Het doel van deze deelstudie is om de associatie tussen vlees/vis-consumptie en een (gepasseerde) HEV infectie te onderzoeken.Vraagstelling: 1. Wat is de seroprevalentie van HEV IgG en IgM antistoffen binnen een populatie met een nihile tot zeer…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselinfecties
- Lever- en galwegaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is de seroprevalentie van HEV antistoffen IgG en IgM
in het bloed gekoppeld aan het eten van vlees ten opzichte van bloeddonoren en
verschillende etnische groepen uit reeds verzamelde data.
Secundaire uitkomstmaten
Niet van toepassing
Achtergrond van het onderzoek
Hepatitis E virus (HEV) infectie wordt steeds vaker herkend als een oorzaak van
hepatitis in Westerse landen en ook in Nederland. HEV infecties kunnen
aanleiding geven tot acute en in sommige gevallen tot chronische hepatitis.
Vaak verlopen HEV infecties asymptomatisch, maar het kan tot complicaties
leiden in patiënten met een chronische infectie, met immuno-suppressie en in
zwangere vrouwen. In endemische niet westerse landen komen vooral genotypes 1
en 2 voor, die door slechte hygiene, via besmet water worden overgebracht.
In westerse landen is de hypothese dat HEV een zoönotische transmissie is, via
verschillende wilde dieren, zoals varkens, wilde zwijnen en ander wild. Dit
betreft specifiek de HEV genotypen 3 en 4, die zowel in mens als dier gevonden
zijn. In de huidige studie, die een deelstudie is van een grotere studie naar
HEV onder verschillende risicogroepen, is het de bedoeling om vast te stellen
wat de relatie is tussen het (niet) consumeren van vlees en andere
eiwitbronnen, zoals vis en schelpdieren met de seroprevalentie van HEV
antistoffen, ten opzichte van andere groepen zoals de algemene bevolking en
mensen met verschillende eetgewoonten, gekoppeld aan verschillende culturele
achtergronden.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze deelstudie is om de associatie tussen vlees/vis-consumptie en
een (gepasseerde) HEV infectie te onderzoeken.
Vraagstelling:
1. Wat is de seroprevalentie van HEV IgG en IgM antistoffen binnen een
populatie met een nihile tot zeer geringe vleesconsumptie?
2. Wat zijn determinanten van HEV infectie voor een populatie met een zeer
geringe vleesconsumptie?
Onderzoeksopzet
Deze studie zal worden opgezet als een single center cross- sectioneel
prospectief onderzoek, waarbij de seroprevalenties van HEV antistoffen (IgG en
IgM) worden bepaald onder 400 deelnemers met geringe vlees/ Visconsumptie. Een
aantal van de deelnemers aan deze deelstudie wordt uitgenodigd naar GGD
Amsterdam te komen om een vragenlijst naar risicofactoren in te vullen en een
buis bloed (10 ml) geven. Het ander deel wordt op verschillende locaties
gescreend, waarbij ook vragenlijst en bloedmonsters worden afgenomen.
Inschatting van belasting en risico
De deelnemers zullen gevraagd worden de vragenlijst tijdens hun bezoek aan de
GGD of op lokatie als de venapunctie ook plaats vindt. Dit duurt 30- 40 minuten
per deelnemer.
Publiek
Nieuwe Achtergracht 100
Amsterdam 1018 WT
NL
Wetenschappelijk
Nieuwe Achtergracht 100
Amsterdam 1018 WT
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
man of vrouw
18 jaar of ouder
sinds 12 jaarige leeftijd of de afgelopen 10 jaar vegetariër, veganist, flexitariers
informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Meer dan 1 keer per week vlees/vis of vleesproducten consumeren
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL50095.018.14 |