Het primaire doel van dit onderzoek bestaat erin de werkzaamheid van een orale dosis van 20 mg of 80 mg tafamidis meglumine zachte capsules te beoordelen op basis van dood door welke oorzaak ook en van frequentie van cardiovasculairgerelateerde…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Myocardaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Overlijden door welke oorzaak ook (all-cause mortality) en de frequentie van
cardiovasculairgerelateerde ziekenhuisopnames.
Secundaire uitkomstmaten
1. Verandering ten opzichte van Baseline op Maand 30 in de afstand die werd
gelopenin de 6-Minute Walk Test.
2. Verandering in Maand 30 ten opzichte van baseline op de Kansas City
Cardiomyopathy Questionnaire Overall Summary score (KCCQ-OS).
3. Cardiovasculairgerelateerd overlijden
4. Frequentie van cardiovasculairgerelateerde ziekenhuisopnamen
5. Dood door welk oorzaak dan ook
6. TTR stabilisatie in Maand 1.
Achtergrond van het onderzoek
Transthyretine amyloide ziekte is een zeldzame en fatale aandoening die
gekarakteriseerd wordt door amyloide afzettingen die zijn afgeleid van
transthyretine (een plasma proteine) in verscheidene organen en weefsels.
Afzettingen van TTR amyloide worden geassocieerd met 2 aparte klinische
presentaties: transthyretin familial amyloid polyneuropathy (TTR FAP), wanneer
de perifere zenuwen voornamelijk zijn aangedaan en transthyretine amyloide
cardiomyopathie (TTR-CM), wanneer voornamelijk het hart is aangetast.
Zowel TTR-FAP als TTR CM zijn geassocieerd met genetische varianten van
transthyretine, maar TTR CM kan zich ook voordoen in de afwezigheid van enige
genetische mutatie en kan veroorzaakt worden door wild-type TTR amyloide
afzettingen. Op dit moment, met uitzondering van de goedkeuring van tafamidis
voor TTR-FAP in de Europese Unie (EU) en Japan, zijn er geen goedgekeurde
pharmacotherapieen voor deze aandoeningen.
TTR-CM treedt op wanneer TTR amyloide fibrillen het myocardium infiltreren, wat
leidt tot afzettingen van extracellulair amyloide. Afzetting van transthyretin
fibrillen vindt plaats tussen de myocardiale cellen en leidt tot een verdikking
en verstijving van het myocardiale weefsel. Deze infiltratie van het myocardium
resulteert in diastolische dysfunctie die zich uitbreidt tot restrictieve
cardiomyopathie, hartfalen en uiteindelijk tot overlijden.
Pfizer ontwikkelt tafamidis, an oraal klein molecuul, voor de behandeling van
transthyretine amyloide aandoeningen. Hiervan is in vitro aangetoond dat het
selectief bindt aan TTR in humaan bloed en fibril vorming vertraagt. Het bindt
aan de 2 thyroxine bindingsplaatsen met negatieve cooperativiteit, en toont
dissociatie constanten van 2 nM [Kd1] en 154 nM [Kd2] (DeVit 2006) en wanneer
gebonden, stabiliseert in kinetisch opzicht de TTR tetrameer (Sekijima 2009).
De hypothese is dat stabilisatie van TTR leidt tot vertraging of stopzetting
van de ziekteprogressie. Deze hypothese is bevestigd in een dubbelblinde,
placebogecontroleerde, 18 maanden durende studie in proefpersonen met TTR FAP,
waarbij de proefpersonen die tafamidis ontvingen, betere neurologische
uitkomsten hadden vergeleken met proefpersonen die placebo ontvingen. Om de
kennis van het natuurlijke verloop van TTR CM te vergroten is een
longitudinale, observationele klinische studie van 29 proefpersonen met de
V122I genetische variant (11 proefpersonen) of wild type (18 proefpersonen)
geassocieerd met TTR CM (Transthyretin Amyloid Cardiac Study; TRACS)
uitgevoerd. Een follow-up fase 2 open label interventionele studie (Study
Fx1B-201) toonde een TTR stabilisatie bij proefpersonen met V122I en wild-type
TTR CM en een acceptabel veiligheidsprofiel na het gedurende 12 maanden een
maal daags toedienen van tafamidis 20 mg.
