Het doel van dit onderzoek studie is verzamelen van informatie over de effectiviteit van renale denervatie op de insuline resistentie en sympatische zenuw activiteit van de spier (MSNA) bij patiënten met het metabool syndroom.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Vasculaire hypertensieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Aandoening
Metabool Syndroom
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het verzamelen van informatie over de effectiviteit van renale denervatie op de
insuline resistentie en sympatische zenuw activiteit op de enervatie van de
spier (MSNA) bij patiënten met het metabool syndroom 3 maanden na de renale
denervatie.
Secundaire uitkomstmaten
Het verzamelen van informatie over de effectiviteit van renale denervatie op de
insuline resistentie, MSNA op de lange termijn (12 maanden na renale
denervatie) voor mogelijke bevestiging van de primaire observatie bij 3
maanden.
Achtergrond van het onderzoek
Een patiënt lijdt aan metabool syndroom wanneer voldaan wordt aan tenminste 3
van de volgende 5 criteria:
1. systolische bloeddruk *130 mmHg of diastolische bloeddruk *85 mmHg of
antihypertensie medicatie voor een patiënt met een geschiedenis van hypertensie
2. nuchtere glucose *100mg/dL (*5.6 mmol/L) of medicatie voor verhoogd glucose
3. buikomtrek * 102 cm voor mannen of 88* cm voor vrouwen
4. Triglycerides *150 mg/dL (*1.7 mmol/L) of medicamenteuze behandeling voor
verhoogde triglycerides
5. High density lipid cholesterol (HDL-C) <40 mg/dL (<1.03 mmol/L) voor mannen
of <50 mg/dL (<1.30mmol/L) voor vrouwen of medicamenteuze behandeling voor
verlaagde HDL-C
Elk van deze metabool syndroom componenten is bekend als onafhankelijke
risicofactor op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit met hypertensie als
belangrijkste voorspeller. Het voorkomen van 3 of meer van deze componenten in
een individu met metabool syndroom verhoogd het reeds verhoogde
cardiovasculaire risico nog verder. Hypertensie is een veel voorkomende
component bij patiënten met metabool syndroom. Het risico op cardiovasculaire
dood en dood ongeacht de oorzaak is bijna verdubbeld, en het risico op diabetes
type II is bijna 3 keer verhoogd in deze populatie.
Metabool syndroom wordt ook gekarakteriseerd door verhoogde sympathische
zenuwactiviteit in nuchtere staat en door insuline resistentie met verminderde
sympathische neurale respons op fysiologisch hyperinsulinemie en orale glucose
toediening. Dit speelt een rol in de verder ontwikkeling van metabool syndroom
en de corresponderende cardiovasculaire risico*s met directe en indirecte
invloed op het ontwikkelen van orgaanfalen. Strategieën die specifiek acteren
op de verhoogde sympathische zenuwactiviteit, zoals renale denervatie, kunnen
een klinische voordeel opleveren voor patiënten met metabool syndroom en
bijbehorende hypertensie.
De sympatische zenuwwerking van de nier is betrokken bij de pathogenese van
hypertensie door verhoogde renine secretie, natrium re-absorptie en verminderde
bloedstroom. Renale afferente en efferente zenuwen lopen in en door de wand van
de renale arteriën. In verschillende experimentele modellen, waaronder door
obesitas geïnduceerde hypertensie, is aangetoond dat hypertensie werd
verminderd in de observatie periode na renale sympathische activiteit reductie
door middel van renale ablatie.
Er is reeds aangetoond dat renale ablatie zorgt voor een veilige en effectieve
verlaging van de bloeddruk, verlaging van de MSNA en een mogelijke verbetering
van het glucose metabolisme in patiënten met resistente hypertensie.
Ondanks dat de vermindering van sympathische activiteit door renale denervatie
patiënten met metabool syndroom beschermd tegen hoge cardiovasculaire risico*s
door het verlagen van de bloeddruk, is het onderliggende mechanisme op het
metabolisme en de bloeddruk nog onzeker. Het onderzoeken van het effect van
renale denervatie op de insuline resistentie en de sympathische zenuwactiviteit
in deze patiënten populatie levert mogelijk meer inzicht op.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek studie is verzamelen van informatie over de
effectiviteit van renale denervatie op de insuline resistentie en sympatische
zenuw activiteit van de spier (MSNA) bij patiënten met het metabool syndroom.
