Primaire doelen:• Beoordelen van de werkzaamheid van intraveneus toegediend FCM op de inspanningscapaciteit vergeleken met de gebruikelijke behandeling.Secundaire doelen:• Beoordelen van de werkzaamheid van intraveneus toegediend FCM in vergelijking…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Falen van de hartfunctie
- Ijzer- en sporenelementenmetabolismestoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair eindpunt:
• Veranderingen in de piek VO2 (ml/kg/min) vanaf de uitgangssituatie tot aan
week 24
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire eindpunten:
- Veranderingen in de piek VO2 (ml/kg/min) vanaf de uitgangssituatie tot aan
week 12
- Verandering in de helling van de grafiek
minuutventilatie/kooldioxideproductie ten opzichte van de uitgangssituatie tot
aan de weken 12 en 24
- Verandering in werktempo bereikt bij maximale inspanning van de
uitgangswaarde tot week 12 en 24.
- Veranderingen vanaf de uitgangssituatie tot aan de weken 6, 12 en 24 voor wat
betreft:
*belangrijke laboratorium- en ijzerparameters
*cardiale biomarkers (inclusief BNP en NT-proBNP)
*NYHA
*PGA
*QvL (Kansas City cardiomyopathy questionnaire (KCCQ) en European quality of
life 5D questionnaire (EQ 5D))
- Veranderingen vanaf de uitgangssituatie tot aan de weken 12 en 24 in
ECHO-metingen:
*ejectiefractie van de linkerventrikel (%)
*eindsystolische en -diastolische diameters van linkerventrikel (mm)
*interventriculaire en posterieure wanddikte (mm)
*diameter linker boezem (mm; parasternale lange-asweergave)
*regurgitatie mitralisklep (matig-ernstig tot ernstig)
*verhouding snelheid E-golf tot A-golf
*vroege weefselsnelheid (E' in cm/s van septale en laterale wand)
- Cumulatieve ijzerbehoeften en aantal ijzertoedieningen tijdens de
onderzoeksperiode
- Percentage proefpersonen dat voldoet aan het belangrijke eindpunt voor de
veiligheid gedefinieerd als tijd tot aan:
*Overlijden
*(Eerste) ziekenhuisopname voor verergering van het hartfalen
*Harttransplantatie
Achtergrond van het onderzoek
Studie achtergrond:
Patiënten die lijden aan chronisch hartfalen (CHF) hebben een verminderde
levensverwachting, afgenomen kwaliteit van leven en een hogere frequentie van
ziekenhuisopnames. Hierdoor is CHF een aanzienlijke economische belasting voor
de samenleving waarbij 1-2% van het totale gezondheidzorg budget wordt
opgenomen. Tot 37% van de patiënten met CHF kunnen lijden aan een ijzer
deficiëntie (ID). IJzer is essentieel voor de transport en opslag van zuurstof,
oxidatieve metabolisme in het geraamte en hartspier en de synthese en
degradatie van lipides, koolhydraten, DNA en RNA. Daarnaast is ijzer een
cruciaal onderdeel in erytropoëse.
Patiënten met deze chronische ziekte hebben ook een verhoogde hoeveelheid
pro-inflammatoire cytokines en up-regulatie van hepcidine. Dit zorgt voor
verdere belemmering van de opname van ijzer in de darmen en de afgifte van
ijzer (van gefagocyteerde verouderde rode bloedcellen uit het
Reticulo-endotheliaal systeem). In dit klinisch onderzoek leidt een verminderde
ijzer opname samen met een accumulatie binnen de Reticulo-endotheliaal opslag
tot een beperkte ijzer beschikbaarheid voor erytropoëse en uiteindelijk ijzer
deficiëntie anemie. Aangezien het belangrijkste kenmerk van dit type anemie een
verminderde mobilisatie van ijzer uit cellen is, can het voorkomen ondanks
voldoende ijzer opslag in het lichaam en het funtionele ID heet in
tegenstelling tot absolute ID, wanneer de ijzer opslag in het lichaam
significant uitgeput zijn.
