Gebaseerd op het theoretische raamwerk van belonging regulatie en de afwezigheid van kennis over moleculair genetische processen die een rol kunnen spelen in het verhogen van sociale inclusie onder adolescenten, kent deze studie meerdere doelen die…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Leeftijdsgebonden factoren
Synoniemen aandoening
Aandoening
niet op aandoening, maar op sociaal emotionele uitkomsten (geen stoornissen)
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Een belangrijke onderzoeksvariabele is het aantal correct geïdentificeerde
micro-emoties op basis van de emotieherkenningstaak. Dit is een proportiemaat
(het aantal goed geïdentificeerde emoties gedeeld door het totaal aantal van
die specifieke emotie).
Andere eindpunten zijn de mate van eenzaamheid, depressie, sociale angst,
tevredenheid met sociale relaties en de unmet need to belong, gebaseerd op
vragenlijstonderzoek.
De belangrijkste onderzoeksvariabele uit het eyetracking experiment is de
*kijkduur* (totale kijkduur en de kijkduur per fixatie) per gebied (area of
interest).
Secundaire uitkomstmaten
Genetisch materiaal. Aan de hand van het DNA zullen verschillende polymorfismen
binnen het OXTR gen worden bepaald. Deze worden gecodeerd in dummy*s (1; drager
van 1 of 2 *minor* allelen, en 2; homozygoot voor het *major* allel).
Achtergrond van het onderzoek
Hechte vriendschappen en romantische relaties worden tijdens de adolescentie
gevormd. Ze zijn in iedere levensfase belangrijk maar omdat tijdens de
adolescentie een verschuiving optreedt van ouders als primaire hechtingsfiguren
naar vrienden of romantische relaties (als belangrijke hechtingsfiguren), is
dit een belangrijke periode.
Volgens het 'need to belong* model heeft ieder individu de behoefte aan een
minimum aan sociale relaties. Het veronderstelt dat mensen evolutionair gezien
een grote behoefte hebben om sterke banden of relaties te vormen met andere
mensen. Een minimaal aantal sociale relaties is essentieel om sociaal
geïncludeerd te voelen. Vanuit deze theorie wordt verwacht dat als mensen het
gevoel hebben dat hun mate van verbondenheid wordt bedreigd, er een interne
motivatie wordt aangewakkerd om deze onvervulde behoefte te herstellen tot deze
een aanvaardbaar niveau bereikt. Dit wordt intern aangestuurd door
verschillende regulatieve processen ('belonging regulation') die onder andere
een rol spelen bij de sociale informatieverwerking. Kort gezegd, *social
monitoring* van de omgeving zal toenemen zodat er meer aandacht is voor sociale
cues. Door met deze sociale signalen het sociaal handelen af te stemmen op de
omgeving, kunnen sociale interacties worden bevorderd (en dus de kans op
sociale inclusie). Wanneer er zich gebreken voordoen in deze belonging
regulatie processen, kan er sociale exclusie ontstaan. Dit is een onwenselijke
situatie omdat dit kan leiden tot nadelige gevolgen voor het menselijk
welbevinden.
Een bekende prosociale neuropeptide die een belangrijke rol speelt bij
hechtingsprocessen is oxytocine (OXT). OXT speelt een rol in verscheidene
sociale en emotionele gedragingen die gerelateerd zijn aan sociale inclusie. Zo
is aangetoond dat nasale OXT toediening een effect heeft op de wens tot meer
sociale inclusie, verbeterde emotie herkenning en meer oogcontact. Echter, niet
alle mensen reageren even sterk op nasale toediening. Een verklarend mechanisme
hiervoor kan de individuele genetische make-up zijn. Hierin zijn voornamelijk
genetische markers die de regulatie van OXT in het brein verzorgen van belang.
Het oxytocine receptor gen (OXTR) encodeert OXT receptoren die zich bevinden
binnen verschillende hersenstructuren die betrokken zijn bij sociale processen
zoals emoties en sociaal geheugen. Eerdere studies hebben aangetoond dat
genetische variatie binnen het OXTR gen kan leiden tot verstoringen in
prosociale gedragingen die interfereren met belonging regulatie processen.
Het model van belonging regulation is gebaseerd op empirische studies, maar het
is onvolledig omdat er geen aandacht is geweest voor geassocieerde biologische
processen die interindividuele verschillen zouden kunnen verklaren. Dit
onderzoeksvoorstel moet deze lacune opvullen.
Ondanks de veelbelovende studies naar belonging en OXTR markers, zijn er nog
een paar kanttekeningen. Allereerst, er zijn nog geen studies uitgevoerd die de
biologische factoren van de need to belong en bijbehorende processen (zoals het
monitoren van de sociale omgeving) onderzoeken. Daarnaast is het belangrijk om
de need to belong op een andere wijze te operationaliseren. Daarom wordt in
deze studie voorgesteld om ook naar de unmet need to belong te kijken. Op deze
manier kan er een duidelijke subgroep gedefinieerd worden die de grootste
behoefte zal hebben om het gebrek aan sociale inclusie te herstellen.
