De onderzoeksvragen zijn:1. Wat is het effect van Communicatieve Taaltherapie op grammaticale vaardigheden in de taalproductie van kinderen van 4 en 5 jaar met een taalontwikkelingsstoornis in vergelijking met usual care?2. Wat is het effect van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
ontwikkelingsstoornissen
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Toename van grammaticale vaardigheid, gemeten met:
1. Classificatie van grammaticale complexiteit van spontane zinnen van het kind
2. Testscore CELF Preschool subtest Zinnen Herhalen (Wiig, Secord, Semel & De
Jong, 2012), een nazegtaak waarbij de score hoger wordt naarmate meer delen van
de zin correct worden nagezegd.
Secundaire uitkomstmaten
Toename van begrip van grammatica gemeten met de Coloring Booktest, waarbij het
kind kleuropdrachten op een iPad moet uitvoeren. De Coloring Booktest is
ontwikkeld door het Digital Humanities Lab van Universiteit Utrecht.
Achtergrond van het onderzoek
De diagnose Specifieke Taalontwikkelingsstoornis (S-TOS) wordt gesteld wanneer
de taalontwikkeling van een kind afwijkend verloopt. De kinderen hebben
ernstige problemen met het spreken en begrijpen van taal, waarbij met name de
grammatica (complexe taal) in de gesproken taal hardnekkige problemen geeft.
Effectieve interventie is uiterst belangrijk omdat een
taalontwikkelingsstoornis zorgt voor beperkingen in communicatie en deelname
aan het onderwijs en schoolsucces. Het onderzoek naar interventies bij S-TOS is
beperkt en er is nog weinig evidentie voor taaltherapie.
Doel van het onderzoek
De onderzoeksvragen zijn:
1. Wat is het effect van Communicatieve Taaltherapie op grammaticale
vaardigheden in de taalproductie van kinderen van 4 en 5 jaar met een
taalontwikkelingsstoornis in vergelijking met usual care?
2. Wat is het effect van Communicatieve Taaltherapie op het begrip van
grammatica?
Onderzoeksopzet
Een interventie studie met een single subject experimental time series design
en een niet-equivalente controlegroep. Er wordt gewerkt met een ABA-design
waarbij de kinderen in de eerste periode (A) de gebruikelijke logopedie krijgen
(usual care). Vervolgens krijgen de logopedisten een training in CTT en
ontvangen de kinderen gedurende 12 weken de interventie CTT volgens een
protocol (B). Daarna krijgen de kinderen weer usual care waarbij de
logopedisten naar verwachting meer gebruik zullen maken van CTT dan voorheen.
Deze periode usual care (A) wordt aangeduid met A+. De periode A+ wordt gevolgd
door een periode zonder logopedie in de zomervakantie. Omdat de
logopediebehandeling gewoonlijk stopt in de week voor de zomervakantie en
opnieuw start in de tweede week van het schooljaar duurt deze periode 8 weken.
In de interventiegroep worden 10 metingen uitgevoerd, telkens om de 4 weken. 10
weken na de laatste meting wordt een retentiemeting T11 uitgevoerd.
Op T1 t/m T5 wordt de ontwikkeling van de proefpersonen geregistreerd terwijl
zij usual care ontvangen. Vervolgens wordt in de interventiegroep CTT gegeven,
waardoor de inhoud van de logopedie verandert, terwijl de andere factoren in
het SO aanbod gelijk blijven (meting T6 t/m T8). Met meting T9 en T10, na
afloop van de interventie, wordt de ontwikkeling gemeten tijdens usual care die
beïnvloed is door CTT (A+). T11 is de meting na een controleperiode zonder
interventie. Met de resultaten van T9, T10 en T11 kan tevens worden onderzocht
welke effecten blijvend zijn.
De data van elke individuele participant wordt apart geanalyseerd. De volgende
analysemethoden worden gebruikt:
1. Visuele analyse van de grafieken waarin voor elke participant de scores
worden uitgezet tegen het meetmoment. Omdat tijdens de gehele periode in ieder
geval enig mate van vooruitgang en ontwikkeling wordt verwacht, worden trends
geanalyseerd en vergeleken. Bij effect zal de grafiek tijdens de meetmomenten
in de interventieperiode een steilere stijgende lijn laten zien dan tijdens de
periode usual care.
2. Berekenen van de effectgrootte door:
- Het bepalen van de Standard Mean Difference tussen de eerste usual care
periode (A) en de interventieperiode (B) voor elke participant en tussen de
interventieperiode (B) en twee periodes na afloop van de interventie (usual
care met invloeden van CTT (A+) en de controleperiode in de zomervakantie)
- Het percentage Non-Overlapping Data (PND) waarbij wordt gekeken welk
percentage van de meetpunten uit de interventieperiode het hoogste meetpunt uit
de eerste usual care periode overstijgt.
