatie van de werkzaamheid en veiligheid van
regorafenib bij patiënten met HCC die progressie hebben vertoond na een
behandeling met sorafenib.
Onderzoeksopzet
Patiënten die progressie hebben vertoond tijdens de behandeling met sorafenib
(gedocumenteerde radiologische progressie volgens het radiologisch handvest) en
alle screeningsonderzoeken met succes hebben afgerond, worden met regorafenib
of placebo behandeld volgens een 2:1 randomisatieschema.
Patiënten die zijn gerandomiseerd naar regorafenib krijgen eenmaal daags (qd)
160 mg per os (po) gedurende 3 weken uit iedere cyclus van 4 weken (28 dagen)
(d.w.z. 3 weken achter elkaar /1 week niet). Iedere dosis van 160 mg bestaat
uit vier tabletten van 40 mg.
Patiënten die zijn gerandomiseerd naar de placebogroep worden met 4
corresponderende placebotabletten behandeld gedurende 3 weken uit iedere cyclus
van 4 weken (d.w.z. 3 weken achter elkaar /1 week niet).
Naast de behandeling met regorafenib of placebo krijgen de patiënten best
ondersteunende zorg.
De dosis van het studiegeneesmiddel kan in het geval van klinisch significante
hematologische of andere toxiciteiten worden uitgesteld of verlaagd als deze
mogelijk, waarschijnlijk of definitief gerelateerd zijn aan de
protocolbehandeling. Toxiciteiten worden gegradeerd conform NCI-CTCAE versie
4.0.
De tumor moet iedere 6 weken ± 7 dagen na baseline radiologisch (CT / MRI)
worden geëvalueerd met gebruikmaking van RECIST versie 1.1 en de gemodificeerde
RECIST-criteria voor HCC. Alle volgende scans moeten met precies dezelfde
techniek worden gemaakt (d.w.z. coupedikte, gezichtsveld) als de scans bij
baseline. De scan die tijdens de vorige behandeling met sorafenib radiologische
progressie vertoonde, kan worden gebruikt als baselinescan tenzij deze ten
tijde van de randomisatie ouder is dan 4 weken of andere technieken nodig zijn
voor de vervolgscans.
De veiligheid van het geneesmiddel wordt tijdens de studie voortdurend bewaakt
en geëvalueerd, inclusief een veiligheidsopvolgperiode van 30 (+ 4 dagen) dagen
na discontinuering van de behandeling. Tijdens cyclus 1 en 2 wordt de
veiligheid op dag 1 en 15 (+/- 3 dagen) geëvalueerd. Bovendien worden AST, ALT
en bilirubine (direct en indirect) wekelijks gecontroleerd tijdens de eerste
twee behandelingscycli. Na 6 studiebehandelingscycli wordt naar het oordeel van
de onderzoeker de evaluatie op dag 15 wordt uitgevoerd.
Na discontinuering van de studiebehandeling (regorafenib of placebo) begint
voor alle patiënten de overlevingsopvolgperiode. Alle patiënten worden ongeacht
de reden voor discontinuering opgevolgd voor overleving tot gedocumenteerd
overlijden, met uitzondering van de patiënten die hun toestemming voor
opvolging uitdrukkelijk hebben ingetrokken. De overlevingsstatus wordt
maandelijks geëvalueerd. Tijdens de evaluatie van de overlevingsstatus is er
geen veiligheidsopvolging.
Onderzoeksproduct en/of interventie
NVT
Inschatting van belasting en risico
zie protocol en ICF
Publiek
Kaiser-Wilhelm-Allee 50
Leverkusen 51368
DE
Wetenschappelijk
Kaiser-Wilhelm-Allee 50
Leverkusen 51368
DE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Ten tijde van de screening moet aan alle inclusiecriteria worden voldaan:
• Ondertekende geïnformeerde toestemming (IC) verkregen voordat specifieke studieprocedures worden uitgevoerd. Patiënten moeten het schriftelijke geïnformeerde toestemmingsformulier kunnen begrijpen en bereid zijn het te ondertekenen.
• Mannen of vrouwen >= 18 jaar.
• Histologische of cytologische bevestiging van HCC of niet-invasieve diagnose van HCC volgens de criteria van de American Association for the Study of Liver Diseases (AASLD) (zie paragraaf 14.7) bij patiënten met een bevestigde diagnose van cirrose.
• Barcelona Clinic Liver Cancer (BCLC-) stadium B of C die geen baat hebben van behandelingen met vastgestelde werkzaamheid en hogere prioriteit zoals resectie, levertransplantatie, lokale ablatie, chemo-embolisatie of systemische sorafenib.
