Hoofddoelstelling: * Het inschatten van het aandeel van patiënten dat binnen 40 weken na staken van ETN-behandeling een opvlamming ondervinden bij de patiënten die een ASDAS CRP van minder dan 1,3 (inactieve ziekte) hebben bereikt. Secundaire…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Auto-immuunziekten
- Bindweefselaandoeningen (excl. congenitaal)
Synoniemen aandoening
Aandoening
AXIALE SPONDYLOARTRITIS
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt is het moment van opvlamming (gedefinieerd als ASDAS ESR
groter dan of gelijk aan 2,1) binnen 40 weken ná staking van ETN-behandeling.
Secundaire uitkomstmaten
Het volgende belangrijke, secundaire eindpunt wordt bepaald:
• De tijd die nodig is tot aan de eerste opvlamming ná staken van de
ETN-behandeling (gemeten vanaf de staking tot ASDAS ESR groter of gelijk is aan
2,1).
De volgende secundaire eindpunten en uitkomstmaten zullen worden bepaald binnen
40 weken na de staking van de ETN-behandeling en tijdens de 12 weken
herbehandeling-periode (indien van toepassing):
• Het voorkomen van ASDAS CRP van minder dan 1,3 (niet-actieve ziekte);
• Het voorkomen van de ASAS 20 en ASAS 40;
• Het voorkomen van een ASAS partiële remissie;
• ASDAS;
• Het optreden van een belangrijke verbetering in ASDAS en in klinische
toestand;
• Nachtelijke en totale rugpijn;
• 'Bath Ankylosing Spondylitis Functional Index' (BASFI) en onderdelen daarvan;
• 'Bath Ankylosing Spondylitis Disease Activity Index' (BASDAI) en onderdelen
daarvan;
• Het voorkomen van BASDAI 50;
• High sensivity C-reactief proteïne (hsCRP);
• Evaluaties van de gezondheidssituatie ('Health Outcomes Assessments') met
behulp van de volgende instrumenten/vragenlijsten: EuroQoL-5D Health
Questionnaire (EQ-5D), SF-36 en Work Productivity & Activity Impairment (WPAI);
• MRI SIJ / wervelkolom, zoals gemeten door Spondyloartritis Research
Consortium van Canada (SPARCC).
Het volgende secundaire eindpunt zal 12 weken ná herbehandeling van patiënten
met een opvlamming worden bepaald:
• De tijd tot ASDAS-inactieve ziekte ná herbehandeling.
Andere eindpunten:
• Beoordeling door de patiënt van zijn/haar ziekteactiviteit (SADA);
• Algehele beoordeling door de arts (PGA);
• 'Bath Ankylosing Spondylitis Patient Global Assessment Score' (BAS-G);
• Gevoelige en gezwollen gewrichten ('44 count');
• Onsteking van vinger en spieraangechting ('dactylitis & enthesitis score
[Maastricht Anklyosing Spondylitis Enthesitis Score - MASES]).
Veiligheids-eindpunten:
De veiligheid zal worden beoordeeld gedurende het gehele onderzoek. De volgende
variabelen worden beoordeeld: lichamelijk onderzoek, vitale functies,
hematologie, chemie, urineonderzoek, voortijdige terugtrekking, inflammatoire
darmziekten (IBD), psoriasis en uveitis evaluaties, bijwerkingen en ernstige
bijwerkingen tijdens het onderzoek.
Achtergrond van het onderzoek
Axiale Spondyloartritis (ax SpA) is een chronische ziekte waarvan de meest
verwoestende klinische manifestatie het verlies is van mobiliteit. Vaak
verloopt ax SpA van sacrale ontsteking tot progressieve wervelkolom ankylose in
de tijd. Aangezien patiënten met vroege ziekte meestal geen röntgen afwijkingen
gerelateerd aan SpA laten zien, worden nieuwe technologieën zoals MRI steeds
vaker gebruikt. De "Assessment of SpondyloArthritis international Society"
(ASAS) heeft onlangs een classificatiesysteem voor ax SpA ontworpen op basis
van de vraag of patiënten voldoen aan klinische criteria of beeldvorming
criteria. Patiënten die voldoen aan de criteria voor ASAS ax SpA zonder röntgen-
bewijs van sacro-iliitis worden geclassificeerd als nr-ax SpA (non-radiographic
axial SpA). Met de komst van nieuwe consensus gebaseerde criteria die eerdere
identificatie van patiënten met ax SpA toelaten vóórdat significante
röntgenafwijkingen zich voordoen, kan vroegere therapeutische interventie
mogelijk invloed hebben op de natuurlijke historie van de ziekte door het doven
van vroege ontsteking, omdat dit de voorloper van onomkeerbare botankylose zou
kunnen zijn. In verschillende recente studies met anti-tumor necrosis factor
(TNF) middelen, waaronder ETN, werd werkzaamheid aangetoond bij patiënten met
een nr-ax SpA.
