Doel van deze studie is om te onderzoeken of de sensibiliteit bij kinderen met een bovenste plexusletsel afwijkend is, zowel bij kinderen die conservatief zijn behandeld als bij kinderen die een zenuw-operatie hebben ondergaan.De primaire…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ruggenmerg- en zenuwwortelaandoeningen
- Zenuwstelsel, schedel en wervelkolom therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1 Sensibiliteit
De sensibiliteit wordt gemeten door gebruik te maken van de volgende
meetinstrumenten, in het Onderzoeksprotocol wordt de voorlopig vastgestelde
meetmethode in meer detail weergegeven.
1.1 Semmes-Weinstein Monofilamententest
Bij de Semmes-Weinstein Monofilamententest wordt gebruik gemaakt van
nylondraadjes van verschillende dikte, die een reproduceerbare druk geven,
wanneer het draadje op de huid wordt geplaatst. Hiermee wordt de kwaliteit van
de sensoren getest.
1.2 Twee-punts discriminatie
Bij de twee-punts discriminatie wordt onderzocht wat de minimale afstand is
tussen twee punten, die door het kind nog als twee afzonderlijke punten wordt
waargenomen (in plaats van als één punt). Hiermee wordt de innervatiedichtheid
van de sensoren getest.
1.3 Stereognosis: object herkenning
Het kind moet een aantal voorwerpen op de tast herkennen.
1.4 Localisatietest
Het dikste nylondraadje de Semmes-Weinstein Monofilamententest wordt op één van
de vingertoppen gedrukt. Het is de vraag of herkend kan worden welke vinger
wordt aangeraakt.
1.5 Naast deze objectieve meting van de sensibiliteit van de hand worden
vragenlijsten afgenomen over de subjectief ervaren sensibiliteit van de hand,
en over sensibiliteit van pijn in de arm/hand.
Secundaire uitkomstmaten
2 Handfunctie
De handfunctie zal worden gemeten op de volgende manieren
2.1 De knijpkracht wordt gemeten op een kwantitatieve manier met een Jamar
dynamometer.
2.2 De handvaardigheid wordt getest met een item uit de Movement Assessment
Battery for Children-2 (MABC-2), een internationaal erkende en gevalideerde
test.
2.3 Een vragenlijst wordt afgenomen over de functie van de aangedane hand in
het dagelijks functioneren.
3 Overige motorische functies (alleen onderzoeks-groep)
Deze metingen zijn onderdeel van de *usual care* en worden genoteerd door de
onderzoeker in het EZIS. Het gebruikelijke onderzoek bestaat uit het
documenteren van de motorische functie door ervaren onderzoekers van de
polikliniek van het zenuwcentrum LUMC. De actieve en passieve range of motion
van de schouder, elleboog en polsgewrichten worden met een goniometer gemeten
en in graden genoteerd. De schouderfunctie wordt gedocumenteerd in de Mallet
schaal. De kracht van de afzonderlijke spieren wordt uitgedrukt in de Medical
Research Council schaal.
Het documenteren van deze overige motorische functies is van belang om de ernst
van het zenuw-letsel te meten bij het individuele kind, en om te kunnen
correleren met sensibiliteit en handfunctie.
Achtergrond van het onderzoek
Het obstetrisch plexus brachialis letsel (OPBL) is een rekletsel van de plexus
brachialis dat ontstaat tijdens de partus. In de meest voorkomende type is het
letsel beperkt tot de bovenste twee van vijf bijdragende spinale zenuwen,
namelijk C5 en C6. Het is een klinische observatie (die in een aantal klinische
studies wordt bevestigd) dat er, ondanks een goed herstel van C5 en C6, toch
een zekere mate van *onhandigheid* van de hand wordt gezien. Dit is
opmerkelijk, omdat de motoriek van de hand aangestuurd wordt door de zenuwen
van het onderste deel van de plexus brachialis: C7, C8 en T1 die bij een letsel
van C5 en C6 gespaard zijn.
Een verklaring voor deze observatie is dat de handfunctie verminderd is door
een verminderd gevoel van de hand. De spinale zenuw C6 innerveert immers de
palmaire zijde van de duim en de wijsvinger. Bij een C5-C6 letsel is het
aannemelijk dat er sensibele stoornissen in dit gebied zijn. Deze verminderde
sensibiliteit is het onderwerp van het huidige onderzoeksvoorstel.
Vanuit therapeutisch perspectief is het van belang om goed inzicht te hebben in
de sensibele functies van kinderen met een bovenste plexusletsel. Beter inzicht
zou kunnen leiden tot verandering van behandelingsstrategieën om de
sensibiliteit te verbeteren. De huidige kennis voorziet hier echter niet in een
goede beschrijving van de sensibiliteit bij kinderen met een OPBL.
