Het onderzoeken van de veiligheid en verdraagzaamheid van de intracerebroventriculaire infuus toediening van sNN0029 oplossing met een dosis van 4 µg per dag door middel van een Medtronic SynchroMed® II Infuus systeem.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Neurologische aandoeningen NEG
- Zenuwstelsel, schedel en wervelkolom therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
• Adverse events (AE's), serious AE's (SAE's), adverse device effects(ADE's),
serious ADE's (SADE's) en uitval als gevolg van AE's/ADE's
• Vitale functies, lichaamlijk en neurologisch onderzoek en ECG
• Klinische lab tests en anti-VEGF antibodies
• Mogelijke pathologische veranderingen in de hersenen bevestigd door middel
van MRI en MRA scans
• Mogelijke pathologische veranderingen in de retina bevestigd door middel van
fundusfotografie
• De nauwkeurigheid van het plaatsen van de catheter top en iedere verplaatsing
door middel van MRI of CT-scan beelden
Secundaire uitkomstmaten
• Het bestuderen van het concentratie-tijd profiel van VEGF165 in het
cerebrospinaal vocht, toegediend met een dosis van 4 µg sNN0029 infuus
oplossing per dag
• Het bestuderen van de werking en verdraagzaamheid van de Medtronic
SynchroMed® II Infuus Systeem
Achtergrond van het onderzoek
Amyotrophic Lateral Sclerosis (ALS), tevens bekend als ziekte van Lou Gehrig*s,
ziekte van Charcot, is een motor neuron aandoening. Hoewel, er geen precieze
aantallen bekend zijn, is de algemene incidentie van ALS ongeveer 2 per 100,000
met opvallende openbaring tussen de 40 en 70 jarige leeftijd. De aandoening
karaktiriseert door middel van progressieve spierzwakte, stijfheid en
fasciculaties (spier trekkingen) meest voorkomend zijn de beenspieren.
Op gebied van histologisch onderzoek is het meest opvallend het verlies van de
bovenste motor neuronen in de cerebrale cortex en lagere motor neuronen in de
hersenstam en ruggemerg. In sommige gevallen zijn de spieren die betrokken zijn
bij spraak en slikken, degene die als eerste aangedaan zijn en deze variant van
deze aandoening wordt progressieve bulbaire parese genoemd.
Bij ongeveer 75% van alle ALS gevallen, ontstaan de meer gewone symptomen
meestal als eerste vanuit de benen. Gedurende de tijd, patienten die lijden aan
beide ernstige vormen van ALS verliezen op gegeven moment het vermogen om
spontaan te ademen en te slikken. De patienten raken geimmobiliseerd en
uiteindelijk volledig afhankelijk van kunstmatige ademhaling en voeding.
Overlijden wordt vaak veroorzaakt door niet te behandelen infecties, vanwege
gebrek aan ademhaling en cachexia. De progressie van de ziekte gaat snel en 95%
van de patienten overlijdt 3 tot 5 jaar na het stellen van de diagnosis. De
gemiddelde overlevingstijd na het stellen van de diagnosis is 30 maanden (Régal
et al. 2006).
Voor het merendeel van de ALS gevallen (90%), is er geen oorzaak bekend voor de
ziekte, maar voor andere neurodegeneratieve ziekten zijn familiaire gevallen
aangetoond. De meest voorkomende vorm van familiaire ALS (2-5%) wordt
veroorzaakt door een mutatie in het superoxide dismutase (SOD) gen. Hoewel het
mechanisme nog niet volledig wordt begrepen, wordt aangenomen dat deze mutatie
het SOD enzym dysfunctioneel maakt.
Er is momenteel geen effectieve behandeling beschikbaar voor ALS. Het enige
geregistereerde medicijn met ALS als therapeutische indicatie is
Rilutek/Riluzole, dat de overlevingsperiode vergroot met een gemiddelde van
ongeveer 3 maanden. De effecten blijken duidelijker naar voren te komen bij
patienten, die lijden aan de bulbaire vorm van sporadische ALS (Bensimon et al.
1994). De medische behoefte voor nieuwe medicijnen op dit gebied is enorm.
Doel van het onderzoek
Het onderzoeken van de veiligheid en verdraagzaamheid van de
intracerebroventriculaire infuus toediening van sNN0029 oplossing met een dosis
van 4 µg per dag door middel van een Medtronic SynchroMed® II Infuus systeem.