Echter, er zijn aanvullende gegevens op lange termijn nodig en er is weinig
bekend over de effecten van ETN-staking bij personen die een belangrijke
klinische respons hebben bereikt.
In een kleine studie (ESTHER) van etanercept-behandelde patiënten die een ASAS
partiële remissie na 48 weken van etanercept behandeling, 13 met nr-bijl had
bereikt SpAwere teruggetrokken uit de therapie. De flare tarief in jaar 2 was
69%, en de gemiddelde tijd tot een opflakkering was 24,4 weken.
Herbehandeling met etanercept toonde een verbetering in alle klinische (BASDAI,
ASDAS, CRP) en beeldvorming (MRI SIJ, MRI wervelkolom, MRI enthesitis)
variabelen. Slechts een deel van de onderwerpen hersteld remissie-status (56%
ASAS remissie; 44% MRI remissie; 33% MRI plus ASAS remissie).
In studie B1801031, patiënten met een nr-bijl SpA gegeven een 12 weekse cursus
van ETN had aanzienlijk verminderd klinische tekenen en symptomen evenals
SI-gewricht (SIJ) en spinale ontsteking op MRI in vergelijking met patiënten
die placebo kregen. Een open-label extensie is momenteel aan de gang om de
lange termijn werkzaamheid en veiligheid te onderzoeken.
Er is weinig bekend over de effecten van ETN terugtrekking bij personen die een
belangrijke klinische respons hebben bereikt. Een kleine studie met een mengsel
van AS en nr-ax SpA patiënten een significante klinische respons hebben bereikt
toonde aan dat ongeveer 75-80% van de patiënten had relapsen na 2 jaar. Na
herbehandeling, slechts ongeveer 3 herstelde het niveau van klinische respons
zij bij de terugtrekking had bereikt. Echter, harde conclusies
over de effecten van terugtrekking en herbehandeling konden worden getrokken
vanwege de lage aantallen patiënten in de studie. Het voorgestelde onderzoek is
een follow-up van dit kleine pilot-studie die ons begrip van de voordelen en
risico's van ETN terugtrekking bij patiënten zal verder die een belangrijke
hebben bereikt
klinische respons. Veel is reeds bekend uit B1801031 over recidief van die
bereiken van remissie en verder op ETN, dus een open-label studie schatten van
de terugval in dergelijke uit ETN teruggetrokken patiënten is gepland.
Doel van het onderzoek
Hoofddoelstelling:
* Het inschatten van het aandeel van patiënten dat binnen 40 weken na staken
van ETN-behandeling een opvlamming ondervinden bij de patiënten die een ASDAS
CRP van minder dan 1,3 (inactieve ziekte) hebben bereikt.
Secundaire Doelstellingen
* Om het tijdstip van opvlamming in te schatten ná staking van de
ETN-behandeling, en te vergelijken met die bij
patiënten uit de B1801031-studie, die ETN therapie hebben voortgezet.
* Om de werkzaamheid van 12 weken van herbehandeling in te schatten bij
personen die een opvlamming ondervonden ná de staking van ETN-behandeling.
* Om een schatting te maken van de werkzaamheid van de initiële
ETN-behandeling ná 24 weken.
* Om de veiligheid en verdraagbaarheid van ETN-behandeling in te schatten in
deze populatie.
Onderzoeksopzet
Deze multicenter, open label studie in drie perioden zal het staken van en
herbehandelen met ETN evalueren in proefpersonen met nr-ax SpA die een
voldoende respons bereikten, zoals gedefinieerd door een ASDAS CRP van minder
dan 1,3 (inactieve ziekte) na 24 weken behandeling. Verwacht wordt dat in de
studie ongeveer 200 proefpersonen zullen worden gerandomiseerd in Periode 1 om
ongeveer 96 proefpersonen te hebben die in aanmerking komen voor Periode 2.
