De relatie tussen thermofysiologie en gedragsmatige controle van lichaamstemperatuur voor en na warmte-gewenning bij gezonde slanke mensen en mensen met overgewicht

Mensen worden dagelijks blootgesteld aan verschillende temperaturen: een
verwarming die aan staat, het is buiten koud of de airconditioning doet je
rillen. Vaak verschillen deze temperaturen van de zogenaamde *thermoneutrale*
situatie waarin de temperatuur aangenaam is. Om de temperatuur op peil te
houden kan het lichaam hierop reageren door bijvoorbeeld te zweten (in geval
van hitte) of te rillen (in geval van kou).
Daarnaast kun je het comfortabeler krijgen door je gedrag te veranderen. Dit
kan bijvoorbeeld door in een andere kamer te gaan zitten of een trui aan te
trekken. Dit gedrag wordt veroorzaakt door een combinatie van comfort (hoe
prettig je de desbetreffende temperatuur vindt) en de sensatie (hoe warm of
koud je het vindt). Welke omgevingstemperatuur is nu eigenlijk comfortabel en
wat doen we er aan? Mensen reageren heel verschillend op een en dezelfde
temperatuur * één iemand vindt het heel comfortabel en iemand anders heeft het
net een beetje koud. De verschillende reacties op de omgevingstemperatuur
willen wij gaan bestuderen bij gezonde slanke mensen en mensen met overgewicht.
Bovendien willen wij gaan bestuderen hoe jouw lichaam binnen zeven dagen aan
een bepaalde temperatuur gaat wennen, in dit geval aan een temperatuur van
ongeveer 33*C.

Het doel van dit onderzoek is het bestuderen van het thermisch gedrag en
thermofysiologie voor en na een warmte-gewennings-periode. Ook willen we
inzicht krijgen in de relatie tussen thermisch gedrag en thermisch comfort. Wij
willen dit onderzoek doen om het effect van warme zomerse omstandigheden op
gedrag, thermoregulatie en gezondheid van de mens in kaart te brengen.
Uiteindelijk is het de bedoeling om een thermisch gezonde omgeving in woningen
en kantoren te ontwikkelen, waarbij tevens op energie voor airconditioning kan
worden bespaard.

Alle metingen van dit onderzoek vinden plaats in de *Metabolic Research Unit
Maastricht* (MRUM) van de afdeling Humane Biologie, Universiteit Maastricht. Om
het doel van het onderzoek te kunnen bereiken gaan we meerdere metingen voor en
na een warmte-gewennings periode uitvoeren. In totaal zijn er 11 meetdagen
nodig om alle meetprotocollen, inclusief acclimatisatie, te kunnen uitvoeren.
Het onderzoek bestaat uit drie gedeeltes: (1) de voormetingen, (2) de
warmte-gewennings periode en (3) de nametingen. De voormetingen en de
nametingen bestaan eveneens uit drie delen: twee temperatuur-drift protocollen:
1) van neutraal naar warm en 2) neutraal naar koud alsmede 3) een
gedrags-proef.

Warmte-blootstelling. Gedurende 7 dagen worden de proefpersonen blootgesteld aan warmte (33>C). Dag 1 bestaat uit 4 uren warmte-blootstelling en alle anderen dagen (2 t/m 7) uit 6.5 uren warmte-blootstelling.

De risico van dit experiment zal laag zijn. De stralingsbelasting van de
DEXA-scan is erg laag, vergelijkbaar met een stralingsfoto bij de tandarts of
een zomerse dag in de zon (tussen 1-7 microSievert (0,001- 0,007 mSv). Het
blootstellen aan verschillende temperaturen kan oncomfortabel zijn maar we
verwachten geen risico hierdoor.