Doelstelling van het onderzoek is het evaluaren van de effectiviteit van CPAP-therapie op het heroptreden van atriumfibrilleren na een cardioversie bij patiënten met een centraal slaapapneu en bij gebleken effectiviteit de CPAP-therapie als…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartritmestoornissen
- Slaapstoornissen (incl. subtypes)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Heroptreden van atriumfibrilleren onder CPAP therapie
Secundaire uitkomstmaten
Aanwezigheid van bijkomende achtergrondvariabelen (bloeddruk, DM, leeftijd)
Achtergrond van het onderzoek
Bij slaapapneu (SA) wordt de nachtrust verstoord door een gestoorde ademhaling
gedurende de (nacht)slaap. Er kan door de belemmerde ademhaling zowel sprake
zijn van apneus (ademstop) als hypopneus (verminderde ademhaling) (1,2).
Verder wordt een onderscheid gemaakt tussen obstructieve (OSA) en centrale
slaapapneus (CSA). OSA is een gevolg van het dichtklappen van de bovenste
luchtwegen door aan slaap gerelateerde spierverslapping. Het dichtklappen van
de luchtwegen kan veroorzaakt worden door spierverslapping bij veroudering,
overgewicht of anatomische problematiek zoals bijvoorbeeld een slap verhemelte,
poliepen of een te grote tong. CSA wordt veroorzaakt door een verstoorde
cerebrale regulatie van de ademhaling. Een OSA is een apneu van minimaal 10
seconden met ademarbeid, een hypopneu is een verminderde ademarbeid gedurende
minimaal 10 seconden. Een CSA is een apneu van minimaal 10 seconden zonder
ademarbeid. Deze regels, vastgelegd door de American Academy of Sleep Medicine
(AASM), zijn belangrijk bij het analyseren van het polysomnografie (PSG). Een
PSG is een slaaponderzoek waarbij verschillende onderdelen geregistreerd worden
zoals de hersenactiviteit, de ademarbeid, het zuurstofgehalte in het bloed en
de hartfrequentie.
De ernst van SA wordt bepaald aan de hand van de apneu-hypopneu-index (AHI),
berekend per uur, die wordt vastgesteld tijdens een PSG. De ernst van SA wordt
ingedeeld in 3 categorieën: AHI 5-15/uur noemt met licht SA, AHI 16-30/uur
noemt men matig SA en AHI > 30 noemt men ernstig SA. AHI <5/uur is normaal. De
diagnose slaapapneu wordt gesteld bij een AHI boven de 5 keer per uur. Gemengde
vormen, centraal in combinatie met obstructief, zijn veelvoorkomend. De
behandeling van OSA(S) bestaat uit een conservatieve behandeling zoals
verandering in leefstijl bij overgewicht (beweging, gezond gewicht, gezonde
voeding) en/of chirurgische behandeling zoals vergroten van de ruimte in de
mond-keelholte. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om te behandelen met
continuous positive airway pressure (CPAP), waarbij patiënten *s nachts een
kapje op krijgen dat verbonden is met een klein mobiel apparaat dat elke
inademing met voldoende overdruk ondersteunt om de apneu op te heffen.
Omdat CSA(S) veroorzaakt wordt door verstoorde cerebrale regulatie van de
ademhaling werken conservatieve therapieën niet en wordt de CPAP ingezet als
behandeling. Het werkingsmechanisme van de CPAP bij CSA is gebaseerd op het
door overdruk creëren van goede ventilatie en diffusie van zuurstof naar de
bloedbaan en koolzuur naar de uitademingslucht. Vervolgens gebruiken de
chemoreceptoren in het lichaam deze balans van zuurstof en koolzuur in het
bloed om de hersenen weer aan te zetten tot een ademprikkel.
Patiënten met hart- en vaatziekten hebben een verhoogde incidentie op het
krijgen van een CSA en andersom. CSA heeft verergering van hartfalen tot gevolg
door blootstelling van het hart aan wisselend zuurstof aanbod, toegenomen
belasting op het hart, activatie van het sympathische zenuwstelsel en schade
aan endotheelweefsel .
Uit de literatuur blijkt dat er een sterke associatie bestaat tussen slaapapneu
en atriumfibrilleren (AF), een hartritmestoornis vanuit de atria van het hart.
Patiënten met CSA hebben een hogere prevalentie van AF dan patiënten met OSA.
AF kan behandeld worden met anti-arrhytmica of cardioversie. Met
anti-arrhytmica (medicatie) wordt getracht het normale ritme te herstellen en
vervolgens normaal te houden. Indien dit niet voldoende is, wordt een
cardioversie overwogen. Cardioversie is een non-invasieve ingreep, waarbij de
patiënt onder een lichte narcose een elektrische shock toegediend krijgt met
het doel het hart met een gestoord ritme weer in een normaal ritme (sinusritme)
te laten kloppen. AF kan na de behandeling weer heroptreden. Dit kan direct
(binnen een week) na de behandeling met cardioversie zijn of op een later
tijdstip, bijvoorbeeld na 2 maanden
Doel van het onderzoek
Doelstelling van het onderzoek is het evaluaren van de effectiviteit van
CPAP-therapie op het heroptreden van atriumfibrilleren na een cardioversie bij
patiënten met een centraal slaapapneu en bij gebleken effectiviteit de
CPAP-therapie als standaardbehandeling in te zetten.
Onderzoeksopzet
Pilotstudie, randomized clinical trial (RCT)
Inschatting van belasting en risico
Geen risico's, belasting van een vragenlijst, een intake, een slaaponderzoek en
3 controle afspraken.
Publiek
Henri van der Hoffplein 1
Sittard-Geleen 6162BG
NL
Wetenschappelijk
Henri van der Hoffplein 1
Sittard-Geleen 6162BG
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
centraal slaapapneu of gecombineerd centraal/obstructief slaapapneu met centrale apneu-hypopneu index boven 5/uur
atriumfibrilleren
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
hartfalen
andere hartritmestoornissen
puur obestructief slaapapneu
behandeling met CPAP-therapie
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL51056.096.14 |