Periode 1:
Dit is een open label periode van 24 weken waarin alle in aanmerking komende
proefpersonen met nr ax SpA worden ingeschreven en behandeld met ETN 50 mg
eenmaal per week plus een stabiel background NSAID aan de optimaal verdraagbare
anti inflammatoire dosering zoals bepaald door de onderzoeker. Het doel voor
deze periode is therapeutische respons gedefinieerd als het bereiken van een
Ankylosing Spondylitis Disease Activity Scale C reactief proteïne (ASDAS CRP)
score van minder dan 1,3 in Week 24. Proefpersonen die in aanmerking komen in
Week 24 zullen overgaan naar Periode 2 nadat alle procedures van Periode 1
voltooid zijn. Proefpersonen die geen ASDAS CRP score van minder dan 1,3
bereiken zullen niet overgaan naar Periode 2 en zullen de studie voltooien na
de follow up telefonische oproep/bezoek na Week 28.
Periode 2:
Het bezoek van Week 24 beëindigt Periode 1 en geeft het begin van Periode 2
aan. Dit is een onthoudingsperiode van 40 weken waarin proefpersonen het
gebruik van ETN zullen staken na de dosis van Week 24, maar wel de background
NSAID zullen behouden. Indien de proefpersoon geen flare heeft gehad tegen het
bezoek van Week 64, dan is hun deelname aan de studie voltooid.
Periode 3:
Proefpersonen met een flare (gedefinieerd als een ASDAS ESR hoger dan of gelijk
aan 2,1) tijdens Periode 2 zullen overgaan naar een herbehandelingsperiode en
ongeveer 12 wekelijkse doses van open label ETN krijgen. Proefpersonen met een
toegenomen ziekte-activiteit kunnen op ongeacht welk ogenblik naar kantoor
komen voor een evaluatie, indien aan de criteria voor flare wordt beantwoord,
wordt gestart met open label ETN tijdens dit ongeplande bezoek. Indien de
proefpersoon toegenomen ziekte-activiteit ondervond tijdens Periode 2, maar
niet beantwoordt aan de door het protocol gedefinieerde criteria voor flare,
wordt het overgelaten aan het oordeel van de onderzoeker of de proefpersoon in
de studie zou moeten blijven of de studie zou moeten stopzetten voor het volgen
van een alternatieve behandeling.
Follow up:
Een veiligheids follow up oproep/bezoek wordt alleen uitgevoerd voor
proefpersonen die: onderzoeksproduct (OP) ontvangen in Periode 1, maar die niet
overgaan naar Periode 2, of, die overgaan naar Periode 2 en zich uit de studie
terugtrekken voor het bezoek van Week 28, of, die overgaan naar Periode 3
(Herbehandelingsperiode). Het doel van dit bezoek is om eventuele nieuwe en/of
aanhoudende ongewenste voorvallen te beoordelen en het zal ongeveer 28 dagen na
de laatste dosis OP worden uitgevoerd. Dit follow upbezoek gebeurt telefonisch,
tenzij de lokale regelgeving een bezoek aan het studiecentrum vereist.
Een veiligheidsfollow upbezoek moet niet worden voltooid voor proefpersonen die
de studie stopzetten na het bezoek van Week 28 en die niet overgaan naar
Periode 3 voor herbehandeling.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Onder andere: behandeling met ETN en stoppen met de huidige behandeling (indien van toepassing), deelnemen aan een klinisch onderzoek met een aantal testen, bloedafnames, vragenlijsten, bezoeken aan het ziekenhuis.
