'De Bedrijfsoorcheck': de toepasbaarheid van een internet test als screeningsinstrument voor werkgerelateerde lawaaislechthorendheid

Bescherming van het gehoor op de werkvloer is van groot belang. Dat
gehoorproblemen nog steeds de meest voorkomende werk gerelateerde aandoeningen
zijn onder werknemers in de bouw, duidt er op dat gehoorbescherming niet of
selectief wordt gebruikt. Een aan de werksituatie aangepaste objectieve
screeningstest via het internet kan een belangrijke bijdrage leveren aan
vroegtijdige opsporing van gehoorschade enerzijds (en dus aan preventie) en aan
een toename van de bewustwording anderzijds. Een dergelijke test is
laagdrempelig, anoniem, snel en eenvoudig en kan thuis zonder instructies
worden uitgevoerd. Dit zou één van de handvatten kunnen zijn voor een
proactieve aanpak van de preventie van lawaaislechthorendheid door het werk.

Het doel van dit onderzoek is de toepasbaarheid van een objectieve
screeningstest via het internet speciaal voor werknemers uit de bouwnijverheid,
voor de detectie van lawaaislechthorendheid. Hierbij is voornamelijk de
testnauwkeurigheid van belang, zodat de test toegepast kan worden in een minder
gecontroleerde omgeving, zoals thuis of op de werkvloer.

Het onderzoek zal uit twee fasen bestaan.
De eerste fase betreft een validatie-onderzoek in een gecontroleerde omgeving.
Retrospectieve analyses van uitslagen in het verleden hebben geleid tot test
verbeteringen van bestaande internet-testen, betreffende testprocedure,
spraakmateriaal en ruismateriaal. Een verbeterde versie van de
spraak-in-ruis-test (de Bedrijfsoorcheck) en een verbeterde versie van een
cijfers-in-ruis test (breedbandige Nationale Hoortest) zullen gevalideerd
worden in een gecontroleerde test omgeving, namelijk in het laboratorium van de
afdeling klinische en experimentele audiologie. Proefpersonen zullen beide
testen tweemaal (test en retest) in vijf verschillende ruiscondities uitvoeren.
Ook zullen zij toonaudiometrie ondergaan (de gouden standaard voor meting van
gehoorfunctie). Verder zullen zij een korte vragenlijst invullen om hun
lawaaiblootstelling in kaart te brengen. Naar aanleiding van de uitkomsten van
fase 1 zal besloten worden welke van de twee testen onder welke ruisconditie
het meest gevoelig is voor de detectie van lawaaislechthorendheid. Deze test
zal verder onderzocht worden in fase 2.
Fase 2 betreft de toepasbaarheid van de internet-screeningstest voor
lawaaislechthorendheid in een ongecontroleerde setting. Jonge werknemers uit de
bouwnijverheid zullen de screeningstest op het werk uitvoeren om de validiteit
van de test in deze populatie na te gaan. Tevens zullen zij een vragenlijst
invullen om o.a. hun lawaaiblootstelling in kaart te brengen. De resultaten
zullen vergeleken worden met een toonaudiogram, verkregen op het werk. Een
sub-selectie zal een jaar later de internet-test thuis uitvoeren. De resultaten
zullen vergeleken worden met een toonaudiogram verkregen via regulier herhaald
gezondheidsonderzoek en met de resultaten van de eerste meting.

Aangezien het een observationele studie betreft, is de belasting voor de
proefpersonen minimaal. Bij 40 deelnemers zullen verschillende testen,
gelijksoortig als die in de kliniek afgenomen worden, tijdens een eenmalig
bezoek aan het audiologisch centrum van ongeveer 2,5 uur afgenomen worden. Om
de belasting tot een minimum te beperken, zal er regelmatig tijdens dit bezoek
een korte pauze ingelast worden.
Het grootste deel van de onderzoekspopulatie wordt gevraagd om in de
werksituatie een test van ongeveer 5 minuten via het internet uit te voeren.