Momenteel worden er 6 studies van verschillende grootte uitgevoerd waarbij IV
ijzer gebruikt wordt in CHF patienten waarvan er 2 uitgevoerd worden als een
placebo gecontroleerde dubbel-blinde studies. Alle 6 de studies hebben initeel
bewijs geleverd voor de voordelen van IV ijzer in deze populatie, inclusief
klinische relevante verbeteringen in New York Heart Association (NYHA) klasse,
patienten QoL en funtionele parameters. Eén studie heeft ook de rol van oraal
ijzer in anemische CHF patienten onderzocht en heeft geen voordeel aangetoont
in termen van verbeterde Hb levels of andere cardiale parameters over een
periode van 1 jaar.
Terwijl het dus lijkt dat er een voordeel is voor patienten met CHF die IV
ijzer ontvangen, zijn er momenteel geen richtlijnen voor een passend ijzer
gebruik in CHF. Recentelijk gepubliceerde literatuur over het gbruik van IV
ijzer in CHF, raadt sterk aan om gecontrolleerde klinische onderzoeken met
harde eindpunten uittevoeren om bewijs te leveren voor het opstellen van
toepasselijke rchtlijnen.
Doel van het onderzoek
Primaire doelen:
• Beoordelen van de werkzaamheid van intraveneus toegediend FCM op de
inspanningscapaciteit vergeleken met de gebruikelijke behandeling.
Secundaire doelen:
• Beoordelen van de werkzaamheid van intraveneus toegediend FCM in vergelijking
met de gebruikelijke behandeling met betrekking tot de biomarkers voor
ijzerdeficiëntie, de cardiale biomarkers, de functionele klasse van de New York
Heart Association (NYHA), de algemene beoordeling van de patiënt (patient
global assessment, PGA), de kwaliteit van leven (quality of life, QoL), de
nierfunctie, de hartfunctie beoordeeld aan de hand van een echocardiogram
(ECHO) en de ijzerbehoeften bij CHF-patiënten met ijzerdeficiëntie.
• Beoordelen van de veiligheid van intraveneus toegediend FCM gedurende de
gehele behandelperiode.
Onderzoeksopzet
Studie opzet:
Open-label, multicenter, prospectief, gerandomiseerd onderzoek met 2 groepen
voor het beoordelen van de effecten van FCM in vergelijking met de
standaardbehandeling op de inspanningscapaciteit bij CHF-patiënten met
ijzerdeficiëntie.
Na een initiële screeningsperiode (maximaal 12 weken) worden hiervoor geschikte
proefpersonen voor een periode van maximaal 24 weken gerandomiseerd (1:1) voor
FCM of de normale behandeling. De onderzoeksbezoeken vinden plaats op dag 0
(uitgangssituatie) met extra onderzoeksbezoeken in de weken 6, 12 en 24. Binnen
de screeningsperiode moet de reproduceerbaarheid van de piekzuurstofopname
(piek VO2) met hiervoor geschikte tests worden bevestigd (zie voor nadere
gegevens rubriek 9.1.3, VO2 Assessments, pagina 41).
De proefpersonen die worden gerandomiseerd voor de gebruikelijke behandeling
kunnen naar het oordeel van de onderzoeker oraal ijzer toegediend krijgen,
hoewel het proefpersonen niet is toegestaan om intraveneus ijzer te ontvangen.
Alle proefpersonen moeten bij alle onderzoeksbezoeken tot aan week 24 (einde
van het onderzoek) aanwezig zijn.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Interventie Groep A: IV Ferricarboxymaltose Groep B: Standaardbehandeling (Intraveneus toedienen van ijzer is niet toegestaan)
Inschatting van belasting en risico
Risico's verbonden met de studiemedicatie:
In klinische onderzoeken is misselijkheid de bijwerking die het vaakst wordt
gerapporteerd; ongeveer 3,1% van de patiënten krijgt last van misselijkheid.