Inschatting van belasting en risico
ETN is een goedgekeurd geneesmiddel in NL (Enbrel). Over het geheel genomen
zijn de voordelen van ETN toediening bij patiënten met nr-ax SpA naar
verwachting verminderde ziekteactiviteit, waaronder minder pijn, verminderde
ontsteking van de SIJ en functieverbetering. Op basis van de ervaring met de
veiligheid van de B1801031 studie gecombineerd met de veiligheidgegevens op
lange termijn en de post-marketing ervaring met de veiligheid in AS, wordt een
aanvaardbaar veiligheidsprofiel verwacht bij nr-ax SpA patiënten behandeld met
ETN. Bijgevolg worden de voordelen en risico's van ETN voor de behandeling van
nr-ax SpA als positief beschouwd bij patiënten met een hoge ziekteactiviteit,
ondanks behandeling met NSAID's. Bovendien kunnen de voordelen en risico's
gunstiger uitvallen bij patiënten met objectief bewijs voor ontsteking, d.w.z.
degenen met een hoge CRP en/of MRI ontsteking. Het voorgestelde onderzoek zal
ons begrip van de voordelen en risico's van staken van ETN-behandeling bij
patiënten die een significante klinische respons hebben bereikt bevorderen. Zie
verder bijlage 3 van de patiënteninformatie en toestemmingsformulier.
Publiek
East 42nd Street 235
New York 10017
US
Wetenschappelijk
East 42nd Street 235
New York 10017
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Periode 1:
1. Bewijs van een persoonlijk ondertekend en gedateerd document voor geïnformeerde toestemming waarop wordt verklaard dat de proefpersoon geïnformeerd werd over alle relevante aspecten van de studie.
2. Proefpersonen die bereid en bekwaam zijn om zich te houden aan geplande bezoeken, behandelingsplan, laboratoriumtesten, en andere studieprocedures.
3. Mannelijke proefpersonen die kinderen kunnen verwekken en vrouwelijke proefpersonen die in staat zijn kinderen te krijgen en die risico lopen zwanger te worden, moeten ermee akkoord gaan om een uiterst doeltreffende anticonceptiemethode te gebruiken gedurende gans de studie en gedurende 28 dagen na het laatste studiebezoek.
• Een gedocumenteerde hysterectomie en/of bilaterale oöforectomie ondergaan hebben;
• Medisch bevestigde ovariuminsufficiëntie hebben; of postmenopauzale status bereikt hebben hetgeen wordt gedefinieerd als volgt: beëindiging van regelmatige menstruatie gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zonder alternatieve pathologische of fysiologische oorzaak; en een serumconcentratie van follikelstimulerend hormoon (FSH) hebben dat de postmenopauzale staat bevestigt.
4. Duur van symptomen tussen >=3 maanden en <5 jaar op het ogenblik van de toestemming.
5. Diagnose van ax SpA zoals gedefinieerd door de ASAS criteria.
De ASAS criteria stellen dat de proefpersonen >=3 maanden rugpijn moeten hebben met een leeftijd van het eerste optreden ervan onder 45 jaar, en:
• Sacro-iliitis op beeldvorming plus 1 SpA kenmerk
OF
• Positief humaan leukocyten antigeen B27 (HLA B27) plus 2 SpA-kenmerken.
Sacro-iliitis op beeldvorming wordt gedefinieerd als ofwel:
• Actieve ontsteking op MRI die uitdrukkelijk sacro-iliitis geassocieerd met SpA doet vermoeden
OF
• Afgebakende radiografische sacro-iliitis volgens de gemodificeerde NY criteria**
**Proefpersonen in deze studie mogen niet beantwoorden aan de criteria uit het tweede opsommingspunt (aangezien afgebakende radiografische sacro-iliitis een uitsluitingscriterium is).
Om te beantwoorden aan de beeldvormingscriteria voor ASAS moeten proefpersonen positieve sacro-iliitis hebben op MRI op basis van lezingen uitgevoerd door de centrale verkoper van beeldvormingsapparatuur. Dit criterium kan niet worden gebaseerd op lokale MRI evaluatie of historische MRI's.
Indien een proefpersoon negatieve sacro-iliitis heeft op MRI, dan moeten ze positieve HLA-B27 plus 2 SpA-kenmerken hebben. Omgekeerd, als een proefpersoon HLAB27 negatief is, dan moeten ze positieve sacro-iliitis op MRI hebben en minstens 1 SpA-kenmerk.
De SpA-kenmerken worden hieronder opgesomd:
• Inflammatoire rugpijn;
• Artritis;
• Enthesitis (hiel);
• Uveïtis;
• Dactylitis;
• Psoriasis;
• Crohn's/ Colitis;
• Goede respons op NSAID*s;
• Familiale voorgeschiedenis van SpA;
• HLA-B27;
• Verhoogde hsCRP.
