Deze studie zal de counter-impulse-hypothese toetsen. Volgens de counter-impulse-hypothese kan avoidance motivatie agressieve impulsen tegengaan. Daarom verwachten we dat de impact op de regulatie van boosheid met name sterk is wanneer mensen hun…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Persoonlijkheids- en gedragsstoornissen
- Geslachtsgebonden factoren
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Boosheid wordt geinduceerd met behulp van een gevalideerde procedure (Keltner,
Ellsworth, & Edwards, 1993; Strack, Schwartz, & Gscheidinger, 1985). Agressie
en gevoelens van boosheid wordt gemeten met een agressie taak waarvan de
constructvaliditeit is bevestigd (DeWall et al., 2013; Slotter et al., 2012).
Het wordt al enige tijd gebruikt als een betrouwbare en geldige meting van
agressie in het laboratorium.
Secundaire uitkomstmaten
Individuele verschillen in de neiging tot boosheid (Trait Anger Scale, TAS,
Spielberger, 1999) en in gedrags-activering en gedrags-inhibitie (Behavioral
Remming Schaal / Behaviral Activering Schaal, BIS / BAS; Carver & White, 1994)
worden ook gemeten, om te zien of effecten van motivatie en testosteron op
agressie afhangt van deze individuele verschillen.
Achtergrond van het onderzoek
Een van de belangrijkste doelen binnen de moderne gedragswetenschap is inzicht
te krijgen in de oorzaak van menselijke agressie. Agressie neemt een enorme tol
op de samenleving, het veroorzaakt wijdverspreide pijn en lijden, en de kosten
van de bescherming, de behandeling en schadeloosstelling van slachtoffers zijn
hoog. Het is daarom van groot belang meer kennis te krijgen over hoe mensen hun
agressieve impulsen kunnen tegenhouden.
Het *Agressieve Impuls Management ( AIM ) *model* stelt voor dat het
verminderen van 'approach' motivatie de impuls om agressief te worden kan
verminderen. De interventies die het AIM model voorstelt vergen weinig
inspanning of cognitieve vaardigheden, en zijn mogelijk dus juist effectief om
agressie te verminderen wanneer de traditionele cognitieve strategieën voor het
reguleren van woede niet effectief zijn. Om het AIM model te testen, stellen we
een experiment voor over de rol van approach/avoidance motivatie en testosteron
in boosheidsmanagement. Onze hypothese is dat in vergelijking met approach
motivatie, avoidance motivatie agressie en boosheid kan verzwakken, en dat dit
effect het sterkst is wanneer testosteron niveaus hoog zijn.
Doel van het onderzoek
Deze studie zal de counter-impulse-hypothese toetsen. Volgens de
counter-impulse-hypothese kan avoidance motivatie agressieve impulsen
tegengaan. Daarom verwachten we dat de impact op de regulatie van boosheid met
name sterk is wanneer mensen hun agressieve impulsen het sterkst zijn,
bijvoorbeeld als testosteron levels hoog zijn.
Onderzoeksopzet
Het experiment maakt gebruik van een 2 (nadering versus vermijding) X 2
(testosteron versus placebo) tussen proefpersonen design.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Deelnemers krijgen testosteron/placebo toegediend.
Inschatting van belasting en risico
Er zijn geen gezondheidsrisico's gerelateerd aan testosteron toediening. De
emotie inductie we gebruiken is mild en de debriefings grondig, zodat het
onwaarschijnlijk is dat de deelnemers negatieve effecten zullen ervaren. De
woede inducerende provocatie is gebruikt in diverse eerdere experimenten, ook
in onze eigen labgoep, en in het algemeen vinden de deelnemers het type
experimenten dat we doen interessant en leuk om te doen.
Dit onderzoek maakt deel uit van een groter project met 10 experimenten die
systematisch het Agressieve Impulse management model toetsen. De huidige
voorgestelde studie is de eerste die onderzoekt hoe motivationele neigingen
interacteren met testosteron en wat voor effect dit heeft op woede en agressie.
Het onderzoek kan belangrijke gevolgen hebben voor de verdere ontwikkeling van
instrumenten om woede en agressie te verminderen en voordelen hebben voor anger
management trainingen.
Publiek
van der Boechorststraat 1
Amsterdam 1081 BT
NL
Wetenschappelijk
van der Boechorststraat 1
Amsterdam 1081 BT
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
We zullen controleren voor invloeden van hormonale verandering als gevolg van de menstruele cyclus door alleen vrouwen deel te laten nemen die een anticonceptiepil nemen, en die in de 3e periode week zijn van de anticonceptiepil en dus niet menstrueren. In dit tijdvenster zijn invloeden van de menstruatie-cyclus nagenoeg afwezig.
Om in aanmerking te komen voor deelname aan dit onderzoek, moet ook aan de volgende criteria worden voldaan:
- Leeftijd 18-65 jaar.
- Vloeiend in het Nederlands
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Deelnemers zullen worden gescreend zodat ze uitgesloten kunnen worden van het onderzoek op basis van psychiatrische, metabolische en neurologische aandoeningen. Deelnemers die rapportage maken van medicatie gebruik of schadelijke gedrag voor de gezondheid (drugsgebruik, waaronder overmatig alcoholgebruik, roken en cafeïne, en abnormale slaapgewoonten, bijvoorbeeld, te weinig slaap), chronische gezondheidsproblemen, of psychopathologie worden uitgesloten van de studie. Daarnaast worden deelnemers gescreend op depressie en angst met behulp van de 13-post Beck Depression Inventory (Bouman, Luteijn, Abersnagel, & van der Ploeg, 1985) en de State-Trait Anxiety Inventory (Van der Ploeg, Defares & Spielberger, 1980) . Om ook te controleren voor externe variabelen, zullen de deelnemers op de dag van het onderzoek gevraagd worden zich te onthouden van cafeïne bevattende dranken, roken, en extreme van lichaamsbeweging (sporten).
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-001194-14-NL |
CCMO | NL47938.029.14 |