Het doel van dit onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de rol van het pulmonale RAS in de pathogenese van ARDS bij neonaten en kinderen. De studie vind plaats in de context van een vergelijkende prospective cohort studie die de invloed van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nevenaspecten van infecties
- Onderste luchtwegaandoeningen (excl. obstructie en infectie)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De pimaire eindpunten van deze studie zijn de pulmonale RAS componenten in de
bronchoalveolaire lavage vloeistof (BALF) en het bloed op verschillende
tijdspunten.
Secundaire uitkomstmaten
- Effectormoleculen van het pulmonale RAS (zoals cytokines, compoments van
coagulatie en fibrotische componenten)
- Oxygenatie-index (OI), alveolaire-arteriële zuurstof verschil (DD (Aa) O2);
PaO2/FIO2 verhouding
- Score voor Neonatale Acute Physiology II (SNAPII) of or pediatric risk of
mortality score (PRISM).
- Ventilator-vrije dagen (VFD)
- Bronchopulmonale dysplasie (BPD)
- Sterfte: binnen 60 dagen na inclusie
Achtergrond van het onderzoek
De incidentie en mortaliteit van acute respiratory distress syndrome (ARDS) is
in kinderen lager dan bij volwassenen. Bovendien tonen experimentele ARDS
modellen dat volwassen dieren gevoeliger zijn voor het ontwikkelen van
longschade dan pasgeborenen. De leeftijdsafhankelijke mechanismen die ten
grondslag liggen aan deze verschillen in reactie in de long zijn nog onbekend.
Leeftijdsafhankelijke verschillen in het pulmonale renine-angiotensine systeem
(RAS) zouden mogelijk een verklaring kunnen bieden voor het verschil in
incidentie en beloop van ARDS tussen kinderen en volwassen. De twee
belangrijkste enzymen van het RAS, Angiotensin Converting Enzyme (ACE) en ACE2,
hebben een tegenovergestelde werking. ACE veroorzaakt schade in de long via de
productie van het effector eiwit Angiotensine (Ang) II. In tegenstelling tot
ACE, functioneert ACE2 als beschermende factor tegen long schade, door de
afbraak van AngII en de aanmaak van Ang-(1-7). Recent is er in
dierenexperimenteel onderzoek aangetoond dat tijdens ARDS een disbalans bestaat
tussen ACE en ACE2. Bovendien wordt veroudering geassocieerd met een verhoging
van het ACE en een verlaging van het ACE2 in verschillende weefsel, waaronder
de long.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de rol van het
pulmonale RAS in de pathogenese van ARDS bij neonaten en kinderen. De studie
vind plaats in de context van een vergelijkende prospective cohort studie die
de invloed van leeftijd op het pulmonale RAS gedurende ARDS onderzoekt. De
hypothese is dat neonaten en kinderen een relatief meer actieve ACE2 route
hebben ten kosten van de ACE route in vergelijking met oudere kinderen en
volwasssen en dat dit verschil in de balans tussen de twee RAS enzymen van
invloed is op de gevoeligheid voor en het beloop van ARDS.
Onderzoeksopzet
Dit betreft een onderzoeker geïnitieerde observationele prospectieve studie op
de neonatalogie care afdeling en de kinder intensice care. Mechanisch beademde
neonaten en kinderen, met klinische risicofactoren voor het ontwikkelen van
ARDS, zullen worden geïncludeerd en onderworpen aan een aantal
bronchoalveolaire lavages (BAL) (zoals eerder beschreven in het onderzoeks
protocol (METC 98/099 en METC 06/165), dat was goedgekeurd door het METC van
het AMC) en bloedafnames om de verschillende RAS componenten te bepalen. Een
identieke studie protocol zal op de volwassen intensive care worden toegepast
om de verschillen tussen de verschillende leeftijdsgroepen te bepalen.
Inschatting van belasting en risico
De BAL procedure is is een **veilige procedure bij pasgeborenen en kinderen. De
procedure is onder andere beschreven in het onderzoeksprotocol (METC 98/099 en
METC 06/165), dat goedgekeurd is door de METC van het AMC, nadat er een pilot
was uitgevoerd ter beoordeling van mogelijke risico's van deze procedure. De
BAL is zoals eerder genoemd een modificatie van het brochiaal toilet, dat
onderdeel is van de reguliere zorg van beademde patiënten en wordt niet als
extra procedure toegepast, maar komt in de plaats van een bronchiaal toilet.
Een beperkt volume aan bloed wordt afgenomen tijdens de dagelijkse bloedafnames
met behulp van de reeds aanwezige arterielijn. Op basis van de hiervoor
beschreven argumenten kunnen de risico's en de belasting voor de patient die
gepaard gaan met dit studie protocol als minimaal geschat worden.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Ondertekening informed consent door de ouders of wettelijke verzorgers.
• Opname op de neonatale intensive care unit (NICU) of kinder intensive care unit (PICU) van het Emma Kinderziekenhuis, Academisch Medisch Centrum Amsterdam, Nederland.
• Geïntubeerd en mechanisch beademd, met een verwachte beademingsduur van ten minste 48 uur (zoals beoordeeld door de onderzoeker of de dienstdoende neonatoloog).
• Inclusie binnen 24 uur na de start van mechanische ventilatie.
• Lichaamsgewicht van 1 kg of meer op het moment van inclusie.
• Twee of meer van de volgende criteria:
o Hypothermie (<36 ° C), koorts (> 38,0 ° C) of instabiele lichaamstemperatuur.
o Bradycardie of tachycardie, bepaald aan de hand van referentiewaarde naar leeftijd, of verlengde *capillaire refill* tijd.
o Leukopenie of leukocytose, bepaald aan de hand van referentiewaarde naar leeftijd, of meer dan 10% staafvormige neutrofiele granulocyten.
o Tachypneu of apneu's, bepaald aan de hand van referentiewaarde naar leeftijd, of cyanose
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Pasgeborenen met een postconceptual leeftijd minder dan 32 weken, jonger dan 1 week na de bevalling.
• Immuungecompromitteerd; chronische respiratoire insufficiënte, neuromusculaire aandoeningen, cyanotische aangeboren hartafwijkingen of tekenen van cardiogeen longoedeem, ernstige aangeboren pulmonale afwijkingen.
• Gebruik van medicatie die het RAS beïnvloeden.
• Mechanische ventilatie, surfactant therapie of NO-therapie in de 7 dagen voorafgaand aan inclusie.
• Langer dan 48 uur antibiotica voorafgaand aan de IC-opname.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL42386.018.12 |