6. Proefpersonen moeten positieve MRI bevindingen hebben (actieve ontsteking op MRI die uitdrukkelijke sacro-iliitis geassocieerd met SpA doet vermoeden) en/of positieve hsCRP (gedefinieerd als hsCRP >3 mg/l).
7. Actieve symptomen gedefinieerd door een ASDAS CRP groter dan of gelijk aan 2,1 bij het screeningbezoek.
8. Rugpijn met een minder dan gunstige respons met het huidige gebruik van een NSAID aan de optimaal verdraagbare dosis zoals bepaald door de onderzoeker. Proefpersonen moeten een minder dan gunstige respons hebben ervaren voor minstens 2 NSAID*s (waaronder het huidige) afzonderlijk genomen aan de optimaal verdraagbare dosis met een totaal gecombineerde duur van >4 weken.
9. Proefpersoon moet een stabiele dosis van een NSAID nemen gedurende minstens 14 dagen voor de eerste dosis.
10. Vrouw of man 18 jaar of ouder (20 jaar of ouder indien vereist door de lokale regelgeving) maar minder dan 50 op het ogenblik van toestemming.
11. Volgens de mening van de onderzoeker is de proefpersoon een redelijke kandidaat voor behandeling met ETN.
12. Geen contra-indicatie voor MRI-onderzoek (metalen implantaten of niet in staat plat te liggen gedurende 30-60 minuten bijvoorbeeld).
13. Negatieve serumzwangerschapstest uitgevoerd bij screening, negatieve urinezwangerschapstest uitgevoerd vóór de eerste dosis en negatieve serumzwangerschapstest afgenomen voor analyse vóór de eerste dosis.
14. In staat om zichzelf te injecteren met het onderzoeksproduct of iemand hebben aangeduid die dit kan doen.
15. In staat om het injecteerbaar onderzoeksproduct gekoeld te bewaren.
16. Toonde een voldoende screening voor tuberculose (TB) aan in overeenstemming met de lokale nationale richtlijnen.
17. Proefpersoon is in staat om beoordelingen van gezondheidsuitkomsten en een onderzoeksproduct-dagboek in te vullen.
Periode 2:
1. Voltooiing van Periode 1.
2. Proefpersonen moeten ASDAS CRP (inactieve ziekte) bereiken van minder dan 1,3 tijdens het bezoek van Week 24 om in aanmerking te komen om over te gaan naar Periode 2.
Periode 3:
Proefpersonen moeten beantwoorden aan de criteria voor flare om in aanmerking te komen om over te gaan naar Periode 3. Flare wordt gedefinieerd als ASDAS ESR hoger dan of gelijk aan 2,1.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Proefpersonen die tot het onderzoekspersoneel van het centrum behoren, en die rechtstreeks betrokken zijn bij het uitvoeren van de studie, en hun familieleden, personeelsleden van het centrum die anderszins onder toezicht staan van de onderzoeker, of proefpersonen die werknemers zijn van Pfizer die rechtstreeks betrokken zijn bij het uitvoeren van de studie.
2. Deelname aan andere studies met onderzoeksproduct(en) (Fasen 1-4) binnen 4 weken voor de huidige studie begint en/of tijdens deelname aan de studie. Deelname aan studies met onderzoeksproduct van meer dan 4 weken tot één jaar voor de huidige studie begint zullen worden toegelaten op een geval-per-geval-basis.
3. Radiologische sacro-iliitis Graden 3-4 unilateraal of Graad >=2 bilateraal zoals gedefinieerd door de NY criteria. Alleen resultaten van de centrale beeldvormingslezer zullen de geschiktheid bepalen. In alle landen behalve Duitsland:
Historische röntgenonderzoeken (verkregen binnen 4 maanden voor screening) kunnen worden gebruikt; echter deze proefpersonen moeten radiologische sacro-iliitis Graad 0-1 unilateraal of Graad 0 bilateraal vertonen.
4. Elke eerdere behandeling met een tumornecrosefactor-alfa (TNF-*)-remmer, B/T-celremmer of enig ander biologisch of immunosuppressief middel voor een andere aandoening dan IBD.
5. Proefpersoon wordt momenteel behandeld of werd eerder behandeld binnen 6 maanden voor IBD met een tumornecrosefactor-alfa (TNF-*)-remmer of enig ander immunosuppressief middel.
