Accuraatheid en herhaalbaarheid van twee indirecte calorimeters voor het meten van de ruststofwisseling in adolescenten en volwassenen.

De schatting van energiegebruik in een individu is essentieel voor de
beoordeling van de energiebehoefte. De energiebehoefte wordt momenteel vaak
geschat met behulp van formules. Deze formules blijken onvoldoende nauwkeurig
in het berekenen van de persoonlijke energiebehoefte door aanwezige
persoonlijke verschillen in variabelen. Indirecte calorimetrie wordt gezien als
de gouden standaard voor het meten van de stofwisseling. Door het gebruiken van
indirecte calorimeters, wordt de stofwisseling bepaald door middel van het
meten van het zuurstofverbruik (VO2) en koolstofdioxide productie (VCO2). In de
praktijk heeft de methode van indirecte calorimetrie de meeste voorkeur. Helaas
zijn traditionele calorimeters hinderlijk, vereisen bekwaam personeel en zijn
duur in onderhoud. Daarom is het van belang om bestaande, handzame indirecte
calorimeters te testen op accuraatheid.

Primaire doelen: deze studie zal 1) de accuraatheid onderzoeken van de Cortex
MetaLyzer® 3B in adolescenten (12-17 jaar) voor het meten van de
ruststofwisseling, waarbij de Deltatrac® II metabolic monitor als
referentiemethode wordt gebruikt: en 2) de accuraatheid en de herhaalbaarheid
onderzoeken van de MedGem® in volwassenen (18-65 jaar) voor het meten van de
ruststofwisseling, waarbij de Deltatrac® II metabolic monitor als
referentiemethode wordt gebruikt.
Secondair doel: veelgebruikte voorspellingsformules evalueren door de gemeten
ruststofwisseling te vergelijken met de voorspelde ruststofwisseling.

De studie heeft een cross-over design. Ruststofwisselingsmetingen (in MJ/dag)
zullen worden uitgevoerd tijdens één meetsessie, met afwisselend gebruik van óf
de Cortex MetaLyzer® 3B (gezichtsmasker) óf de draagbare MedGem® (mondstuk) en
de Deltatrac® II metabolic monitor (geventileerde kap) als referentiemethode.
Daarnaast zullen lichaamssamenstelling, door middel van bioimpedantie, en
lichaamsgewicht en *lengte gemeten worden.

Aan alle metingen, met de indirecte calorimeters, bio-impedantie spectroscopie
en antropometrie, zijn geen risico*s verbonden en niet invasief. Deze studie is
op geen enkele wijze belastend voor de participanten.
De voordelen van het gebruik maken van indirecte calorimetrie is dat
energiegebruik van een individu nauwkeurig bepaald kan worden. Deze studie zal
de accuraatheid van indirecte calorimeters testen in ogenschijnlijk gezonde
individuen.
Deze studie wordt gezien als groepsgerelateerd aangezien het ontwikkeld is in
antwoord op een vraag van het Wilhelmina kinderziekenhuis te Utrecht. Zonder
aandeel van ogenschijnlijk gezonde adolescenten, met goedkeuring van hun
ouders/voogd, kan de studie niet uitgevoerd worden.