Het doel van deze studie is te onderzoeken of een recidief van een melanoom vaker voorkomt na fertiliteitsbehandelingen of zwangerschap bij een eerder doorgemaakt melanoom in stadium I of II. Andere vormen van hormoontherapie zullen worden…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Huidneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
- Huidneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- Recidiefkans van een melanoom na ART
- Recidiefkans van een melanoom na doorgaande zwangerschap
- Recidiefkans van een melanoom na doorgaande zwangerschap door ART
Secundaire uitkomstmaten
- De mate van advies over hormonale therapie na een melanoom
- Angst en/of stress die ervaren wordt bij het gebruik van hormonale middelen
na een melanoom.
Achtergrond van het onderzoek
In Nederland worden er per jaar ongeveer 2700 vrouwen gediagnosticeerd met een
melanoom. Ongeveer 24% van deze vrouwen is in de fertiele levensfase en daarmee
is het melanoom een van de meest voorkomende vormen van kanker bij vrouwen in
deze leeftijdscategorie. De *World Health Organisation* (WHO) rapporteert
ongeveer 48.000 gevallen van melanoom gerelateerde sterfte per jaar wereldwijd.
Het melanoom is verantwoordelijk voor een groot deel van de sterfte door
huidtumoren (75%).
Melanomen ontwikkelen zich uit melanocyten. Melanocyten produceren een donker
pigment, melanine genaamd, wat voor de kleur van onze huid zorgt. Deze cellen
zitten vooral in de huid, maar worden ook gevonden in andere organen als
bijvoorbeeld het oog en het gastro-intestinale systeem. Om die reden kan een
melanoom ontstaan in alle lichaamsdelen die melanocyten bevatten. De primaire
oorzaak van het ontstaan van melanomen op de huid is de expositie aan
ultraviolet licht in combinatie met huidtype.
De behandeling van een melanoom bestaat o.a. uit chirurgische verwijdering van
de tumor. Als een melanoom in een vroeg stadium (stadium I) gevonden wordt en
compleet wordt verwijderd, is de kans op genezing groot (91-100%).1 De kans op
een recidief of metastasen wordt beïnvloed door de dikte van het primaire
melanoom. Als er reeds sprake is van gemetastaseerde ziekte bestaat de
behandeling uit o.a. chemo- en immunotherapie of radiotherapie.
Melanomen worden in de literatuur vaak beschouwd als hormoon gevoelige tumoren.
De invloed van hormonen op de incidentie, de progressie en de recidiefkans van
melanomen is echter gebaseerd op indirect bewijs. De stimulerende invloed van
oestrogenen op melanocyten is bewezen met in-vitro onderzoek met cellijnen en
met dierproeven. Verder kan bij vrouwen die hogere oestrogeenspiegels hebben,
zoals zwangere vrouwen en vrouwen die hormonale anticonceptie gebruiken, een
beeld van hyperpigmentatie van de huid worden gezien.
Begin jaren 50 verscheen er een aantal case reports die een associatie tussen
hormonen en het voorkomen en groei van melanomen liet zien. Dit was de
aanleiding voor verder onderzoek naar het gebruik van exogene hormonen. Een
associatie tussen orale anticonceptiva en melanomen werd gesuggereerd door
sommige auteurs. Echter, andere studies, met name reviews en kleine cohort
studies, hebben geen invloed gevonden van orale anticonceptiva of hormonale
suppletie op de incidentie van melanomen. Daarnaast is van belang dat zwangere
vrouwen met een melanoom geen slechtere prognose lijken te hebben in
vergelijking met niet zwangere vrouwen met een melanoom.
In een recente studie werd onderzocht of er vaker melanomen ontstonden bij
vrouwen die IVF hadden ondergaan. De auteurs vonden geen associatie tussen het
krijgen van een invasief melanoom en eerdere IVF behandeling zonder dat hieruit
een zwangerschap optrad. Zij vonden wél een verhoogde kans op het krijgen van
een melanoom bij vrouwen die kinderen kregen met IVF in vergelijking met
vrouwen die geen kinderen kregen na IVF (Hazard Ratio 3.61 CI 1,79 - 7,26).
Vrouwen die wel kinderen hadden maar geen IVF behandeling hadden ondergaan
hadden geen verhoogd risico.
Sub- of infertiliteit kan een reeds bestaande klacht zijn voor het krijgen van
een melanoom. Aan de andere kant kan uitgebreide behandeling van een melanoom
de fertiliteit van een vrouw beïnvloeden. Bij fertiliteitsbehandelingen, zoals
intra-uteriene inseminatie (IUI), in-vitro fertilisatie (IVF) of
intracytoplasmaire sperma injectie (ICSI) worden hoge doseringen hormonen
gebruikt.
Om die reden kunnen zorgverleners geconfronteerd worden met de vraag of
fertiliteitsbehandelingen na de behandeling van een melanoom een veilige optie
is. Tot op heden zijn zwangerschap en hormoongebruik wel opgenomen in de
landelijke richtlijnen maar worden er geen adviezen gegeven over een hormonale
behandeling tijdens fertiliteitsbehandelingen. Vanwege het gebrek aan
literatuur over dit onderwerp is er nog geen goed advies aan patiënten te
geven.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is te onderzoeken of een recidief van een melanoom
vaker voorkomt na fertiliteitsbehandelingen of zwangerschap bij een eerder
doorgemaakt melanoom in stadium I of II. Andere vormen van hormoontherapie
zullen worden geëvalueerd. Tot slot zullen de angst voor een zwangerschap en
hormoongebruik en de voorlichting die zij hierover hebben gehad, worden
geëvalueerd.
Onderzoeksopzet
Deze studie is een single center cohort enquête en status onderzoek.
Gegevens uit de enquête vullen de status aan wanneer de follow up beëindigd is.
Ook wordt de kans om zwangerschap, miskraam e.d. te missen omdat de behandelend
arts dit niet heeft genoteerd, tot een minimum beperkt.
Inschatting van belasting en risico
De belasting van het onderzoek bestaat uit 1 enquete die patiënten thuis
krijgen toegestuurd. De enquete bevat vragen over hun diagnose 'melanoom', over
een eventueel recidief, over het gebruik van hormonale medicatie, over het
gebruik van vruchtbaarheidsbehandelingen, over doorgemaakte zwangerschappen en
over hun beleving rondom het evt gebruik van hormonen. De vragenlijst duurt 15
minuten. Patiënten krijgen geen ontzegging in welke vorm ook, ze hoeven hun
gedragswijze niet aan te passen of andere vormen van veranderingen in hun leven
toe te passen. Er zitten geen risico's voor de proefpersonen aan dit onderzoek.
Publiek
Plesmanlaan 121
Amsterdam 1066 CX
NL
Wetenschappelijk
Plesmanlaan 121
Amsterdam 1066 CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Leeftijd tussen de 18 en 45 ten tijde van de diagnose melanoom
- Stadium I of II melanoom in de voorgeschiedenis
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Leeftijd <18 jaar of > 45 jaar bij diagnose
- Melanoom in situ
- Niet beheersen van de Nederlandse taal
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL52033.031.15 |