6. Bewijs van IBD flare binnen 6 maanden voor eerste dosis.
7. Bewijs van actieve uveïtis binnen 6 maanden voor eerste dosis.
8. Elke huidige of eerdere orthopedische of medische aandoening die volgens de mening van de onderzoeker chronische rugpijn zou kunnen veroorzaken.
9. Proefpersoon heeft bekende of vermoede allergie, overgevoeligheid of contra-indicatie voor ETN, de hulpstoffen of andere bestanddelen, die gerelateerd zijn aan deze geneesmiddelenklasse.
10. Proefpersoon heeft samenvallende behandeling met meer dan 1 NSAID binnen 14 dagen voor de eerste dosis. Gebruik van aspirine, aan dagelijkse doses van maximaal 325 mg indien geïndiceerd voor cardiovasculaire bescherming is toelaatbaar en wordt niet gerekend als een bijkomende NSAID.
11. Andere disease modifying anti rheumatic drugs (DMARDs) dan methotrexaat (MTX), sulfasalazine en hydroxychloroquine genomen binnen 4 weken voor eerste dosis. Proefpersonen mogen één toelaatbare DMARD per keer nemen.
12. Proefpersoon krijg een orale dosis van prednison >10 mg/dag (of equivalent) of had een dosiswijziging binnen 4 weken voor eerste dosis.
13. Proefpersoon kreeg een intra-articulair, intraveneus, intramusculair, of subcutaan (SC) corticosteroïde binnen 4 weken voor eerste dosis.
14. Proefpersoon heeft actuele of recente (binnen 2 jaar voor screening) actieve TB infectie.
• Proefpersonen met een verre voorgeschiedenis (meer dan 2 jaar voor screening) van actieve TB worden toegelaten indien duidelijke documentatie van adequate voltooiing van de behandeling (zoals gedefinieerd door lokale richtlijnen) bestaat.
• Lokale nationale richtlijnen moeten nageleefd worden voor passende TB-screening in het kader van anti-TNF-behandeling, met inbegrip van minimaal een radiografie van de borstkas en objectieve TB-testen zoals een purified protein derivative (PPD) of Quantiferon volgens hetgeen aanvaardbaar is per lokale richtlijnen.
15. Proefpersoon heeft niet behandelde latente TB. (Proefpersonen met bekende latente TB kunnen alleen toegelaten worden indien de lokale richtlijnen worden nageleefd voor therapie en indien behandeling voor latente TB adequaat werd voltooid of gestart minstens 4 weken voor screening.)
16. Proefpersoon kreeg behandeling voor latente TB tijdens screening en had een alanine aminotransferase (ALT) en/of aspartaat aminotransferase (AST) >=2 maal de bovenlimiet van normaal (ULN) tijdens deze periode.
• Voor proefpersonen die werden gediagnosticeerd met latente TB en die met behandeling zijn gestart tijdens de screeningperiode, moeten bijkomen bloedmonsters voor ALT en AST worden afgenomen 3-4 weken na het opstarten van de behandeling. De resultaten moeten beoordeeld worden voor de eerste dosis.
17. Proefpersonen met een chronische infectie, of een ernstige infectie (infectie geassocieerd met hospitalisatie en/of intraveneuze antibiotica) binnen 4 weken voor toediening van het onderzoeksproduct.
18. Proefpersonen met actieve infectie op het moment van het screeningbezoek en /of bezoek van eerste dosis. Bepaalde kleine actieve infecties (bijv. vaginitis, tinea, enz) kunnen worden toegestaan op een geval-per-geval-basis uitsluitend na goedkeuring van de Pfizer klinische arts.
19. Proefpersoon heeft een electieve ingreep gepland tijdens de actieve doseringsperiode (d.w.z. Periode 1).
20. Proefpersoon kreeg enig levend vaccin (verzwakt vaccin) binnen de 4 weken voor de eerste dosis.
21. Onderzoeksmedicatie met een halfwaardetijd groter dan 5 weken die werd genomen minder dan 6 maanden voor de eerste dosis.
[Voor de volledige lijst van de exclusiescriteria, raadpleeg Rubriek 4.4 van het Protocol]
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2015-000541-24-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02509026 |
CCMO | NL54909.058.15 |