In dit onderzoek wordt gekeken naar de invloed van het aminozuur L-arginine, dat leidt tot verhoogde afgifte van stikstofmono-oxide in het lichaam, op de activiteit van bruin vet en de stofwisseling bij gezonde proefpersonen met licht overgewicht.…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Glucosemetabolismestoornissen (incl. diabetes mellitus)
- Lipidenmetabolismestoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1) Glucoseopname door bruin vet
2) Energieverbruik
3) Vetmassa
Secundaire uitkomstmaten
1) Thermoregulatie (huidtemperatuur, kerntemperatuur, huidperfusie en
endotheel-afhankelijke en -onafhankelijke vasodilatatie) en endotheelfunctie
2) Plasma lipiden en glucosetolerantie
3) Systemische inflammatie en inflammatie van vetweefsel
4) Insuline signaling in spier
Achtergrond van het onderzoek
Binnen het academisch ziekenhuis Maastricht en de universiteit Maastricht doen
de afdelingen endocrinologie, chirurgie en humane biologie in samenwerking met
de afdeling endocrinologie van het Leids Universitair Medisch Centrum veel
onderzoek naar stofwisselingsziekten. Overgewicht is een stofwisselingsziekte
die steeds vaker voorkomt en kan leiden tot de ontwikkeling van suikerziekte,
met alle complicaties van dien. Sinds 2009 is bekend dat bruin vet belangrijk
is voor de stofwisseling. Bruin vet is een klein orgaantje dat langs de
bloedvaten aanwezig is en in rap tempo vetten verbrandt tot warmte, als een
soort kacheltje. Hoe meer bruin vet je hebt, des te sneller de stofwisseling
gaat. Mensen met overgewicht hebben weinig bruin vet. Mogelijk kan de
stimulatie van dit lichaamseigen bruin vet een nieuwe behandeling tegen
overgewicht zijn. Interessant is dat wij recent ook hebben aangetoond dat niet
alleen mensen met overgewicht, maar ook gezonde adolescenten van Hindoestaanse
afkomst weinig bruin vet hebben. De Hindoestaanse bevolking heeft een verhoogde
kans op het ontwikkelen van overgewicht en suikerziekte in vergelijking met de
blanke, Caucasische bevolking en het hebben van weinig bruin vet vanaf de
adolescentie zou dus kunnen bijdragen aan hun verhoogde risico.
Uit dieronderzoek weten we dat stikstofmono-oxide belangrijk is voor de vorming
van bruin vet. Interessant is dat is gebleken dat zowel blanke Caucasiërs met
overgewicht als gezonde Hindoestaanse adolescenten een verminderde afgifte van
stikstofmono-oxide hebben. In dit onderzoek willen wij onderzoeken wat de
invloed is van het verhogen van de afgifte van stikstofmono-oxide in het
lichaam op bruin vet activiteit en de stofwisseling en of er een verschil is in
de effectiviteit in Hindoestanen en blanke Caucasiërs. Wij zullen dit doen door
te kijken naar het effect van toediening van het aminozuur L-arginine, de
voorloper van stikstomono-oxide.
Doel van het onderzoek
In dit onderzoek wordt gekeken naar de invloed van het aminozuur L-arginine,
dat leidt tot verhoogde afgifte van stikstofmono-oxide in het lichaam, op de
activiteit van bruin vet en de stofwisseling bij gezonde proefpersonen met
licht overgewicht. Zo kunnen we meer te weten komen over de invloed van
L-arginine en stikstofmono-oxide op overgewicht en bruin vet en kunnen we
overgewicht in de toekomst mogelijk beter behandelen.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek is een gerandomiseerde, dubbelblinde placebo-gecontroleerde
studie met cross-over desing. Proefpersonen zullen gerandomiseerd worden om
eerst gedurende 6 weken L-arginine/placebo te ontvangen, gevolgd door een
wash-out periode van 4 weken, gevolgd door nogmaals 6 weken behandeling met
L-arginine/placebo. Aangezien de studie dubbelblind is, weten zowel de
onderzoekers als de proefpersoon niet wanneer de proefpersoon welk van beide
behandelingen krijgt.
Aan het eind van beide interventies zullen 2 studiedagen plaatsvinden. Op de
eerste dag komt de proefpersoon om 10.00 uur na een licht ontbijtje naar de
universiteit en wordt een bruin vet scan (PET-CT scan) gemaakt na blootstelling
aan milde koude. Deze dag duurt ongeveer 5 uur. Facultatief kunnen
proefpersonen na de PET-CT scan ook een PET-MRI scan ondergaan. Deze duurt 45
min. In dat geval zal dat 1 ongeveer 6 uur duren. Op de ochtend van dag 2 komt
de proefpersoon weer nuchter naar de universiteit en worden een spier- en
vetbiopt afgenomen. Het spierbiopt wordt genomen uit de grote spier in het
bovenbeen; het vetbiopt wordt genomen uit het onderhuids vet van de buik. Na
het spier- en vetbiopt wordt een glucose tolerantie test uitgevoerd. Deze
tweede dag duurt ongeveer 4* uur.
