Het primaire doel van het onderzoek is aan te tomen dat het KineSpring systeem niet inferieur is aan de standaard HTO ingreep wat betreft het verbeteren van de pijn en functie na 24 maanden bij patiënten met hoofdzakelijk unicompartimentele mediale…
ID
Bron
Verkorte titel
Protocol No: KINE-1101
Aandoening
- Gewrichtsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Een proefpersoon wordt beschouwd als een klinisch succes als volgende
voorwaarden zijn voldoen na 24 maanden opvolging:
1. Een klinisch significante verbetering van ten minste 20% van baseline voor
de WOMAC pijnscore met een absolute verandering
van >= 10 punten.
2. Een klinisch significante verbetering van ten minste 20% van baseline voor
de WOMAC functiescore met een absolute verandering
van >= 10 punten.
3. Behoud van het normale bewegingsbereik, beschreven als: a) knie-flexie
tussen >=90-<=150 graden en b) knie-extensie binnen 10 graden van de "neutrale"
of nul graden positie.
4. Geen nieuwe chirurgische interventie van het mediale compartiment van de
behandelde knie (inclusief het verwijderen of
herbekijken van het implantaat wegens falen) en geen
ernstige hulpmiddel-gerelateerde bijwerkingen of falen van het hulpmiddel..
5. Behoud van de integriteit van het hulpmiddel geëvalueerd via radiologische
beoordeling.
Secundaire uitkomstmaten
Effectiviteit:
- De evaluatie van veranderingen in de ernst van symptomen tegenover baseline
voor elk van de volgende uitkomstmaten bij elk vervolgbezoek:
o Knee Injury Outcomes Scores (KOOS) inclusief WOMAC pijn, stijheid en functie
scores
o Knee Society Knee and Function Scores
o Bewegingsbereik van de knie gemeten door graden flexie en extensie
o Ernst van pijn d.m.v. de knie-siecifieke pijn score (VAS)
o Beoordeling van de algmene toestand
o High Arthroplasty Activity Score (HAAS)
o Algemene gezondheid d.m.v. EQ-5D
- Radiografische uikomstmaten:
o Kellgren-Lawrence OA classificatie
o OARSI radiograpgische Atlas OA score
o Evaluatie van het hulpmiddel
Veiligheidsuitkomsten:
Veiligheidsuitkomsten worden bepaald door het type, de frequentie, de ernst en
de relatie van adverse events te evalueren tijdens de 24-maanden opvolging voor
alle proefpersonen.
UItkomsten worden ook geëvalueerd na 3, 4 en 5 jaar in de KineSpring arm
bovenop de hierboven vermelde tijdstippen.
Achtergrond van het onderzoek
Ongeveer 15% van de bevolking heeft osteoartrose(OA). De meest voorkomende
vorm van OA is deze aan de knie. Ongeveer 90% van de patiënten met symptomen
heeft eerst last van OA van het mediale compartiment van de knie. De
prevalentie van OA blijft toenemen door veroudering en de langere levensduur.
Door OA wordt men functioneel meer afhankelijk en het kan de mogelijkheid voor
het uitvoeren van dagelijkse activiteiten aantasten. Patiënten krijgen te
maken met toenemende pijn en handicap voor de rest van hun leven. Ondanks de
prevalentie en het uitgebreide onderzoek naar de aandoening, bestaat er nog
geen behandeling voor OA.
In de literatuur is uitvoerig de rol beschreven van het belasten van het
gewricht, en vooral de overbelasting van het gewricht, in het OA proces.
Belasting van het gewricht correleert met de incidentie, de ernst van de
symptomen, de radiographische, morfologische en biologische processen van OA.
Behandelingen die de belasting aanpakken , waaronder gewichtsverlies, valus
beugels, HTO (High tibia osteotomie of tibiakop-osteotomie) en hulpmiddelen
voor externe distractie, tonen een duidelijk verbetering van de symptomen
(vermindering van pijn en toename van functie). Ondanks deze postieve
resultaten bilijven zowel artsen als patienten gefrustreerd over de
inconsistente uitkomsten van deze behandelingsmogelijkheden.
Gezien de toenemende prevalentie van OA in jonge patiënten en het bewezen
gunstig effect van een aanpak van de belasting, is verder onderzoek naar nieuwe
en innovatieve behandelingen die de belasting aanpakken en die de beperkingen
van de bestaande behandelingen overwinnen, gewenst en noodzakelijk.
Men verwacht dat het KineSpring systeem een klinisch gunstige reductie geeft
van de belasting op het zieke oppervlakte in de knie. Het werkt als een
bijkomende drager (buiten het gewricht geplaatst) van de belasting van het
aangetast gewricht. Bijkomend heeft het KineSpring Systeem geen gekend
schadelijk effect op de natuurlijke kinematiek van de knie omdat het
geimplanteerd wordt via relatief kleine incisies zonder het bot, kraakbeen of
ligamenten te raken.