• Mislukte eerdere behandeling met sorafenib (gedefinieerd als gedocumenteerde radiologische progressie volgens het radiologisch handvest). Randomisatie dient binnen 8 weken na de laatste behandeling met sorafenib plaats te vinden.
• Verdraagbaarheid van eerdere behandeling met sorafenib gedefinieerd als een dagelijkse dosis gedurende niet minder dan 20 dagen van ten minste 400 mg QD binnen 28 dagen vóór terugtrekking.
• Leverfunctiestatus Child-Pugh klasse A. De Child Pugh-status moet worden berekend op basis van klinische bevindingen en resultaten van laboratoriumonderzoek tijdens de screeningperiode.
• Lokale of locoregionale therapie van intrahepatische tumorlaesies (bijv. chirurgie, radiotherapie, emboliatie in de leverslagader, chemo-embolisatie, radiofrequente ablatie, percutane ethanolinjectie of cryoablatie) moet >= 4 weken vóór de eerste dosis studiemedicatie worden afgerond. NB. Patiënten die enige intrahepatische intra ateriaal chemotherapie ontvangen, zonder lipiodol of emboliserende stoffen komen niet in aanmerking.
• Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG-) performancestatus van 0 of 1.
• Voldoende beenmerg-, lever- en nierfunctie zoals geëvalueerd door de volgende laboratoriumonderzoeken die binnen 7 dagen vóór randomisatie worden uitgevoerd:
o Hemoglobine > 8,5 g/dl
o Absoluut aantal neutrofielen (ANC) >= 1500/mm3
o Aantal trombocyten >= 60.000/mm3
o Totaal bilirubine <= 2 mg/dl. Licht verhoogd totaal bilirubine (<6 mg/dl) is toegestaan als bewijs bestaat van het syndroom van Gilbert.
o Alanine-aminotransferase (ALT) en aspartaataminotransferase (AST) <= 5 x bovenlimiet van normaal (ULN)
o Protrombinetijd-internationale genormaliseerde ratio (PT-INR) < 2,3 x (ULN) en PTT <1.5 X (ULN). Patiënten die worden behandeld met anticoagulantia, zoals warfarine of heparine, mogen deelnemen mits er geen voorgaand bewijs is van een onderliggende afwijking in deze parameter. De INR wordt ten minste eenmaal per week nauwgezet gecontroleerd tot de INR/PTT stabiel is ten opzichte van een vóór de dosis gemeten waarde, zoals gedefinieerd door de plaatselijke zorgstandaard.
o Serumcreatinine <= 1,5 x (ULN)
o Amylase en lipase <= 2 x (ULN).
• Glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) >= 30 ml/min/1,73 m2 volgens de verkorte MDRD-formule (modification of diet in renal disease) studie vergelijking. Zie paragraaf 14.11.
• Ten minste één naïeve (niet eerder behandeld met locoregionale therapie zoals chirurgie, bestraling, behandeling van de leverslagader, chemo-embolisatie, radiofrequente ablatie, percutane ethanolinjectie of cryoablatie) unidimensionale meetbare laesie met behulp van een computertomografische (CT) scan of magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) volgens RECIST (RECIST v 1.1) en de gemodificeerde RECIST voor HCC.
• Levensverwachting van ten minste 3 maanden.
• Vrouwen in de vruchtbare leeftijd en mannen moeten instemmen met het gebruik van adequate anticonceptie vanaf het moment waarop het geïnformeerde toestemmingsformulier (ICF) wordt ondertekend tot ten minste 3 maanden voor mannen en 12 maanden voor vrouwen na de laatste toediening van het onderzoeksgeneesmiddel. De onderzoeker of een aangewezen medewerker wordt verzocht de patiënt in te lichten over hoe adequata anticonceptie wordt bereikt. Adequate anticonceptie is gedefinieerd in het onderzoek als een medisch aanbevolen methode (of combinatie van methoden) volgens de zorgstandaard.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patiënten die ten tijde van de screening aan de volgende criteria voldoen, worden van deelname uitgesloten.
• Eerdere levertransplantatie of kandidaat voor een levertransplantatie
• Eerdere behandeling met regorafenib. Patiënten die permanent zijn teruggetrokken uit de studie, mogen hun deelname niet hervatten.
• Eerdere en/of concomitante deelname aan een andere klinische studie dan met sorafenib tijdens of binnen 4 weken vóór randomisatie.
• Behandeling met sorafenib binnen 2 weken vóór randomisatie.
• Patiënten met grote oesofageale varices met risico van bloeding, die niet worden behandeld met conventionele medische middelen: bètablokkers of endoscopische behandeling. De oesofageale varices moeten binnen 6 maanden vóór aanvang van de studie endoscopisch worden geëvalueerd en binnen 12 maanden voor patiënten bij wie de oesofageale varices al met conventionele middelen worden behandeld.
