Het vergelijken van het EEG patroon na toediening van cyclopentolaat 1% met het EEG patroon na placebo oogdruppels.Primaire uitkomst maat:-EEG veranderingen na toediening van twee druppels cyclopentolaat 1% vergeleken met (twee druppels) placebo.…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Hartritmestoornissen
Synoniemen aandoening
Aandoening
Bijwerkingen centraal zenuwstelstel; EEG veranderingen
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaat is het detecteren van EEG veranderingen na toediening van
2 druppels cyclopentolaat 1%
Secundaire uitkomstmaten
Detecteren welk patroon verandert.
Detecteren van tijd van onstaan van EEG veranderingen.
Detecteren van de hoeveelheid en ernst/diepte van de veranderingen.
Detecteren van faktoren (zoals leeftijd, BMI etc) die het onstaan en de soort
en mate van veranderingen beinvloeden.
Detecteren van ECG veranderingen
Detecteren van tijd van onstaan van ECG veranderingen
Detecteren van de hoeveelheid en ernst/diepte van de veranderingen.
Detecteren van faktoren (zoals leeftijd, BMI etc) die het onstaan en de soort
en mate van veranderingen beinvloeden.
Achtergrond van het onderzoek
Cyclopentolaat 1% is het meest gebruikte cycloplegicum om de objectieve
refractie bij kinderen te bepalen. Ongeveer 10% van de kinderen vertoont
bijwerkingen bij het gebruik van cyclopentolaat. Deze bijwerkingen betreffen
voornamelijk het centraal zenuwstelstel (CZ). De meest gerapporteerde
bijwerkingen zijn slaperigheid en hyperactiviteit. Het risico op deze
bijwerkingen is hoger bij jonge kinderen en bij aanwezigheid van een lager BMI.
Er is onvoldoende inzicht in het onstaan, de aard en de ernst van de
veranderingen in het centraal zenuwstelstel. CZ veranderingen kunnen vastgelegd
worden met EEG onderzoek. Er zijn geen studies of case reports welke EEG
veranderingen na cyclopentolaat beschrijven. Er zijn wel enkele studies die
EEG veranderingen na intraveneus atropine beschrijven. Het onstaan, de aard en
de ernst van de veranderingen blijken dosis afhankelijk. Een pilotstudy bij 2
jonge kinderen met een normaal BMI vertoonde EEG veranderingen na toediening
van 2 druppels cyclopentolaat 1% en geen veranderingen zonder druppels. Het
merendeel van de kinderen die cyclopentolaat gedruppeld krijgen zijn erg jong.
Onderzoek toont aan dat BMI distributie zich verschuift naar uiterste limieten;
zowel richting obesitas alsmede ondergewicht.
Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen in het onstaan, de
aard en de ernst van CZ veranderingen na toediening van cyclopentolaat. Een
wetenschappelijke basis is aanwezig; EEG onderzoek is een sensitieve methode om
veranderingen (onstaan, aard en ernst) op centraal niveau vast te leggen.
Amendement.
Wegens het optreden van sinus ritme veranderingen bij reeds geincludeerde
proefpersonen is het onderzoek uitgebreid met een ECG onderzoek. Een
wetenschappelijke basis is aanwezig. Het doel van dit ECG onderzoek is het meer
inzicht krijgen in het optreden, de aard en de ernst van ECG veranderingen na
het toedienen van cyclopentolaat.
Doel van het onderzoek
Het vergelijken van het EEG patroon na toediening van cyclopentolaat 1% met het
EEG patroon na placebo oogdruppels.
Primaire uitkomst maat:
-EEG veranderingen na toediening van twee druppels cyclopentolaat 1% vergeleken
met (twee druppels) placebo.
Secundaire uitkomst maten:
- Patroon veranderingen van het EEG
- Tijdstip van EEG veranderingen.
- Frequentie van EEG veranderingen.
- Amplitude van EEG veranderingen
- Faktoren (zoals leeftijd, BMI etc) die het onstaan en de soort en mate van
veranderingen beinvloeden.
-Patroon veranderingen in het ECG
-Tijdstip van ECG veranderingen
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek betreft een prospectieve, mono-centre, cross sectioneel,
kwantitatieve, enkel-blinde, placebo gecontroleerde, gerandomiseerde
observationele studie.