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectief, multicentra, gerandomiseerd, gecontrolleerd klinisch
haalbaarheids (feasibility) onderzoek.
60 patiënten zullen worden geincludeerd in 2-3 verschillende deelnemende studie
centra. De patiënten worden gerandomizeerd (3:1 ratio) naar of de
behandelingsgroep of de controle groep en worden voor 1 jaar post procedure
opgevolgd.
De MSNA metingen zullen gedaan worden door een onderzoeker die geblindeerd is
voor de behandelgroep van de patienten.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De ingreep houdt een ablatie in van de renale sympatische zenuwen in de nier arterieën door middel van het afleveren van RF energie via een percutane catheter. Deze minimaal invasieve methode is lokaal, heeft een korte proceduretijd, korte ziekenhuisopname en korte hersteltijd.
Inschatting van belasting en risico
Er zijn minimale risico*s verbonden aan de standaard OGTT met 75 g glucose. De
bekende, maar zeldzame, bijwerkingen zijn o.a. misselijkheid, braken, opgezette
buik, hoofdpijn en hypoglykemie.
Het afnemen van bloed kan wat onprettig zijn of een blauwe plek veroorzaken. De
bloedvaten kunnen opzwellen en bloed kan samenklonteren in een bloedvat. Ook
kan de plaats waar het bloed wordt afgenomen ontstoken raken. In zeldzame
gevallen treedt er een kleine infectie of een bloeding op. Als dit gebeurt, kan
het gemakkelijk worden behandeld.
Tijdens het meten van de zenuwactiviteit kan het lokaliseren van de zenuw (met
een naald) voor een juiste meting wat onprettig aanvoelen of pijnlijk zijn.
Renale denervatie is een operatieve ingreep en kan daarom gepaard gaan met
enkele risico*s, waaronder:
* acute nierschade (nierinfarct, bloeduitstorting in de nier);
* complicaties op de plaats waar de katheter is ingebracht (bloeding,
arterioveneuze fistel, trombose op de plaats waar de
katheter is ingebracht, embolisatie, pseudo-aneurysma, bloeduitstorting,
ischemie van de ledematen, beschadiging van de
dijbeenslagader of seroom);
* allergische reactie op het contrastmiddel;
* bradycardie;
* collaterale weefselschade;
* overlijden;
* gedecompenseerd hartfalen;
* diffuse intravasale stolling;
* reacties op geneesmiddelen;
* maligne of geaccelereerde hypertensie;
* schade aan bloedvaten in de nieren (dissectie van een nierslagader, trombose
in een nierslagader, stenose van een
nierslagader);
* symptomatisch hypotensie;
* infectie (infectie op de plaats waar de katheter is ingebracht of systemische
infectie);
* myocardinfarct;
* neurologisch voorval (acuut hersenletsel als gevolg van ischemie of een
bloeding);
* pijn, met inbegrip van rugpijn;
* nierfalen;
* ademhalingsproblemen;
* vasospasme;
* vasovagale episodes;
Bij het maken van een angiogram van de nierslagader wordt de patiënt
blootgesteld aan een zeer kleine hoeveelheid straling. In het dagelijks leven
wordt iedereen blootgesteld aan van nature aanwezige achtergrondstraling. Dit
komt neer op blootstelling aan ongeveer 2 millisievert (mSv) per jaar. De
effectieve dosis in dit onderzoek is ongeveer 7 mSv, wat vergelijkbaar is met
die van verschillende computertomografische onderzoeksmethoden en ingrepen met
nucleaire geneesmiddelen. De voordelen van het onderzoek moeten worden
afgewogen tegen de mogelijke schadelijke effecten van straling, met inbegrip
van een toegenomen risico op een fatale vorm van kanker. In dit onderzoek
bestaat er een matig risico en het risico op dergelijke schade wordt geschat op
ongeveer 1 op de 800. Ter vergelijking: dit risico is ongeveer 200 keer zo
klein als het overlijdenspercentage als gevolg van kanker van ongeveer 1 op de
4 personen in de algemene populatie.