Studie B3461031 werd ontworpen om de effecten van tafamidis op het
gecorrigeerde QT (QTc) interval in gezonde vrijwilligers te onderzoeken. Het
primaire doel was om de effecten van een supra-therapeutische tafamidis
concentratie (~20 *g/mL) op het QTc interval in vergelijking met placebo bij
gezonde vrijwilligers te karakteriseren. Een supra-therapeutische, enkele
orale dosis van 400 mg liet bij gezonde vrijwilligers geen effect op het QTc
interval zien. Een enkele dosering van moxifloxacin (400 mg) liet zien dat de
studie een onvoldoende sensitiviteit had om een toename in het QTc interval te
detecteren.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van dit onderzoek bestaat erin de werkzaamheid van een orale
dosis van 20 mg of 80 mg tafamidis meglumine zachte capsules te beoordelen op
basis van dood door welke oorzaak ook en van frequentie van
cardiovasculairgerelateerde ziekenhuisopnames en om tevens de veiligheid en
verdraagbaarheid te beoordelen in vergelijking met placebo. Tafamidis of
placebo zullen eenmaal daags worden toegediend, naast de standaardbehandeling,
gedurende 30 maanden aan proefpersonen die gediagnosticeerd werden met variant
of wildtype-TTR cardiomyopathie (TTR-CM).
Onderzoeksopzet
Dit is een internationaal, multicentrisch, driearmig, placebogecontroleerd,
gerandomiseerd fase-3 onderzoek met parallelgroepen met een 30-maanden durende
dubbelblinde behandelingsfase om de werkzaamheid, veiligheid en
verdraagbaarheid van tafamidis te bepalen op klinische resultaten in
proefpersonen met ofwel transthyretine genetische varianten of
wildtype-transthyretine die amyloïde cardiomyopathie (TTR-CM) tot gevolg
hebben.
Onderzoeksproduct en/of interventie
1 groep ontvangt 20 mg tafamidis meglumine, 1 groep ontvangt 80 mg tafamidis meglumine en 1 groep ontvangt placebo
Inschatting van belasting en risico
De risico's en bijwerkingen worden beschreven in sectie E9 van dit formulier en
in de proefpersonen informatie brochure.
Het is mogelijk dat de conditie van de proefpersonen stabiliseert door deelname
aan deze studie. Er is echter geen garantie dat dit ook gebeurt. Informatie die
beschikbaar komt door dit onderzoek, zou patienten in de toekomst kunnen
helpen.
Publiek
East 42nd Street 235
New York NY 10017
US
Wetenschappelijk
East 42nd Street 235
New York NY 10017
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Proefpersonen moeten voldoen aan alle volgende inclusiecriteria om in aanmerking te komen voor het onderzoek:
1. Bewijs van een persoonlijk ondertekende en gedateerde toestemmingsverklaring die aangeeft dat de proefpersoon (of een wettelijke vertegenwoordiger) op de hoogte gesteld werd van alle pertinente aspecten van het onderzoek en bewijs van een persoonlijk ondertekend en gedateerd formulier voor vrijgave van medische informatie betreffende toegang tot medische bestanden en follow-up door het centrum of verzorgers van de proefpersoon van de vitale status/transplantatiestatus met de proefpersoon tot 30 maanden na de onderzoeksrandomisatie. In sommige gevallen kunnen centra deze twee formulieren in één formulier combineren in overeenstemming met hun standaardpraktijk.
2. Proefpersonen die bereid en in staat zijn om geplande bezoeken, het behandelingsplan, laboratoriumtests en andere onderzoeksprocedures na te leven,
3. Proefpersonen moeten minstens 18 jaar oud zijn en niet ouder dan 90 jaar op het moment van de randomisatie,
4. Medische voorgeschiedenis van hartfalen (HF) met minstens 1 voorafgaande ziekenhuisopname voor HF of klinisch bewijs van HF (zonder ziekenhuisopname) manifest door tekenen of symptomen van volume-overbelasting of verhoogde intracardiale druk (zoals verhoogde jugulair veneuze druk, kortademigheid of tekenen van longstuwing op röntgenfoto*s of bij auscultatie, perifeer oedeem) dat behandeling vereist/vereiste met een diureticum voor verbetering,
5. De proefpersoon heeft gedocumenteerde TTR amyloïde cardiomyopathie in overeenstemming met het institutionele zorgniveau, dat als volgt gedefinieerd wordt:
a. Variant TTR-amyloïde cardiomyopathie gedefinieerd door al het volgende:
i. aanwezigheid van een variant TTR-genotype geassocieerd met cardiomyopathie en gepresenteerd met een cardiomyopathie fenotype (bijv. een geschiedenis van hartbeklemming),;1. TTR-genotypering is vereist bij de screening tenzij documentatie (bijv. oorspronkelijk labresultaat of kopie) van een voorgaande bepaling van een TTR-genotype wordt voorgelegd.