Onderzoeksproduct en/of interventie
L-arginine (9 gram/dag) en placebo. De studie heeft een cross-over design en is bovendien dubbelblind. Dat betekent dat de proefpersoon eerst gedurende 6 weken de ene interventie ontvangt, gevolgd door 4 weken 'wash-out' en daarna 6 weken de andere interventie. De proefpersoon weet niet wanneer hij L-arginine of placebo ontvangt.
Inschatting van belasting en risico
- Er is een risico dat de proefpersoon een hematoom ontwikkeling na het
spierbiopt als het biopt niet goed is uitgevoerd
- Er is een risico dat de proefpersoon een hematoom krijgt bij het plaatsen van
het infuus
- We verwachten niet dat de suppletie van L-arginine schadelijk is voor de
proefpersonen. L-arginine wordt in een fysiologische dosis gegeven geven en
deze dosis is al meerdere malen in andere studies gegeven zonder rapportage van
bijwerkingen. Tenslotte wordt een veel hogere dosis (30 gram/dag) gebruikt bij
een GH stimulatie test in de kliniek.
- L-arginine geeft naar alle waarschijnlijkheid geen bijwerkingen, maar
mogelijke bijwerkingen zijn: verhoogd risico op bloedingen (vooral in mensen
die antistolling gebruiken), hypoglycemie (vooral in patiënten met type 2
diabetes of die andere glucoseverlagers gebruiken), hyperkaliëmie (vooral in
patiënten met lever- of nierfunctiestoornissen), hypotensie (vooral in
patiënten die antihypertensiva gebruiken), diarree, opgeblazen gevoel,
hematurie, verhoogde inflammatoire respons (in patiënten met astma), onrust van
de benen, lagerugpijn, misselijkheid, nachtzweten, flushing (bij stoppen met
L-arginine), uitslag, verlaging in hematocriet, onpretig gevoel in darmen of
maag, systemische acidose.
- Mogelijk worden er onverwachte bevindingen gevonden bij de PET-CT scan
- De effectieve dosis van de PET-CT scan en DXA-scanis 5.8 mSv. Dit wordt
beschouwd als een laag risico. Door deelname aan deze studie kunnen de
proefpersonen niet deelnemen aan een andere studie waarin straling wordt
gebruikt.
- De PET-MRI scan is niet met extra risico of straling geassocieerd.
Publiek
Universiteitssingel 50
Maastricht 6229 ER
NL
Wetenschappelijk
Universiteitssingel 50
Maastricht 6229 ER
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Caucasische en Hindoestaanse ethniciteit
- Leeftijd: 35-50 jaar
- Geslacht: man
- BMI: 25-30 kg/m2
- Plasma glucose levels 2 uur na OGTT tussen 7.8 en 11 mM (namelijk verlaagde glucosetolerantie) of gevast plasma glucose > 5.5 mM
- Goede algemene gezondheid
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- type 2 diabetes (bepaald op basis van een orale glucose tolerantie test)
- BMI > 30 kg/m2
- plasma glucose levels 2 uur na OGTT < 7.8 mM of gevast plasma glucose < 5.5 mM
- gebruik van beta-blockers (deze remmen bruin vet activiteit) < 1 maand voor de start van de studie of tijdens de studie
- deelname aan een intensief programma voor gewichtsverlies of intenstief trainingsprogramma tijdens het laatste jaar voor start van de studie
- misbruik van drugs en/of alcohol
- hyperthyreoidie of hypothyreoidie
- deelname aan een eerder onderzoek waarin een PET-CT scan is gedaan
- psychologisch onstabiele "personen (zoals beoordeeld door de behandelend arts)
- personen die mentaal geretardeerd zijn (zoals beoordeeld door de behandelend arts)
- personen met ernstige gedragsproblemen (zoals beoordeeld door de behandelend arts)
- contra-indicaties voor MRI (facultatief): aanwezigheid van metalen voorwerpen die het magnetisch veld van de MRI kunnen verstoren, zoals pacemaker, insulinepomp, neurostimulator, vaatclips, gehooraparaat en kunstkleppen. Verder excluderen we personen met metalen resten in het oog (na trauma), grote tatoeages en orthopedische protheses in het veld van de camera
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-001733-86-NL |
CCMO | NL49173.068.14 |