Het doel van dit onderzoek is om meer informatie te verzamelen om te bekijken of één van deze manieren om rituximab toe te dienen beter werkt of veiliger is bij het behandelen van patiënten met DLBCL. Bij het onderzoek wordt ook informatie verzameld…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Non-Hodgkin B-cel lymfomen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire rationale voor deze studie is het bepalen van de effectiviteit van
rituximab sc of iv in combinatie met CHOP, als gemeten middels de complete
respons (inclusief de complete niet bevestigde respons; CR/CRu) ongeveer één
maand na beëindiging van de op rituximab gebaseerde behandeling.
Secundaire uitkomstmaten
• Het vergelijken van de patiënttevredenheid van rituximab SC versus rituximab
IV in patiënten met DLBCL, als gemeten met behulp van de gevalideerde Cancer
Treatment Satisfaction Questionnaire (CTSQ) en de Rituximab Administration
Satifaction Questionnaire (RASQ).
• Het evalueren van de effecten van de toedieningsmethode (rituximab SC of IV)
in termen van:
- Rituximab toedieningstijd
- Stoelbezettingstijd
- Ziekenhuisverblijftijd
• Het evalueren van de eventvrije overleving, ziektevrije overleving,
progressievrije overleving en algemene overleving vanaf randomisatie.
• Het evalueren van de veiligheid van rituximab SC in vergelijking met
rituximab IV in patiënten met DLBCL, waarbij gelet op serious adverse events,
graad >=3 adverse events en graad >= 3 toedienings-geassocieerde reacties (AAR)
en infusie gerelateerde reacties (IRR) volgens de NCI CTCAE v4.0.
Achtergrond van het onderzoek
Roche doet onderzoek naar rituximab dat via een subcutane injectie in de huid
(subcutane rituximab genoemd) in plaats van intraveneus (intraveneuze
rituximab) wordt toegediend. In vergelijking tot iv toediening duurt een
rituximab SC injectie veel korter, namelijk maar 5 á 6 minuten subcutaan versus
minimaal 90 minuten (iv). Deze eenvoudige sc injectie kan de verblijfsduur van
de patiënt in het ziekenhuis significant reduceren in vergelijking met iv
toediening. Deze reductie geldt ook voor de invasieviteit van het zorg van het
ziekenhuis (verpleegtijd tijdens infusie en bezetting van ziekenhuisbedden).
Bijkomend verwacht Roche dat de subcutane toedieningsvorm een verbetering zal
geven van de patiënt tevredenheid, toedieningsgemak en therapietrouw.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om meer informatie te verzamelen om te bekijken
of één van deze manieren om rituximab toe te dienen beter werkt of veiliger is
bij het behandelen van patiënten met DLBCL. Bij het onderzoek wordt ook
informatie verzameld over hoe tevreden deelnemers met hun rituximab-behandeling
zijn en hoeveel tijd in de kliniek of het ziekenhuis wordt doorgebracht om de
rituximab-behandeling te krijgen.
Onderzoeksopzet
Het is een fase IIIb, prospectieve, multicenter, multinational, open label
gerandomiseerde studie met ongeveer 600 volwassen patiënten met onbehandeld
CD20 positieve DLBCL.
Patiënten worden middels randomisatie door stratificatie toegewezen aan groep A
of B in een 2:1 ratio. Alle patienten krijgen 8 cycli met rituximab (tenzij
zich er onaanvaardbare bijwerkingen voordoen of het ziektebeeld niet verbetert
of erger wordt) in combinatie met 6 of 8 cycli CHOP-21 of 6 of 8 cycli CHOP-14.
Rituximab wordt op dezelfde dag, net vóór CHOP-toediening of op de dag vóór
CHOP toegediend, gedurende 8 of 6 behandelingscycli. Patienten die in totaal 6
cycli met CHOP (in combinatie met rituximab) voorgeschreven krijgen, ontvangen
2 aanvullende behandelingscycli van 14 dagen met alleen rituximab (zonder
CHOP).