Andere bekende bijwerkingen die tijdens of na de toediening van
ijzercarboxymaltose kunnen optreden, zijn:
- Vaak (komt voor bij 1 tot 10% van de patiënten dat ijzercarboxymaltose
ontvangt): hoofdpijn, duizeligheid, hoge bloeddruk (hypertensie), misselijkheid
en/of reacties op de injectieplaats.
- Soms (komt voor bij 0,1 tot 1% van de patiënten dat ijzercarboxymaltose
ontvangt): (milde) allergische reactie (overgevoeligheid), gevoel van pijn
(paresthesie), veranderde smaak (dysgeusie), versnelde hartslag (tachycardie),
lage bloeddruk (hypotensie), , roodheid in het gezicht (blozen),
ademhalingsproblemen (dyspneu), braken, maagklachten (dyspepsie), buikpijn,
verstopping, diarree, jeuk (pruritus), netelroos (urticaria), roodheid van de
huid (erythema), huiduitslag, spierpijn, gewrichtspijn en/of rugpijn (myalgie
en artralgie), spier verkramping, koorts (pyrexie), moe zijn (vermoeidheid ),
pijn op de borst, perifere zwelling van handen en/of voeten (oedeem), pijn
en/of verkoudheid.
- Zelden (komt voor bij 0,01 tot 0,1% van de patiënten dat ijzercarboxymaltose
ontvangt): ernstige allergische reacties (anafylactische reactie), rillingen
en/of onwel zijn.
Als onderdeel van de voortdurende post-marketing controle van
ijzercarboxymaltose, zijn de volgende ernstige bijwerkingen geobserveerd:
flauwvallen (syncope en/of verlies van het bewustzijn), duizeligheid (vertigo),
angst, zwelling van gezicht, nek en keel (angio-oedeem en/of gezichtsoedeem)
roodheid van de huid (dermatitis), bleekheid (pallor) en ernstige beklemming
van de keel en luchtwegen (bronchospasmen).
Er kunnen veranderingen optreden in uw leverfunctie, zoals een toename van het
enzym alanine aminotransferase (komt voor bij 1 tot 10% van de patiënten dat
ijzercarboxymaltose ontvangt), aspartaat aminotransferase, gamma-glutamyl
transferase, bloed lactaat dehydrogenase en bloed alkaline fosfatase (komen
alle voor bij 0,1 tot 1% van de patiënten dat ijzercarboxymaltose ontvangt).
Ook is er een tijdelijke toename van bloed fosfaat geconstateerd bij 1 tot 10%
van de patiënten dat ijzercarboxymaltose ontvangt.
Toediening van ijzerpreparaten via een injectie kan een
overgevoeligheidsreactie inclusief anafylactische reacties veroorzaken, wat
fatale gevolgen kan hebben.
Naast de hierboven genoemde mogelijke tijdelijke bijwerkingen kan een lek van
de injectie of infuusoplossing op de injectieplaats (dat gebeurt alleen
wanneer het infuus of de injectie niet correct wordt toegediend) leiden tot
irritatie van de huid en een mogelijk langdurige bruinachtige verkleuring bij 1
tot 10% van de patiënten dat ijzercarboxymaltose ontvangt). In geval van een
lek naast de ader, moet het infuus of the injectie onmiddellijk worden
stopgezet. Deze bijwerking kan mogelijk blijvend zijn.
Het kan zijn dat het onderzoeksgeneesmiddel dat voor dit onderzoek wordt
gebruikt (infusen of injecties met ijzercarboxymaltose) de ijzerdeficiëntie van
de patiënt niet kan behandelen of verminderen. Het is ook mogelijk dat de dosis
ijzercarboxymaltose het ijzergehalte van de patiënt niet kan doen stijgen.
Zoals dat bij elk wetenschappelijk onderzoek het geval is, kan de toepassing
van de onderzoeksbehandeling bepaalde, niet te voorziene risico*s inhouden.
