De rol van vet rond de bloedvaten en het ontstaan van insuline ongevoeligheid tijdens overgewicht en type 2 diabetes voor en na bariatrische chirurgie.

Obesitas speelt een centrale rol in de pathogenese van diabetes mellitus type 2
(DM2) en hart en vaatziektes (HvZ). Er is echter een grote groep obese mensen
die geen metabole problemen hebben. Perivasculaire vetweefsel (PVAT) wordt
gezien als een centrale speler in de regulatie van lokale spier perfusie en
glucose opname. Het is niet bekend in welke mate PVAT een determinant is van
het metabole fenotype van de obese mensen. Daarbij willen we de effecten van
afvallen (door bariatrische chirurgie) op de PVAT bestuderen.

We willen de rol van PVAT in de regulatie van de vaten, weefsel perfusie en
glucose opname in spieren bestuderen. We hypothetiseren dat PVAT ex-vivo
insuline-geïnduceerde vasoreactiviteit beïnvloedt. Daarbij correleren PVAT
eigenschappen met insuline geïnduceerde microvasculaire rekrutering in de
skelet spier, onafhankelijk van antropometrie en systemische inflammatie. Als
een secundaire uitkomst maat willen we testen of insuline-geïnduceerde
microvasculaire rekrutering in het myocardium correleert met PVAT
eigenschappen, antropometrie en systemische inflammatie.

Dit is een observationele studie in relatief gezonde (geen DM2, noch
hypertensie, noch hyperlipidemie of HvZ) en type 2 diabetische obese vrouwen
(BMI>35), die een bariatrische chirurgie zullen ondergaan. We willen op twee
tijdspunten (voor en na de operatie) de volgende variabelen bestuderen: we
willen insuline gevoeligheid bestuderen en combineren met de functie van
vasculaire insuline gevoeligheid in vivo. We gaan ook systemische inflammatoire
en antropometrische parameters bestuderen en includeren in onze analyses.
Corresponderend aan hetzelfde twee pre- en post operatieve meetpunten, willen
we een skelet spier biopsie krijgen om het effect van insuline op de microvaten
te bestuderen in de druk-myograaf, met en zonder bijbehorende PVAT. We gaan ook
de eigenschappen van PVAT bestuderen, gebruikmakend van verschillende in vitro
en ex vivo assays. We gaan 6 participanten een die een electieve
cholecystectomie krijgen includeren als een controle groep. Deze mensen krijgen
een HEC en een CEUS voor en na de operatie. Participanten zullen twee keer de
accelerometers dragen voor een week tijd voor en na de operatie om een
schatting te krijgen van de hoeveelheid beweging die de pariticipanten doen.

deelnemers zullen het VUmc twee keer bezoeken: Het eerste bezoek (6 uur),
deelnemers zullen een hyperinsulinemische euglycemische clamp met contrast
echografie van skeletspier en hart. Daarbij wordt er een biopsie van de andere
bovenbeen spier gedaan onder plaatselijke verdoving. Daarbij dragen de
patiënten de accelerometer voor 7 dagen tijd.

Gedurende de geplande bariatrische chirurgie, de chirurg zal visceraal vet
nemen.

Het tweede bezoek (12 weken na de operatie) is vergelijkbaar aan de eerste
bezoek en het biopsie wordt gedaan in de andere bovenbeen spier onder
plaatselijke verdoving.

Risico's die met deze metingen zijn geassocieerd zijn een risico op hypo- of
hyperglykemie tijdens de clamp, hoofdpijn, misselijkheid, tijdelijke pulmonale
hypertensie en allergische reacties tijdens contrastechografie (zeldzaam). Een
bloeduitstorting en lokale pijn op de plaats van de intraveneuze canules (1 in
beide armen) kan ervaren worden tijdens of na plaatsing en tijdens bloedafname.

Als compensatie voor tijd en moeite ontvangen de deelnemers 340 euro na
afronding van de testdag.

Controle deelnemers zullen het VUmc (CRU) twee keer bezoeken: Het eerste
pre-operatieve bezoek en een post-operatieve bezoek 12 weken na hun operaties.
Ze zullen de HEC en de CEUS ondergaan maar ze zullen geen spierbiopten
ondergaan. Controle participanten krijgen 200 euro als compensatie voor tijd en
moeite van het deelnemen aan dit onderzoek.