Onderzoeksopzet
Fase 1, gerandomiseerd, dubbel-blind, placebo gecontroleerde studie met
patienten, die lijden aan amyotrofe laterale sclerose om het verder te
onderzoeken van de veiligheid en verdraagzaamheid van intracerebroventriculaire
infuus toediening van sNN0029 oplossing.
Onderzoeksproduct en/of interventie
intracerebroventriculaire infuus toediening van sNN0029 oplossing met een dosis van 4 µg per dag door middel van een Medtronic SynchroMed® II Infuus systeem. of intracerebroventriculaire infuus toediening vaneen placebo oplossing door middel van een Medtronic SynchroMed® II Infuus systeem.
Inschatting van belasting en risico
De proefpersoon wordt tweemaal gedurende het onderzoek opgenomen in het
ziekenhuis. Eenmaal voor de implantie (met de standaard risico's die een
operatie met zich meebrengt) van de Medtronic SynchroMed® II Infuus Systeem en
eenmaal voor observatie na de operatie. Verder worden de volgende onderdelen
gevraagd aan de proefpersoon met de daarbij behorende eventuele
bijwerkingen/risico's:
- MRA: sommige proefpersonen zouden zich duizelig, misselijk kunnen voelen of
hoofdpijn kunnen krijgen na toediening van de contrastvloeistof.
In uitzonderlijke gevallen is het mogelijk, dat men een allergische reactie
kan krijgen van de contrast vloeistof.
- Bloedafname kan gevoelige (blauwe) plekken en/of zwelling veroorzaken in het
gebied waar geprikt is.
- Electroden voor ECG kunnen gevoelige rode plekken veroorzaken.
- De mogelijkheid bestaat dat de top van de catheter zich verplaatst ten
opzichte van de oorspronkelijke positie. Vanwege de lage dosering wordt
dit als een 'minor' risico gezien. Tevens wordt er regelmatig gecontroleerd
of de catheter op de juiste plek is door middel van een MRI.
- Potentieel risico op infectie door het bijvullen van de pomp. Om dit risico
zoveel mogelijk te verlagen, wordt dit onder steriele omstandigheden
gedaan.
- Eventueel tot op heden nog onbekende bijwerkingen van het onderzoeksmiddel.
- De mogelijkheid zou kunnen bestaan dat het risico vergroot wordt op de groei
van tumoren.
- Lumbaal punctie: de bijwerkingen van de verdoving zou ervoor kunnen zorgen,
dat de proefpersoon eventueel last krijgt van hoofdpijn, stijve nek
of oorsuizen.
- Tevens dienen er twee questionnaires ingevuld te worden.
- standaard risico's behorende bij een neurochirurgisch ingreep (see sectie J).
De sponsor heeft positieve resultaten geboekt in eerder onderzoek met VEGF-165.
Alleen gaat VEGF-165 slecht door de bloed-hersen-barriere. Daarom wordt er voor
dit onderzoek VEGF-165 intracerebrovengtriculair toegediend voor maximaal
effect. De operatie voor het implanteren van het de pomp en cathether zou een
grote belasting kunnen zijn voor de proefpersoon, maar in het licht bezien van
het huidige aanbod medicijnen en eventueel gewenst effect, zal hierdoor de
acceptatie drempel voor hem/haar zeer laag worden.
Publiek
Fiskartorpsvagen 15 A-D
Stockholm SE-114 33
SE
Wetenschappelijk
Fiskartorpsvagen 15 A-D
Stockholm SE-114 33
SE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) Het vermogen om het begrijpen en het verzorgen van een ondertekend toestemmingsformulier
voor deelname in het onderzoek, voordat enige onderzoekshandelingen worden verricht.
2) Klinische diagnose van ALS geklassificeerd als definitief of waarschijnlijk met of zonder
additionele lab bewijs volgens de herziene WFN El Escorial criteria.
3) Man of vrouw in de leeftijd van 18 tot en met 75 jaar.
4) Indien patienten behandeld worden met riluzole, dan dienen zij op een stabiele dosis te zitten
voor minimaal 30 dagen voor screening.
5) Dat de patient, volgens de opinie van de investigator, medisch fit genoeg is om de verplichte
operatie te ondergaan voor stereotactische implantatie van de catheter en infusie pomp
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1) Verzwakte ademhaling functie, dat een risico kan veroorzaken voor de subject tijdens de narcose
voor de implantatie voor het hulpmiddel.
2) Hypertensie gedefinieerd als bloeddruk >160 mmHg systolisch of >90 mmHg diastolisch.