De controlegroep krijgt de gehele periode usual care en de metingen worden op
dezelfde tijdstippen verricht. Hoewel een controlegroep niet gebruikelijk is in
single subjectdesigns, is een controlegroep in deze studie noodzakelijk om aan
te tonen dat de vooruitgang van de kinderen in de interventieperiode niet
beïnvloed wordt door onvoorziene factoren op schoolniveau, zoals een gewijzigd
schoolbeleid of een plotselinge instroom van nieuwe leerlingen.
Van elke school wordt telkens random bepaald welke logopedisten de interventie
CTT gaan geven en welke logopedisten usual care blijven geven. Op elke school
worden evenveel logopedisten toegewezen aan de interventiegroep en de usual
caregroep.
Het onderzoek zal plaatsvinden op scholen voor speciaal onderwijs voor kinderen
met een communicatieve beperking en neemt ruim een schooljaar in beslag
(15-08-2016 tot 01-10-2017).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Communicatieve Taaltherapie (CTT) en gebruikelijke taaltherapie (usual care), beide gegeven door de eigen logopedist van het kind. Interventie CTT: Tijdens de interventie speelt de logopedist samen met het kind met speelgoed, realistisch materiaal of knutselmateriaal, terwijl ze herhaaldelijk de zinsconstructies en grammaticale vormen gebruikt die het kind moet leren. De logopedist bepaalt welke taalstructuur het doel is van de behandeling en kiest het materiaal en de spelsituatie zodanig dat er veel gelegenheid is om de taalstructuur te gebruiken. In het spel volgt de logopedist de spel- en spreekinitiatieven van het kind. Door het toepassen van technieken waarvan is vastgesteld dat ze ertoe bijdragen dat het kind aandacht geeft aan het taalmodel (o.a. benadrukken, langzamer spreken, oogcontact, expressieve intonatie en mimiek, contrasterende zinnen) stimuleert de logopedist het kind om de constructies te gebruiken. Grammaticale regels worden niet expliciet uitgelegd, De interventie heeft een frequentie van één keer per week en duurt 20 minuten per sessie. De interventie komt in de plaats van een reguliere behandeling, waardoor de vastgestelde behandelfrequentie niet zal veranderen. Controleconditie: In de usual care periode geeft de logopedist behandelingen zoals ze die normaal gesproken geeft, vormgegeven naar eigen inzicht. De controlegroep krijgt de gehele onderzoeksperiode usual care. De doelstellingen zijn vergelijkbaar met die van CTT maar er is een grote variatie in methoden en materialen. Gewoonlijk komen zowel samen spelen als meer schoolse oefeningen aan bod. Tijdens het samenspel in usual care worden elementen van CTT toegepast maar wordt ook vaak een breed taalaanbod gegeven met gebruik van verschillende taalstructuren. Bij de oefenvormen daarentegen staat vaak één zin centraal, bijvoorbeeld tijdens functionele imitatie met spelmateriaal en oefenbladen. Hierbij imiteert het kind de therapeut bij het beurtelings uitvoeren van dezelfde handeling. Een gebruikte oefenvorm is ook het visualiseren van zinnen met als doel het kind inzicht te geven in grammaticale regels. Usual care wordt gegeven in de frequentie zoals de school die bepaald heeft, doorgaans twee keer per week 20 minuten individueel of in een groepje van 3 à 4 kinderen.
Inschatting van belasting en risico
De belasting van de kinderen is minimaal en er zijn geen risico*s. Van
taaltherapie zijn geen nadelige gevolgen bekend. Voor de deelnemende kinderen
is CTT in veel opzichten vergelijkbaar met de taaltherapie die ze gewoonlijk
krijgen. Ze krijgen taaltherapie van de eigen behandelend logopedist.
De interventie heeft een frequentie van één keer per week en komt in plaats van
een reguliere behandeling. Daardoor zal de behandelfrequentie niet veranderen
door het onderzoek en worden de kinderen niet extra uit de klas gehaald voor
logopediebehandelingen.
De metingen bestaan uit spelen met de onderzoeksassistent en twee korte
taaltesten. Deze testen zijn nauwelijks belastend en bevatten het kleuren op
een iPad, dat zeer aantrekkelijk is voor kinderen. De kinderen worden voor elk
meetmoment slechts een half uur uit de klas gehaald.
Publiek
Heidelberglaan 7
Utrecht 3584CS
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 7
Utrecht 3584CS
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Achterstand in taalvaardigheid van tenminste 1,5 standaarddeviatie op twee of meer taalaspecten, waaronder de morfosyntaxis
- Beperking in deelname aan het onderwijs
- Gemiddelde non-verbale intelligentie (non-verbaal IQ > 85)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Diagnose *Autisme Spectrum Stoornis*
- Ernstige slechthorendheid (gehoorverlies > 35 dB)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL58167.041.16 |