Belangrijke voordelen van het KineSpring Systeem, vooral voor patienten de
actief en gezond wensen te blijven, zijn het snel postoperatief herstel, de
beweeglijkheid van het gewricht en de mogelijkheid om de natuurlijke anatomie
van het gewricht te behouden zodat chirurgische ingrepen in de toekomst
mogelijk blijven.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van het onderzoek is aan te tomen dat het KineSpring systeem
niet inferieur is aan de standaard HTO ingreep wat betreft het verbeteren van
de pijn en functie na 24 maanden bij patiënten met hoofdzakelijk
unicompartimentele mediale knie-osteoartrose.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek is opgezet als een multi-center, prospectief, niet
gerandomizeerd, non-inferioriteit, twee-armig met een actieve concurrent,
gecontroleerd onderzoek. Maximaal 30 centra zullen een minimum van 225 en een
maximum van 450 proefpersonen includeren in een 2:1 ratio (KineSpring versus
HTO). De proefpersonen die gediagnosticeerd zijn met symptomatische
osteoarthrose primair in het mediale knie compartiment wordt ingesloten in
ofwel de KineSpring arm ofwel de HTO arm.
De onderzoeksgroep bestaat uit minimum 150 proefpersonen en maximum 300
proefpersonen waarbij een KineSpring hulpmiddel geimplanteerd wordt. De
controlegroep bestaat uit minimum 75 proefpersonen en maximum 150 proefpersonen
waarbij een HTO-ingreep wordt uitgevoerd voor de behandeling van de symptomen
geassocieerd met mediale knie OA. Er zullen geen aanpassing aan de
steekproefgrootte gebeuren in het geval proefpersonen uitvallen tijdens de
follow-up. De adaptieve steekproefgrootte is gebaseerd op het aantal
proefpersonen dat nodig is om de veiligheid en effectiviteit te verzekeren en
laat een uitval van 15% toe.
Opvolgbezoeken en onderzoeken vinden plaats voor alle proefpersonen 6 weken en
3, 6, 12 en 24 maanden na inclusie om de gegevens te verzamelen die nodig zijn
voor de primaire evaluatie van de veiligheid en effectiviteit. Alleen
proefpersonen behandeld met KineSpring hebben daarna een jaarlijkse opvolging
Tijdens elk opvolgbezoek worden de proefpersonen bevraagd of ze adverse events
(AEs) ervaren hebben sinds hun vorige opvolgbezoek.
Bij het baseline bezoek en bij elk opvolgbezoek wordt er een volledig
orthopedisch onderzoek van de knie uitgevoerd. Tijdens elk opvolgbezoek worden
alle proefpersonen verzocht de WOMAC, KOOS, knee pain severity score en global
assessment, HAAS, en EQ-5D in te vullen om zo de beperking, functie, pijn en
de kwaliteit van leven te evalueren.
Radiografische evaluaties worden uitgevoerd op baseline, bij ontslag, en na 3,
12, en 24 maanden voor alle proefpersonen en na 5 jaar voor de proefpersonen
behandeld met KineSpring.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Het KineSpring-systeem is een implantaat met CE-markering dat buiten het kniegewricht geplaatst wordt. Het bestaat uit een femoraal en een tibiaal deel (titanium legering) en een schokdemper (kobalt / kobalt -chroom legering) en reduceert de belasting op het mediale compartiment van de knie. Het Kinespring systeem wordt geïmplanteerd via twee mediale incisies, één op de distale femuur en één op de proximale tibia. De femorale en tibiale delen worden op het femuur en tibia bevestigd met schroeven. De schokdemper bestaat uit een centrale veer die voor absorptie van de samendrukkende belasting zorgt en heeft een bal-en kokergewricht op elk uiteinde zodat het hulpmiddel de natuurlijke bewegingen van de knie toelaat. De schokdemper is verbonden met het femorale en tibiale deel en geimplanteerd in het subcutaan weefsel van de mediale ruimte buiten het kapsel. Het Kinespring systeem blijft buiten het gewricht.
Inschatting van belasting en risico
De mogelijke risico*s voor proefpersonen die KineSpring geimplanteerd krijgen
in deze studie zijn risico*s die zich voordoen 1) bij alle invasieve
chirurgische ingrepen, 2) bij operaties met orthopedische knie-implantaten en
3) in verband met röntgenopname.