3) Waarden voor coagulatie parameters inclusief bloedplaatjes, genormaliseerde protrombine
complex (PK-INR), geactiveerde partieele tromboplastine tijd (APTT) binnen normaal waarden.
4) Oogheelkundig onderzoek inclusief fundusfotografie, gezichtsscherpte door vroege behandeling in diabetische retinopathie Study (ETDRS) en perimetry, met klinisch significante bevindingen die veiligheids risico's voor deze studie impliceren.
5) Diagnose van diabetes mellitus.
6) Voorgeschiedenis van structurele hersenaandoening anders dan ALS, inclusief tumoren en
hyperplasie.
7) MRI van de hersenen and cervicale wervelkolom en een MRA van de hersenen met aanwezigheid van tumoren of potentiele bronnen van pathologische bloedingen of abnormaliteiten die mogelijk invloed zouden kunnen hebben op de veiligheid en werkzaamheid onderzoeken of die in de opinie van de onderzoeker, een operatie risico vertegenwoordigen voor de patient. Indien een MRI en/of MRA binnen 1 maand van de screening is gemaakt, dan kunnen deze resultaten gebruikt worden.
8) Iedere afwijking dat een operatieve procedure uitsluit (bijv. tekenen van scepsis of incorrect
behandelde infectie), veranderde wondgenezing (bijv. inclusief bloedingsafwijkingen) of het niet
geschikt zijn voor het geven van chronische intracerebroventriculaire toediening of implantatie
van medisch hulpmiddel.
9) Aanwezigheid van verhoogd risicio van ongecontrolleerde bloedingen en/of risico van bloeding,
dat niet optimaal begeleid kan worden. Specialisten zouden specifiek moeten onderzoeken:
i. anatomische factoren in of bij de implantatie plek (bijv. vasculaire afwijkingen, gezwellen of
andere afwijkingen),
ii. onderliggende afwijkingen van antistollings cascade, plaatjes functie of bloedplaatjes (bijv.
hemofilie, ziekte van Von Willebrand, leverziekte of andere medische condities) en
iii. de toediening van iedere antiplaatjes of antistollings medicatie (bijv. aspirins, Plavix, non-
steroidal anti-inflammatory drug [NSAIDs]) in de pre- or perioperatieve periode.
10) Een persoonlijke voorgeschiedenis van tromboembolie ziekte. Een familie geschiedenis van
tromboembolie ziekte zal leiden tot een lab procedure om erfelijkheid te excluderen, voordat de
subject geschikt wordt verklaard.
11) Aanwezigheid van additionele risico factoren voor trombo-embolie, zoals obesitas (BMI >35) of
gebruik van oestrogenen inclusief gecombineerde anticonceptie pillen.
12) Aanwezigheid van een geimplanteerde shunt voor de drainage van cerebrospinaal vocht of een
geimplanteerde centraal zenuwstelsel catheter.
13) Klinische significante afwijkingen in hematologische of klinisch chemische parameters, zoals
uitgevoerd door de investigator.
14) Serologische bewijs van hepatitis B virus (HBV), hepatitis C virus (HCV) of human
immunodeficiency virus (HIV)
15) Voortdurende medische conditie, die volgens de investigator zou kunnen interfereren met de
uitvoer en handelingen van het onderzoek. Voorbeelden zijn medische handicap (bijv.
ernstige degeneratieve arthritis, gecompromitteerde voedings toestand, perifere neuropathie)
die zou kunnen interfereren met het onderzoek op gebied van veiligheid en werkzaamheid van
het te onderzoeken produkt of hulpmiddel werking of zou het vermogen van de subject in het
gedrang kunnen brengen om onderzoeks handelingen te ondergaan (bijv. MRI) of het geven
van toestemming.
16) Participatie in een ander onderzoek met een te onderzoeken medicament of hulpmiddel binnen
3 maanden voor het screening bezoek.
17) Alleen voor vrouwen: zwanger, het geven van borstvoeding en/of voor vruchtbare vrouwen. die
niet bereid zijn om adequate anticonceptie te gebruiken gedurende het onderzoek, zoals:
- Gebruik van gevestigde gebruik van orale, geinjecteerde of geimplanteerde hormonale
methodes van anticonceptie, die geen oestrogenen bevatten.
- Plaatsen van een intra-uterine hulpmiddel.
- Barriere methodes van anticonceptie: Condoom of pessarium (diafragma of cervical/vault
caps) met zaaddodende pasta/gel/film/creme/zetpil.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2012-001026-10-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01384162 |
CCMO | NL45580.041.13 |