Risico's verbonden met onderzoeksprocedures:
Risico's verbonden met de afname van bloed (zelden): men kan pijn hebben op de
injectieplaats, een (tijdelijke) bloeding, een branderig gevoel, duizelig zijn,
flauwvallen, een blauwe plek of een infectie hebben op de plaats waar de naald
is ingebracht voor de bloedafname.
Verder houdt ook het uitvoeren van de inspanningstest met de fiets risico*s in
(Peak VO2 test). Bij patiënten van wie men weet of vermoedt dat ze een
hartaandoening hebben, overlijdt 1 op de 10.000 patiënten en 6 op de 10.000
patiënten kunnen een levensbedreigend voorval krijgen. Andere mogelijke
risico*s zijn: verergering van een hartaandoening, stijging/daling van de
bloeddruk, hartaanval, flauwvallen, pijn op de borst, duizeligheid en
hoofdpijn.
Mogelijke voordelen van het onderzoek:
Patiënten kunnen van dit onderzoek profijt hebben als hun ijzerdeficiëntie
verbetert of door het onderzoeksgeneesmiddel onder controle wordt gehouden,
maar dit kan niet garandeerd worden en het is mogelijk dat ze geen profijt
hebben van deelname aan het onderzoek. Hun deelname levert echter informatie op
over de onderzoeksbehandeling en de ziekte waarvan anderen profijt kunnen
hebben.
De resultaten van alle tests en onderzoeken die voor het onderzoek noodzakelijk
zijn, krijgen de patiënten gratis. Tijdens deelname aan het onderzoek worden
patiënten nauwlettend door het onderzoekpersoneel in de gaten gehouden. Het kan
zijn dat de patiënten aan de hand van lichamelijke onderzoeken en medische
tests die tijdens dit onderzoek plaatsvinden informatie krijgen over hun
gezondheid.
Publiek
Flughofstrasse 61
Glattbrugg CH-8125
CH
Wetenschappelijk
Flughofstrasse 61
Glattbrugg CH-8125
CH
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Proefpersonen met stabiel CHF (functionele NYHA-klasse II-III), die al minimaal 4 weken een optimale basisbehandeling krijgen (wat door de onderzoeker is vastgesteld) en bij wie in de afgelopen 2 weken geen veranderingen zijn aangebracht in de dosering van de geneesmiddelen voor hartfalen (met uitzondering van diuretica). Over het algemeen behoort aan een optimale farmacologische behandeling een diureticum, een bètablokker en/of een angiotensine-converterende-enzymremmer (ACE) of een angiotensine-II-receptorblokker te zijn toegevoegd, tenzij dit gecontra-indiceerd is of niet wordt verdragen.
2. Linker ventriculaire ejectiefractie (LVEF) <= 45% (historische waarde kan worden gebruikt indien deze binnen 3 maanden van de start van de screening is uitgevoerd).
3. Inspanningsbeperking die tijdens de screening is aangetoond door een reproduceerbare piek VO2 van 10 18 ml/kg/min. Dit wordt berekend aan de hand van 2 tests (binnen 4 weken na elkaar en met een tussenpoos van minimaal 3 dagen verricht) waarbij binnen 4 weken voorafgaand aan het bezoek bij de uitgangssituatie minimaal 1 test wordt verricht. Een historische piek-VO2-test kan als test 1 worden gebruikt indien deze binnen 4 weken voorafgaand aan de screening is verricht. Het verschil in de waarden tussen de 2 tests moet minder dan 10% zijn. Indien het meer is dan 10% moet binnen 4 weken en minimaal 3 dagen na test 2 een derde test worden verricht. Voor de test bij de uitgangssituatie is de respiratoire exchange ratio (RER) >= 1,0.
4. Brain natriuretic peptide (BNP) >100 pg/ml en/of N terminal pro BNP (NT-proBNP) > 400 pg/ml.
5. Ferritine bij screening <100 ng/ml OF ferritine 100-300 ng/ml met TSAT < 20%.
6. Minimaal 18 jaar oud.
7. Voorafgaand aan een onderzoekspecifieke procedure moet de juiste schriftelijke toestemming na informatie worden verkregen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. De proefpersoon is bekend met gevoeligheid voor een van de tijdens de dosering toe te dienen producten.