Deze studie onderzoekt de aanwezigheid en de aard van centraal zenuwstelstel
bijwerkingen met behulp van EEG en ECG onderzoek en tevens risico factoren voor
het onstaan van deze bijwerkingen bij kinderen na 2 druppels cyclopentolaat
1%. De studie duur zal ongeveer 1 jaar zijn; tot 24 proefpersonen de EEG
onderzoeken compleet hebben afgerond.
Interventie:
Gerandomiseerd: Twee druppels cyclopentolaat hydrochloride 1%; interval 5
minuten of twee druppels placebo; interval 5 minuten.
Inschatting van belasting en risico
Er zijn geen additionele risico's aanwezig bij deelname aan dit onderzoek.
Proefpersonen dienen in het kader van hun normale behandeling of follow-up
reeds een cycloplegische refractie te ondergaan.
Zowel het opplakken van de EEG en ECG elektrodes alsmede de EEG of ECG
registratie alsmede het meten van de bloeddruk brengen geen risico's met zich
mee.
Het extra druppelen van een placebo brengt geen risico's met zich mee. De
placebo oogdruppel is kindvriendelijk en prikt of bijt niet. Eventueel ongemak
van het voelen van de placebo vloeistof in het oog heeft een zeer kortdurend
karakter. Ongemak van deelname aan de studie zal grotendeels bestaan uit het
additionele bezoek, het moeten zitten op een bed gedurende 50 minuten en het
extra wassen van het haar na elke EEG registratie.
Deze studie zal inzicht geven in het onstaan, de aard en ernst van CZ
veranderingen door het gebruik van cycloplegica. Tevens zullen factoren die het
onstaan, de aard en de ernst van veranderingen gedetermineerd worden. De
resultaten kunnen geextrapoleerd worden naar de algemene bevolking en zullen
worden vertaald naar een optimale methode c.q interventie voor objectieve
refractie bij kinderen.
Publiek
Lijnbaan 32
Den Haag 2512 VA
NL
Wetenschappelijk
Lijnbaan 32
Den Haag 2512 VA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Gezonde 6 tot 16 jarige kinderen, gepland voor een objectieve refractie volgens standaard afdelings protocol, niet lijdend aan syndromen of ziektes of gedrags- of aandachts stoornissen (zoals ADHD, ADD, autistische spectrum stoornissen etc) en een normaal of laag BMI bezittend.;Hoog BMI is gedefinieerd in meisjes als hebbende een BMI hoger dan 17.33 als 6 jarige, 17.74 als 7 jarige, 18.34 als 8 jarige, 19.06 als 9 jarige, 19.85 als 10 jarige, 20.73 als 11 jarige, 21.67 als 12 jarige, 22.57 als 13 jarige, 23.33 als 14 jarige, 23.93 als 15 jarige en 24.36 als 16 jarige (zie pagina 27 van het protocol). Voor jongens is hoog BMI gedefinieerd als hebbende een BMI hoger dan 17.54 als 6 jarige, 17.91 als 7 jarige, 18.43 als 8 jarige, 19.09 als 9 jarige, 19.83 als 10 jarige, 20.54 als 11 jarige, 21.21 als 12 jarige, 22.90 als 13 jarige, 22.61 als 14 jarige, 23.28 als 15 jarige en 23.89 als 16 jarige (zie pagina 27 van het protocol).;Laag BMI is gedefinieerd in meisjes als hebbende een BMI lager dan 13.93 als 6 jarige, 14.01 als 7 jarige, 14.17 als 8 jarige, 14.43 als 9 jarige, 14.78 als 10 jarige, 15.26 als 11 jarige, 15.84 als 12 jarige, 16.44 als 13 jarige, 17.02 als 14 jarige, 17.53 als 15 jarige en 17.96 als 16 jarige (zie pagina 27 van het protocol). Voor jongens is laag BMI gedefinieerd als hebbende een BMI lager dan 14.04 als 6 jarige, 14.07 als 7 jarige, 14.21 als 8 jarige, 14.42 als 9 jarige, 14.70 als 10 jarige, 15.04 als 11 jarige, 15.48 als 12 jarige, 15.99 als 13 jarige, 16.55 als 14 jarige, 17.14 als 15 jarige en 17.71 als 16 jarige (zie pagina 27 van het protocol).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Alle personen die niet voldoen aan de inclusie criteria genoemd onder D4b
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2012-001149-42-NL |
CCMO | NL35009.098.12 |
OMON | NL-OMON25564 |