2. Proefpersonen met een bevestigde diagnose van mutant (variant genotype) TTR-CM met bijkomende *monoclonal gammopathy of undetermined significance* (MGUS) gebaseerd op serum of lichteketenbepalingen in urine, moeten op dezelfde manier getest worden als in het geval van niet-eenduidige immunohistochemie voor proefpersonen met wild-type TTE-CM hieronder.
ii. bewijs van cardiale aantasting met echocardiografie met een eind-diastolische interventriculaire septumwanddikte > 12 mm,
iii. aanwezigheid van amyloïde afzettingen in biopsieweefsel, zoals vetaspiraat, speekselklier, bindweefselschede rond nervus medianus of cardiaal (amyloïd aangetoond per toepasselijke vlek zoals congorode of alcianblauwe vlek).
b. Wild-type TTR-amyloïde cardiomyopathie gedefinieerd door al het volgende:
i. afwezigheid van een variant TTR-genotype,
ii. bewijs van cardiale aantasting met echocardiografie met een eind-diastolische interventriculaire septumwanddikte > 12 mm,
iii. aanwezigheid van amyloïde afzettingen in biopsieweefsel, zoals vetaspiraat, speekselklier, bindweefselschede rond nervus medianus of cardiaal (amyloïd aangetoond per toepasselijke vlek zoals congorode of alciaanblauwe vlek),
iv. TTR-precursorproteïne identificatie door massaspectrometrie.
1. In het geval waar het immunohistochemisch (IHC) resultaat niet-eenduidig is, zoals vlekken die lambda- of kappalichteketens suggereren, zijn aanvullende bevestigingstest vereist om de diagnose van TTR-cardiomyopathie te bevestigen. Deze bevestigingstest kan met één van de volgende worden uitgevoerd:
(a) massaspectrometrie (b) immunohistochemie met elektronenmicroscopie of immuno-elektronenmicroscopie of immunogoud-elektronenmicroscopie (c) scintigrafie met tracer bv. 99mTC-DPD [*99mTC-3,3-diphosphono-1,2-propano-dicarboxylic acid*], 99mTC- PYP [Pyrofosfaat] en ook 99mTC-HMDP [hydroxymethyleen difosfonaat].
6. Biopsie, gebruikt om de aanwezigheid van amyloïde te bepalen en het aantonen van TTR-precursorproteïne, moet uitgevoerd worden tijdens de screening of gedocumenteerd als zijnde reeds uitgevoerd.;7. De proefpersoon moet kunnen lezen in zijn of haar moedertaal en moet de vragenlijsten zelf kunnen invullen zonder hulp,
8. De symptomen voor HF van de proefpersoon zijn optimaal opgevolgd en klinisch stabiel met geen cardiovasculairgerelateerde ziekenhuisopnames binnen 2 weken voorafgaand aan baseline, zoals beoordeeld door de hoofdonderzoeker,
9. Mannelijke en vrouwelijke personen in de vruchtbare leeftijd en met een risico op zwangerschap, moeten toestemmen om twee zeer doeltreffende anticonceptiemethodes te gebruiken tijdens de duur van het onderzoek en dit voor minstens 28 dagen na de laatste dosis van de toegewezen behandeling. Een proefpersoon is potentieel vruchtbaar als, volgens de mening van de onderzoeker, hij/zij biologisch in staat is om kinderen te krijgen en seksueel actief is,
10. Proefpersonen moeten een screeningbezoek NT-proBNP concentratie > 600 pg/ml hebben (de omrekenfactor van conventionele pg/mL naar SI eenheden is door te delen door 8.45).
