Het beoordelen van de werkzaamheid van HDM-SPIRE (HDM Synthetic Peptide Immuno-Regulatory Epitopes) voor de vermindering van symptomen en het gebruik van reddingsmedicatie voor huisstofmijtallergie bij deelnemers met klinisch relevante symptomen.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Allergische aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Gemiddelde gecombineerde score (CS) tijdens de PAC3 periode in de
HDM-SPIRE-behandel groep vergeleken met de gemiddelde CS in de placebo groep
Secundaire uitkomstmaten
-Klinisch globaal veranderingsbeeld bij symptomen van rhinoconjunctivitis in de
HDM-SPIRE groep vergeleken met placebo aan het einde van de studie
-Gemiddelde TRSS in de HDM-SPIRE groep vergeleken met placebo in de PAC3 periode
-Gemiddelde componenten score van de TRSS (nasale en niet-nasale) in de
HDM-SPIRE groep vergeleken met placebo in de PAC3 periode
-Gemiddelde RMS in de HDM-SPIRE groep vergeleken met placebo in de PAC3 periode
-Gemiddelde Rhinoconjunctivitis vragenlijst over kwaliteit van leven (RQLQ) in
de HDM-SPIRE groep vergeleken met placebo in de PAC3 periode
-Aantal dagen dat deelnemers geen matige of ernstige symptomen van
rhinoconjunctivitis hebben (RSS) zonder gebruik van reddingsmedicatie in de
HDM-SPIRE groep vergeleken met placebo in de PAC3 periode
Achtergrond van het onderzoek
Klinische uitingen van huisstofmijtallergie (HDM-allergie) zijn o.a.
rhinoconjunctivitis, astma en eczeem.
Allergische rinitis treft tussen 10% en 30% van alle volwassenen en tot 40% van
alle kinderen; wereldwijd 400 miljoen mensen. In Europa wisselt de prevalentie
van HDM-allergie per geografische regio, maar een toename van de prevalentie
van sensibilisatie voor HDM treedt in heel Europa op, correlerend met de
toename van allergische ziekten.
De behandeling van huisstofmijt-geïnduceerde rhinoconjunctivitis, astma en
eczeem bestaat uit het vermijden van allergenen en medicatie. Het kan echter
moeilijk zijn allergenen binnenshuis te vermijden en er is geen medicatie
beschikbaar voor een definitieve behandeling van de symptomen van
rhinoconjunctivitis, astma of eczeem.
Op dit moment wordt gewerkt aan de ontwikkeling van HDM-SPIRE (HDM Synthetic
Peptide Immuno-Regulatory Epitopes) voor de behandeling van HDM-allergie. Het
is ontworpen op basis van een gekozen set van zeven peptiden die enerzijds
interageren met T-cellen om tolerantie te induceren, maar anderzijds te kort
zijn om IgE op mestcellen en basofielen met elkaar te verbinden, waardoor de
ongewenste bijwerkingen van traditionele immunotherapie met hele
allergeenextracten aanzienlijk worden verminderd.
Doel van het onderzoek
Het beoordelen van de werkzaamheid van HDM-SPIRE
(HDM Synthetic Peptide Immuno-Regulatory Epitopes) voor de vermindering van
symptomen en het gebruik van reddingsmedicatie voor huisstofmijtallergie bij
deelnemers met klinisch relevante symptomen.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek is een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd,
parallelgegroepeerd, multicenter veldonderzoek waarbij 3 doseringsregimes
HDM-SPIRE worden toegediend met een interval van 4 weken gedurende 28 weken.
Deelnemers bezoeken het onderzoekscentrum voor screening en voor toediening van
het onderzoeksmiddel, en voor periodieke beoordeling van veiligheid en
werkzaamheid. Deelnemers vullen ook een elektronisch dagboek in (e-dagboek)
gedurende vier perioden van 3 weken. Deze dagboeken leggen de primaire
werkzaamheidsvariabele-gegevens vast (symptoomscores en geneesmiddelengebruik),
evenals andere door de patiënt gerapporteerde gegevens.
Onderzoeksproduct en/of interventie
-8 x placebo met tussenpozen van 4 weken -4 x 12 nmol HDM-SPIRE gevolgd door 4 x placebo met tussenpozen van 4 weken -4 x 12 nmol HDM-SPIRE met tussenpozen van 4 weken gevolgd door een tweede serie van 4 x 12 nmol HDM-SPIRE met tussenpozen van 4 weken -4 x 20 nmol HDM-SPIRE gevolgd door 4 x placebo met tussenpozen van 4 weken
Inschatting van belasting en risico
HDM-SPIRE is onderzocht in twee klinische onderzoeken, beide uitgevoerd in
Canada. Voor deze onderzoeken zijn in totaal ongeveer 200 proefpersonen
aangeworven.
In een onderzoek met toenemende doses (Circassia E001) werden 4 toedieningen
van HDM-SPIRE (0,03-12 nmol) beoordeeld die 4 weken na elkaar werden gegeven.
Aangetoond werd dat alle doses tot en met 12 nmol goed werden verdragen waarbij
geen veiligheidsrisico's werden geconstateerd. In een tweede onderzoek
(Circassia E002), waarbij blootstelling aan HDM-allergeen in een Environmental
Exposure Chamber (EEC) plaatsvond, werd geconstateerd dat een dosis van 12 nmol
HDM-SPIRE effectief was voor de behandeling van de symptomen van
rhinoconjunctivitis en effectiever bleek te zijn dan lagere doses (doses van 3
of 6 nmol).
Alle in dit onderzoek beoordeelde doses en doseringsschema's werden goed
verdragen en er werden geen veiligheidsrisico's gemeld.