Patiënten in groep A krijgen intraveneuze rituximab gedurende de eerste
behandelingscyclus gevolgd door behandelingen met subcutane rituximab gedurende
de resterende 7 behandelingscycli. Als patiënten in groep A een reactie op de
eerste behandeling met intraveneuze rituximab vertonen of deze eerste infusie
niet volledig toegediend kunnen krijgen, krijgen ze de tweede behandeling ook
intraveneuze rituximab. Patiënten in groep B krijgen intraveneuze rituximab
gedurende alle 8 behandelingscycli.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten die geschikt zijn voor deelname worden behandeld volgens het studiespecifieke schema in het protocol v3.0, d.d. 20 maart 2013(appendix 1, pagina 98-100).
Inschatting van belasting en risico
De onderzoeksprocedures en behandelingen kunnen risico*s met zich meebrengen en
ongemak veroorzaken.
Er bestaat kans op lichte pijn of een blauwplek wanneer er bloed wordt
afgenomen. Bij afname van het beenmerg bestaat het risico op ernstige
bloedingen en/of infectie, maar dit komt zelden voor.
Tijdens het ondergaan van een MRI- of CT-scan wordt de patiënt blootgesteld aan
een laag stralingsniveau. De kleurstof die bij sommige CT-scans en MRI*s wordt
gebruikt kan ernstige allergische reacties veroorzaken die levensbedreigend
kunnen zijn als ze niet worden behandeld.
Er kunnen bijwerkingen optreden in reactie op rituximab IV; koorts en koude
rillingen, misselijkheid, overgeven, vermoeidheid, hoofdpijn, huiduitslag,
roodheid van de huid, jeuk, piepende ademhaling of een beklemd gevoel in de
borstkas, kortademigheid, ademhalingsproblemen, gevoel dat de tong of keel
opzwelt, keelirritatie, rhinitis, tijdelijke lage bloeddruk, blozen,
duizeligheid bij het overeind komen, snelle hartslag, pijn in de borstkas, of
pijn op de plek waar de tumor zich bevindt. Deze bijwerking zijn meestal licht
tot matig en kunnen gemakkelijk worden behandeld. In zeldzame gevallen kunnen
deze reacties ernstig zijn. Deze bijwerkingen komen na de eerste IV toediening
minder vaak voor.
Mogelijk verhoogt rituximab het risico op infecties vanwege de manier waarop
rituximab bloed- en tumorcellen doodt.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen zijn waargenomen bij ten minste 1 op de 10
mensen die rituximab met of zonder chemotherapie kregen in een wetenschappelijk
onderzoek. Hiertoe behoren infecties veroorzaakt door virussen of bacteriën;
bronchitis; koorts; koude rillingen; lage witte bloedceltelling met of zonder
koorts; lage concentratie antilichamen in het bloed (antilichamen helpen
infectie te bestrijden); lage concentratie bloedplaatjes (plaatjes helpen
bloedingen onder controle te brengen); zwelling van gezicht, lippen, mond of
keel (dit kan problemen bij het slikken of ademhalen veroorzaken);
misselijkheid; spierzwakte; huiduitslag; jeuk; hoofdpijn; en haaruitval.