De volgende risico*s houden verband met operaties in het algemeen:
• reacties op narcosemiddelen (neurologischl, cardiaal en respiratoir
deficit)
• bloedverlies, beschadiging van bloedvaten , flebitis en hematoom
• bloedtransfusie die een circulatoire collaps, onverenigbaarheid van bloed,
nierbeschadiging, hepatitis of infectie met hiv kan
veroorzaken
• myocardinfarct
• diepe veneuze trombose
• longembolie
• bloedklonters in andere bloedvaten
• beroerte
• koorts
• pneumonie
• ademnood
• letsel van spieren, weke delen of zenuwen
• gewrichtsstijfheid; opzwellen, drainage of vertraagde genezing van de wonde
• pijn en revalidatie in verband met herstel van de operatie
• onvermogen om bepaalde taken, zoals tillen, lichaamsoefening, enz. uit te
voeren
• overlijden
De volgende risico*s gaan gepaard met orthopedische knieprothesen (inclusief
het KineSpring-hulpmiddel):
• verkeerde plaatsing van het hulpmiddel, waardoor het hulpmiddel kan falen of
losraken of mogelijk niet naar verwachting zal werken
• mechanische slijtage of falen van het hulpmiddel als gevolg van losraking,
vervorming, uiteenvallen, breuk, slijtage, verzwakking of
beweging van het hulpmiddel, waardoor een aanvullende
operatie noodzakelijk wordt
• metalen slijtagedeeltjes die irritatie of een weefselreactie kunnen
veroorzaken
• allergieën voor het materiaal van de prothese of een reactie op
lichaamsvreemd materiaal
• falen van het hulpmiddel om de symptomen en/of de werking te verbeteren
• infectie die kan leiden tot de noodzaak voor een aanvullende knieoperatie
• irritatie of ontsteking van de omringende weefsels die kan leiden tot
ongemak, synovitis of de ontsteking van slijmbeurzen
• beschadiging, irritatie en/of zwelling van nabijgelegen weefsels (zenuwen,
lymfestelsel, ligamenten, enz.)
• onvoldoende of beperkt bewegingsbereik van de knie
• mogelijkheid tot botverlies of fractuur
• overbelasting van het laterale compartiment
• pijn, stijfheid of zwelling van de knie
• abcessen ter hoogte van de hechting
• allergische reactie op hechting/wondverband
• cellulitis
• onregelmatig (keloïd-achtig) littekenvorming
• bloeduitstorting
• littekenvorming aan knie, arthrofibrosis (beperking van de beweging van het
gewricht als gevolg van littekenweefsel gevormd binnen het gewricht en aan de
omliggende zachte weefsels) of plaatselijke aanhechtingen rond het hulpmiddel
• hoorbaar klikken, piepen of ander geluid kan geassocieerd worden met de
KineSpring
Sommige van de complicaties kunnen een nieuwe chirurgische interventie
noodzakelijk maken voor revisie, verwijdering, heroperatie of een andere
chirurgische interventie. Deze lijst met risico*s is geen uitvoerige lijst en
het spreekt voor zich dat één of meer van de risico*s mogelijk zijn.
Risico*s in verband met röntgenstraling
De blootstelling aan röntgenstralen in deze studie is vergelijkbaar met wat
patiënten ondergaan na andere soorten operaties voor vervanging van een
gewricht. De proefpersonen worden blootgesteld aan kleine doses bestraling.
De totale hoeveelheid straling die u in het kader van deze studie krijgt,
bedraagt ongeveer 0,135 mSv of 13.5 mrem, en is bij benadering equivalent aan
een blootstelling van het gehele lichaam aan 16,4 dagen (0,045 jaar)
natuurlijke achtergrondstraling. Dit gebruik brengt minimaal risico met zich
mee.
Publiek
26460 Corporate Avenue /
Hayward CA 94545
US
Wetenschappelijk
26460 Corporate Avenue /
Hayward CA 94545
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1- Mannen of vrouwen tussen 25 en 80 jaar oud
2. Gediagnostioceerd met OA van de knie (osteoathritis of post-traumatische osteoathritis) wat omvat klinische tekenen van osteoarthritis van het mediale compartiment (pijn hoofdzakelijk ter hoogte van het mediale aspect van de knie en die doorgaans optreedt bij gewichtsbelasting).
3. Bevestiging van lichte tot matige OA van het mediale compartiment van de knie op radiografie met een Kellgren-Lawrence graad 1, 2 of 3 (schaal 0-4) zoals beoordeeld door de behandelend specialist.