• Eerdere systemische behandeling voor HCC, met uitzondering van sorafenib.
• Permanente stopzetting van eerdere behandeling met sorafenib vanwege aan sorafenib gerelateerde toxiciteit.
• Permanente stopzetting van eerdere behandeling met sorafenib vanwege welke oorzaak dan ook meer dan 8 weken vóór randomisatie.
• Vroegere of gelijktijdige geschiedenis van andere neoplasmen dan HCC, met uitzondering van in situ cervixcarcinoom en/of basocellulair epithelioom. Kanker die curatief is behandeld > 3 jaar vóór inschrijving bij de studie, is toegestaan.
• Bekende geschiedenis van symptomatische metastatische hersen- of meningeale tumor (CT- of MRI-scan van het hoofd bij de screening ter bevestiging van de afwezigheid van een aandoening van het centrale zenuwstelsel [CNS] als de patiënt symptomen heeft die wijzen op, of consistent zijn met, een CNS-aandoening).
• Grote chirurgische ingreep of significant traumatisch letsel binnen 28 dagen vóór randomisatie.
• Congestief hartfalen >= klasse 2 volgens de New York Heart Association (NYHA)
• Instabiele angina (anginasymptomen in rusttoestand, onlangs begonnen angina d.w.z. in de afgelopen 3 maanden) of myocardinfarct (MI) in de afgelopen 6 maanden vóór randomisatie.
• Hartritmestoornissen die met antiarrhythmica moeten behandeld worden (bètablockers of digoxine zijn toegestaan).
• Ongecontroleerde hypertensie (systole bloeddruk [BP] > 150 mmHg of diastole druk > 90 mmHg ondanks optimale medische behandeling).
• Patiënten met feochromocytoom.
• Ongecontroleerde ascites (gedefinieerd als niet gemakkelijk gecontroleerd met diuretica of paracentese).
• Pleurale effusie of ascites die respiratoire distress veroorzaakt (dyspneu van graad >= 2 volgens National Cancer Institute [NCI] - Common Technology Criteria for Adverse Events [CTCAE] versie 4.0).
• Persisterende proteïnurie van graad 3 of hoger volgens NCI-CTCAE versie 4.0. Urineteststripresultaat van 3+ is toegestaan als de eiwituitscheiding (geschat middels de eiwit/creatinineratio in willekeurig urinemonster) is <3,5 g/24 uur
• Huidige infectie > graad 2 volgens NCI-CTCAE versie 4.0. Hepatitis B en C zijn toegestaan als geen actieve replicatie gaande is.
• Klinisch significante bloeding van graad 3 of hoger volgens NCI-CTCAE versie 4.0 binnen 30 dagen vóór randomisatie.
• Arterieel of veneus trombotisch of embolisch voorval zoals een cerebrovasculair accident (inclusief transiënte ischemische attacks), diepveneuze trombose of longembolie binnen 6 maanden vóór aanvang van de studiemedicatie.
• Onopgeloste toxiciteit hoger dan graad 1 volgens NCI-CTCAE versie 4.0 (met uitzondering van alopecia en anemie) die wordt toegeschreven aan een eerdere therapie/procedure.
• Een ziekte of medische aandoening die instabiel is of de veiligheid van de patiënt en zijn of haar therapietrouw tijdens de studie in gevaar kan brengen.
• Bekende geschiedenis van infectie met het humaan immunodeficiëntievirus (HIV).
• Epileptische aandoening die met medicatie moet worden behandeld.
• Geschiedenis van orgaantransplantaat.
• Niet-genezende wond, zweer of botbreuk.
• Nierfalen waarvoor hemo- of peritoneale dialyse nodig is.
• Drugs- of alcoholmisbruik, medische, psychologische of sociale aandoeningen die de deelname van de patiënt aan de studie of de evaluatie van de studieresultaten kunnen hinderen.
• Bekende overgevoeligheid voor een van de studiegeneesmiddelen, studiegeneesmiddelklassen of hulpstoffen in de formulering.
• Patiënten die geen orale medicatie kunnen doorslikken.
• Interstitiële longziekte met aan de gang zijnde tekenen en symptomen bij de screening.
• Malabsorptiestoornis
• Borstvoeding gevend
• Zwangerschap
• Nauwe betrokkenheid bij onderzoekscentrum, d.w.z. een naast familielid van de onderzoeker, persoon ten laste (bijv. medewerker of student bij het onderzoekscentrum die toegang hebben tot studierecords en eCRF-gegevens).
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2012-003649-14-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01774344 |
CCMO | NL43940.018.13 |