Een tekortkoming bij het meten van sensibiliteit bij kinderen is dat een
gevalideerd meetinstrument hiervoor ontbreekt.
Voor het ontwikkelen van een klinisch toepasbare meetmethode werd
literatuuronderzoek verricht naar bestaande meetmethoden en/of instrumenten
welke bij kinderen sensibiliteit meten, en uitdrukken in een score. In het
literatuuronderzoek werden ook meetmethoden en meet-instrumenten voor
volwassenen onderzocht. De reeds bestaande meetmethoden en/of instrumenten
hebben wij aangepast aan de te onderzoeken populatie, zodat zij voldoen aan
eisen van praktische uitvoerbaarheid (bijvoorbeeld grootte van kindervingers),
begrip en aandacht / concentratie. Deze aanpassingen werden in een pilot
screenend getest bij een aantal gezonde kinderen, en de meetmethode werd naar
aanleiding hiervan aangepast. Dit heeft geresulteerd in de specifieke
meet-methode, die tijdens het onderzoek zal worden gebruikt. Voor deze
specifieke meetmethode zal ook volgens een meetprotocol naar de intra- en
interbeoordelaars betrouwbaarheid gekeken worden.
Doel van het onderzoek
Doel van deze studie is om te onderzoeken of de sensibiliteit bij kinderen met
een bovenste plexusletsel afwijkend is, zowel bij kinderen die conservatief
zijn behandeld als bij kinderen die een zenuw-operatie hebben ondergaan.
De primaire vraagstelling is:
1. Hebben kinderen na een bovenste plexusletsel een normale sensibiliteit van
de hand ? Er zal worden vergeleken met gezonde kinderen zonder plexusletsel.
Secundaire vraagstellingen zijn:
2. Wat is de best praktisch toepasbare meetmethode om de sensibiliteit van de
hand bij kinderen te meten en te scoren? Welke onderdelen van de meet-methode
zijn het meest gevoelig om veranderde sensibiliteit te meten.
3. Bestaat er een verband tussen de gemeten sensibiliteit van de hand, met
klinische parameters zoals herstel van motorische functie, ernst van het
letsel, en handfunctie.
De hypothese is, dat de sensibiliteit van de hand bij kinderen met een bovenste
plexusletsel afwijkend is, en dat dit voor een deel de verminderde handfunctie
kan verklaren.
Onderzoeksopzet
Het betreft een dwarsdoorsnede-onderzoek van een patiënten serie die bekend is
op de polikliniek van het Zenuwcentrum van het LUMC.
Om de primaire onderzoeks-vraag te beantwoorden, zal onze meet-methode worden
gebruikt om de sensibele functie te meten bij 50 kinderen met een bovenste
plexusletsel die onder controle zijn op de polikliniek van het Zenuwcentrum.
Afhankelijk van de resultaten van de eerste 20 kinderen zal worden ook intra-
en interobser variabiliteit worden gemeten.
Als vergelijking zal de sensibiliteit worden gemeten bij 25 gezonde kinderen.
De secundaire onderzoeks-vragen kunnen vervolgens ook worden onderzocht met
deze resultaten.
Er zal worden ge-evalueerd welke specifieke onderdelen van de meetmethode
gedetecteerde verminderde sensibiliteit het best oppikken.
Inschatting van belasting en risico
De leeftijd van de onderzoekspopulatie is 7 t/m 12 jaar. Het onderzoek van de
sensibiliteit is niet invasief, niet pijnlijk. De testen vergen wel aandacht en
coöperatie van het kind gedurende circa 60 minuten. Het onderzoek zal worden
verricht door een ervaren kinderfysiotherapeut, en het onderzoek zal zo leuk /
speels mogelijk worden gemaakt voor het kind.
Publiek
Albinusdreef 2
Leiden 2333ZA
NL
Wetenschappelijk
Albinusdreef 2
Leiden 2333ZA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Kinderen met een obstetrisch plexus brachialis letsel (OPBL) waarbij C5 en C6 zijn aangedaan; zowel kinderen die een zenuwoperatie hebben ondergaan of die conservatieve behandeling hebben gehad.
- Het betreft kinderen die al onder behandeling zijn bij het zenuwcentrum van het LUMC wegens dit zenuwletsel
- Kinderen in leeftijd van 7 tot en met 12 jaar
- Kinderen die het reguliere basisonderwijs volgen
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Kinderen die de instructies niet goed kunnen opvolgen
- Niet gemotiveerd om mee te doen.
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL48977.058.14 |