4. Gefaald op minstens 6 maanden conventionele behandeling vóór de ingreep en met voortdurende OA pijn. Voorgaande conventionele behandeling wordt omgeschreven als behandeling met minstens één van de volgende:
a. aanpassing van de levensstijl
b. gewichtsverlies, indien BMI >25
c. pijnmedicatie
d. IA corticosteroide injecties
5. Kniebuiging tussen >=90 en <=150 graden
6. WOMAC pijnscore van minstens 40 (schaal 0-100) op de baseline visite.
7. BMI < 35 of gewicht <136kg
8. Kandidaat voor een hoge tibia-osteotomie ingreep
9. Proefpersonen die vrijwillig en geschreven toestemming kunnen geven om deel te nemen aan het onderzoek en van wie toestemming gekregen werd.
10. Proefpersonen die, volgens de onderzoeker, het klinisch onderzoek begrijpen, meewerken aan de onderzoeksprocedures en bereid zijn terug te komen voor follow up onderzoeken.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Symptomatische OA van het laterale of het patello-femorale compartiment van de betrokken knie, d.w.z.. klinische tekenen of radiologische evidentie van geavanceerd AO in het laterale of het patello-femorale compartiment van de betrokken knie.
2. Symptomatische OA met een Kellgren Lawrence graad 4 in de contralaterale knie waarvoor chirurgische ingreep aangewezen is binnen 12 maanden na inclusie, d.w.z. de contralaterale knie heeft radiologische evidentie van ernstige OA (Kellgren Lawrence graad 4), klinische tekenen van ernstige OA (ernstige gewrichtspijn of bewegingsbeperking) of tekenen die de dagelijkse activiteiten, het op- of afgaan van trappen beïnvloeden of het gebruik van een hulpmiddel noodzakelijk maken.
3. Tibia femorale varus of valgus uitlijning van >10 graden (bevonden door de onderzoeker)
4. Flexie misvorming van >5 graden
5. Overstrekking van > 10 graden
6. Ernstige misvormingen die leiden tot slechte fixatie of verkeerd positioneren van het implantaat.
7. Pathologisch instabiele ligamenten (>1 MCL letsel of Lachman >1) zoals bevonden door de onderzoeker tijdens lichamelijk onderzoek
8. Neuropathische pijn of fibromyalgie, of knie- of andere pijn die chronisch pijnmanagement vereist.
9. Actieve infectie, inflammatoire gewrichtsaandoening, voorgeschiedenis van ontstekingen in de beoogde knie of infectiehaarden die kunnen uitspreiden naar de plaats van de implantatie.
10. Eerdere ingreep aan het gewricht binnen 12 maanden van de studie ingreep, zoals reconstructie van de ligamenten, herstel van de meniscus, kraakbeentransplantatie of microfractuur. Arthroscopische ingrepen voor het spoelen van het gewricht, menisectomie, chirurgische debridement en het verwijderen van losse structuren zijn uitgesloten binnen 3 maanden voor de geplande studie ingreep.
11. Eerdere osteotomie of mislukte kunstknie implantatie.
12. Gekende gevoeligheid voor metalen implantaten
13. Rheumatoide arthritis, andere vormen van gewrichtsontsteking of autoimmuunziekte
14. Ziekte van Paget of een metabole ziekte die beenvorming aantast
15. Matige tot ernstige osteoporose of pathologische fracturen bevestigd door radiolucentie van de femorale of tibiale cortex op radiografie
16. Charcot gewrichtsaandoening of andere ernstige neurosensorische afwijkingen
17. Immunologisch onderdrukt of gecompromitteerd
18. Vroeger gebruik van systemische steroïden, medicatie die het botmetabolisme aantast (zoals chemotherapie) in de laatste 6 maanden, of radiotherapie in de laatste 6 maanden
19. Een significante medische aandoening (bv. Diabetes Mellitus die dagelijks insuline therapie vereist, gevorderde leveraandoening, gevorderde nieraandoening, congestief hartfalen, ongecontrolleerde voorbijgaande cerebrale ischemie, kanker, symptomen van radiculitis geassocieerd met lumbale ruggegraad pathologie), significante psychiatrische aandoening (zoals ernstige depressie, angststoornissen,bipolaire stoornissen en schizofrenie), voorgeschiedenis van of actief alcohol- of drugmisbruik (volgens de standaard diagnostische criteria beschreven in de Diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders DSM-IV) of andere factoren (bv. geplande verhuis, patiënt die niet meewerkt).
20. Lopende procedure of ongevallenverzekering voor letsels of aandoeningen van het spierstelsel en geraamte.
21. Zwanger zijn of van plan zijn om zwanger te worden tijdens de duur van de studie.
22. Patiënten die momenteel betrokken zijn in een onderzoek met een medicijn of medisch hulpmiddel in onderzoek of die in de afgelopen 3 maanden aan een dergelijk onderzoek hebben deelgenomen.
23. Gevangenen of personen onder toezicht van de Staat.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT01610505 |
CCMO | NL38105.094.13 |