11. Proefpersonen moeten > 100 m kunnen afleggen op de 6-minuten staptest bij de screening.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Proefpersonen met één van het volgende zullen niet deelnemen aan het onderzoek:;1. Proefpersonen met een echocardiogram-evaluatie bij screening die door de centrale echocardiogramlezer niet geïnterpreteerd kan worden voor het meten van de wanddikte,;2. Proefpersonen die niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID*s) gebruiken die niet toegestaan zijn in dit protocol binnen 30 dagen voorafgaand het bezoek bij baseline.;3. Proefpersonen met een mBMI lager dan 600,;4. Proefpersonen met een voorgeschiedenis van drugs- of alcoholmisbruik tijdens de afgelopen 5 jaar die volgens de mening van de onderzoeker het naleven van de onderzoeksprocedures bij opvolgbezoeken zou hinderen.;5. Proefpersonen die tafamidis innemen of eerder hebben ingenomen,;6. Proefpersonen die behandeld moeten worden met calciumantagonisten (bv. verapamil diltiazem) of digitalis,;7. Proefpersonen met primaire (lichteketen-) amyloïdose,;8. Proefpersonen die een lever- of harttransplantatie ondergingen in het verleden, of implantatie van een cardiaal mechanisch hulp apparaat.;9. Proefpersoon heeft of wordt ervan verdacht om hepatitis B, C, HIV of een positieve serologie voor hepatitis B (HBsAg), hepatitis C (anti-HCV), of HIV, te hebben.;10. Proefpersonen met nierfalen die dialyse nodig hebben en/of met een geraamde glomerulusfiltratiesnelheid (eGFR) van <25ml/min/1,73 m2,;11. Proefpersonen met urineretentie die autosondering vereist,;12. Proefpersonen die personeelsleden zijn van het onderzoekscentrum rechtstreeks betrokken bij het uitvoeren van het onderzoek en hun familieleden, personeelsleden van het centrum die anderszins onder de supervisie van de onderzoeker vallen, of proefpersonen die werknemers van Pfizer zijn rechtstreeks betrokken bij het uitvoeren van het onderzoek, ;13. Proefpersonen met symptomen wijzend op New York Heart Association Classification IV bij de screening of bij het bezoek bij baseline,;14. Proefpersonen met leverfunctietestafwijkingen (alaninetransaminase en/of aspartaattransaminase) groter dan 2-maal de hoogste referentiewaarde en beschouwd als te wijten aan een verminderde leverfunctie of een actieve leverziekte,;15. Proefpersonen die deelnamen aan onderzoeken in verband met experimentele geneesmiddel(en) (Fases 1 - 4) in de 30 dagen voor het huidig onderzoek begint en/of tijdens de onderzoeksdeelname. Voor diflunisal, tauroursodeoxycholaat en doxycycline, bedraagt deze tijdsperiode ook 30 dagen voorafgaand aan het bezoek bij en/of elk moment tijdens de onderzoeksdeelname,;16. Proefpersonen met een andere acute of chronische, medische of psychiatrische aandoening of met afwijkende laboratoriumresultaten die het risico geassocieerd aan onderzoeksdeelname of toediening van het experimenteel geneesmiddel kan doen toenemen of die de interpretatie van de onderzoeksresultaten beïnvloedt en die, volgens de mening van de onderzoeker, de proefpersoon ongeschikt zouden maken voor deelname aan dit onderzoek.;17. Proefpersonen die zwangere vrouwen zijn; vrouwen die borstvoeding geven; mannelijke proefpersonen met partners die momenteel zwanger zijn, mannelijke en vrouwelijke proefpersonen die vruchtbaar zijn en onwillig of niet in staat zijn om twee (2) zeer doeltreffende anticonceptiemethodes te gebruiken zoals in dit protocol is beschreven gedurende de duur van het onderzoek en voor minstens 28 dagen na de laatste dosis van het experimenteel geneesmiddel;;18. Proefpersonen met een voorgeschiedenis van aanhoudende ventriculaire tachycardie of voortijdig afgebroken ventriculaire fibrillatie of met een voorgeschiedenis van disfunctie van atrioventriculaire (AV) nodus of sinoatriale (SA) nodus waarvoor een pacemaker aangewezen is maar niet geplaatst zal worden,;19. Proefpersonen met hartinsufficiëntie die volgens de mening van de onderzoeker aan de basis ligt van coronaire hartziekte (bijv. eerder opgetreden myocardinfarct met gedocumenteerde geschiedenis van cardiale enzymen en wijzigingen op ECG), of niet-gecorrigeerde hartklepaandoening en niet primair als gevolg van transthyretine amyloïde cardiomyopathie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2012-002465-35-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01994889 |
CCMO | NL49864.028.14 |