De proefpersonen krijgen 8 intradermale injecties met 100µl HDM-SPIRE. De
veiligheid en verdraagbaarheid worden beoordeeld door het vastleggen van
bijwerkingen, een lichamelijk onderzoek, vitale functies, laboratoriumwaarden,
longfunctietests en lokale reacties op de injectieplaats gedurende een periode
van 52 weken.
Publiek
The Magdalen Centre, Oxford Science Park NA
Oxford OX4 4GA
GB
Wetenschappelijk
The Magdalen Centre, Oxford Science Park NA
Oxford OX4 4GA
GB
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
-Man of vrouw, in de leeftijd van 18-70 jaar.
-Een betrouwbare voorgeschiedenis met matige tot ernstige rhinoconjunctivitis (niezen, loopneus, jeukende neus, verstopte neus en/of jeukende ogen, rode ogen, waterige ogen en/of jeukend oor/gehemelte) na blootstelling aan huisstofmijt gedurende minimaal 1 jaar, die in het afgelopen jaar minimaal één keer een symptomatische behandeling vereiste.
-Gemiddelde TRSS (Total Rhinoconjunctivitis Symptom Score) *10 voor 4 nasale symptomen en 4 niet-nasale symptomen over een periode van 7 opeenvolgende dagen vóór het screeningsbezoek 1B/C.
- Ook Der p of Der f specifiek immunoglobuline E (IgE) elk * 0,35 kU/l gemeten door ImmunoCAP®.
-Positieve huidpriktest (bij voorkeur met de ALK-Abello allergeenextract-test) voor ook Der p of Der f met een bultdiameter van minimaal 5 mm (gemiddelde van langste en orthogonale diameter)
groter dan deze geproduceerd door de negatieve controle. De negatieve controle moet <2 mm voor een valide test.
-Schriftelijke geïnformeerde toestemming geven.
Extra inclusiecriteria aan het einde van de baseline-evaluatieperiode
-Gemiddelde TRSS *12 van 4 nasale symptomen en 4 niet-nasale symptomen tijdens de BAE-periode (periode van 3 weken voorafgaand aan randomisatie).
-Het e-dagboek ingevuld tijdens de BAE op minimaal 16 dagen (>75% van de gevallen).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
-Diagnose van astma met Global Initiative for astma (GINA) stap 3 (www.ginasthma.org) of een hogere behandeling.
-In geval van astma: heeft een achteruitgang van de astma ervaren die resulteerde in een spoedbehandeling of ziekenhuisopname in de 12 maanden vóór randomisatie, of heeft een levensbedreigende astma-aanval gehad (bijv. één waarvoor intubatie en mechanische ventilatie nodig was) op enig moment in het verleden.
-Een orale of parenterale corticosteroïde gebruikt op enig moment binnen 1 maand voorafgaand aan het screeningsbezoek 1B/C.
-Astma die een hoge dosis inhalatiecorticosteroïden (ICS) vereist of anti-IgE therapie in de 6 maanden voorafgaand aan het screeningsbezoek 1B/C.
-Geforceerd expiratoir volume in 1 seconde (FEV1) <80% van voorspelde waarde, of ander bewijs van deels gecontroleerde of ongecontroleerde astma.
-Klinisch significante, verstorende symptomen van allergie voor lokale seizoensgebonden allergenen (bijv. ambrosia, bijvoet, boom, gras of schimmel) en kan de BAE-periode en de laatste post-administration collection-periode (PAC-periode) niet afronden in week 50-52 (PAC3) buiten de respectievelijke allergieseizoenen.
-IgE *0,35 kU/l voor andere langdurige allergenen (bijv. dierlijke huidschilfers, kakkerlak, schimmel) die tijdens het onderzoek niet kunnen worden vermeden, of waarbij monstername van stof of stofzuiger in het huis van de deelnemer voor deze allergenen significante waarden aantonen, geanalyseerd door Indoor biotechnologies Allergen Analysis Service.
-Van plan zijn om minimaal 7 dagen weg te zijn tijdens de laatste PAC-periode in week 50-52 (PAC3), of met een levensstijl die wijst op een hoge waarschijnlijkheid op meer dan 7 dagen afwezigheid tijdens de PAC3-periode.
-immuunonderdrukkende behandeling in de 3 maanden voorafgaand aan bezoek 1B/C (met uitzondering van steroïden voor allergische symptomen en astmasymptomen).
-Eerdere immunotherapiebehandeling met een allergeenproduct voor huisstofmijt gedurende meer dan 1 maand in de 5 jaar voorafgaand aan de screening.
-Voorgeschiedenis van significante terugkerende acute sinusitis, gedefinieerd als 2 episoden per jaar in de laatste 2 jaar die allemaal een antibiotische behandeling vereisten, of een voorgeschiedenis van chronische sinusitis, gedefinieerd als sinussymptomen die langer dan 12 weken aanhielden en die 2 of meer belangrijke factoren of 1 belangrijke factor en 2 minder belangrijke factoren omvatten. Belangrijke factoren zijn gedefinieerd als gezichtspijn of -druk, verstopte neus of neusblokkade, loopneus of purulentie of doorzichtige afscheiding uit de neus, purulentie in de neusholte, of verminderd of verlies van reukvermogen. Minder belangrijke factoren zijn gedefinieerd als hoofdpijn, koorts, slechte adem, tandpijn, hoesten en pijn en druk in of overlopen van het oor.
Extra exclusiecriteria aan het eind van de BAE
-Gebruik van een oraal of parenteraal corticosteroïde tijdens de BAE-periode.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-001662-94-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02150343 |
CCMO | NL49602.072.14 |