'Proof-of-concept' leveren voor de hypothese dat guanfacine de cognitieve bijwerkingen vermindert bij oestradiolreceptorpositieve borstkankerpatiënten die behandeld worden met aanvullende hormoontherapie. Daarnaast is het doel om data te…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Cognitieve en aandachtsstoornissen en -afwijkingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Verschil in cognitieve functies tussen de placebo- en guanfacine condities.
Cognitieve functies worden gemeten door gestandaardiseerde neuropsychologische
tests en omvatten executieve functies, aandacht, geheugen en
verwerkingssnelheid.
Secundaire uitkomstmaten
Verschil in depressie/angst en lichamelijke bijwerkingen tussen de placebo- en
guanfacinecondities. Affect wordt gemeten met een gestandaardiseerde
vragenlijst (POMS). De lichamelijke bijwerkingen die worden gerapporteerd zijn
die voor tamoxifen en guanfacine. Naar de meest gerapporteerde bijwerkingen van
tamoxifen (opvliegers, vaginale bloedingen en afscheiding, jeuk) en guanfacine
(sedatie, hoofdpijn, buikpijn en bloeddrukgerelateerde klachten) zal expliciet
worden gevraagd in een wekelijks gestructureerd telefooninterview.
Achtergrond van het onderzoek
Oestradiolreceptorpositieve borstkanker wordt na de primaire behandeling
gewoonlijk behandeld met aanvullende hormoontherapie. Deze bestaat uit
Tamoxifen of aromataseremmers. Naast hormonale bijwerkingen worden cognitieve
en affectieve bijwerkingen ook gerapporteerd, een bevinding die wordt
ondersteund door neuropsychologisch onderzoek. Deze bijwerkingen zijn
waarschijnlijk te herleiden tot interacties met
geslachtshormoonhormoonreceptoren in het brein. Guanfacine is een noradrenerge
alfa2A-agonist waarvan is aangetoond dat deze de catecholaminerge connecties in
de prefrontale cortex versterkt. De hypothese is dan ook dat guanfacine een
positief effect zal hebben op cognitieve/affectieve bijwerkingen van
aanvullende hormoonbehandeling.
Doel van het onderzoek
'Proof-of-concept' leveren voor de hypothese dat guanfacine de cognitieve
bijwerkingen vermindert bij oestradiolreceptorpositieve borstkankerpatiënten
die behandeld worden met aanvullende hormoontherapie. Daarnaast is het doel om
data te leveren voor powerberekeningen in latere studies.
Onderzoeksopzet
Dubbelblind, placebo-gecontroleerd, cross-over
Onderzoeksproduct en/of interventie
Guanfacine, 0.03-047 mg/kg (2 or 3 mg) eenmaal daags, gedurende vier aaneengesloten weken en placebo gedurende vier weken. Alle deelnemers nemen een stabiele dosis van dagelijks 20 mg Tamoxifen op het moment van inclusie, na afloop en tijdens de studie.
Inschatting van belasting en risico
De belasting in deze studie bestaat uit een screening en een baseline-visite,
waarbij bloed wordt afgenomen en gedurende 1 uur cognitieve tests worden
afgenomen. Bloedafname en de tests worden herhaald tijdens de twee volgende
visites. Tenslotte is er een wekelijks telefonisch interview over de
lichamelijke bijwerkingen. Risico's zijn gerelateerd aan inname van guanfacine
en deze zijn bekend en worden nauw gecontroleerd.
Publiek
Louis Armstrongweg 78
Almere 1311RL
NL
Wetenschappelijk
Louis Armstrongweg 78
Almere 1311RL
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• behandeld met aanvullende tamoxifen-behandeling voor ER-receptorpositieve borstkanker
• behandeld met tamoxifen gedurende 3-18 maanden, 20 mg stabiele dosering gedurende tenminste een maand
• postmenopauzaal
• subjectieve klachten over cognitieve bijwerkingen
• gewicht tussen 50 and 90 kg
• 20 <= BMI <= 27
• Nederlandstalig (vloeiend)
• normale (gecorrigeerd) gezichtsscherpte
• normale handigheid
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• eerdere chemotherapie
• diagnose van een eerdere of bestaande cardiovasculaire, neurologische of psychiatrische aandoening die de gevoeligheid voor guanfacine of de eindpunten van de studie kan beinvloeden
• contraindicaties voor guanfacine (hypotensie, bradycardie, syncope, verlengd QT interval)
• (eerder) diagnose ADHD
• gebruik van clonidine of andere middelen tegen hypertensie
• gebruik van middelen met een sterke werking op CYP2D6, CYP3A4/5 (bv. ketoconazole, carbamazepine)
• gebruik van SSRI's of andere antidepressiva
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2016-000506-11-NL |
CCMO | NL56785.072.16 |