Tenslotte, eerdere studies zijn bij volwassenen uitgevoerd en niet bij
adolescenten terwijl juist dit de sensitieve periode is waarin sociale
relaties, en daarmee belonging regulation vaardigheden, erg belangrijk zijn.
Voor hypothesen: zie hieronder "Doel van het onderzoek"
Doel van het onderzoek
Gebaseerd op het theoretische raamwerk van belonging regulatie en de
afwezigheid van kennis over moleculair genetische processen die een rol kunnen
spelen in het verhogen van sociale inclusie onder adolescenten, kent deze
studie meerdere doelen die gerelateerd zijn aan de (unmet) need to belong, het
oxytocine gen-systeem en sociale (micro) gedragingen.
Een belangrijk doel is om interindividuele verschillen in sociale
(micro)gedragingen te onderzoeken bij adolescenten. Meer specifiek, genetische
varianten binnen het OXTR gen in relatie tot processen die gerelateerd zijn aan
het belonging regulatie model (zoals sensitiviteit voor emotionele herkenning,
bijv. emotie herkenning) zullen onderzocht worden.
Een ander doel is om verschillen tussen adolescenten met een verschillend
niveau van unmet need to belong te onderzoeken in relatie tot maten als
eenzaamheid, depressie en sociale angst en hun vermogen tot emotie herkenning.
Ook zal onderzocht worden hoe de markers binnen het OXTR gen samenhangen met de
unmet need to belong.
Daarnaast zal onderzocht worden hoe adolescenten zich richten op sociale
informatie uit de omgeving met behulp van een studie naar oogbewegingen
(eyetracking). Hierbij zal onderzocht worden hoe markers binnen het OXTR gen en
een unmet need to belong beïnvloeden hoe adolescenten hun aandacht richten
tijdens emotioneel geladen paradigma*s.
Samengevat, de OXTR varianten in relatie tot de sensitiviteit van adolescenten
voor sociaal-emotionele informatie die ten grondslag ligt aan sociale inclusie
zal worden bestudeerd zodat er meer inzicht verkregen wordt in het belonging
regulatie model bij adolescenten.
Hypothesen:
Varianten binnen het OXTR gen zijn geassocieerd met:
• het vermogen tot emotieherkenning (ze zijn er beter in)
• de kijkduur naar verschillende sociale cues (ze kijken langer)
• en hogere mate van unmet need to belong
Adolescenten met een sterke unmet need to belong:
• hebben een betere prestatie op de emotie-herkenningstaak
• laten een langere kijkduur zien naar verschillende sociale cues (in
eyetracking studie)
• hebben een hogere mate van eenzaamheid, depressie, en sociale angst.
Onderzoeksopzet
Via middelbare scholen worden adolescenten (13 / 14 jaar) geworven (N~1,400).
Het onderzoek zal afgenomen worden tijdens een schoolles. Aan de participanten
wordt gevraagd om in een computerlokaal plaats te nemen en met een unieke
identificatiecode kunnen zij anoniem inloggen op de computer.
De participanten wordt gevraagd om via de computer vragenlijsten in te vullen
en deel te nemen aan een micro expressie emotie taak. Hiernaast zal hen
gevraagd worden om een kleine hoeveelheid speeksel af te staan in een speciaal
buisje om genetische variatie te kunnen onderzoeken. Hiervoor worden
gestandaardiseerde procedures toegepast. De speekselmonsters zullen worden
geanalyseerd in het Human Genetics lab van het Radboud UMC Nijmegen. Gebaseerd
op de genetische varianten wordt een subsample (N~100) uitgenodigd om deel te
nemen aan een eyetracking experiment bestaande uit verschillende paradigma*s
met emotionele stimuli.
Alle onderzoeksinformatie wordt geanonimiseerd. Respondent-specifieke codes
worden gebruikt om de genetische data te koppelen aan de vragenlijst en
experimentele data. Alleen de hoofdonderzoeker heeft toegang tot de sleutel.
Inschatting van belasting en risico
De belasting bestaat uit het invullen van vragenlijsten op de computer, een
kort experimentje op de computer en het afstaan van een kleine hoeveelheid
speeksel. Dit vindt plaats op school tijdens een lesuur en duurt ongeveer 40
minuten. De inschatting is dat dit qua belasting hetzelfde is als het volgen
van een reguliere les. Er zijn geen risico*s verbonden aan dit onderzoek.
Publiek
Montessorilaan 3
Nijmegen 6525 HR
NL
Wetenschappelijk
Montessorilaan 3
Nijmegen 6525 HR
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
-Tweedeklasser zijn op middelbare school in NL
-Van West-Europese afkomst zijn
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Blind of slechtziendheid
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL47719.072.14 |