Vaak voorkomende bijwerkingen zijn waargenomen bij ten minste 1 op de 100
mensen die rituximab met of zonder chemotherapie kregen in een wetenschappelijk
onderzoek naar kanker. Hiertoe behoren bloedinfecties; long- en
luchtweginfecties; schimmelinfecties; gordelroos (jeukende, tintelende plekken,
meestal op uw romp, die veranderen in pijnlijke blaren); hepatitis-B-infectie;
verkoudheidssymptomen; veranderingen in het bloed (zoals veranderingen die het
vermogen van het bloed verlagen om de weefsels van zuurstof te voorzien,
infectie te bestrijden en bloedingen te voorkomen alsmede een lagere
concentratie calcium en een hogere concentratie suiker en cholesterol);
verwijding van de bloedvaten; opzwellen van de handen, voeten of enkels;
gevoelloosheid; gevoelloosheid met een prikkend gevoel; allergische reacties;
netelroos; huidproblemen; tranende ogen; ooginfectie; oorpijn; tuiten van de
oren; hartslagafwijkingen, hartaanval, en andere hartproblemen (deze kunnen
resulteren in pijn in de borstkas en merkbare veranderingen in uw hartslag);
pijn in de borstkas; hoge bloeddruk; lage bloeddruk; ontsteking, irritatie
en/of een beklemd gevoel in de longen; kortademigheid; hoesten; rhinitis
(verstopte neus); sinusitis (verstopte bijholtes); mondontsteking;
slikproblemen; keelirritatie; indigestie; buikpijn; overgeven; diarree;
obstipatie; verminderde eetlust; gewichtsverlies; vermoeidheid; duizeligheid;
rillingen; zweten; slaapproblemen; nachtelijk zweten; agitatie; angst; malaise;
rood worden van het gezicht en het lichaam; verhoogde spierspanning; spierpijn;
gewrichtspijn; rugpijn; nekpijn; en tumorpijn.
Soms voorkomende bijwerkingen zijn waargenomen bij ten minste 1 op de 1000
mensen die rituximab met of zonder chemotherapie kregen in een wetenschappelijk
onderzoek. Hiertoe behoren: bloedingen; depressie; nervositeit; verandering in
de smaakwaarneming; bloedstollingsproblemen; opzwellen van de lymfeklieren;
astma; longproblemen waaronder ontsteking en littekenvorming wat de luchtwegen
vernauwt; niet genoeg zuurstofvoorziening voor het lichaam; opzwellen van de
buik; en pijn op de plaats waar rituximab is toegediend.
Publiek
Beneluxlaan 2a
Woerden 3446GR
NL
Wetenschappelijk
Beneluxlaan 2a
Woerden 3446GR
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Leeftijd van >= 18 en <= 80 jaar ten tijde van inclusie van de studie
• Histologisch bevestigd, onbehandeld CD-20 positief DLBCL volgens de WHO classificatie systeem
• Patiënten met een IPI score van 1-5 of een IPI score van 0 met een hoge tumorlast, gedefinieerd als één laesie >= 7,5 cm
• Tenminste één bi-dimensionaal laesie gedefinieerd als >= 1.5 cm in de grootste doorsnede op CT-scan, PET-CT scan of MRI.
• Adequate hematologische functie
• Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) score van <= 2.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Primair of secundair centraal zenuw stelsel lymfoom, histologisch bewijs van een transformatie van de Burkitt lymfoom, primaire mediastinaal DLBCL, primair mediastinaal DLBCL, primair effusie lymfoom, primair cutaan DLBCL, of primair DLBCL van de testis
• Getransformeerd lymfoom of folliculair lymfoom IIIB
• Eerdere therapie voor DLBCL, met uitzondering van nodaal biopt of lokale bestraling
• Geschiedenis van andere maligniteiten, behalve curatief behandelde basaal of plaveisel celcarcinoom of melanoom van de huid, carcinoom in situ van de cervix, of een maligniteit dat reeds behandeld is zonder curatieve intentie en in remissie is geweest zonder behandeld te zijn voor >= 5 jaar voorafgaand aan inclusie.
• Inadequate renale of hepatische functie
• Bekend met humaan immunodeficientie virus (HIV) infectie of HIV seropositieve status
• Actief hepatitis B virus (HBV) or actieve hepatitis C virus (HCV) infectie
• Geschiedenis van ernstige allergische of anafylactische reacties op gehumaniseerde of murine monoclonale antilichamen of bekende gevoeligheid of allergie voor murine producten
• Contraindicatie voor een van de individuele componenten van CHOP, inclusief eerder gebruik van anthracyclines
• Eerdere behandeling met cytotoxische medicatie of rituximab voor een andere conditie (bijv. rheumatoide arthritis) of voorafgaand gebruik van een anti-CD20 antilichaam
• Zwangere of lacterende vrouwen
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2012-000669-19-NL |
Ander register | Het onderzoek is onder het EudraCT nummer terug te vinden op www.rochetrials.com |
CCMO | NL41113.056.12 |