2. Voorgeschiedenis met verworven ijzeroverbelasting.
3. Voorgeschiedenis met erytropoëtinestimulerend middel, intraveneuze ijzerbehandeling en/of bloedtransfusie in de 6 weken voorafgaand aan randomisatie.
4. Trainingsprogramma('s) voor inspanning in de 3 maanden voorafgaand aan screening of gepland in de komende 6 maanden.
5. De proefpersoon heeft onmiddellijk een transfusie nodig of heeft een hemoglobinewaarde (Hb) van >15 g/dl.
6. Bekend met een actieve bacteriële infectie.
7. Chronische leverziekten en/of bij de screening een alaninetransaminase- of aspartaattransaminasewaarde hoger dan 3 maal de bovenwaarde van normaal.
8. Vitamine-B12- en/of folaatdeficiëntie in serum dat behandeling vereist. Na correctie van de deficiëntie kan de proefpersoon opnieuw worden gescreend voor inclusie.
9. Bekend met hiv-virus/aids of actieve hepatitis B of C.
10. Klinische aanwijzingen voor huidige maligniteit met uitzondering van basalecellencarcinoom of plaveiselcelcarcinoom van de huid en cervicale intra-epitheliale neoplasie.
11. Op dit moment systemische chemotherapie en/of radiotherapie ontvangen.
12. Nierdialyse (in het verleden, op dit moment of gepland binnen de komende 6 maanden).
13. Instabiele angina pectoris naar het oordeel van de onderzoeker; ernstige ziekte met uitstroomobstructie van hartkleppen of linkerventrikel waarvoor interventie noodzakelijk is; atriale fibrillatie/flutter met een gemiddelde ventriculaire responssnelheid in rust van >100 slagen per minuut.
14. Acuut myocardinfarct of acuut coronair syndroom, TIA (transient ischaemic attack) of beroerte binnen de laatste 3 maanden voorafgaand aan randomisatie.
15. CABG-ingreep (Coronary Artery Bypass Graft), percutane interventie (bv. cardiaal, cerebrovasculair, aortaal; diagnostische katheters zijn toegestaan) of grote ingrepen, inclusief thoracale en cardiale chirurgie, in de 3 maanden voorafgaand aan randomisatie.
16. Proefpersoon neemt momenteel deel aan of heeft in de afgelopen 30 dagen nog deelgenomen aan een ander onderzoek naar een onderzoeksproduct of onderzoeksgeneesmiddel, of de proefpersoon ontvangt een of meerdere andere onderzoeksgeneesmiddelen.
17. De proefpersoon is zwanger (bv. een positieve HCG-test [humane choriongonadotrofinetest]) of geeft borstvoeding.
18. De proefpersoon gebruikt gedurende het onderzoek en tot aan maximaal 5 dagen na de laatste dosis van het onderzoeksgeneesmiddel een onvoldoende effectieve anticonceptiemethode.
19. De proefpersoon is al eerder voor dit onderzoek gerandomiseerd. NB: proefpersonen die niet door de eerste screening zijn gekomen, mogen opnieuw worden gescreend. Bij het opnieuw screenen moeten alle tests voor elk criterium binnen de maximaal gespecificeerde screeningsruimte vallen.
20. De proefpersoon is niet beschikbaar voor alle in het protocol gespecificeerde beoordelingen.
21. De proefpersoon heeft een aandoening waardoor het vermogen van de proefpersoon om schriftelijke toestemming na informatie te geven en/of om te voldoen aan de onderzoeksprocedures is aangetast.
22. De proefpersoon heeft een lichaamsgewicht <35 kg.
23. Proefpersoon is voorheen gerandomiseerd geweest in FER-CARS-05.
24. Cardio hersynchronisatietherapie implantatie van het hulpmiddel binnen 6 maanden voorafgaand aan de screening.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2011-000603-40-NL |
CCMO | NL36987.042.11 |