De effecten van renale denervatie op een ongeboren kind en een pasgeboren baby
zijn niet bekend. Daarom is het belangrijk dat deelnemers aan dit onderzoek
niet zwanger zijn of borstvoeding geven en ook niet zwanger worden in de loop
van het onderzoek.
Er kunnen ook andere risico*s zijn die op dit moment nog niet bekend zijn.
Publiek
Standaardruiter 13
VEENENDAAL 3905 PT
NL
Wetenschappelijk
Standaardruiter 13
VEENENDAAL 3905 PT
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Patiënt met een ziekenhuis bloeddruk van *140/90 mmHg en een 24-uurs bloeddruk van *130/80 mmHg bij de Baseline visite ondanks het stabiel gebruik van tenminste 2 anti-hypertensie medicamenten op de maximaal getolereerde dosis voor de patient voor tenminste 4 weken.
- Patiënt met een nuchtere glucosegehalte van *100 mg/dL (*5.6 mmol/L) bij Baseline visite of onder medicamenteuze behandeling voor verhoogd glucose
- Patiënt met een buikomtrek *102 cm (*40 inches) voor mannen of *88 cm (*35 inches) voor vrouwen bij de Baseline visite
- Patiënt met een of beide van onderstaande 2 diagnostische criteria voor metabool syndroom tijdens de Baseline visite
o Triglycerides *150 mg/dL (*1.7 mmol/L) of medicamenteuze behandeling voor verhoogde triglycerides
o High density lipid cholesterol (HDL-C) <40 mg/dL (<1.03 mmol/L) voor mannen of <50 mg/dL (<1.30mmol/L) voor vrouwen of medicamenteuze behandeling voor verlaagde HDL-C
- Patiënt is tussen 18 en 70 jaar oud
- Patiënt moet schriftelijk Informed Consent kunnen en willen geven voor dit klinisch onderzoek
- Patiënt moet zich kunnen en willen committeren aan het gevraagde afspraken schema
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Patient met secundaire hypertensive
- Patiënt met type I diabetes mellitus of type II diabetes mellitus die insuline therapie nodig hebben
- Patiënt met eerder renale angioplastie, renale denervatie, geïmplanteerde renale stents en/of aortic stent grafts
- Patiënt met renale arteries van < 4.0mm in diameter
- Patiënt met significante renovasculaire abnormaliteiten (zoals renale arterie stenose > 30%)
- Patiënt met een gemiddelde glomerulaire filtratie ratio (eGFR) van <45mL/min per 1.73 m2) berekend volgende de Modified diet in Renal Disease (MDRD) formule
- Patiënt met hemodynamische significante hartklepziekte, bepaald door de studie-onderzoeker
- Patiënt heeft een myocard infarct, onstabiele angina pectoris of cerebrovasculaire ongeluk doorgemaakt binnen 180 dagen voor Baseline or er wordt verwacht dat de patiënt in de komende 180 dagen een cerebrovasculaire ingreep gaat krijgen.
- Patiënt heeft chronisch atriale fibrillatie/flutter of met ernstige geleidingsstoornissen of een ICD of pacemaker die geen radiofrequente (RF) straling kan doorstaan
- Patiënt is momenteel onder behandeling met medicamenten die zorgen voor zout retentie (zoals systemische corticosteroïden of fludrocortisone), centraal acterende sympatholitische antihypertensie medicamenten, directe vasodilatoren (zoals alpha blockers), of continuous positive airway pressure (CPAP) therapie voor obsturctieve slaap apnea
- Patiënt met een actieve systemische infectie of bloedstolling abnormaliteiten of contrast-allergie
- Patiënt is zwanger of geeft borstvoeding of is in vruchtbare leeftijd en gebruikt geen adequate anticonceptie.
- Patiënt neemt deel aan een andere klinische studie
- Patiënt heeft een levensverwachting van minder dan 12 maanden, bepaald door de studie-onderzoeker
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT01911078 |
CCMO | NL50001.041.14 |