Het doel van het onderzoek is om de effectiviteit van het bioresponse systeem te testen. Hiervoor moeten een aantal onderzoeksvragen beantwoord worden. De eerste onderzoeksvraag behandelt het vermogen van het bioresponse systeem om arousal te meten…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
volwassenen met een visuele- en (zeer) ernstige verstandelijke beperking
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De sensitiviteit en de responsiviteit van de begeleider. Instrument:
NICHD-scales.
Secundaire uitkomstmaten
De gedragsproblemen van de cliënt. Instrumenten: ABCL, SGZ.
De mate van begeleider-cliënt interactie. Instrument: ESCS, Pianta scales.
De gebruiksvriendelijkheid van het bioresponse systeem. Instrument: Social
Validity Scale.
Achtergrond van het onderzoek
Mensen met ernstige meervoudige beperkingen (EMB) (waarvan 70% ook een visuele
beperking hebben (Van Splunder, 2003)) ervaren dagelijks een hoge mate van
stress. Poppes, van der Putten & Vlaskamp (2010) vonden in hun studie dat er
bij 45% van de mensen met EMB aggressief en destructief gedrag optreedt en dat
deze ernstige gedragsproblemen dagelijks of wekelijks voorkomen. Deze
gedragsproblemen in combinatie met hoge mate van stress belemmeren de
ontwikkeling en eigen regie van mensen met EMB.
Omdat het non-verbale gedrag van mensen met EMB vaak zo moeilijk te lezen en te
begrijpen is, reageren begeleiders in residentiële instellingen vaak niet
sensitief genoeg op de signalen van deze cliënten (Maes, 2011). Er zijn voor
begeleiders specifieke programma's ontwikkeld zodat zij kunnen leren om binnen
de gegeven context deze subtiele gedragssignalen te begrijpen en op een
gevoelige en ontvankelijke manier te reageren (o.a. Janssen et al., 2003, Damen
et al., 2011). Dergelijke programma's zijn intensief en duur, en kunnen alleen
gebruikt worden met geselecteerde begeleiders. Naast de hoge trainingskosten is
het personeelsverloop in groepswoningen hoog, jaarlijks twee tot drie nieuwe
verzorgers voor elke cliënt (Buntinx, 2003) en gaat opgebouwde expertise
daarmee ook weer verloren.
Emotionele arousal gaat bij ieder mens gepaard met lichamelijke signalen. Door
middel van het registreren van lichamelijke signalen via een bioresponse
systeem, kan het mogelijk worden, mensen met een visuele- en (zeer) ernstige
verstandelijke beperking beter te leren begrijpen en hun signalen beter te
lezen. Een bioresponse systeem is een kostenbesparend hulpmiddel om kennis te
delen met collega's met betrekking tot de subtiele signalen van stress van de
cliënt. Hierdoor kan het begrip voor de cliënt vergroot worden met minder lange
en daardoor minder dure training.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is om de effectiviteit van het bioresponse systeem
te testen. Hiervoor moeten een aantal onderzoeksvragen beantwoord worden. De
eerste onderzoeksvraag behandelt het vermogen van het bioresponse systeem om
arousal te meten en op een duidelijke manier te communiceren aan begeleiders.
Verdere onderzoeksvragen gaan over de invloed van het systeem op de
sensitiviteit en responsiviteit van de begeleider en de invloed van het
systeem, in combinatie met een verhoogde sensitiviteit, op de gedragsproblemen
van de cliënt. De verwachte vermindering van de gedragsproblemen van de cliënt
leiden tot een nieuwe onderzoeksvraag over de invloed van het systeem en zijn
neveneffecten op de mate van de begeleider-cliënt interactie. De laatste
onderzoeksvraag gaat over de gebruiksvriendelijkheid van het systeem voor
begeleiders.
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek maakt gebruik van een randomized multiple baseline study design.
Per cliënt worden 21 video opnamen gemaakt waarvan 7 bij de voormeting, 7
tijdens de interventie en 7 bij de follow-up nameting. Wekelijks zullen er twee
tot drie video opnames gemaakt worden door een onderzoeksassistent. Video
opnamen van 35 minuten worden gemaakt bestaande uit 10 minuten voor een spel
moment; 10 minuten waarin er spake is van een natuurlijke thuis/groep situatie
en een 15 minuten durende semi-gestructureerde begeleider-cliënt interactie
gebaseerd op de *The Three Boxes Procedure* (NICHD, 2003). De duur van de
voormeting zal willekeurig bepaald worden. De follow-up nameting zal drie weken
na het eindigen van de interventie starten. De voormeting video's, de
interventie video's en de follow-up nameting video*s zullen worden gescoord op
NICHD-scales, ESCS, ABCL & Pianta scales door onafhankelijke beoordelaars, die
onbekend zijn met de fase waarin de video is opgenomen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De begeleiders ontvangen het bioresponse systeem, een handleiding en een instructiefilmpje over het gebruik van het systeem. Het bioresponse systeem bestaat uit een armbandje dat huidtemperatuur meet, een sensor sok die huidgeleiding meet, een bandje voor om de enkel en een app op een tablet PC. Tijdens de interventie wordt aan de begeleiders gevraagd om gedurende 12 weken het systeem dagelijks 90 minuten te gebruiken. Begeleiders worden gevraagd om tijdens het gebruik van het systeem hun observaties over het gedrag van de cliënt in te geven op het tablet. In Nederland heeft elke cliënt met een visuele- en (zeer) ernstige verstandelijke beperking een eigen signaleringsplan, waarin een beschrijving wordt gegeven van het gedrag van de cliënt waarmee hij/zij emoties, variërend van ontspannen tot aan zeer gestrest, uit. Gekleurde knoppen zijn zichtbaar op het scherm van het tablet. Deze kleuren komen overeen met het signaleringsplan. De begeleiders wordt gevraagd om op het tablet aan te geven hoe zij het bioresponse signaal en het gedrag van de cliënt interpreteren.
Inschatting van belasting en risico
Tijdens de video-opnames interacteren de cliënten met hun begeleiders volgens
een semigestructureerde aanpak. Hierbij krijgt de cliënt een armbandje, een
sensor sok (een normale sok met twee kleine zachte stoffen plaatjes) aan en een
elastische band met clipje voor de sensor voor om een enkel. De sok en de band
voor om de enkel worden door bandjes op hun plaats gehouden. Deze bandjes
worden met klittenband vastgemaakt. Het kan voorkomen dat deze bandjes te strak
worden vastgemaakt en knellen. Begeleiders worden attent gemaakt op dit risico
en gestimuleerd om bij elk gebruik te controleren of de bandjes niet te strak
zijn vastgemaakt.
Publiek
Van der Boechorsstraat 1
Amsterdam 1081BT
NL
Wetenschappelijk
Van der Boechorsstraat 1
Amsterdam 1081BT
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Volwassenen met een visuele- en (zeer) ernstige verstandelijke beperking
- Volwassenen die in een groepswoning (van Bartiméus of Koninklijke Visio) wonen
- Volwassenen ouder dan 18 jaar
- Volwassenen die zorg ontvangen van een professioneel opgeleide begeleider
- Schriftelijke toestemming gegeven door de ouders voor de deelname van de cliënt
- Schriftelijke toestemming gegeven door de begeleider voor zijn/haar eigen deelname
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Cliënten met ernstige medische aandoeningen
- Als de ouder/vertegenwoordiger geen schriftelijke toestemming geeft voor deelname van de cliënt
- Als de begeleider geen schriftelijke toestemming geeft voor zijn/haar eigen deelname
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL53963.029.15 |